Commissie voor Economie, Economisch Overheidsinstrumentarium, Innovatie, Wetenschapsbeleid, Werk en Sociale Economie
Vergadering van 24/10/2013
De voorzitter : Mevrouw Poleyn heeft het woord.
Mevrouw Sabine Poleyn : Voorzitter, minister-president, collegas, ik zal niet uitweiden over het actieplan Ondernemerschapsonderwijs, maar ik zou willen vragen naar de stand van zaken.
We hebben kunnen lezen in de krant dat de ondernemers aan het vergrijzen zijn. We zullen dus dringend starters nodig hebben. Het is dus belangrijk dat de jongeren die vandaag uit het onderwijs uitstromen, voldoende ondernemingszin en competenties om te ondernemen, hebben. Na een resolutie van dit parlement een aantal jaren geleden heeft de Vlaamse Regering onder leiding van de minister-president een actieplan Ondernemerschapsonderwijs 2011-2014 uitgewerkt, met een heel aantal initiatieven om jongeren zin in ondernemerschap te doen krijgen en ondernemerszin te stimuleren.
Minister-president, wat is de stand van zaken? Ik wil nog drie kleine elementen aanhalen die me specifiek interesseren en die ik belangrijk vind. Ten eerste zijn de leerkrachten heel belangrijk voor de perceptie van ondernemen die op school wordt meegegeven. Bedrijfsstages zijn heel interessant maar worden door de leerkrachten te weinig gebruikt. Er was een voorstel van een proefproject om meer leerkrachten in staat te stellen om deel te nemen aan zon bedrijfsstage. Ze zouden worden vervangen door een organisatie die met de klas rond ondernemerschap aan de slag zou gaan. Ik heb nooit meer iets gehoord van dat proefproject. Ik vraag me dus af of het er ooit is gekomen.
Het was de bedoeling van de resolutie en het actieplan om tot een leerlijn te komen. Die moest ervoor zorgen dat de leerlingen al in het lager onderwijs een positief beeld krijgen van bedrijven en dat ze in het secundair onderwijs ondernemerschap aanleren. Ik heb sindsdien geen voorbeelden gehoord van basisscholen die een bedrijf bezochten. Eigenlijk zou iedereen op 18 jaar toch minstens twee bedrijfsbezoeken moeten hebben afgelegd. Dat is nu helemaal niet het geval. Weinig leerlingen zijn al in een bedrijf geweest, toch die van het aso. Welke initiatieven gaat u nemen?
U lanceert om de zoveel tijd de brugprojecten economie-onderwijs. Ik was heel blij dat bij de laatste oproep zoals wij gevraagd hadden en aangekondigd was niet alles naar gewone projecten ging, maar dat een deel van het budget naar projecten met een positieve evaluatie ging. Die projecten zouden een structurele inbedding moeten krijgen. Zal dat de volgende keer ook zo zijn? Of was dat een persoonlijke beslissing? Is het systeem van de brugprojecten aangepast? Krijgen de topprojecten een structurele inbedding?
Wat zegt de tussentijdse evaluatie? We hebben nog een jaar. Wat staat er nog op stapel?
De voorzitter : Mevrouw Turan heeft het woord.
Mevrouw Güler Turan: Minister-president, u bent tijdens de Ondernemersdagen een project in Gent gaan bekijken. Ik heb het al eens gehad over het student-ondernemersstatuut. Hoe jonger men begint met creatief en innovatief ondernemerschap, hoe succesvoller men wordt.
De Universiteit Gent, de stad, de hogescholen en de jongeren hebben dat samen opgezet. Aan de universiteit bestaat de nodige knowhow en ondersteuning van de professoren. Een startende architect wordt bijvoorbeeld bijgestaan door een jurist die verbonden is aan de universiteit. Dit creëert veel mogelijkheden. Het bestaande studentenstatuut biedt geen sociale zekerheid en weinig voordelen. Het is wel voordelig als er een examen en een belangrijk project samenvallen. Men beschikt over alle mogelijkheden om het project tot een goed einde te brengen.
Het is zinvol om jongeren te stimuleren om al jong te beginnen met ondernemen. Ze kunnen dan ook al jong leren van mislukkingen. U hebt daarvan geleerd. Wat hebt u daar intussen mee gedaan?
De voorzitter : Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters : Collegas, dank voor uw begrip dat ik om 17 uur in Genk moet zijn voor een activiteit naar aanleiding van één jaar sluiting van Ford Genk. Mijn antwoord zal dan ook beperkt zijn. Ik laat u de volledige versie bezorgen.
De opdracht voor het uitwerken van voorstellen voor het aanpakken van juridisch-fiscale knelpunten werd nog niet uitgeschreven. Uit de adviesronde en inventarisatie met medewerking van de SERV, de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) en het netwerk van aanbieders van initiatieven ter bevordering van ondernemerschap en ondernemingszin bleek dat er geen fundamentele juridisch-fiscale knelpunten naar voren geschoven werden. Ondertussen heb ik vanuit een aantal instellingen uit het hoger onderwijs toch nog enkele juridisch-sociaalrechtelijke-fiscale knelpunten of onduidelijkheden aangereikt gekregen. Een belangrijk onderwerp daarbij is het statuut student-ondernemer. Deze knelpunten en onduidelijkheden zullen verder besproken worden op de forumdag ondernemerschap in het hoger onderwijs die in de lente van 2014 zal worden georganiseerd. Het aantrekkelijker maken van het statuut student-ondernemer, in het bijzonder de problematiek van de verschuldigde sociale bijdragen, zal echter een ingreep vergen in de wetgeving rond het sociaal statuut van zelfstandigen. Dit is een federale bevoegdheid.
Er is geen tussentijdse evaluatie van het actieplan vooropgesteld. Alle actoren werken samen verder aan de uitvoering van het voorliggende actieplan. Wat het beleidsveld Economie betreft, verwijs ik naar de al aangestipte forumdag ondernemerschap in het hoger onderwijs. Hiermee willen we de instellingen uit het hoger onderwijs omkaderen om ervaringen te delen over de aanpak van het ondernemerschap. Dit najaar wordt ook de evaluatie opgeleverd van de werking van de Vlaamse Jonge Ondernemers ( Vlajo) en de Stichting Onderwijs & Ondernemen. De bevindingen van deze evaluatie zullen worden geïmplementeerd in de verdere afspraken die vanuit het Agentschap Ondernemen met deze actoren gemaakt worden over het gezamenlijke beleidsplan. Daarbij is vooral de nauwere samenwerking tussen beide belangrijk.
Ten slotte werkt het Agentschap Ondernemen dit najaar aan de voorbereiding van een nieuw bestek voor ondernemingsplanwedstrijden. De huidige wedstrijden Plan(k)gas, Battle of Talents en Bizidee lopen nog gedurende het schooljaar 2013-2014. De ervaringen na twee edities zullen worden gebruikt voor het opstellen van een nieuw bestek waarmee ook vanaf de zomer 2014 opnieuw ondernemingsplanwedstrijden kunnen worden ondersteund.
Tot op heden verloopt de samenwerking tussen Competento en KlasCement vlot. Ik laat u het volledige overzicht bezorgen.
We hebben verschillende initiatieven om verdienstelijke leraren in de bloemetjes te zetten, onder meer op de jaarlijkse OndernemerKlasseDag.
De werkgroep heeft de mogelijkheden voor een kwaliteitslabel uitgebreid onderzocht. Dat zult u ook kunnen lezen. We pakken dat op een goede manier aan.
Ik heb voor u een overzicht van de infomarkten in 2011 en 2013. Ook op uw vragen over de korte bevragingen, het StartKompas en het Team Ondernemerschapsonderwijs zal ik mijn schriftelijk antwoord overmaken.
De voorzitter : Mevrouw Poleyn heeft het woord.
Mevrouw Sabine Poleyn: Voorzitter, als ik na lezing van het antwoord van de minister-president nog vragen heb, dan mag ik die toch stellen.
De voorzitter : Ik zal dat toestaan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.