Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen Vergadering van 10/10/2002
Vraag om uitleg van mevrouw Sonja Becq tot mevrouw Mieke Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking, over wijzigingen in de regelgeving op de zorgverzekering
Vraag om uitleg van de heer Felix Strackx tot mevrouw Mieke Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking, over verschillende aspecten van de zorgverzekering
De voorzitter : Aan de orde zijn de samengevoegde vragen om uitleg van Sonja Becq tot mevrouw Mieke Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking, over wijzigingen in de regelgeving op de zorgverzekering en van de heer Strackx tot minister Vogels, over verschillende aspecten van de zorgverzekering.
Mevrouw Becq heeft het woord.
Mevrouw Sonja Becq : Mevrouw de minister, mevrouw de voorzitter, er zijn geen zekerheden meer, zeker niet inzake de zorgverzekering. De manier waarop het decreet op de zorgverzekering wordt gewijzigd, hadden weinigen voorspeld. Na een jaar werken, wordt het systeem helemaal veranderd, zowel voor de burger als voor de 'organisatoren'. Een en ander komt op de helling te staan. Er heerst veel verwarring en onduidelijkheid. Ik twijfel eraan of het goed is dat de regering na zo'n korte termijn op haar stappen en principes terugkomt. Bij principes denk ik vooral aan de draagkracht en financiering. We stonden er allemaal achter dat er rekening zou worden gehouden met de graad van zorgbehoeftigheid. Op basis daarvan zouden financiële tegemoetkomingen worden gedaan.
Er is ook een gebrek aan communicatie met het parlement. We moeten via de pers vernemen wat er al dan niet veranderd wordt. We worden in het ongewisse gelaten, ondanks het feit dat er vandaag al een nieuwe regeling zou moeten bestaan. Op uw website heb ik namelijk gelezen dat er op 1 oktober een nieuwe reglementering van kracht is voor de rusthuizen inzake de uitbetaling. Ik weet niet of dat wettelijk is. Is er al een uitvoeringsbesluit dat dit regelt of zal dat weer gebeuren met terugwerkende kracht? Dit schaadt het vertrouwen van de burger en de rechthebbenden.
U legt steeds nadruk op de waarde van thuiszorg. Nu stellen we vast dat u de tegemoetkoming voor de thuiszorg tweemaal discrimineert. Ten eerste gebeurt dit via het bedrag zelf. Ten tweede moet de patiënt in de thuiszorg zwaarder hulpbehoevend zijn dan in een rusthuis. Terwijl in de rusthuizen de B's, de O's en de A's voor een tegemoetkoming in aanmerking zullen komen, zal in de thuiszorg een zwaardere zorgbehoeftigheid vereist zijn.
Bovendien hebt u de rusthuissector een aantal beloftes gedaan. Dat doet ons ook wel plezier. Ik herinner me de heisa omdat u de rusthuizen niet wilde meerekenen. Nu wil u dat in hoge mate toch doen, en we appreciëren dat. Toch stellen we verschillen en discriminaties vast.
Ik las verwonderd een bericht van de werkgroep Thuisverzorgers over de adviesraad waarin is voorzien. Destijds bij de bespreking van het decreet hebben we ervoor gepleit een advies van die raad verplicht te stellen in geval van wijzigingen aan de zorgverzekering. U vond dat niet nodig, en zei dat u wel advies zou vragen. Op het moment dat u naar buiten bent gekomen, was er echter nog geen informatie of feedback en nog geen betrokkenheid van de actoren die bij de adviesraad in het zorgfonds betrokken zijn. Ik geloof dat ze pas op 7 oktober voor het eerst bijeen kwamen. Dat is na de feiten.
Waarom hebt u geen advies gevraagd aan de daarvoor voorziene adviesraad? Vindt u dat niet zo belangrijk? Waarom discrimineert u verder de thuiszorg, zowel op het punt van de graad van zorgbehoeftigheid als door een lagere tegemoetkoming? We hadden liever gezien dat de graad van behoeftigheid ook voor de tegemoetkoming in aanmerking zou komen.
Hoe zult u tegemoet komen aan de vraag naar bijkomende professionele dienstverlening? U hebt het zo geregeld dat er voor de thuiszorg nog één bedrag zou gelden, dat zowel de mantelzorg als de professionele thuiszorg zou dekken. Het is jammer dat we daardoor geen zicht meer hebben op de vraag naar professionele thuiszorg. Het is niet meer mogelijk uit te maken waar er vraag is naar welke groepen, actoren of sectoren.
We hebben altijd gezegd dat we niet willen dat mensen een zorgcheque krijgen waarmee ze nergens terecht kunnen. Daarom is het belangrijk dat de professionele dienstverlening verder wordt uitgebouwd. Ik heb echter de indruk dat u via een omweg die vraag naar professionele thuiszorg onzichtbaar wil maken. We hebben ook geen zicht meer op mogelijke kwaliteitseisen die u door middel van de zorgverzekering aan de dienstverlening had kunnen stellen.
Er komen veel vragen over de discriminatie van bewoners van voorzieningen voor personen met een handicap. Er zijn mensen die hun kind geregeld zelf opvangen. Ze doen dat bijvoorbeeld een halve week, afwisselend met de instelling. Toch kunnen ze niet van de zorgverzekering genieten. Een andere discriminatie is er ten aanzien van de rijksinternaten, die blijkbaar niet onder de definitie van instelling van het Vlaams Fonds vallen. Daar kan men wel zijn kind plaatsen en genieten van de zorgverzekering, terwijl dat in een instelling niet kan. Dat is een onrechtvaardige discriminatie. Er zijn ook mensen die voor een periode in een rusthuis moeten worden opgenomen omdat ze thuis niet verzorgd kunnen worden. Zo zijn er veel praktische problemen en vragen, waarvan ik niet weet of ze in dit geheel worden geregeld.
In de kranten was een debat te volgen onder de titel 'Draagkracht speelt geen rol meer'. Dat is een typevoorbeeld van het overboord gooien van principes. In de commissie werd eerst gezegd dat er tot ten laatste 1 januari 2003 geen bijdrage naar draagkracht zou worden gevraagd. Dat werd hier goedgekeurd. Een paar maanden later blijkt dat u dat er maar hebt ingeschreven voor alle veiligheid, en dat u het alsnog niet wil doen. We zullen hier blijkbaar weer in ijltempo over een ontwerp van decreet moeten stemmen om daar op terug te komen. Wettelijk gezien kunt u volgens mij op 1 oktober geen nieuwe tarieven instellen. Ik weet niet of het besluit al is verschenen. Het moet in elk geval ook nog naar de Raad van State, maar u zult wel weer de hoogdringendheid willen inroepen om dat niet te doen. Nochtans is het belangrijk dat over die principes een advies van de Raad van State wordt gevraagd.
Dan is er nog Brussel. Er was één ding goed aan deze regeling, namelijk dat er een forfait zou worden gevraagd voor de thuiszorg in Brussel. Dat zou alle problemen oplossen. De mensen weten daar helemaal niet meer waar ze aan toe zijn. Ze moeten naar een voorziening voor thuiszorg, maar ze vinden er geen, en ze kunnen er dus ook geen facturen van voorleggen. Ze kunnen geen beroep doen op de mantelzorg, en dus ook niet op de zorgverzekering. Het is dan ook geen groot succes. Ik dacht dat forfaitaire toelagen dit zouden kunnen oplossen. Ik heb echter gehoord dat alles blijft zoals het is.
Wat is dan de regeling voor Brussel? Is er geen discriminatie ten aanzien van de Vlamingen in Vlaanderen, waar u het onderscheid tussen premies voor professionele zorg en voor mantelzorg opheft? Hoe zult u dit in Brussel uitleggen om het vertrouwen van de Brusselaars te herstellen? Werd deze nieuwe regeling getoetst aan de Raad van State? Kunnen we ook op de hoogte worden gebracht van de adviezen van de Raad van State over besluiten van uw kabinet of uw administratie?
De voorzitter : De heer Strackx heeft het woord.
De heer Felix Strackx : Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, de zorgverzekering staat de jongste weken enorm in de belangstelling, en niet in de positieve zin. Er is bijzonder veel verwarring, zowel bij de media als onder de bevolking en bij ons. Dat heeft zeker te maken met de gebrekkige, onduidelijke en demagogische manier waarop van meet af aan door de overheid over die zorgverzekering is gecommuniceerd.
Verschillende regeringspartijen spreken elkaar voortdurend tegen. Er ging geen dag voorbij of er werd in de media weer een of andere wijziging aan de zorgverzekering aangekondigd. Op de duur werd het ook heel moeilijk uit te maken wat er gazettenpraat was, wat partijslogans en wat er echt van aan was. U hebt het parlement in feite genegeerd.
Ik heb mijn verschillende vragen in één vraag samengebracht. Een eerste punt betreft de verhoging van 10 naar 25 euro. Dat heeft de meeste mensen verrast, en ik heb dan ook enorm veel opmerkingen gekregen. Iedereen die ik tegenkwam klaagde meteen over die zorgverzekering. De mensen vonden het een schande, vooral omdat het bedrag al wordt verdubbeld nadat de verzekering pas een jaar bestaat. U moet toch ook zulke reacties hebben gekregen?
Het gaat niet zozeer om de hoogte van het bedrag, maar om het feit dat het na een jaar al meteen zoveel duurder wordt. Ik heb aan de mensen gezegd dat ze blij mogen zijn dat het nog maar 25 euro is, want het zal nog veel meer worden. We hebben van het begin gezegd dat u zich met de zorgverzekering in een financieel avontuur zou storten. Ik heb in 1999 dan ook gesteld dat het bovendien om een verkiezingsstunt ging. Ik heb u eveneens bij de aanvang van uw ministerschap gezegd dat u duidelijk moest zijn in de communicatie met de bevolking. Ik raadde u aan de mensen geen zand in de ogen te strooien door hen wijs te maken dat die 10 euro een normale bijdrage was die niet zou veranderen. U hebt een goede communicatie steeds verwaarloosd.
Vooral in Brussel is dit schandalig. Door dit bedrag te vragen, hebt u klanten gelokt zonder hen duidelijk te maken dat het om een instappremie ging, die later onvermijdelijk de hoogte zou ingaan. Heel wat mensen die op vrijwillige basis in de regeling zijn ingestapt, voelen zich nu bekocht. De bevolking heeft recht op de waarheid over het kostenplaatje van de zorgverzekering. Ze hebben het recht te weten wat die nu en in de toekomst zal kosten. U moet hen daar van op de hoogte brengen.
Mevrouw de minister, het is ook eigenaardig dat u kiest voor een forfaitaire som. In het decreet wordt gesproken over een inbreng naar draagkracht. Ik herinner er u toch aan dat het kijk- en luistergeld net werd afgeschaft omdat die forfaitaire belasting niet rechtvaardig was. Nu kiest u voor de zorgverzekering echter precies voor dat systeem.
Het systeem werd op 1 oktober 2002 uitgebreid tot de zorgbehoevenden in rusthuizen. Ik heb gelezen dat een aantal OCMW's een soort derdebetalersregeling willen invoeren. Ze zouden de tegemoetkoming in het kader van de zorgverzekering zelf innen. Volgens artikel 10, paragraaf 2 kan dit niet. Daarvoor is dus een decreetswijziging nodig. Indien dit toch gebeurt, zou de gebruiker niet meer merken dat hij nog iets krijgt van de zorgverzekering, en dat is niet correct. Dit zou trouwens een aantal instellingen ertoe kunnen inspireren de prijzen te verhogen. Mevrouw de minister, klopt wat ik heb gelezen? Voor ons is het niet duidelijk wat waar is en wat gazettenpraat.
De media meldden dat de zorgverzekering voortaan open zou staan voor wie in Vlaanderen werkt. In het decreet wordt bepaald dat degene die zich verzekert, in Vlaanderen moet wonen. De wijziging zou te maken hebben met een opmerking van Europa. Dit is me niet erg duidelijk. Het zou ook niet langer nodig zijn te bewijzen dat de tegemoetkoming in het kader van de zorgverzekering werkelijk wordt besteed. Dit alles zorgt voor verwarring.
Mevrouw de minister, u bent ernstig in gebreke gebleven qua tekst en uitleg. U hebt de kranten maar laten schrijven zonder te reageren. U hebt wel getracht in de Zevende Dag enige uitleg te geven. U hebt toen ook zelf gemerkt hoe groot de verwarring bij de mensen is. Er is verdorie niemand in het hele land die er nog iets van begrijpt.
Mevrouw de minister, acht u de tijd niet rijp om eindelijk duidelijkheid te scheppen over het kostenplaatje van de zorgverzekering? Wat is uw standpunt ten aanzien van forfaitaire premies? Pleit u niet langer voor een zorgcentiem? Bent u van mening veranderd? In hoeverre is de huidige toestand nog in overeenstemming met het decreet? Hebt u de verzorgingsinstellingen en OCMW's op de hoogte gebracht van de uitbetalingsmogelijkheden van de zorgverzekering? Hoe werkt de derdebetalersregeling? Is die mogelijk of niet? Hebt u eventueel de prijzen geblokkeerd zodat de premie niet kan worden misbruikt om de prijzen te verhogen? Hoe staat het met het wijzigen van de voorwaarde voor de zorgverzekering? Men zou in Vlaanderen moeten werken in plaats van er wonen. Hebt u daarover al iets op papier staan? Moet de zorgbehoevende niet langer bewijzen dat hij het ontvangen geld werkelijk uitgeeft voor datgene waarvoor het is bedoeld?
De voorzitter : Mevrouw Grouwels heeft het woord.
Mevrouw Brigitte Grouwels : Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, geachte collega's, de zorgverzekering is zeer belangrijk. Ook in Brussel wordt met ongerustheid gekeken naar wat er gaat gebeuren. Mevrouw de minister, ik ben benieuwd naar uw antwoord op de vragen van mevrouw Becq over de toepassing van het systeem in Brussel. Zal de discriminatie inzake de mantelzorg met de rest van Vlaanderen blijven bestaan? We zullen uw antwoord afwachten.
Ik wilde van de gelegenheid gebruikmaken om te wijzen op het tekort aan aanbod. U hebt daarstraks in uw antwoord op de vraag van mevrouw Van Cleuvenbergen gewezen op wat het probleem is, onder meer inzake familiehulp. Brussel heeft zeker een tekort aan aanbod waarvan de zorgverzekering gebruik zou kunnen maken. We weten dat u in de richting van de bicommunautaire zorg hebt gekeken. Daar is het absoluut windstil. We weten niet wat daar zal gebeuren. Hoe ver staat het met de criteria inzake kwaliteit van de bicommunautaire instellingen? Onder kwaliteit verstaan we ook taal, men moet in het Nederlands kunnen worden geholpen. Indien er dan eindelijk duidelijkheid komt over alle aspecten van de zorgverzekering, zult u er dan voor zorgen dat de mensen in Brussel voldoende zijn ingelicht? Er zijn nog te weinig mensen die zich hebben ingeschreven voor de zorgverzekering in Brussel. Zult u daarover de nodige informatiecampagne voeren?
De voorzitter : Minister Vogels heeft het woord.
Minister Mieke Vogels : Mevrouw de voorzitter, mijn zorg is verzekerd. De zorgverzekering is geen gemakkelijk verhaal, dat weten we allemaal. Toen het Vlaams Parlement quasi unaniem het decreet rond de zorgverzekering heeft aangenomen, wist men dat men een scheef kader goedkeurde. We wisten wel waaraan we waren begonnen, maar we wisten absoluut niet waar we zouden uitkomen. We beschikten ook absoluut over onvoldoende cijfers over het aantal zeer zwaar zorgbehoevende mensen in Vlaanderen. Dat is de reden waarom we samen hebben geopteerd voor een gefaseerde uitvoering. Dat is nooit onder stoelen of banken gestoken. Het is gemakkelijker te zeggen aan de publieke opinie : zo is het en zo zal het blijven. Dat konden we niet.
We hebben nu de eerste fase doorlopen. Er was de terechte aanvulling van dit parlement om van meet af aan ook de jongere zeer zwaar zorgbehoevenden van -65 jaar mee op te nemen. Vanaf het eerste jaar blijkt dat de zeer zwaar zorgbehoevende thuisblijvers veel talrijker zijn dan we hadden begroot. Het gevolg was een tekort op de begroting van 2002 van om en bij 1,1 miljard frank. Dit is geen kwestie van schuld, niet van mij en van niemand. We zijn in het avontuur gestapt en hebben van meet af aan beslist de zeer zwaar zorgbehoevende thuisblijvers en de -65´rs erbij te nemen.
Dat verhaal was nooit heel duidelijk, ook niet op Europees niveau. Dat is de reden waarom we nu met een bijkomend probleem zitten. Europa heeft als gevolg van klachten, geformuleerd door grensarbeiders uit Nederland en producenten uit de grensstreek met Nederland, België gevraagd uitleg te verschaffen over hoe het komt dat de Vlaamse zorgverzekering niet beantwoordt aan de Europese richtlijn inzake de harmonisering van de socialezekerheidsstelsels. Politiek gesproken is de zorgverzekering niet zo'n makkelijk verhaal. Het betekent heel concreet dat tijdens het Belgische voorzitterschap nota bene de Europese richtlijn met betrekking tot de sociale zekerheid en de harmonisering ervan, strakker is geworden.
Onlangs is er een arrest geveld tegen een Oostenrijks systeem dat een beetje vergelijkbaar is met onze zorgverzekering. We hebben ons goed geïnformeerd en zijn goed nagegaan hoe we via een goede argumentatie onder de bedoelde Europese richtlijn uit konden komen. We zijn samen met een aantal experten tot de conclusie gekomen dat dit niet zal lukken en dat Europa ons zal veroordelen. We hebben aan Europa in een brief moeten beloven dat we het decreet Vlaamse zorgverzekering uiterlijk op 1 januari 2004 zullen aanpassen aan de Europese regelgeving. Eerstdaags wordt er een commissie van experts geïnstalleerd die de voorbereiding op zich zal nemen. De zaak zal er niet eenvoudiger op worden en mijn zorg zal de komende maanden nog gegarandeerd verzekerd zijn.
Mijnheer Strackx en mevrouw Becq, we hebben de zorgverzekering opgestart en we zijn engagementen aangegaan ten aanzien van de bevolking. We willen ook politiek duidelijk niet de indruk geven dat we de Vlaamse zorgverzekering willen opgeven, integendeel. Het parlement heeft dit gewild, we zullen ermee doorgaan. Laten we echter in een tweede fase een beetje voorzichtig zijn. Daarom heeft de regering beslist dat de Vlaamse zorgverzekering alle engagementen ten aanzien van bepaalde doelgroepen moet uitvoeren en zelfs verruimen.
De interpellanten die hebben gezegd dat het onmogelijk is om de C's en B's mee op te nemen in een rusthuis en de A's en O's niet, zeggen nu dat ik discrimineer tussen de thuiszorg en de rusthuizen.
Dat is natuurlijk ook waar, maar als ik ook die in het systeem had moeten opnemen, dan had ik geen 25 euro, maar 100 euro moeten vragen. Of ik had een inkomensgerelateerd bedrag moeten vragen, maar dat zou een serieuze stijging van de Vlaamse belastingen inhouden en dat was politiek niet haalbaar.
We hebben dus de discriminatie weggewerkt, komen onze belofte aan de doelgroepen na en voeren een aanvaardbare verhoging door van 10 naar 25 euro. Op die manier stellen we de zorgverzekering veilig voor de toekomst. In 2004 zal 18 miljard frank gekapitaliseerd zijn. We leggen een spaarpot aan voor wanneer de kosten van de vergrijzing het zwaarst zullen doorwegen.
De vereenvoudiging van het systeem is er om twee redenen gekomen. Vroeger kende het systeem een ongelooflijke administratieve rompslomp. Heel wat mensen die thuis werden verzorgd, brachten de bewijzen van professionele thuiszorg niet binnen waardoor ze het geld ook niet kregen. Voor de zorgkassen hield dit enorm veel papierwerk in. Er waren heel veel klachten over te veel administratieve kosten. Het maximum was 65 euro en de vele kosten en moeite niet waard. We hebben het bedrag daarom verhoogd van 75 euro die mensen kregen zonder papierwerk, tot 90 euro. We kennen dit bedrag sowieso toe aan iedereen die zwaar zorgbehoevend is en thuis blijft. Zo reageren we ook op een klacht van Europa, want in het licht van het vrij verkeer van goederen en diensten mogen we de aankoop van hulpmiddelen niet beperken tot aanbieders die in Vlaanderen wonen. Iemand met een bandagewinkel in de grensstreek bij Antwerpen heeft immers een klacht ingediend. De eigenaar is een Nederlander en kon daardoor geen vergunning krijgen van de Vlaamse zorgverzekering. Hij verloor daardoor klanten want die konden bij hem geen zorgcheque inleveren. We stappen dus af van het systeem met paperassen.
De toelage van 125 euro voor rusthuizen beantwoordt aan de intrinsieke bedoeling van de zorgverzekering. Het is immers niet de bedoeling van de zorgverzekering om de thuiszorg te promoten, al is dat wel een beleidslijn van me, maar wel om de niet-medische zorgkosten voor het individu te verlichten. De niet-medische zorgkosten liggen in een rusthuis een stuk hoger dan die van de professionele thuiszorg, die trouwens al inkomensgebonden bijdragen kent. De gemiddelde prijs voor een verblijf in een rusthuis bedraagt 11.000 tot 12.000 euro per jaar zonder kosten voor geneesmiddelen, geneesheren of supplementen. Steeds minder ouderen kunnen dit nog aan met hun pensioen. Daarom hebben we beslist om een toelage van 125 euro per maand te geven. Dat bedrag betekent een kleine verlichting van de zware rusthuisfactuur. Het gaat dus over niet meer dan 10 percent.
Mevrouw Sonja Becq : Mevrouw de minister, oorspronkelijk had u in een veel hoger bedrag voorzien.
Minister Mieke Vogels : Mevrouw Becq, we hebben samen beslist om voor een gefaseerde uitvoering te opteren. De regering heeft beslist om de drie kernprincipes te bewaren : de bestaande engagementen worden uitgevoerd, de discriminatie tussen de rusthuisbewoners wordt weggewerkt en in afwachting van een definitief inkomensgerelateerd systeem vragen we een bijdrage die door iedereen betaalbaar is. Er zijn immers 500.000 Vlamingen vrijgesteld van de verhoging van de bijdrage. Zij blijven 10 euro per jaar betalen. De anderen betalen 25 euro per jaar, wat neerkomt op 2 euro per maand of op een pintje in een chique café.
Het is heel makkelijk om op de pianist te schieten. Er viel niet veel te beloven tenzij voorwaardelijk. We hebben allen samen gekozen voor een gefaseerde uitvoering en die houdt een voortdurende bijsturing in. Het klopt dat de communicatie niet altijd even gemakkelijk verloopt. Het klopt dat de mededelingen in het begin nogal verwarrend waren als gevolg van reacties van bepaalde partijen. Het is de bedoeling dat de zorgkassen de communicatie voor het grootste gedeelte op zich nemen.
Op 11 juni 2002 vond een vergadering van de adviesraad plaats over de inhoudelijke evaluatie van het systeem van de zorgverzekering. Ik heb de verzamelde informatie en de voorstellen van die vergadering voorgelegd tijdens het begrotingsoverleg. De regeringsbeslissing moet een vertaling vormen van de uitvoeringsbesluiten en werd op 7 oktober voor advies voorgelegd aan de adviesraad. U zult nu natuurlijk zeggen dat ik het vanaf 1 oktober zal wijzigen en dat het niet in orde is. Dat klopt. U zou me echter van ongelooflijk slecht bestuur beschuldigen indien ik op 1 oktober zou beginnen met de uitbetaling van 165 euro om dan op 1 november aan de zorgkassen te moeten zeggen dat het bedrag aangepast moet worden of aan de mensen te moeten vragen dit terug te betalen. Het was een beetje zoeken om de zuiverste en eerlijkste weg te vinden naar de bevolking en naar de partners op het terrein, die de zorgverzekering mee uitbouwen.
Het voorstel met betrekking tot de 125 euro per maand vanaf 1 oktober 2002 in residentiële opvang ligt op dit ogenblik bij minister Van Mechelen met het oog op de begrotingscontrole. Waarschijnlijk wordt het volgende week op de agenda geplaatst van de ministerraad. Zoals gezegd, zijn de zorgkassen wel tijdig van dit besluit op de hoogte gebracht zodat zij hun informatie aan de bevolking onmiddellijk konden aanpassen.
Ik heb u daarstraks het verhaal verteld van Europa. Dit verhaal maakt het voor Brussel nog moeilijker. Als we spreken over werkplaats, dan hebben we het over een gewestbevoegdheid. In dat geval kan ik mijn zorgverzekering volledig overdragen aan minister Landuyt en dan zitten we met een aparte zorgverzekering voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en met een aparte zorgverzekering voor het Waals Gewest.
Mevrouw Brigitte Grouwels : Laten we alstublieft goed aan onze gemeenschapsbevoegdheid vasthouden.
De voorzitter : Men mag evenwel de juridische consequenties niet uit het oog verliezen.
Minister Mieke Vogels : Ik kan een systeem toch niet verder uitbouwen als ik riskeer door Europa veroordeeld te worden om me dan gedwongen te zien alles opnieuw om te keren. Ik besef maar al te goed dat dit een onmogelijke situatie is.
Mevrouw Brigitte Grouwels : U moet die zaak gaan bepleiten bij de Europese Unie.
Minister Mieke Vogels : Die zaak is niet te bepleiten. Sta me toe de logische achtergrond ervan toe te lichten.
De bedoeling van de Europese eengemaakte markt is het vrije verkeer van werknemers. Om dat vrije verkeer waar te maken, moeten we ervoor zorgen dat men de socialezekerheidsrechten kan meenemen en mee kan terugnemen. Voor iemand die bijvoorbeeld een jaar in Spanje heeft gewerkt en daar pensioenbijdragen heeft betaald, zou het net moeten zijn alsof die persoon in Vlaanderen of België heeft gewerkt en daar pensioenrechten heeft betaald.
Europa stelt echter vast dat er allerlei bijkomende verzekeringen zijn die enkel voor het eigen volk worden georganiseerd en waarmee men probeert de filosofie van de eengemaakte markt te omzeilen.
Onder het Belgische voorzitterschap werd gezegd dat dit niet kan en dat de Europese richtlijn, die nu nog te veel achterpoortjes kent, strenger moet worden. Die verstrenging is bijna rond. Zodra ze volledig rond is, ressorteert onze Vlaamse zorgverzekering ondubbelzinnig onder die Europese richtlijn. Vermits die richtlijn vertrekt vanuit sociale zekerheid en uitwisselbare rechten tussen werknemers, zegt men ons dat onze zorgverzekering, net zoals de rest van de sociale zekerheid, gebonden moet zijn aan de plaats van het werk. Dus niet aan de plaats van het wonen, want dan zijn we enkel voor het eigen volk bezig en niet in het licht van de Europese solidariteit.
Dit is een sluitende redenering van Europa waar ik geen speld tussen krijg. Het enige wat ik kon doen, was aan Europa een beetje clementie vragen, ons niet onmiddellijk te veroordelen en ons de kans te geven om het decreet aan te passen. Ikzelf kan dat niet. Ik ben niet slim genoeg, want ik ben maar een arme sociologe. Daarom zullen we eerstdaags een groep van Europese juridische deskundigen samenroepen om te zien hoe we ons decreet kunnen herschrijven. Dit zal echter betekenen dat we vanaf 1 januari 2004 opnieuw aan de bevolking zullen moeten zeggen dat alles verandert. Ik kan daar niets aan doen! Misschien hadden we toch nog wat langer moeten wachten en nog wat meer moeten studeren vooraleer die zorgverzekering in te voeren. Ik ben daar op een bepaald ogenblik voorstander van geweest, maar kreeg toen de wind van voren van het hele middenveld van de mutualiteiten die dit een schande vond. Ik ben hier bijna maandelijks geïnterpelleerd door onder meer mevrouw Becq met de vraag waarom ik zo lang talmde met die zorgverzekering. Ik heb me dan ook gehaast, maar kom me nu niet verwijten dat ik te snel ben gegaan. Vergeet niet dat al die interpellaties gelukkig netjes genoteerd worden. Ik kan ze dus allemaal weer bovenhalen.
Een en ander betekent dus dat we met dit scheve kader nog een aantal wijzigingen zullen moeten doorvoeren. Als het Vlaams Parlement achter zijn Vlaamse zorgverzekering blijft staan, dan zal het medeverantwoordelijkheid moeten dragen om dit aan de bevolking te communiceren, en dit zowel in Vlaanderen als in Brussel.
De inwoners van Brussel met een positieve beslissing thuiszorg zullen eveneens het forfaitair bedrag van 90 euro per maand ontvangen, voor zover ze, en dit per prestatiemaand, minstens één factuur van door de Vlaamse Gemeenschap in het kader van de zorgverzekering erkende thuiszorg kunnen voorleggen.
U begrijpt waarom we dit doen. We hebben daar trouwens in deze commissie uren over gepraat. Als we dit openstellen voor alle heel zwaar zorgbehoevenden, waarbij we er rekening mee moeten houden dat we in Brussel niet iedereen tot betaling kunnen verplichten, dan gaat iedereen die zwaar zorgbehoevend is morgen die Vlaamse zorgverzekering betalen en 90 euro per maand trekken. Dan zit ik na zes maanden opnieuw met een deficitair systeem en moet ik opnieuw naar nieuwe middelen op zoek gaan.
Ik kan dus niet anders dan in Brussel een ander systeem blijven aanhouden, ook omdat ik Brussel niet tot aansluiting kan verplichten. Dit betekent dat we ook aan de uitgavenkant met een ander systeem zullen blijven zitten. De bicommunautaire regeling is door de Vlaamse regering goedgekeurd en ligt op dit ogenblik voor advies bij de Raad van State.
Minister Mieke Vogels : Het advies van de Raad van State zal mijns inziens heel belangrijk zijn. Kan Vlaanderen een soort van convenant afsluiten met een bicommunautaire instelling in Brussel? Het zal ook een heel belangrijk besluit zijn om in Brussel het aantal voorzieningen beter toegankelijk te maken, ook voor de rechthebbenden van de zorgverzekering. Normaal gezien zou dat besluit eerstdaags moeten terugkomen. Het is in juli nog voor het reces verzonden naar de Raad van State.
Mevrouw Becq, uw vraag inzake de discriminatie tussen bewoners van instellingen voor personen met een handicap en vroegere rijksinternaten zal ik bekijken. Het probleem van de schorsing van mantelzorgtoelagen bij ziekenhuisopname is ondertussen opgelost. De forfaitaire tenlasteneming blijft ook tijdens de ziekenhuisopname doorlopen.
De derdebetalersregel kan inderdaad niet volgens het decreet en ik heb dat ook al herhaaldelijk gezegd. De premie wordt uitbetaald aan de rechthebbenden op zorg. Als een OCMW-rusthuis aan een bewoner vraagt om een permanente opdracht aan de bank te geven en als dat bedrag elke keer op de rekening komt om dan aan het rusthuis door te storten, kan ik daar niets tegen beginnen. Het blijft wel gestort aan de rechthebbende.
De voorzitter : Mevrouw Becq heeft het woord.
Mevrouw Sonja Becq : Mevrouw de minister, ten eerste legt u de nadruk op fasering, wat iets anders is dan principes verloochenen. U zegt dat er nog een wijziging komt in 2004 maar dat u er niets aan kunt doen. U had er wel voor kunnen zorgen dat er slechts één wijziging nodig was geweest.
Minister Mieke Vogels : Stel me dan voor wat ik had moeten doen.
Mevrouw Sonja Becq : We hebben het indertijd gezegd in de plenaire vergadering. Vermits het over een overbrugging ging van één jaar en u voor het overige geld genoeg had om een aantal dingen gratis aan te bieden, denken wij dat u dit jaar had kunnen overbruggen vanuit de algemene middelen. U vraagt nu heel expliciet aan mensen om hun solidariteit te tonen voor de zorg, terwijl u die expliciete vraag niet stelt voor kabel, voor gratis televisie, enzovoort. Het gaat om het principe van die solidariteit en niet om die 10 of 15 euro. We denken dat u die periode mee had kunnen overbruggen. Een aantal kleine zaken bijsturen via uitvoeringsbesluiten is aanvaardbaar, maar twee grondige wijzigingen is volgens mij een keuze die u maakt als beleidsverantwoordelijke.
Minister Mieke Vogels : Ik zal die verantwoordelijkheid ook blijven nemen. Ik heb het hele verhaal over die zorgverzekering ook zelf gedragen en heb daarmee geen enkel probleem. Ik ben niet alleen in de politiek om populair te zijn, maar wil ook best moeilijke maatregelen verdedigen. Ik heb in het verleden ook al bewezen dat dit geen probleem is. We zullen bij de verkiezingen zien wat dit geeft. Als populariteit de enige drijfveer moet zijn, hoeft het voor mij niet. Dan zoek ik een andere job.
Wat die bijdragen betreft : het gaat hier toch om een verzekeringssysteem. We betalen ook apart bij aan de ziekteverzekering. Het is een persoonlijke bijdrage die ook zijn belang heeft, namelijk het sparen voor later. Het is niet zo dat we die solidariteit voor zorg vragen om zorg te organiseren in de gehandicaptensector. Het is eigenlijk een deel verplicht sparen van de burger voor later.
Mevrouw Sonja Becq : Dat principe weerleg ik ook niet. Het ging om de tijdelijkheid van een wijziging nu en dan nog eens een wijziging erbij.
De voorzitter : De heer Strackx heeft het woord.
De heer Felix Strackx : Mevrouw de minister, ik behoor niet tot diegenen die elke dag zeggen : 'Minister Vogels is een ramp!' Ik probeer altijd eerlijk te zijn, maar u maakt het ons moeilijk. Als ik geen informatie krijg, kan ik niet eerlijk zijn tegen de mensen. Men vraagt mij iets over de zorgverzekering omdat men weet dat ik daarmee bezig ben. Soms vraag ik me af of u iets hebt veranderd waarvan ik geen weet heb. Ik vraag u om eerst te communiceren met het parlement en dan pas met de pers.
De voorzitter : Het incident is gesloten.