Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Vergadering van 16/10/2013
De voorzitter : Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Mevrouw Els Robeyns : Voorzitter, minister-president, collegas, de problematiek van het overmatig preventief of foutief antibioticagebruik in de veeteelt en de pluimveesector en de daarmee samenhangende toenemende trend van resistentie tegen antibiotica werd al meermaals besproken in deze commissie. Recent onderzoek van Test-Aankoop toont aan dat ons vlees vandaag nog steeds te veel antibioticaresistente bacteriën bevat. Zeven op de tien onderzochte stalen kipfilets bevatten antibioticaresistente bacteriën. Iedereen zal het erover eens zijn dat dat te veel is.
Minister-president, uit uw antwoord op eerdere vragen van mijzelf en andere collegas blijkt dat er rond deze problematiek al verschillende initiatieven genomen zijn, onder andere door u. Zo werd begin 2012 met het kenniscentrum Antimicrobial Consumption and Resistance in Animals (AMCRA) een nieuw kenniscentrum opgericht voor alles wat te maken heeft met antibioticagebruik en -resistentie. Vanuit de stuurgroep van AMCRA werden een aantal strategische objectieven vooropgesteld, zoals het opstellen van antibioticagidsen per diersoort, het opzetten van een elektronische gegevensbank, het ontwikkelen van informatie- en sensibilisatiecampagnes, voorstellen tot autoregulatie enzovoort. Ook het gebruik van zinkoxide in varkensvoeder als alternatief voor antibiotica zou door AMCRA bestudeerd worden.
Daarnaast werkte de Beroepsvereniging van de Mengvoederfabrikanten (BEMEFA) aan een actieplan. Een van de speerpunten daarvan zou het verlagen van het antibioticagebruik zijn. Dat actieplan zou uitmonden in een convenant met het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid (FAVV), de FOD Landbouw en de FOD Volksgezondheid. Een groot gedeelte van de bevoegdheid rond antibioticagebruik, zeker wat het toezicht betreft, behoort immers nog steeds toe aan de federale overheid. Dat wil echter niet zeggen dat er geen raakvlakken zijn. Daarom wil ik u toch een aantal vragen stellen over deze problematiek.
Minister-president, wat is de stand van zaken met betrekking tot de strategische doelstellingen van AMCRA? In welke mate zijn die al gerealiseerd? Welke concrete resultaten op het terrein zijn eruit voortgevloeid? Is hierover recent nog overleg geweest met de bevoegde federale minister? Tot welke concrete resultaten heeft dat geleid? Is er over deze problematiek overleg gepleegd met de bevoegde Europese autoriteiten?
De voorzitter : Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Mevrouw Tine Eerlingen : Ik wil mij graag aansluiten bij deze problematiek. Ik heb mij al meermaals over deze problematiek gebogen en heb er ook al verschillende vragen over gesteld. Het is een belangrijk en pertinent probleem en ik ben blij dat de minister-president zich ervoor probeert in te zetten, ook al is het federale bevoegdheid.
AMCRA heeft twee heel concrete voorstellen geformuleerd, namelijk de wettelijke erkenning van het gebruik van zinkoxide bij biggen en het wettelijke verbod op het gebruik van antibiotica van de derde en vierde generatie, tenzij er geen alternatief is. Zijn dat punten waarover u al overleg gepleegd hebt met uw federale collega-minister Onkelinx? Wat is uw standpunt daarover?
Een aantal onderzoeken en een doctoraatsstudie hebben aangetoond dat goede hygiëne en een echte desinfectiestrategie de aanwezigheid van onder andere de MRSA-bacterie ( Methicilline Resistente Staphylococcus Aureus) kan voorkomen, en verminderen als ze al aanwezig is. Dat lijkt mij een heel belangrijk punt in de bedrijfsvoering. En dat is Vlaamse materie. Ziet u daar een versnelling mogelijk, om onze landbouwers daar meer van op de hoogte te brengen, om echt te sensibiliseren en zo het bedrijfsmanagement te proberen aanpassen om die bacteriën minder vaak te laten voorkomen en het antibioticagebruik te verminderen?
De voorzitter : De heer Callens heeft het woord.
De heer Karlos Callens : Minister-president, onder andere de Katholieke Hogeschool Roeselare en de Boerenbond zijn bezig met een aantal projecten in verband met het gebruik van antibiotica. Er loopt ook een project met betrekking tot de vleeskuikens. Hebt u al een eerste feedback over dat demonstratieproject ontvangen vanuit de pluimveehouderij?
De heer Jos De Meyer : De bezorgdheid die door de collegas naar voren is gebracht, is zeker terecht, maar wie de landbouwpers volgt, weet dat de landbouworganisaties en de overheid bijzonder veel aandacht vragen voor dit probleem. Ik vind dat we toch ook moeten wijzen op de inspanningen die vanuit het veld geleverd worden.
De voorzitter : Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters : De opmerking van de heer De Meyer is terecht. Het is een belangrijke problematiek. Het is vanzelfsprekend dat iedereen daar de schouders onder zet. Dat de commissieleden hier al verschillende keren vragen over hebben gesteld, is een goede zaak.
AMCRA is gestart op 1 januari 2012 en is meteen van start gegaan met heel wat werkgroepen. Het eerste advies dat in september 2012 werd afgeleverd, ging over datacollectie. Er werd geadviseerd om een datacollectiesysteem te ontwikkelen op bedrijfsniveau zodat we per landbouwbedrijf en per dierenarts kunnen weten hoeveel antibiotica er worden gebruikt.
In Nederland en Denemarken bestaan die systemen al en in Duitsland werd dit recent opgestart. In België heeft de federale overheid in september 2013 beslist om een dergelijk datacollectiesysteem te ontwikkelen. De datacollectie zal verlopen via een uitbreiding of aanpassing van het bestaande Sanitel-systeem.
Ondertussen heeft AMCRA ook verschillende gidsen opgesteld, drie per diersoort. Een: gids voor goede landbouwpraktijken om het gebruik van antibiotica zoveel mogelijk te voorkomen. Het gaat dan over varkens, pluimvee en rundvee. Twee: gids voor goed gebruik van antibiotica, om ervoor te zorgen dat antibiotica correct worden gebruikt. Ook hier gaat het over varkens, pluimvee en rundvee. Drie: formularium voor behandeling. Hierin staat voor alle belangrijke bacteriële aandoeningen bij varkens, pluimvee en rundvee advies over welke behandelingen het best worden gebruikt en welke antibiotica zeer restrictief moeten worden gebruikt wegens hun belang voor de humane gezondheid.
Per diersoortgroep is er een oplijsting gemaakt van mogelijke maatregelen voor autoregulatie. Dit zijn maatregelen die de sectoren zelf kunnen implementeren om het antibioticumgebruik naar beneden te halen. Verschillende van deze maatregelen werden door de lastenboeken van de kwaliteitslabels overgenomen. AMCRA blijft continu adviseren en, waar nodig, helpen om deze maatregelen in de praktijk te realiseren.
Tevens heeft AMCRA een advies gegeven over het toelaten van het gebruik van zinkoxide bij gespeende biggen ter vervanging van antibiotica. Dit advies is effectief omgezet in de realiteit en sinds 1 september 2013 is het mogelijk om dit product te gebruiken. AMCRA verwacht dat dit vanaf nu zal worden vertaald in een belangrijke daling van het antibioticagebruik bij varkens.
Daarnaast is AMCRA permanent bezig met sensibiliseren en communiceren via het organiseren van presentaties te velde voor veehouders en dierenartsen met roadshows en via de organisatie van studiedagen. Bijvoorbeeld op 10 november is er een studiedag over vaccinatie en bioveiligheid als alternatieven voor antibioticagebruik.
Momenteel zijn er nog verschillende werkgroepen actief die adviezen voorbereiden in functie van de vragen van de stuurgroep, onder andere over de voorwaarden voor het geneesmiddelendepot bij dierenarts en veehouder, het gebruik van gemedicineerde voeders, mogelijkheden om vaccinatie en bioveiligheid in het veld te promoten. Ten slotte wordt er ook nog werk gemaakt van gidsen voor paarden en gezelschapsdieren. U ziet dus dat er heel wat actie is opgebouwd omdat hierover in het verleden in deze commissie pertinente vragen zijn gesteld.
Recentelijk is er geen overleg gepleegd op ministerieel niveau. Op ambtelijk niveau en vooral op het vlak van onderzoek gezien de belangrijke expertise die ter zake aanwezig is bij het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) is er geregeld overleg met de federale overheidsdiensten. Het hoeven niet altijd ministers te zijn. Als het goed werkt op het lage niveau, is dat misschien nog efficiënter en effectiever.
Is er over deze problematiek nog overleg gepleegd met de bevoegde Europese autoriteiten? Dit betreft een federale materie. We zijn dus voorzichtig om hierover actie te ondernemen, hoewel we dat soms doen, omdat de federale overheid ons daartoe aanzet, niet formeel maar informeel. Het is aan de federale overheid om hierover met Europa te communiceren.
De federale overheid heeft ons van het volgende initiatief op de hoogte gebracht. Op 22 mei 2013 werd de vergadering van de strategische groep Hoofden van de veterinaire diensten, speciaal gewijd aan het antibioticabeleid. Op die vergadering hebben de vier betrokken landen het nationale antibioticabeleid aan elkaar voorgesteld. Voor België werd de werking van AMCRA vzw toegelicht. Er werd ook gewerkt aan een gezamenlijk initiatief met Frankrijk, Nederland, België en Luxemburg, over een verlaagd en zorgvuldig antibioticagebruik in diergeneeskunde en de controle van antibioticaresistentie.
Dit initiatief werd op de Europese CVO-werkgroep, dit is de Europese Commissiewerkgroep van Hoofden van de veterinaire diensten van 4 en 5 september 2013 in Vilnius in Litouwen, voorgesteld en wordt al gesteund door een aantal andere lidstaten en zal in de volgende vergaderingen verder besproken en ontwikkeld worden. Bovendien komt de problematiek van de antibiotica regelmatig aan bod in verschillende andere commissiewerkgroepen, zoals die over biological safety en animal health. Hier zijn het de collegas van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) die ons land vertegenwoordigen.
Er zijn dus heel wat acties en demonstratieprojecten. Ook al is die bevoegdheid ons vooralsnog niet toevertrouwd, we doen wat we kunnen, binnen onze bevoegdheden. We nemen dit probleem ter harte. Er is al een hele weg afgelegd, maar dat wil nog niet zeggen dat we er al zijn. De betrokken actoren zijn er zich zeer goed van bewust dat ze dit probleem au sérieux moeten nemen en ook aanpakken.
De voorzitter : Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Mevrouw Els Robeyns : Minister-president, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord en ook voor de inspanningen die u doet. Als het goed is, mag het ook worden gezegd. U zegt terecht dat iedereen dit probleem ernstig neemt. De acties die u aankondigt, tonen aan dat als we de krachten bundelen, we op korte tijd stappen vooruit kunnen zetten. Ik ben blij te horen dat er veel zaken in ontwikkeling zijn en al goedgekeurd zijn. Als we hier een goed initiatief nemen, zou het positief zijn dit ter kennis te geven aan de andere landen. Anderen kunnen daarvan leren, en eventueel kunnen we ook daar de krachten bundelen. We volgen dit verder op.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.