Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Vergadering van 06/11/2013
De voorzitter : De heer Verfaillie heeft het woord.
De heer Jan Verfaillie : Voorzitter, minister-president, collegas, mijn vraag is ingediend op 21 oktober, en op 25 oktober heeft de Vlaamse Regering een aanvullende beslissing genomen. Mijn vraag is dus misschien voor een deel achterhaald, maar ze blijft toch ook actueel omdat de problematiek van de zorgboerderijen blijft bestaan en voor onze partij een zeer belangrijk gegeven is.
Een zorgboerderij is een land- of tuinbouwbedrijf waar mensen uit kwetsbare groepen opgevangen worden. Ze kunnen er werken aan hun eigen tempo en volgens hun eigen mogelijkheden, wat hun geborgenheid en arbeidsvreugde biedt.
In 2005 werd een Vlaamse subsidie ingevoerd. In 2012 ontvingen in totaal 407 zorgboerderijen een subsidie van de Vlaamse overheid. Als ik het me goed herinner, ging het over ongeveer 1,2 miljoen euro. Het is duidelijk dat de zorgboerderijen een duidelijke plaats verworven hebben binnen het kader van verbredingsactiviteiten op land- en tuinbouwbedrijven.
De Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV) laat zich in een advies aan de Vlaamse Regering omtrent zorgboerderijen positief uit over het zorgboerderijconcept. De SALV waardeert het hernieuwde engagement van de regering, en lanceert tegelijk een oproep naar de beleidsdomeinen Onderwijs en Zorg voor meer financiële betrokkenheid om de werking te verruimen, wat met de beslissing van de Vlaamse Regering van 25 oktober werd gerealiseerd. De SALV pleit voor een administratieve vereenvoudiging, in de eerste plaats voor de landbouwer en de voorziening, om zo rekening te houden met het specifieke karakter van de zorgboerderijen. Tegelijk vraagt de raad zich af of een contract tussen hulpboer en zorgboer in een aantal gevallen niet wenselijk is, omdat zo een aantal engagementen vastgelegd kunnen worden. De adviesraad vraagt om in deze mogelijkheid ook via het e-loket te voorzien, desgewenst door middel van een facultatief addendum bij de overeenkomst. Ten slotte laat de SALV ook een ballonnetje op over het betrekken van nieuwe financiële partners bij de werking van de zorgboerderijen: Een grotere financiële betrokkenheid vanuit de beleidsdomeinen Onderwijs en Zorg binnen de Vlaamse overheid biedt opportuniteiten om het potentieel van het concept zorgboerderijen nog te verruimen. Dat werd dus door de beslissing van 25 oktober voor een deel gerealiseerd.
In 2012 ontvingen in totaal 407 zorgboerderijen een subsidie van de Vlaamse overheid: 120 in West-Vlaanderen, 86 in Oost-Vlaanderen, 81 in Antwerpen, 67 in Limburg en 53 in Vlaams-Brabant. In 2012 zijn minstens 984 zorgvragers opgevangen of tewerkgesteld op een zorgboerderij.
Minister-president, hoe evalueert u de huidige werking? Hoe staat u ten opzichte van het betrekken van nieuwe financiële partners bij de werking van de zorgboerderijen? Ziet u een mogelijkheid om de administratieve vereenvoudiging voor de landbouwer en de voorziening door te voeren?
De voorzitter : De heer Callens heeft het woord.
De heer Karlos Callens : Voorzitter, collegas, ik sluit me aan bij de vraag van de heer Verfaillie over de administratieve vereenvoudiging en het betrekken van nieuwe financiële partners.
In het advies van de SALV van 18 oktober 2013 werden nog enkele andere opmerkingen geformuleerd. De heer Verfaillie wijst op de suggestie om in een aantal gevallen een contract tussen hulpboer en zorgboer af te sluiten. Zal de minister-president hieraan gevolg geven en zal dat eventuele contract kunnen worden afgesloten via het e-loket?
De SALV suggereert ook om de toepassingsdrempels zodanig vast te stellen dat ten minste het aantal land- en tuinbouwers dat vandaag actief is, ook in de toekomst in aanmerking kan komen voor de subsidiemaatregel. Zal dit eveneens worden verzekerd in het nieuwe besluit of staan er toch veranderingen op til?
De voorzitter : Mevrouw Godderis heeft het woord.
Mevrouw Danielle Godderis-TJonck : Voorzitter, minister-president, ik sluit me graag aan bij collega Verfaillie. Ik denk dat over de partijgrenzen heen de rol en het nut van de zorgboerderij wordt erkend en de diversificatie of verscheidenheid die ze brengt in de activiteiten en de werking van het landbouwbedrijf naar waarde wordt geschat.
Voortbordurend op de tweede vraag van de heer Verfaillie, waarbij gerefereerd wordt aan de in het advies gevraagde grote betrokkenheid van andere beleidsdomeinen, onder andere het domein Welzijn, zou ik van u graag een korte toelichting krijgen over welke initiatieven reeds werden ondernomen met de andere beleidsdomeinen om het concept zorgboerderijen kwaliteitsvol verder te doen doorgroeien zoals ook aangegeven in de beleidsnota Landbouw.
De heer Jos De Meyer : Minister-president, de andere beleidsdomeinen waren in het verleden ook betrokken, uiteraard, want anders waren die initiatieven niet mogelijk. Komen er nu meer middelen voor begeleiding en komen er nu meer financiële middelen voor de zorgboeren, of is dat hier niet in vervat?
De voorzitter : Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters : Voor 2005 heeft de landbouwadministratie een beetje geëxperimenteerd rond de werking van zorgboerderijen via een aantal demonstratieprojecten. Dat heeft in 2005 uiteindelijk geleid tot een regelgeving die werd uitgewerkt voor de financiële ondersteuning van zorgboerderijen. Dat is gebeurd in overleg met de administratie Welzijn, en later, toen bleek dat er een grote nood was om ook jongeren op deze bedrijven op te vangen, werd ook het beleidsdomein Onderwijs betrokken bij de regeling.
We kunnen wel spreken van een successtory. In minder dan tien jaar tijd in 2005 zijn we gestart met die regelgeving en we zijn nu 2013 is het aantal zorgboerderijen meer dan vertienvoudigd. Samen met Nederland, waar het concept ook al geruime tijd ingang gevonden heeft, behoort Vlaanderen onbetwistbaar tot de top in Europa wat een dergelijke combinatie van zorg- en landbouwactiviteiten betreft. Nog maar heel kort geleden, op 25 oktober 2013, heeft de Vlaamse Regering een aangepast besluit goedgekeurd in verband met de zorgboerderijenregeling. De regeling blijft, op enkele details na, dezelfde. We hebben vooral gewerkt aan administratieve vereenvoudiging. Wat dat betreft, is het belangrijkste waarin het besluit voorziet dat vanaf 1 januari 2014 overgestapt wordt naar een volledig elektronische dossierbehandeling via het e-loket. Zo zullen de aanvragen via het e-loket kunnen verlopen en ook de dossierverwerking zal volledig digitaal verlopen. Alle papieren en formulieren die heen en weer moeten gaan tussen de administratie en de betrokken zorgboer, zullen via elektronische weg kunnen gebeuren. We denken dat dat gebruiksvriendelijker is voor alle partijen. De dossiers zullen ook efficiënter opgevolgd kunnen worden en de kans op fouten en vergetelheden zal verkleinen waardoor de mensen sneller hun toelage kunnen ontvangen.
Beleidsmatig zijn er natuurlijk nog altijd verder verbeteringen mogelijk. We hebben een permanente werkgroep in het leven geroepen waar de betrokken beleidsdomeinen jaarlijks de zaken evalueren en waar ook verder kan worden nagedacht over verdere stappen die gezet kunnen worden in de toekomst. Ik denk daarbij aan het verder evolueren naar nog meer professionele zorgvormen, het uitbreiden van de doelgroepen alsook het eventueel uitbreiden van de financiering die momenteel enkel vanuit het landbouwbudget verloopt.
Wat mij betreft, is de regelgeving rond zorgboerderijen een van de kroonjuwelen van het gevoerde landbouwbeleid op Vlaams niveau van de afgelopen jaren. Dat bewijst ook de interesse die we daaromtrent mogen zien vanuit de Europese Commissie. In het bijzonder Europees commissaris voor Landbouw Cioloş heeft al meermaals zijn persoonlijke belangstelling getoond voor de manier waarop wij hier met dit fenomeen omgaan.
Ik juich extra financiering vanuit andere beleidsdomeinen zeer zeker toe, mocht die al mogelijk zijn. Wat Landbouw betreft, nemen we alvast onze verantwoordelijkheid en trekken we hiervoor jaarlijks een bedrag uit van 1,4 miljoen euro, een toch niet onaardig bedrag. Wat de andere betrokken beleidsdomeinen betreft, kan ik u meegeven dat mijn collega-minister Vandeurzen enige tijd geleden beslist heeft om het Steunpunt Groene Zorg, dat zorgboerderijen met advies bijstaat voor alle mogelijke problemen die ze ondervinden en begeleidt bij de opstart van een dergelijke activiteit, financieel te ondersteunen. Dat wat de andere beleidsdomeinen betreft. Vanuit Onderwijs worden er niet onmiddellijk financiële middelen ter beschikking gesteld. Men denkt wel samen met ons na over hoe de wetgeving nog zou kunnen worden bijgestuurd of hoe nog andere evoluties mogelijk zijn.
Het besluit dat nu voorligt bij de Raad van State en dat binnenkort definitief zal worden goedgekeurd door de Vlaamse Regering, heeft vooral de administratieve lastenverlaging van het hele systeem voor ogen, met de introductie van het e-loket en de elektronische dossierbehandeling. Vanaf 1 januari 2014 moet dat een feit worden. Het is in ieder geval onze bedoeling om het aantal landbouwers dat in het systeem kan instappen, gelijk te houden. We zullen ervoor zorgen dat de criteria gelijk blijven.
Een van de opmerkingen van de strategische adviesraad betrof de mogelijkheid om een contract af te sluiten. Dat is ook opgenomen als een optie in het kader van het elektronische dossier, dat kan worden opgevraagd via het e-loket. Men kan dat aanduiden en een formulier downloaden om een contract af te sluiten.
De financiering voor de basiswerking komt volledig vanuit Landbouw, het steunpunt wordt gefinancierd door de minister van Welzijn. Vanuit Onderwijs mogen we een meer inhoudelijke samenwerking verwachten.
De voorzitter : De heer Verfaillie heeft het woord.
De heer Jan Verfaillie : Ik dank de minister-president voor zijn uitgebreide antwoord. Het is een heel duidelijke visie. Het is inderdaad een groot succes, en met de beslissing van de Vlaamse Regering van 25 oktober wordt het succes ook voor de toekomst verzekerd.
De voorzitter : Mevrouw Godderis heeft het woord.
Mevrouw Danielle Godderis-TJonck : Ik dank de minister-president voor zijn antwoord. In mijn gemeente zijn er twee zorgboerderijen, en die werken heel goed. Ik kan de vraag ook nog eens stellen aan de minister van Welzijn, voor een betere samenwerking met dat beleidsdomein.
Minister-president Kris Peeters : De samenwerking met Welzijn is goed, maar er zijn zeker nog mogelijkheden op het vlak van nieuwe professionele zorgvormen. Dat moet stap voor stap groeien. Er kan permanent bijgestuurd worden. Er is een permanente werkgroep, die nakijkt welke verbeterpunten er nog zijn.
Mevrouw Danielle Godderis-TJonck : Ik ken twee zorgboerderijen, en zowel de landbouwers als de mensen met een beperking die er gaan werken, zijn er heel tevreden.
Minister-president Kris Peeters : Zoals ik al zei, zijn we daarmee vrij uniek in Europa. Enkel in Vlaanderen, Nederland en een beetje in Noorwegen bestaat dat systeem, elders in Europa bestaat het bij mijn weten niet. Ook in Wallonië zijn er bij mijn weten geen zorgboerderijen. We zijn daar dus vrij uniek in, en misschien moeten we dat nog wat meer uitdragen.
De heer Jos De Meyer : Ik wil nog een aanvullende bekommernis meegeven vanuit Onderwijs. Zorgboerderijen zijn voor leerlingen die in een time-outproject geplaatst worden en op zon zorgboerderij verblijven, meestal heel zinvol. De zorgboeren leveren grote inspanningen om die jongeren op een adequate manier op te vangen.
Het is wel bijzonder belangrijk dat er goede afspraken gemaakt worden over het juiste verwachtingspatroon voor de periode dat ze op die bedrijven verblijven, zodat er ook aandacht is voor bepaalde attitudes waaraan gewerkt moet worden. Er moeten dus vooraf afspraken gemaakt worden en het moet vanuit de scholen ook zeer goed worden opgevolgd.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.