Commissie voor Economie, Economisch Overheidsinstrumentarium, Innovatie, Wetenschapsbeleid, Werk en Sociale Economie
Vergadering van 12/12/2013
De voorzitter : De heer Van Malderen heeft het woord.
De heer Bart Van Malderen : Minister-president, op 14 november kondigde u de resultaten aan van een studie en van een aantal beleidsmatige initiatieven met betrekking tot crowdfunding. Naar aanleiding hiervan konden we in de pers vernemen dat u zou overleggen met uw federale collega van Financiën over de mogelijkheden om de Belgische regelgeving af te stemmen op die van de buurlanden. Ook zou u met het Agentschap Ondernemen inzetten op informatieverstrekking over crowdfunding. U zou proberen om de verschillende stakeholders, de crowdfundingplatformen, en partners zoals het Business Angels Netwerk (BAN) Vlaanderen, de Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) of het Participatiefonds samen te brengen. Tot slot zou u met de ondernemersorganisaties nagaan wat de kansen zijn voor het op korte termijn opstarten in Vlaanderen van kredietunies, dat zijn coöperaties van, voor en door ondernemers. In de bespreking van de beleidsnota werd hier al kort op ingegaan.
Minister-president, wij hebben nog wat vragen bij de concrete plannen inzake crowdfunding. Kunt u de resultaten van de studies van KPMG en Stibbe in detail toelichten? Welke zijn de opmerkelijkste conclusies van deze studies? Kunt u toelichting geven bij de concrete beleidsinitiatieven die u zult nemen? Ik heb er een aantal opgesomd, maar het zou nuttig zijn om daar in detail op in te gaan. Kunt u duiding geven bij het plan van aanpak en de timing om deze initiatieven te implementeren? Hoe zal de opstart van kredietunies concreet vorm worden gegeven? Voorziet u enkel kredietunies of plant u nog bijkomende initiatieven? Het is een specifieke werkvorm, er zijn er mogelijk nog andere die kans maken. Welke rol kan het Vlaamse niveau volgens u spelen op het vlak van crowdfunding?
De voorzitter : De heer Van Rompuy heeft het woord.
De heer Peter Van Rompuy : Crowdfunding is een nieuw fenomeen, het heeft veel kinderziekten. Maar ik geloof wel dat als we er op regelgevend vlak op een verstandige manier mee omspringen, er veel potentieel in zit, zonder dat de risicos enorm hoeven te zijn. Er zijn mogelijkheden op federaal vlak. Toen ik in dat parlement zat, heb ik daarover nog voorstellen gelanceerd. Maar er zijn ook interessante pistes geopend in de studie van Stibbe. Daar gaat het meer in het bijzonder over de vraag of het een optie zou kunnen zijn om de Winwinlening open te stellen voor vormen van crowdfunding. Ze hebben dat al redelijk in detail uitgewerkt, op basis van een lening, maar zij zien zelfs de mogelijkheid om de instap in kapitaal ook aan een belastingvermindering te onderwerpen via dezelfde regeling als de Winwinlening. Er zijn nog een hele hoop praktische en wettelijke bezwaren, maar er zijn toch twee bijzonder interessante pistes geopend. Men gooit in die studie de deur absoluut niet dicht.
Mochten we dit in Vlaanderen kunnen doen, dan zou dit een unicum kunnen zijn, want er is geen enkel land ter wereld dat een fiscale stimulus geeft aan crowdfunding. Dit kan ook met een degelijke beleggersbescherming door het bedrag dat men kan inbrengen te limiteren, zodat er geen sociale dramas hoeven te volgen. Het psychologisch effect op de ondernemerswereld zou wel eens veel groter kunnen zijn dan men zou verwachten. Het zou veel aandacht genereren. Het zou een digitale versie kunnen zijn van de wet- Cooreman-De Clercq uit de jaren 80, die met een heel beperkt budget een hele dynamiek van ondernemerschap op gang heeft weten te brengen.
Minister-president, hebt u concrete plannen om verder te gaan op de piste die in het rapport- Stibbe is geopend over het openstellen van de Winwinlening voor de crowdfunding, die in dat voorstel de crowdlening wordt genoemd? Dat lijkt mij een zeer interessante piste.
Is er ook gesproken over de kredietunies? Dat is een idee uit Nederland, waar men op een heel verstandige manier heeft vastgesteld dat het goed zou zijn dat de middelen worden verschaft door diegenen die zelf in hun sector of wereld staan en dus een heel goede expertise hebben over nieuwe projecten die opborrelen. Het blijkt wel dat daar, zoals bij crowdfunding, dezelfde problemen naar boven komen op het vlak van financieel toezicht. Het is dus interessant om zowel voor crowdfunding als voor de kredietunie op federaal vlak een opening te maken.
De kredietunie, waarvoor CDA, niet toevallig onze broeders aan de andere zijde van de landsgrens, een voorstel heeft uitgewerkt dat tegemoetkomt aan Europese bezwaren en aan bezwaren op het vlak van financieel toezicht, is echt een interessante piste. Ik hoop dat wij daarin een voorloper kunnen zijn op Europees en internationaal vlak, en dat we dit verder kunnen uitwerken om te zien of dit echt praktisch haalbaar is. Dat zou heel mooi zijn. Als het niet zo is, dan kan het niet.
Hier zijn twee opportuniteiten, waarbij we met een beperkte hoeveelheid middelen toch een hele dynamiek kunnen op gang brengen, zeker in de wereld van de start-up.
De voorzitter : Mevrouw Turan heeft het woord.
Mevrouw Güler Turan : Op het congres van sp.a vorig weekend kwamen spaarcenten, de kredietunies en crowdfunding ook aan bod. Wij hebben de bankier die bezig is met het oprichten van een overkoepelend orgaan voor de kredietunies in Nederland, bij ons gehad. Minister-president, hij heeft overigens naar u verwezen, hij zou in gesprek zijn met uw kabinet. Daaruit kan ik afleiden dat er heel veel mogelijkheden zijn. We hebben nu de banken gered met de belastinggelden. De banken hebben de kredietverlening aan de bedrijven nog niet op het niveau gebracht dat wij hadden verwacht, ondanks alle plannen die wij maken. Daarom is het belangrijk om, zeker als die mensen dat op die dag hebben aangegeven, out of the bank te denken.
Ik heb de studies van Stibbe en KPMG gelezen. Er zijn verschillende aanbevelingen en keuzes die moeten worden gemaakt. Ik ben dus benieuwd naar onze opvolging wat betreft crowdfunding en alle mogelijkheden die daarmee gepaard gaan. Het probleem met deze materie is dat dit nu juist interessant is omdat het out of the bank en buiten de bestaande reglementeringen wordt geregeld. Er moet regulering komen, maar we moeten erover waken dat we het niet opnieuw verstikken met te veel regulering. Er moeten goede keuzes worden gemaakt.
Minister-president, ik ben benieuwd naar uw antwoord.
De voorzitter : De heer Rzoska heeft het woord.
De heer Björn Rzoska : Minister-president, als u al wordt vernoemd op een sp.a-congres, kan het volgens mij in mei 2014 niet mislopen. (Opmerkingen van mevrouw Güler Turan)
Ik wou u toch zeggen dat uw naam op ons Impulscongres niet één keer is gevallen. Maar laat dat geen indicatie zijn. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
De publieke media? Dat is iets anders, en dat weet u zelf ook.
Ik wil de vragen van mijn collegas versterken. De heer Van Rompuy heeft wel degelijk een aantal interessante dingen uit dat Stibbe-rapport gehaald. Er is nu heel wat debat over hoe we het spaargeld dat bij wijze van spreken ligt te slapen, kunnen activeren. Er zijn heel veel interessante mogelijkheden, zeker op een moment dat de banken zelf zeer karig zijn om bepaalde leningen toe te kennen. De Winwinlening is een zeer interessant model. Als we daar voor een deel de crowdfunding aan kunnen koppelen, dan is dat niet enkel voor startende maar ook voor kleinere ondernemingen interessant. Ik ken enkele voorbeelden van ondernemers die in familieverband een deel van het kapitaal ophalen. Daar bestaat de Winwinlening voor, om voor een juridisch kader te zorgen maar dan blijft het natuurlijk op een zeer kleine schaal.
Ik meen dat die crowdfunding ook op dat vlak een mogelijkheid is. Ik kijk dus uit naar het antwoord, want dat lijkt me een van de uitdagingen die we in het licht van 2014, maar ook daarna zouden moeten kunnen aanpakken om de economie opnieuw een boost te kunnen geven, maar dan misschien meer van onderuit.
De voorzitter : Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters : Voorzitter, geachte leden, naar aanleiding van de bespreking van de beleidsbrief heb ik gezegd dat ik de studies zou overmaken aan het secretariaat. Ik heb dat gedaan en hoop dat die studies u werden bezorgd, zodat we met kennis van zaken kunnen spreken.
Mijnheer Van Rompuy, u vroeg hoe het zit met die kredietunies zoals men die in Nederland al kent. In het kader van de highlevelvergadering met de banken hebben we afgesproken dat we het Agentschap Ondernemen de opdracht geven dit verder te bekijken en ook verder contact te hebben met Nederland. Ook hebben we aan de banken gevraagd om ook bij hun dochter- of moederbedrijven al naargelang de bank in Nederland de nodige informatie te verzamelen, zodat we met heel veel inzicht die kredietunies kunnen bekijken en nagaan of het een optie is om dat ook naar Vlaanderen en België te extrapoleren. Ik kom daar straks nog even op terug.
Ik kom tot de vraag om de resultaten van de studies in detail toe te lichten. Ik zou kunnen verwijzen naar de studies zelf. Bij de opmaak van het bankenplan hebben de ondernemersorganisaties gevraagd om te onderzoeken of een Vlaams initiatief in verband met crowdfunding nuttig en wenselijk is. Het is dus een vraaggestuurde operatie die we hier uitvoeren. Daar is dus een studie over opgemaakt, die u allen kent. Om tot voldragen conclusies te komen, is er tijdens het onderzoek samengewerkt met de diverse stakeholders die al ervaring hebben, namelijk BAN-Vlaanderen, de Belgian Venture Capital & Private Equity Association (BVA), de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA), Febelfin, ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV), UNIZO, de betrokken departementen en vertegenwoordigers van de crowdfundingplatformen. Er zijn regelmatig overlegmomenten geweest. Ik vind dus dat we dit zeer zorgvuldig en doortastend aanpakken.
Het overleg heeft ervoor gezorgd dat alle betrokkenen de kans hebben gekregen om hun standpunten en meningen te formuleren en dat ze ten slotte ook de mogelijkheid hebben gekregen om hun opmerkingen te geven bij de finale resultaten van de studies. Deze werkwijze heeft er ook voor gezorgd dat er twee studies zijn opgeleverd die worden gedragen door de stakeholders. Ik meen dat er een heel belangrijk leerproces in gang is gezet. Dat geldt ook, denk ik, voor deze commissie en haar leden. Iedereen kan met de inzichten die hij heeft verworven, deelnemen aan het debat, wat we ook zeer appreciëren. Ik meen dat we met die studie en met dat overleg toch gaandeweg een diepere kennis hebben opgebouwd met betrekking tot die crowdfunding. Dat is een buzzword waarmee men te pas en te onpas uitpakt, maar een diepere kennis ter zake lijkt me zeker nodig.
Er is ook een grotere duidelijkheid over wat de rol van al de diverse stakeholders en de overheid is en zou moeten zijn. De crowdfundingplatformen hebben inzicht verworven in hoe ze onderling kunnen samenwerken en hoe ze kunnen samenwerken met de andere stakeholders qua financiering. Bepaalde acties zijn ondertussen ook opgezet tussen de diverse partijen. Er is meer begrip gegroeid over de basiskwaliteit en vormen van zelfregulering die nodig zijn binnen dit financieringslandschap om actief te kunnen zijn ten overstaan van een breder publiek. Daartoe werd in de studie van KPMG ook een verkenning gedaan met betrekking tot de internationale standaarden. Mogelijkerwijs zullen de crowdfundingplatformen die hebben meegewerkt aan deze studie, er reeds vrijblijvend naar streven om die basiskwaliteit blijvend aan te bieden. Uit de studie van KPMG blijkt verder dat de Vlaamse crowdfundingindustrie vandaag nog in haar kinderschoenen staat, met slechts een beperkte markt, een klein aantal crowdfundinginitiatieven, een beperkte omkadering en een gelimiteerd wetgevend en regelgevend kader in vergelijking met onze buurlanden. Nederland is daar een van, maar ook het Verenigd Koninkrijk heeft heel wat meer ervaring, zelfs meer dan Nederland.
Dat neemt echter niet weg dat crowdfunding in Vlaanderen potentieel heeft. Diverse leden hebben dat hier ook ondersteund. Er is duidelijk marge voor verbetering, waarbij de crowdfundinginitiatieven en de overheid elk hun rol kunnen spelen, en de handen in elkaar slaan om de uitbouw van crowdfunding als financieringswijze van startende of andere ondernemingen te stimuleren. KPMG heeft uitgebreid onderzocht welke mogelijkheden er momenteel zoal bestaan voor de Vlaamse overheid om crowdfunding te stimuleren. Deze waaier van mogelijkheden werd bestudeerd aan de hand van drie fundamentele pijlers, namelijk promotie, regulering en onderzoek, en werd dan in verschillende scenarios gegoten, afhankelijk van de mate waarin de overheid wil participeren in die crowdfunding en het landschap dat zo ontstaat.
Wij vinden in eerste instantie dat de Vlaamse overheid zich moet opstellen als promotor en verschaffer van informatie aan bedrijven en het brede publiek over de mogelijkheden, maar ook de risicos die crowdfunding biedt voor de financiering van ondernemingen. Uit de studie van Stibbe komt sterk naar voren dat crowdfunding valt onder de financieelrechtelijke regels die tot de federale bevoegdheid behoren. Dat heeft deze commissie ook vastgesteld. Bij crowdfunding speelt de kapitaalmarktwetgeving. Dan gaat het over de Prospectuswet, de Bemiddelingswet en de wet met betrekking tot de instellingen voor collectieve belegging ( ICBs), over de wetgeving betreffende de betalingsdiensten, dus de wet houdende de betalingsinstellingen, en over de consumentenwetgeving, met de wet betreffende de marktpraktijken en de wet betreffende de consumentenkredieten. Veel van dat financieelrechtelijke bevindt zich dus federaal.
In elk geval wordt overleg gepleegd met federaal minister Geens, om na te gaan hoe we, met maximaal respect voor de belangen van de investeerder, kunnen komen tot een aangepast wettelijk kader voor crowdfunding. Op 6 januari 2014 vindt er op kabinetsniveau overleg plaats. Ook het Agentschap Ondernemen en de FSMA zullen daarbij worden betrokken.
Mijnheer Van Malderen, er is federaal dus heel wat wetgevend materiaal. De vraag is of dat kan en moet worden aangepast, zeker als het gaat over die 100.000 euro waarnaar werd verwezen. Dat zal echter met heel veel respect gebeuren, en ook in afspraak met de FSMA, om er zeker van zijn dat de toezichthouder dat volledig mee kan ondersteunen.
Er werd me gevraagd toelichting te geven bij de concrete beleidsinitiatieven. Daar ben ik eigenlijk al mee begonnen. De taak van de overheid lijkt me vooral te bestaan uit sensibiliseren en informatie verschaffen. Het Agentschap Ondernemen zal de crowdfundingplatformen die we kennen in brochures en presentaties opnemen, met duiding over de voor- en nadelen ervan. Deze actie is bezig. De actualisatie van de brochures is voorzien in 2014. In de infosessies van het Agentschap Ondernemen over het thema financiering wordt crowdfunding vandaag al meegenomen, bijvoorbeeld bij de infosessies over de financiering van groeibedrijven die UNIZO, BAN Vlaanderen en de Antwerp Management School organiseren in het kader van het gazellebeleid. Ook op de website en in de elektronische nieuwsbrief van het Agentschap Ondernemen zal daarmee rekening worden gehouden. Ook een verdere toenadering tussen bepaalde stakeholders zal men verder faciliteren. De verdere gesprekken met andere stakeholders zullen in het voorjaar worden opgestart, maar een aantal stakeholders spreken vandaag al met elkaar.
Het Agentschap Ondernemen zal in overleg met de Vlaamse stakeholders ook een reactie voorbereiden op de consultatie die de Europese Commissie tot 31 december 2013 organiseert met betrekking tot crowdfunding en de nood aan een aangepast Europees kader. Dat is toch ook niet onbelangrijk element. Dus niet alleen hier, maar ook op Europees niveau heeft men de crowdfunding gevonden en is men met bepaalde acties bezig, bijvoorbeeld met de vraag in welke mate er een aangepast Europees beleid ter zake moet en kan worden gevoerd.
U vraagt hoe ik de opstart van kredietunies concreet zal vormgeven. Ik heb daar eigenlijk al naar verwezen in het antwoord op een vraag van de heer Van Rompuy. We leggen contacten met Nederland. Er is een startoverleg met KPMG dat op 16 december zal plaatsvinden. Wat de kredietunies betreft, zullen we bekijken in welke mate we dit kunnen extrapoleren of implementeren in Vlaanderen/België.
Mijnheer Van Rompuy, u vraagt hoe ik sta tegenover het idee van crowdfunding ter versterking van een lening. U hebt gelijk dat crowdfunding verschillende verschijningsvormen kan aannemen waarbij verschillende wettelijke kaders en ondersteuningsmogelijkheden kunnen spelen. De klassieke opdeling bevat vier verschijningsvormen: donatie of sponsoring via crowdfunding, voorverkoop en/of rewards, lening en kapitaal. Op zich lijken alle vier verschijningsvormen hun merites, voor- en nadelen, te hebben.
Voor een klassiek type onderneming, dus geen sporter of artiest, zijn de derde optie, namelijk de lening, en de vierde optie, namelijk het kapitaal, de meest voor de hand liggende. Het betreft dan een vorm van crowdfunding waarbij vele kleine investeerders samen toch een aanzienlijk bedrag bij elkaar brengen zodat de onderneming gefinancierd raakt.
Uiteraard zijn de donatie of sponsoring en de voorverkoop interessante mechanismen, maar dan eerder voor sporters, of in de culturele en creatieve sectoren.
Wat de lening betreft, vinden we dat die zeker toekomstperspectieven biedt. Er moet voldoende aandacht besteed worden aan hoe deze vorm van crowdfunding dan gestructureerd wordt om de administratieve last beheersbaar te houden voor de onderneming die gefinancierd wordt. Het is mogelijk dat moet worden gewerkt met tussenstructuren. Ook moet goed worden nagedacht over de aard van de lening. Een achtergestelde lening biedt meer kansen op combinaties met bijvoorbeeld kredietverstrekking vanuit banken omdat die nagenoeg als eigen vermogen beschouwd wordt, maar biedt dan weer minder bescherming aan de kredietverstrekker. Hier zijn dus ook keuzes te maken.
Wat op zich interessant is aan de lening als vorm van crowdfunding is dat er een combinatie kan worden gemaakt met het bestaande regime van de Winwinlening, zonder dat het regime van de Winwinlening moet worden aangepast. Binnen de marges van de Winwinlening kunnen in theorie immers dezelfde voordelen geboden worden. Enkele crowdfundingplatformen verkennen deze piste al in overleg met Waarborgbeheer nv. Wij staan dus op zich positief tegenover deze vorm van crowdfunding, net als tegenover de andere vormen van crowdfunding.
De belangrijkste aandachtspunten blijven uiteraard bestaan, namelijk goede informatieverstrekking aan de bedrijven die op deze manier geld ophalen, en aan de investeerders, zodat ze goed begrijpen wat de eigenheid van deze vorm van financiering van ondernemingen is.
Tot hier, voorzitter, mijn antwoord op de vragen die werden gesteld. Ik begrijp dat alle partijen hierover, al dan niet op hun congres en al dan niet backstage, van gedachten hebben gewisseld. Dat alle partijen er de nodige aandacht voor hebben en er de nodige kennis over verzamelen, dat kan alleen maar positief zijn. Wij proberen er vanuit mijn bevoegdheid toe bij te dragen, goed wetende dat dit een mogelijkheid is, maar dat we dit goed moeten aanpakken om accidenten te voorkomen, want die wenst niemand. Doordat we deze kwestie wat langzamer aansnijden, kunnen we veel leren uit wat in andere landen al een tijdje loopt.
De voorzitter : De vragen om uitleg zijn afgehandeld.