Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Vergadering van 26/02/2014
De voorzitter : De heer Vanlerberghe heeft het woord.
De heer Jurgen Vanlerberghe : Voorzitter, minister-president, geachte leden, we hebben het hier al een aantal keren gehad over dit onderwerp. Een aantal collegas hebben het al aangesneden. In dezen lijkt aangesneden me wel het correcte woord. We hebben ook al eens een uitgebreide informatiesessie gehad over de alternatieven voor onverdoofd castreren die momenteel worden onderzocht. We kennen het probleem. Het gaat over het onverdoofd castreren van beren, om te vermijden dat het vlees bij het bakken een onaangename geur zou verspreiden.
Ondertussen bestaan daar best al wel wat alternatieven voor. Wellicht is een even belangrijke driver dat steeds meer consumenten en warenhuizen aan de sector vragen om alternatieven aan te bieden. Dan gaat het niet enkel over de binnenlandse markt. Ik las onlangs in een artikel dat ook op de Duitse markt, toch een van de meer belangrijke exportmarkten, het consumentengedrag wat aan het keren zou zijn. In het verleden was een argument vaak dat die belangrijke Duitse markt niet voor alternatieven openstond. Dat zou blijkbaar veranderen.
Minister-president, u hebt ter zake best al wat werk verzet. Er is een stappenplan om tegen 2018 tot een totale ban op onverdoofd castreren te komen. Nu bleek dat minister Onkelinx op 4 oktober een ontwerp van koninklijk besluit klaar had om in een overgangsperiode tot 1 januari 2018 te voorzien. Ik verwijs naar een actuele vraag van mijn zeer achtbare collega, de heer Verfaillie.
Minister-president, toen de heer Verfaillie u tijdens die plenaire vergadering een actuele vraag heeft gesteld, was u nog niet op de hoogte van de vraag van minister Onkelinx. Het volgde allemaal nogal kort op elkaar. Ik zou dan ook graag een stand van zaken krijgen. Ik heb begrepen dat de Vlaamse overheid nog niet heeft gereageerd op de vraag van minister Onkelinx een akkoord af te sluiten. U wacht blijkbaar op een advies van de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV). Ik zou graag de stand van zaken kennen.
De voorzitter : De heer Sanctorum heeft het woord.
De heer Hermes Sanctorum : Voorzitter, ik zal niet herhalen wat de heer Vanlerberghe al heeft aangehaald. Er is zeer veel overleg geweest. Het siert de minister-president dat hij veel overleg met de sector pleegt. Er zijn ook adviezen verstrekt. Als ik het goed heb begrepen, wacht de minister-president nog op een bijkomend advies van de SALV. Er bestaat echter al geruime tijd een advies van de Raad voor Dierenwelzijn, waar de landbouworganisaties tenslotte toch ook aan hebben meegewerkt.
De sector en heel de keten pleiten voor het bannen van de onverdoofde chirurgische castratie tegen 2018. Het draagvlak voor een verbod is er. Toch is er een zekere aarzeling om een wettelijk verbod in te stellen.
Minister-president, dit dossier kan communautair getint zijn. De bevoegdheid voor dierenwelzijn wordt naar de deelstaten overgeheveld. Plots neemt de federale overheid toch nog een beslissing. Het is mogelijk dat u zich niet zo goed voelt bij die aanpak. Dit neemt echter niet weg dat het verbod inhoudelijk perfect mogelijk is. U hebt tijdens het overleg eigenlijk voor hetzelfde gepleit. Er is een consensus uit de bus gekomen. De praktijken zullen tegen 2018 worden gebannen. Ik veronderstel dat u consequent zult zijn en dat u met betrekking tot het ontwerp van koninklijk besluit een positief advies zult verlenen. Blijkbaar is dat advies er nog niet.
Mijn vraag is welke timing u voor ogen hebt. Blijkbaar is die beslissing nog niet genomen. Zult u nog voor 25 mei 2014 een beslissing nemen of denkt u eraan dit naar de volgende legislatuur te tillen?
De voorzitter : Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Mevrouw Tine Eerlingen : Voorzitter, ik zal niet herhalen wat de vorige sprekers al hebben aangehaald. Volgens mij is er een Europese verbintenis. Er is een verklaring afgelegd waarin de betrokkenen zich achter een verbod op de castratie van biggen tegen 2018 scharen. Ook in Vlaanderen is ketenoverleg gepleegd. De verschillende landbouworganisaties en de agrovoedingsindustrie hebben zich geëngageerd.
Minister-president, volgens mij is de voorbije jaren reeds een en ander geëvolueerd. Er zijn al stappen gezet. In oktober is het ontwerp van koninklijk besluit voorgesteld. De deelstaten moeten zich akkoord verklaren. Tijdens de bespreking van de beleidsbrief Landbouw hebt u laten verstaan dat u minister Onkelinx zou laten weten dat het overleg met de sector nog moest worden gevoerd en dat u dat overleg alle kansen wilde bieden. Volgens de interpretatie van sommigen zou dit betekenen dat u een negatief advies over het ontwerp van koninklijk besluit had gegeven. Volgens mij klopt dit niet.
Hebt u ondertussen overleg met minister Onkelinx of met haar kabinet gepleegd? Welke stappen hebt u al gezet? Ik heb vernomen dat dit dossier naar de SALV is doorverwezen. Hebt u daarbuiten nog overleg gevoerd met een aantal partners? Wat is uw timing? Het is natuurlijk het einde van de legislatuur. Die deadline komt ook in zicht. Zult u nog voor het einde van de legislatuur een advies overmaken, zodat het verbod nog kan worden ingevoerd?
De voorzitter : De heer Sintobin heeft het woord.
De heer Stefaan Sintobin : Voorzitter, ik vind het eigenlijk bijzonder merkwaardig dat bepaalde mensen minister Onkelinx de hemel inprijzen als de grootste verdediger van het dierenwelzijn. De afgelopen jaren heeft zij met betrekking tot dit dossier helemaal geen initiatieven genomen. Dat geldt trouwens voor elk dossier inzake dierenwelzijn. Op World Animal Day vond zij het echter nodig de invoering van een nieuw koninklijk besluit betreffende de castratie van biggen aan te kondigen.
Hoewel het de bedoeling niet is de discussie te heropenen, wil ik toch even verwijzen naar de enquêtes die ik de afgelopen dagen heb gelezen. Een meerderheid van de Vlamingen is van mening dat de Vlaamse overheid niet met dierenwelzijn bezig is. De Vlaamse volksvertegenwoordigers die al een aantal jaren in deze commissie zitten, zullen echter erkennen dat we hier wel met dierenwelzijn bezig zijn. Misschien moet iemand eens oplijsten hoeveel vragen om uitleg over de onverdoofde castratie van biggen hier ondertussen zijn gesteld.
Ik ben het er volledig mee eens dat in de publieke opinie en bij de politieke partijen een draagvlak bestaat. Ook de sector gaat akkoord. Het is echter niet zo eenvoudig. We kunnen niet zomaar stellen dat we ermee stoppen. De markt moet ook mee willen. Volgens de heer Vanlerberghe is de houding van de Duitse markt aan het keren. Ik ben daar niet zo zeker van. Ik weet dat ook niet van de Vlaamse markt.
Het punt is niet dat we niet akkoord zouden gaan of dat de sector niet akkoord zou gaan, het punt is dat het geld kost. Niemand spreekt er echter over wie dat zal betalen. Zal de sector betalen? Zal de consument bereid zijn om meer te betalen? Ik denk het niet. Als ik zie wat de consument nu maar bereid is te betalen voor kwaliteitsvolle producten, dan betwijfel ik sterk of men bereid is meer te betalen voor dat varkensvlees.
De afspraak is een verbod tegen 2018. Ik moet de verdediging van de minister-president niet op mij nemen, want ik ben geen vragende partij. De vraag stellen of men een beslissing zal nemen voor 25 mei, vind ik een beetje populistisch. Bepaalde partijen hadden misschien in het federale parlement minister Onkelinx in de loop der jaren meer moeten ondervragen zodat we nu al een stap verder hadden kunnen staan.
De voorzitter : De heer Verfaillie heeft het woord.
De heer Jan Verfaillie : Voorzitter, minister-president, collegas, ik zou nog eens mijn betoog in de plenaire vergadering willen benadrukken.
Zoals de heer Sintobin zegt, is het draagvlak aan het groeien. Maar we mogen niet vergeten dat de varkenssector het tot op vandaag en u weet het maar al te goed allesbehalve gemakkelijk heeft. We worden nu geconfronteerd met het sluiten van de grenzen met Rusland door een of andere problematiek in Scandinavië. De concurrentiepositie is heel, heel belangrijk. We moeten dus zeker alert zijn. Men zegt dat het draagvlak om ongecastreerde varkens af te nemen, aan het groeien is, maar ik stel vast dat er nog heel wat instanties vragen om enkel gecastreerde varkens te kunnen afnemen.
Ik zou dus willen pleiten voor het voorzichtigheidsprincipe en om niet over één nacht ijs te gaan. Ik stel ook vast dat mevrouw Eerlingen blijkbaar de eerste supporter is van federaal minister Onkelinx, zoals dat de laatste dagen en weken wel meer gebeurt in federale dossiers.
De heer Jos De Meyer : Collegas, ik stel vast dat er nog wat commotie is. Ik zou een aanvulling willen doen op twee punten.
De doelstelling is duidelijk, de timing 2018 is eveneens duidelijk. Minister-president, als u de grootste slaagkans wenst bij maatregelen niet alleen op het vlak van dierenwelzijn, maar ook op vele andere terreinen , leert de ervaring ons toch dat de steun van de sector hebben, steeds een hogere slaagkans geeft. Dialoog, gesprekken en betrokken zijn bij de implementatie verhogen ook de slaagkansen.
Ik stel dit niet om bepaalde zaken af te zwakken, want welke minister die niet bevoegd is voor het dierenwelzijn of welke minister die uitdrukkelijk wel bevoegd is voor het dierenwelzijn heeft ooit meer gedaan voor dierenwelzijn dan deze minister van Landbouw? Ik herinner aan de huisvesting in de varkenshouderij, aan de huisvesting in de pluimveesector, aan de konijnenkweek, waar er recent nog maatregelen zijn genomen, aan het vele onderzoek. Ik zou het lijstje nog veel langer kunnen maken. Ik zeg dit maar om het dossier een klein beetje te objectiveren.
De voorzitter : Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters : Voorzitter, aansluitend bij uw woorden, wil ik zeggen dat dierenwelzijn een heel belangrijk beleidselement is waar we nog enkele maanden niet voor bevoegd zijn, maar waar we zoals u terecht zegt toch heel wat stappen hebben gezet. Recent hebben we onze Waalse collegas nog overtuigd van een positieve aanpak in de konijnenkweek. We doen dat altijd met maximaal overleg. Mijnheer Sanctorum, vorige week hebt u nog de grote democratische principes geciteerd, in een ander dossier weliswaar, en nu vandaag vraagt u zich waarom er nog overleg nodig is of adviezen moeten worden gevraagd. (Opmerkingen)
Inderdaad, het ging over Oosterweel en actiegroepen en democratisch en niet democratisch. Ik heb begrepen dat u draait al naargelang. U gaat weer eens wat kort door de bocht, want er is geen advies gevraagd over dit koninklijk besluit. Het is juist wat de heer Sintobin zegt: minister Onkelinx heeft dat KB de pers ingegooid met de bedoeling zich wat populair te maken, zonder overleg en al of niet aangestookt door bepaalde organisaties. Op die manier zorgt men niet voor het dierenwelzijn en geraakt men niet veel verder, wat ik betreur.
Wij hebben dus met enige vertraging het ontwerp-KB over de castratie van biggen ontvangen van federaal minister Onkelinx. Eerst werd het dus aan de media bezorgd en dan aan de regios. Ik stel deze gang van zaken samen met jullie vast. (Opmerkingen)
Het dossier werd dit najaar besproken in de schoot van de permanente werkgroep van de interministeriële conferentie Landbouw. Er is dus enige vooruitgang geboekt. De vertegenwoordigers van de Federale Regering hebben het ontwerp van KB toegelicht. Tijdens die bespreking werd vastgesteld en bevestigd door de federale vertegenwoordigers dat er over het ontwerp van KB door de federale minister nog geen overleg werd georganiseerd met de stakeholders. Het is een manier van aanpak die misschien wat meer door het federale niveau wordt gebruikt, maar zeker niet door mij.
Na het overleg binnen de schoot van de permanente werkgroep van de interministeriële conferentie voor het landbouwbeleid, werd het dossier ook besproken tussen de gewesten onderling, om de aanpak inzake de verdere besluitvorming op elkaar af te stemmen. Het lijkt me zeer wijs om daar ook met Wallonië over van gedachten te wisselen, mijnheer Sanctorum. Vanuit de vaststelling dat de bevoegde federale minister geen overleg heeft georganiseerd met de stakeholders, werd tussen de beide gewesten afgesproken dat ze elk van hun kant voor het eigen gewest de betrokken stakeholders zouden consulteren. Na ontvangst van het verslag van de vergadering van de permanente werkgroep van de interministeriële conferentie voor het landbouwbeleid, heb ik daarom, wat Vlaanderen betreft, beslist om het dossier voor te leggen aan de SALV. Dat is begin dit jaar gebeurd. Ik wacht op het advies van de strategische adviesraad alvorens dat dossier naar de regering te brengen. Zodra dat advies binnen is, zal ik dat ook doen.
Maar nogmaals, ik denk dat dit een goede gang van zaken is. Ook het overleg met de Waalse collega is heel belangrijk om tot een eensluidend standpunt te komen ter zake. Ook dat vind ik belangrijk. Wij hebben met heel veel zorg en heel veel energie dit probleem al een hele tijd besproken. Wij hebben niet gewacht op minister Onkelinx of op de media, wij hebben daar met de sector al heel wat tijd in gestoken en de sector heeft zich geëngageerd om tegen 2018 te stoppen met het onverdoofd castreren van biggen. Zoals u weet, heb ik in 2013 daarover een werkgroep opgericht met landbouworganisaties, de dierenrechtenbeweging, slachthuizen, vleesverwerking en onderzoek om de laatste knelpunten in dit dossier op te lossen.
De belangrijkste knelpunten waarover deze werkgroep zich de afgelopen maanden gebogen heeft, wil ik u ook meegeven: beschikbaarheid van objectieve detectiemethodes om karkassen met berengeur in het slachthuis te ontdekken die voldoende betrouwbaar en kostenefficiënt moeten zijn, voldoende afzetmogelijkheden voor afwijkende karkassen met berengeur en acceptatie op de exportmarkten van niet-gecastreerde biggen. Dat zijn allemaal zaken die verder moeten worden opgelost.
Om deze knelpunten aan te pakken, lopen er momenteel een aantal onderzoeks- en demonstratieprojecten die gefinancierd worden door de Vlaamse overheid. Het IWT-onderzoeksproject rond de ontwikkeling van bedrijfsspecifieke strategieën voor de reductie van berengeur focust op de identificatie van hoog- en laagrisicobedrijven, risicofactoren voor berengeur en de identificatie van hoog- en laagrisicofokberen. Er is het IWT-onderzoeksproject selectie tegen berengeur als alternatief voor castratie van biggen, waarin een genetische merker die geassocieerd is met berengeur, wordt geselecteerd en gevalideerd. Er is een demonstratieproject voor de optimalisatie van het houden van intacte beren en immunocastraten. Er is een Flanders FOOD-project BOARVAL waarin de geurdrempelwaarden worden bepaald voor vleeswaren.
Wij hebben niet alleen die initiatieven, we hebben ook vanuit de Vlaamse overheid het engagement, dat de sector op Europees niveau is aangegaan, mee helpen realiseren. Toch mochten we ook niet blind blijven voor belangrijke problemen die blijven bestaan, namelijk het feit dat niet alle landen varkens die behandeld zijn met Improvac willen aanvaarden en het feit dat de detectie van berengeur nog niet helemaal op punt staat en de vleesmarkt zowel in Vlaanderen als in de rest van Europa zeer terughoudend is om het vlees van beren te aanvaarden in het commerciële circuit.
Voorzitter, ik rond af. Het dossier wordt al een aantal jaren door mij van zeer nabij gevolgd, en er worden ook initiatieven genomen. We zijn erin geslaagd om de sector het engagement te laten nemen om dat tegen 2018 uit de wereld te helpen. Er zijn nog een aantal knelpunten, waar we verder overleg over plegen. We hebben advies gevraagd aan de Strategisch Adviesraad voor Landbouw en Visserij.
Ik doe niet mee aan spelletjes om me te profileren. Ik doe ook niet mee aan spelletjes om, zonder de sector daar van nabij bij te betrekken, dat in één keer op te leggen. Dat is waarschijnlijk het beleid dat Groen voorstaat, maar ik doe dat niet. Ik doe niet mee aan spelletjes om dierenwelzijn op een onterechte manier te duiden wat Vlaanderen betreft. Dit is voor niets nodig. U moet altijd kijken naar de resultaten. Ik denk dat wij in Vlaanderen op een aantal vlakken belangrijke resultaten kunnen neerzetten. Daar moet het over gaan en niet over zaken in de rand, die er niet toe doen.
De voorzitter : De heer Vanlerberghe heeft het woord.
De heer Jurgen Vanlerberghe : Minister-president, ik dank u voor het antwoord. Ik had, dacht ik, een gewone opvolgingsvraag gesteld. Ik heb ook helemaal geen uitspraken gedaan als zou iets verkeerd zijn aangepakt. Ik voel me trouwens ook niet aangesproken als u het hebt over bepaalde zaken. Ik stel toch wel vast dat we ondertussen allemaal dermate nerveus aan het worden zijn dat zelfs een opvolgingsvraag stellen aanleiding geeft tot het krijgen van verwijten rond populisme van collegas aan deze kant van de tafel. Het is een vaststelling als een andere.
Ik begrijp uit uw antwoord, en ik ben het daar ook wel mee eens, dat de aanpak van minister Onkelinx, die ik hier helemaal niet verdedigd heb, meer weg heeft van een ererondje voor de tribune lopen dan van de werkelijke intentie om effectief iets te doen. Ik heb ook helemaal geen probleem met de wijze waarop het dossier wordt aangepakt door u en uw administratie. Ik denk dat dat allemaal wel oké is. Het is inderdaad belangrijk dat er overleg is met de actoren en dat de landbouwers in kwestie zelf mee zijn in het verhaal. Ik hoor ook dat het engagement van uwentwege, om tegen 2018 het onverdoofd castreren te bannen, een ambitie die ook door de sector uitgesproken is, onverkort overeind blijft. Ik hoor ook dat er in tussentijd blijvend zal worden gewerkt aan oplossingen voor de diverse problemen die er nog zijn, zowel voor de consument als voor bepaalde exportmarkten, regelgeving enzovoort. Dat is allemaal goed.
Ik wil er ook een oproep aan koppelen om effectief die inspanningen op een goede manier voort te zetten, al was het maar om te vermijden dat de voorsprong die we hebben inzake het zoeken naar een oplossing niet onderhevig wordt aan de wet van de remmende voorsprong. We moeten vermijden te zeggen dat het allemaal niet zon vaart zal lopen. Ik heb de voorzitter van de commissie een opsomming horen maken: legkippen, konijnen, enzovoort. Dat zijn allemaal dossiers waarbij op een bepaald moment conflicten zijn ontstaan tussen landbouwers die zich wel hadden ingeschreven in de nieuwe regelgeving en landbouwers die enigszins de kop in het zand staken.
We hadden het ooit al eens over de vraag of struisvogels inheemse beesten geworden zijn, maar ik weet niet meer of het in dit verband was. Ook bij de konijnen bleek dat de ene zich had aangepast en de andere helemaal niet. Zij begonnen elkaar te beconcurreren onder de marktprijs. We leven in een economische context. Dat is ontegensprekelijk zo. Ik denk dat de inspanningen om de volledige sector mee te krijgen, standvastig moeten worden aangehouden.
De voorzitter : De heer Sanctorum heeft het woord.
De heer Hermes Sanctorum : Minister-president, op mijn beurt wil ik u hartelijk danken voor uw antwoord.
Minister-president, wat de beweegreden van minister Onkelinx is, maakt mij eerlijk gezegd niet uit. Of het nu vanuit een zeer oprechte bezorgdheid is ten aanzien van dierenwelzijn of een strategische zet, dat maakt eigenlijk niet zoveel uit. Blijkbaar hecht u daar heel veel belang aan. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Voor mij maakt dat niet uit. Voor mij gaat het puur over de inhoud. Ik stel inderdaad een inhoudelijke vraag: wat is uw standpunt ten aanzien van dat KB? Dat is het enige wat ik hier heb gevraagd. U reageert dan heel gepikeerd. Ik denk niet dat dat nodig is. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters en de heer Jurgen Vanlerberghe)
U hebt geen nervositeit opgemerkt bij de minister-president? Ik heb dat toch wel enigszins gedetecteerd, maar dat zal dan een verkeerde indruk zijn. De beweegredenen zijn niet de essentie van dit debat. De essentie gaat over wat u zult beslissen en wat uw advies zal zijn vanuit Vlaanderen. Dat is het enige dat mij interesseert.
U haalt hier plots de grote democratische principes boven. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
U citeert mij of parafraseert mij. Het is heel sympathiek dat u dat doet. Maar, minister-president, democratie is ook beslissen. (Opmerkingen)
U pakt graag uit met daadkracht, ook als het u goed uitkomt, zoals verleden week, tijdens het Oosterweeldebat. Maar hier wilt u geen beslissing nemen.
Op een gegeven moment moet u een politiek besluit treffen. Er is inderdaad overleg nodig. Er is heel veel overleg geweest. Maar uiteindelijk zult u een besluit moeten nemen. Uiteindelijk zult u een advies moeten verlenen. Blijkbaar sleept het al maandenlang aan. Ik zie geen reden waarom dit gebeurt.
Ik zal ook even persoonlijk worden, want u doet dat ook graag. Ik twijfel er niet aan dat u oprecht bezorgd bent om het dierenwelzijn. Ik twijfel daar eigenlijk niet aan. U bent een honden- en paardenliefhebber. Dat betwijfel ik niet. Maar in dezen twijfel ik wel aan uw oprechte bezorgdheid. In dezen twijfel ik daar eerlijk gezegd wel aan. Als u zo gepikeerd reageert op een inhoudelijke vraag over dierenwelzijn, dan is er iets onderliggend aanwezig, net zoals de collegas die hier zo scherp uithalen, zoals de heren Sintobin en Verfaillie. (Opmerkingen van de heren Stefaan Sintobin en Jan Verfaillie)
Dat is jullie goed recht. Jullie kijken zuiver naar economische motieven. Dat is het enige dat jullie interesseert. Dat is jullie goed recht. Maar jullie vertrekken niet vanuit een bezorgdheid rond dierenwelzijn.
Dan worden de grote voorbeelden aangehaald die typisch zijn in dit debat: de bezorgdheid van de consument.
De voorzitter : Mijnheer Sanctorum, kunt u afronden?
De heer Hermes Sanctorum : Eerst en vooral: de prijs. De prijs is hier niet het issue. (Opmerkingen)
Neen, want als het chirurgisch castreren wordt vermeden, kan de vleesproductie zelfs worden opgedreven. Dat is niet het grote punt in dit debat. Het grote punt is de angst voor de consument.
En, collegas, als je kijkt wat de bezorgdheid is van de consument ten aanzien van al dan niet castreren of die berengeur, merk je dat er in Duitsland ook een draagvlak bestaat. Collegas, vandaag is er al vlees aanwezig van intacte beren en van beren die immunocastratie hebben ondergaan. Dat vlees ligt in Duitsland al in de winkelrekken, zonder onderscheid. De consument merkt dat niet. Het is dus een fout argument om dat constant aan te halen.
De voorzitter : Mijnheer Sanctorum, wilt u alstublieft afronden?
De heer Hermes Sanctorum : U moet gewoon daadkrachtig kunnen zijn, minister-president. Ik kijk uit naar een snelle beslissing in dit dossier.
De voorzitter : Mijnheer Sanctorum, ik ben heel tolerant in het toestaan van vragen. U weet dat. Ik vraag u om, indien u in de toekomst naar deze commissie komt, u aan de spelregels te houden zoals de andere collegas van deze commissie. Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
De heer Hermes Sanctorum : Maar heb ik nu eigenlijk langer gesproken dan mijn collegas of is het wegens de inhoud?
De voorzitter : Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Mevrouw Tine Eerlingen : Minister-president, ik dank u voor uw uitvoerig antwoord. Ik denk inderdaad dat de manier waarop minister Onkelinx dit dossier heeft aangepakt en dit KB heeft gelanceerd, vrij ongelukkig is gezien de gevoeligheid van deze problematiek. Het spreekt vanzelf dat er ook overleg moet zijn met de sector.
Ik meen te hebben begrepen dat er in het verleden ook al overleg is geweest, aangezien zij een engagementsverklaring hebben ondertekend. Ik heb er ook geen probleem mee dat dit opnieuw gebeurt, naar aanleiding van het opleggen van een verplichting. Er is natuurlijk een verschil tussen een vrijwillig engagement en het opleggen van een verplichting.
Qua timing vind ik het toch wel jammer dat u tot dit jaar hebt gewacht om die vraag naar de SALV door te sturen, want het wordt nu wel heel krap om dat nog te laten gebeuren. Dan zijn we weer een paar maanden verder. Hoe sneller iedereen weet waar hij aan toe is, hoe beter. Zo kunnen landbouwers zich ook voorbereiden. Uit de studies blijkt ook dat het voor landbouwers niet meer zou kosten. Er zijn hier een aantal voorstellingen van alternatieven geweest. De varkenshouders die hebben meegewerkt aan proefprojecten, waren eigenlijk vrij positief ten aanzien van immunocastratie of intacte beren. Enigszins afhankelijk van het bedrijf verschilde de voorkeur, maar alleszins waren ze toch niet zo negatief ingesteld.
Aangezien dit ook een Europees engagement is, lijkt het me ook belangrijk dat Vlaanderen de boot niet mist. We moeten ervoor zorgen dat we voorlopers blijven als alle andere landen zich gaan aanpassen. Ik veronderstel dat Duitsland zich dan ook zal moeten aanpassen, aangezien het daar ook deel van uitmaakt. We moeten mee zijn.
U stelt zelf dat er een aantal onderzoeken en studies lopen met betrekking tot het herkennen van berengeur, met betrekking tot alternatieve managementvormen om met immunocastraten en intacte beren om te gaan, aangezien dat toch een andere aanpak vereist. Nog een knelpunt is volgens u de acceptatie in het buitenland. Die moet worden gegarandeerd, stelt u, en dat baart u toch nog enigszins zorgen. Hoever staat het daarmee? Ik heb u ook al meermaals gevraagd welke stappen u al hebt gezet om dat ook Europees te bespreken, om daar ook eens de aanvaardbaarheid van intacte beren of immunocastraten voor de markt te bekijken.
De voorzitter : De heer Sintobin heeft het woord.
De heer Stefaan Sintobin : Voorzitter, ik was eigenlijk alleen van plan om de minister-president te bedanken voor zijn prachtige antwoord, maar op de vraag van de heer Sanctorum zou ik toch nog even willen reageren. Mijnheer Sanctorum, u bent geen regelmatig bezoeker van deze commissie, maar het valt op dat dergelijke themata hier nu plotseling aan bod moeten komen, in de aanloop naar de verkiezingen, omdat er nu toevallig enorm veel aandacht is voor dierenwelzijn in de media en omdat u wordt opgejaagd door bepaalde organisaties. (Opmerkingen van de heer Hermes Sanctorum)
Geen enkel probleem, maar ik wil alleen maar het volgende weerleggen. Iedere partij is begaan met dierenwelzijn. Iedere actor uit de sector is begaan met dierenwelzijn. Niemand heeft er baat bij om het dierenwelzijn te schaden. Alleen wil ik nog één keer duidelijk maken dat voor onze fractie de landbouwsector in eerste instantie nog altijd een economische sector is. (Opmerkingen van de heer Hermes Sanctorum)
Ook daar is dierenwelzijn belangrijk. Daarom is het belangrijk dat het dierenwelzijn in de volgende legislatuur bij het beleidsdomein Landbouw wordt gevoegd.
De voorzitter : De heer Verfaillie heeft het woord.
De heer Jan Verfaillie : Voorzitter, ik zal proberen om de verhitte gemoederen in deze commissie over dit item wat te bedaren. (Opmerkingen van de heer Hermes Sanctorum)
Minister-president, onze partij heeft over deze problematiek altijd een positief debat gevoerd en willen voeren, maar we willen rekening houden met alle merites dienaangaande. We zullen dat in de toekomst ook blijven doen.
De voorzitter : Minister-president, ik wil me aansluiten bij één vraagje van mevrouw Eerlingen. Dat hoeft nu niet, maar ik zou graag hebben dat u ons de studies eens bezorgt die er op dat vlak allemaal binnen zijn bij het ILVO, en de informatie over de kostprijs. We zullen dat via het verslag aan alle leden van de commissie bezorgen.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters : Voorzitter, ik hoop dat u samen met mij vaststelt dat ik niet geïrriteerd ben. Ik wil er alleen maar op wijzen dat er enige consistentie moet zijn als het gaat over bepaalde houdingen van bepaalde mensen. In één dossier zijn ze zwaar democratisch, in een ander dossier pleiten ze ervoor te beslissen zonder een advies van de adviesorganen die specifiek daarvoor in het leven zijn geroepen. Ik hoop dat men gevoelig is daarvoor, dat men één coherente lijn volgt en niet a zegt in het ene dossier en b in het andere dossier. Ik zeg dat echter in alle rust, en dat is de verantwoordelijkheid van diegenen die niet consequent bepaalde lijnen volgen.
Ik wil toch nog eens even onderstrepen dat we heel veel energie hebben besteed aan dit dossier. Wij zijn het die onderzoeken hebben gedaan en daar ook geld voor hebben uitgetrokken. Ik zal u dat bezorgen, voorzitter. (Opmerkingen van de heer Hermes Sanctorum)
Federaal is dat niet gebeurd. Minister Onkelinx zegt dat ze te weinig controleurs heeft om een en ander na te kijken. We zullen ook even nakijken welke vragen hierover allemaal aan minister Onkelinx zijn gesteld, en wie die vragen heeft gesteld. (Opmerkingen van de heer Hermes Sanctorum)
Het lijkt me in dat kader ook belangrijk te onderstrepen dat in deze commissie heel wat vragen zijn gesteld over dierenwelzijn, door leden van de meerderheid en leden van de oppositie, en dat daar telkens ook op een positieve manier op is gereageerd, ook door mezelf. Ik meen dat we dat onverkort zo moeten blijven doen.
De sector heeft zich ertoe verbonden om tegen 2018 te stoppen met het onverdoofd castreren van biggen. Misschien is dat dan weer typisch voor Groen: de sector neemt die verbintenis op zich, en is bereid om daar ook verder aan te werken en bepaalde dingen ook verder op te helderen, maar dan is er het oude Groen, dat stelt dat we dat koninklijk besluit maar moeten honoreren, zonder overleg met de sector, zonder te wachten op adviezen van de adviesorganen. Ik neem daar akte van. Ik hoop dat diegenen die bezorgd zijn over het dierenwelzijn, ter zake een wat andere benadering hebben.
Mevrouw Eerlingen, we hebben hier op het Europees bestuursniveau ook voor gepleit. Iedereen rond deze tafel wil deze problematiek zo snel mogelijk uit de wereld helpen. We hebben stappen gezet. Tegen 2018 zullen we erin slagen de onverdoofde castratie van biggen te verbieden of volledig te bannen.
U hebt me daarnet ook gevraagd waarom dit alles zo laat gebeurt. We hebben dit ontwerp van koninklijk besluit eerst op de agenda van de permanente werkgroep van de Interministeriële Conferentie voor het Landbouwbeleid geplaatst. Na die bespreking hebben we de SALV vrij snel om een advies gevraagd. Ik heb dit zeer snel opgevolgd. Ik heb ook met de Waalse Regering gesproken. De mensen die zich om het dierenwelzijn bekommeren, zijn allicht bezorgd dat dit in Wallonië ook zal worden aangepakt. De Waalse Regering is hiertoe bereid. Dat overleg heeft plaatsgevonden. Zodra we het advies hebben ontvangen, zal ik dit punt nog in de loop van deze legislatuur op de agenda van de Vlaamse ministerraad plaatsen.
Ik herhaal dat ik heb begrepen dat de meerderheid en de oppositie, met uitzondering van Groen, overleg in verband met dit onderwerp belangrijk vinden en dit overleg alle kansen willen bieden. Het lijkt me niet wijs onverkort en zonder overleg een beslissing te nemen. Ik zal dat dan ook niet doen.
De voorzitter : De heer Sanctorum heeft het woord.
De heer Hermes Sanctorum : Minister-president, ik zal het kort houden. Ik ben blij dat u uiteindelijk hebt verklaard zodra u het advies hebt ontvangen nog in de loop van deze legislatuur een beslissing te willen nemen. Ik kijk uit naar die beslissing.
U hebt ongeveer tienmaal verklaard dat mijn fractie geen voorstander van overleg is. Waar haalt u dat vandaan? Dat is politieke retoriek die nergens op is gebaseerd. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Er is zeer veel overleg geweest. De hele keten heeft zich ertoe geëngageerd om die praktijken tegen 2018 te bannen. Er is alleen nog nood aan een duidelijk politiek kader. Dat is noodzakelijk voor de sector. Het is een goede zaak dat iedereen voor 2018 een engagement is aangegaan. De politiek moet tegen 2018 echter ook duidelijk laten verstaan dat het niet meer kan. Er zullen immers ongetwijfeld redenen opduiken om een boel bedrijven die praktijken toch te laten voortzetten. Er is dan ook behoefte aan een duidelijk politiek standpunt. Dat is het enige waarvoor we pleiten. Al de rest behoort tot uw politieke retoriek.
Minister-president Kris Peeters : Mijnheer Sanctorum, ik wijs erop dat minister Onkelinx zelf heeft toegegeven dat ze geen overleg met de stakeholders heeft gepleegd. Ik wil gewoon aantonen hoe onnauwkeurig uw standpunt is. Indien dat KB niet zorgvuldig zou worden voorbereid en indien er geen overleg zou worden gepleegd en geen advies van de strategische adviesraad zou komen, bestaat er een kans dat het KB zou worden vernietigd. (Opmerkingen van de heer Hermes Sanctorum)
We moeten de procedures volgen. We moeten overleg plegen en de strategische overlegorganen moeten hierover een advies verstrekken. Dat zijn elementen waar Groen en uzelf onvoldoende oog voor hebben. Dat is een beleid waarmee ik het volstrekt niet eens ben. Het is uw volste recht de zaken op die manier aan te pakken. Dat is Groen op zijn best.
De voorzitter : De vragen om uitleg zijn afgehandeld.