Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, zoals we allemaal weten, is gisteren een nieuw advies van de Hoge Raad van Financiën (HRF) verschenen met betrekking tot het begrotingstraject voor de nv België, dus niet alleen voor de federale overheid, maar ook voor Entiteit II, de deelstaten en de lokale overheden. Ik begin met goed nieuws, dat terecht mag worden gesteld. De HRF heeft vastgesteld dat het begrotingsresultaat van vorig jaar voor de Vlaamse Regering uiteindelijk beter was dan gedacht. Momenteel hebben we een tekort van ongeveer 400 miljoen euro. Enkele maanden geleden werd dat honderden miljoenen hoger ingeschat. Dat lijkt me dus toch al een positief punt.
Ook heeft de HRF voorgesteld om het traject voor Vlaanderen enigszins strenger te maken, om bijvoorbeeld voor dit jaar naar 500 miljoen euro te gaan. We hebben de voorbije weken ook de begrotingscontrole gehad. We hebben vastgesteld dat de Vlaamse Regering voor dit jaar ook op dat vlak goed scoort: ze blijft duidelijk onder die doelstelling van de HRF. Bovendien zegt de HRF dat het toekomstige traject naar een nominaal evenwicht een verantwoordelijkheid voor de diverse entiteiten is, maar dat dat een jaartje mag worden uitgesteld. Dat werd vooropgesteld voor 2017, maar mag voor hun part in 2018 worden bereikt. Minister-president, dat is natuurlijk een eerste element dat ik u wil voorleggen. Hoe staat u daartegenover?
Nog een ander element dat ik even onder de aandacht wil brengen, is de aandacht voor de lokale overheden. De deelstaten zijn immers ook verantwoordelijk voor de lokale overheden. De HRF zegt daarover dat men naar een investeringsjaar gaat op het einde van de legislatuur, in het verkiezingsjaar 2017-2018. Men zegt wat soepeler te zullen zijn wat dat betreft, maar in 2019 moet dat opnieuw in evenwicht zijn.
Minister-president, hoe zal de Vlaamse Regering omgaan met dit advies van de HRF? Welk standpunt zult u volgende week maandag in het Overlegcomité innemen om de begrotingsrekeningen van de nv België mee op orde te houden?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Van den Heuvel, dat zijn twee vragen.
Het advies van de Hoge Raad van Financiën heeft me onaangenaam verrast omdat zij eigenlijk een omslag maken in het begrotingstraject dat zij van Vlaanderen vragen, niet alleen voor 2016 en 2017 en de volgende jaren maar ook met terugwerkende kracht voor 2015. We vertrekken, zoals u zegt, van ons goede, puike resultaat in plaats van hun advies.
Bovendien doen ze dat na onze begrotingscontrole 2016, ze vragen een beter traject te rijden in 2016. We leiden ook uit het advies af dat de goede leerling wordt gestraft en de slechte beloond. Ik heb de cijfers opgelijst: voor 2015, 2016 en 2017 vraagt de Hoge Raad in vergelijking met zijn advies van maart 2015 een bijkomende inspanning van 1,340 miljard euro, wat dan weer gecompenseerd wordt door de correctie van de autonomiefactor in 2018 en een investeringsmarge voor 2019. Dat komt erop neer dat Vlaanderen over de hele periode ten opzichte van het vorige advies 231 miljoen euro meer zou moeten doen aan inspanningen, terwijl Wallonië 314 miljoen euro minder aan inspanningen zou moeten doen en Brussel 51 miljoen euro minder inspanningen. De Vlaamse Regering is daarop bijeengekomen en heeft beslist dat wij ons, los van dat advies en het resultaat van het overleg met de Federale Regering, zullen houden aan ons pad en zullen gaan voor een evenwicht in 2017. We zullen ook de begroting voor 2016 niet nog eens bijsturen. We hebben net een succesvolle begrotingscontrole achter de rug, we zitten op koers en houden dat aan in 2017.
Met uw bijkomende vraag over de lokale besturen overvalt u me een beetje. U weet dat we werken met autofinancieringsmarges. Volgens mijn informatie zitten de lokale besturen ESR-matig op het goede spoor voor 2014 en 2015. Nu zegt de raad dat we in het verkiezingsjaar een beetje in het negatief mogen gaan om dan in 2019 opnieuw op het spoor te zitten. Wij hebben ons daar niet over gebogen, ik heb het daar ook niet over gehad met minister Homans. Ik denk dat het goed is dat Vlaanderen die autofinancieringsmarge aanhoudt, die ongeveer parallel loopt met ESR. Er zit iets in, ook ten opzichte van Vlaanderen, om te zeggen dat tijdens het laatste jaar iets meer mag worden toegelaten, gelet op het feit dat de cyclus altijd een beetje op en neer gaat en toeneemt naar het einde van de bestuursperiode, ook voor de lokale besturen. Hoe dan ook kunnen we die beleids- en beheerscyclus die loopt voor de eerste periode en die naar mijn aanvoelen goed loopt, het best voor een volle periode van zes jaar laten lopen voor we meegaan in afwijkende avonturen.
Voor de lokale besturen is het belangrijk dat de opening die de Hoge Raad van Financiën laat voor 2017 en 2018 op een pragmatische manier wordt bekeken. De lokale besturen zijn immers belangrijke investeringsbesturen.
Het is goed dat u onderstreept dat de ambitie van de Vlaamse Regering blijft wat ze is. De betrachting naar een nominaal evenwicht in 2017 is heel goed. Wat het traject zelf betreft, moeten we die oefening in eerste instantie voor onszelf maken. De nv België is een belangrijke context. Onze bijdrage vanuit de Vlaamse deelstaat aan die algemene begrotingsrekening voor de nv België is op zich belangrijk, maar het meest essentiële is natuurlijk dat we de rekeningen voor Vlaanderen op orde houden. Ik denk dat er de voorbije jaren belangrijke stappen in de goede richting zijn gezet en dat we die oefening in eerste instantie voor onszelf moeten maken.
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, gisteren zijn we hier ook even dieper op ingegaan in de commissie. Ik weet dat het eigenlijk niet mag, maar ik heb een dubbele vraag. Ik zal toch de vrijheid nemen om die te stellen. Ik heb een vraag aan beide sprekers.
Minister-president, ik kan eigenlijk niet meer zo goed volgen. U zegt: “We hebben een begrotingscontrole gehad”, maar die heeft het parlement nog niet gezien, behalve de powerpointpresentatie gisteren. Ik weet eigenlijk niet zo goed hoe die begrotingscontrole eruitziet, buiten wat ik erover in de pers lees. U hebt het tegen de heer Van den Heuvel over: “het puike resultaat 2015”. Kunt u dat concreet maken, want ik weet niet wat dat puike resultaat is? De rekening is niet neergelegd. Mag ik weten wat het puike resultaat is op het einde van 2015?
Mijnheer Van den Heuvel, hoor ik u nu zeggen dat u, CD&V, er eigenlijk voor pleit om het nominale evenwicht voor 2017, dat u toch naar voren had geschoven met uw ploeg, los te laten? (Koen Van den Heuvel schudt ontkennend)
De heer Diependaele heeft het woord.
Dank u, mijnheer Van den Heuvel, want ik had mijn inleidende zin al in het hoofd: het is een goede zaak dat we hier met de drie coalitiepartners nog een keer kunnen bevestigen dat wij blijven gaan voor gezonde overheidsfinanciën en dus ook voor het nominaal evenwicht in 2017.
Ik sluit me er volledig bij aan, mijnheer Van den Heuvel, dat we dit in de eerste plaats voor onszelf doen. We hebben als Vlaamse volksvertegenwoordigers een verantwoordelijkheid tegenover de Vlaming om de Vlaamse rekening op orde te stellen. Het is belangrijk dat we dit voor onszelf doen en niet alleen voor de bijdrage aan wat u ‘nv België’ noemt.
Ik sluit me ook aan bij de opmerking van de minister-president. Ik heb er bijzondere problemen mee dat het in dit land een gewoonte is om de goede leerlingen van de klas keer op keer te straffen: Vlaanderen doet het goed en dus verzwaren we het traject dat het moet afleggen. Het is bovendien heel cynisch om dat traject op te leggen een paar weken nadat de begrotingscontrole is afgerond. Dat lijkt me geen correcte manier van werken.
Ik vind dit erg voor Vlaanderen, maar ik vind het nog veel erger voor de andere regio’s in dit land. Ik merk bij die andere regio’s dat ze het incentive missen om zelf hun verantwoordelijkheid op te nemen ten aanzien van de rekeningen die zij in orde moeten krijgen. Zij lijken daar niet in te slagen en weigeren de nodige inspanningen te doen. Ik vind dit een totaal gebrek aan solidariteit, maar ook een slechte zaak voor henzelf.
De heer Somers heeft het woord.
Ik word een beetje uitgenodigd door de heer Diependaele om ook namens mijn fractie te bevestigen dat we goede begrotingsafspraken hebben en dat we in 2017 naar een begroting in evenwicht willen gaan. Het is evident dat we daaraan vasthouden. Het is een goed recht in het belang van Vlaanderen en van de Vlamingen. We zien geen enkele reden om het traject bij te sturen. We zitten op koers en op die koers moeten we blijven.
De heer Bertels heeft het woord.
Voorzitter, laat me toe even de vraag te stellen naar de zin van de vraag van de heer Van den Heuvel. Ik heb hem letterlijk horen vragen of er wordt overwogen om het evenwicht één jaar uit te stellen. Indien het de bedoeling was om met deze vraag enkel te bevestigen dat de drie coalitiepartners het nominale evenwicht in 2017 nastreven, lijkt het me een rare vraagstelling om die bevestiging te krijgen.
Mijnheer Van den Heuvel, u hebt die nu dan misschien wel gekregen, maar het blijft een beetje een rare reden om die vraag te stellen.
Inzake het aspect van de lokale besturen sluit ik me wel bij u aan. We hebben allemaal kunnen zien dat het investeringsritme van de lokale besturen in 2015 op een heel laag niveau gebleven is. Die cijfers kunnen we bekijken bij de Nationale Bank en bij de FOD Begroting. Het gaat om 1 miljard euro minder dan normaal, dan geprogrammeerd in de beleids- en beheerscyclus (BBC): 1,1 miljard euro in plaats van 2,1 miljard euro. Laat deze regering de lokale besturen alstublieft niet verder beknotten, maar geef ze de nodige marge voor investeringen in ons Vlaams welzijn.
Dames en heren, u hebt toch kennis van het advies van de Hoge Raad? Ook u, mijnheer Rzoska. De Hoge Raad zegt dat onze begroting 2015 afsluit op min 309 miljoen euro. Dat is zoals de heer Van den Heuvel zegt, enkele honderden miljoenen euro beter dan aanvankelijk geraamd. Maar wat de Hoge Raad nu doet, is retroactief dit cijfer nemen als onze begrotingsdoelstelling. En dat terwijl we in het advies van maart 2015 voor de begroting tot min 765 miljoen euro mogen gaan. Op die nieuwe cyclus gaat men verder om een nieuwe norm op te leggen aan Vlaanderen, een norm waarbij bijkomende inspanningen gevraagd worden. Ik heb u gezegd wat onze reactie daarop is. Ook aan het adres van de heer Bertels wil ik dit zeggen: wij houden ons aan ons traject en we willen naar een evenwicht gaan in 2017. Ik denk dat dit heel duidelijk is.
Wat de lokale besturen betreft, heb ik toen ik minister van Binnenlandse Aangelegenheden was, er altijd op gewezen dat je dat evenwicht over de hele periode moet zien. Iedereen weet dat er een investeringscyclus is en dat die toeneemt naar het einde van de bestuursperiode. Dus zegt de Hoge Raad, ook voor Vlaanderen – wat Vlaanderen betreft 2019, en wat de lokale besturen betreft 2018 – dat je even in het rood mag gaan om bijkomende investeringen te kunnen doen. Dat is inderdaad aanlokkelijk. Maar neem me niet kwalijk dat ik hier niet op het spreekgestoelte ga zeggen dat we de BBC loslaten. Ik weet dat die ongeveer spoort met het ESR-vorderingensaldo. We moeten dat bekijken binnen de regering.
Ik voeg eraan toe wat ik daarstraks gezegd heb: het is de eerste periode van de BBC. Dit loopt goed. We moeten ons hoeden voor onverwachte wijzigingen halfweg die eerste periode. Ik deel uiteraard de zorgen om tot investeringen over te gaan. U weet dat ik al een hele tijd vraag dat de Europese Unie andere normen zou hanteren met betrekking tot het boeken van de investeringen, namelijk dat je ze niet moet boeken tijdens de constructiefase maar dat je die mag afschrijven over een langere periode.
U had het over onze bijdrage aan de nv België, collega Van den Heuvel. Als alle entiteiten binnen de federale overheid dezelfde inspanningen gedaan zouden hebben als Vlaanderen, dan zag het totaalplaatje er helemaal anders uit. We hebben een ontzettend grote inspanning geleverd. In de eerste twee budgetjaren hebben we om en bij de 2 miljard euro bespaard. We zitten nu op koers met onze begrotingscontrole. Het is absoluut niet evident om net na het afronden van onze begrotingscontrole naar een nieuwe begrotingscontrole te gaan voor 2016. We gaan dat ook niet doen, maar we houden vast aan ons evenwicht in 2017, terwijl de Hoge Raad zegt dat dat ook later mag zijn, in 2018. Als u dan toch spreekt in termen van het bijdragen aan het geheel, dan is dit ongeveer de beste oefening die je kunt maken. We gaan ons dus niet van de wijs laten brengen door dat advies. We hebben onze optie gekozen. Ik denk dat dat ook de goede optie is.
Maar nog eens: ik blijf onaangenaam verrast omdat men voor de jaren 2015, 2016 en 2017 een veel zwaarder pad heeft uitgetekend, dan weer gecompenseerd op een zeer gevoelige manier wegens de correctie van de autonomiefactor waar men die drie jaren gaat corrigeren. Men zegt dat we opnieuw vrij serieus in het rood mogen gaan, als ik me niet vergis bijna 1 miljard euro in 2018. We gaan nog zien of dat cijfer van de correctie wel klopt. Bij ons zijn er vragen of dat inderdaad wel zo'n zware correctie zal zijn. Hoe dan ook, pas vanaf 2019 wordt dat een min of meer stabiel cijfer, elk jaar opnieuw te bepalen.
De koers van de Vlaamse Regering is duidelijk: wij houden ons aan de begrotingsaanpassing die we net afgerond hebben en we houden ons aan de afspraak om in 2017 naar een evenwicht te gaan.
Het is allemaal heel duidelijk. Ik kan me daar volledig bij aansluiten. Collega’s Rzoska en Bertels, ik wilde absoluut niet onduidelijk zijn. Minister-president, het rapport van de Hoge Raad van Financiën is enerzijds onaangenaam in verband met de timing en de verstrenging. Anderzijds bevestigt dit rapport wel dat de regering op het juiste begrotingspad zit. Daar is de boodschap toch wel duidelijk: een goed resultaat in 2015, en ondanks de verstrenging gaan we dat begrotingstraject halen. Dat is het positieve aan deze boodschap.
Collega Bertels, het is de Hoge Raad van Financiën die zegt dat er ook in 2018 een nominaal evenwicht mag zijn, het hoeft niet in 2017. Door de drie coalitiepartners is heel duidelijk bevestigd dat de ambitie om dat evenwicht in 2017 na te streven, behouden blijft.
De actuele vraag is afgehandeld.