Commissie voor Cultuur
Vergadering van 09/02/1994
VOORZITTER : de heer L. Peeters
De interpellatie wordt gehouden om 14.25 uur.
Interpellatie van de heer F. De Man tot de heer H. Weckx, Vlaamse minister van Cultuur en Brusselse Aangelegenheden over het Festival van de Arabische Cultuur in de KVS te Brussel
De voorzitter : Aan de orde is de interpellatie van de heer De Man tot de heer Weckx, Vlaamse minister van Cultuur en Brusselse Aangelegenheden over het Festival van de Arabische Cultuur in de KVS te Brussel.
De heer De Man heeft het woord.
De heer F. De Man : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, van 14 tot 31 december 1993 heeft in de Koninklijke Vlaamse Schouwburg te Brussel een Festival van de Arabische Cultuur plaatsgevonden. Ik heb daarover vrij veel reacties en brieven gekregen vooral van Vlamingen in Brussel en uit de randgemeenten.
Die reacties gingen van een beleefde verwondering tot grote verontwaardiging. Daarom wens ik u een aantal vragen te stellen.
Ten eerste, gaat u ermee akkoord dat een instelling die met Vlaams belastinggeld wordt gesubsidieerd en die zou moeten bijdragen tot de uitstraling van de Vlaamse cultuur in Brussel zich tot die activiteit van december 1993 leent?
Ten tweede, kunt u bovendien aanvaarden dat voor dat zogenaamde Festival van de Arabische Cultuur drietalige reclame werd gevoerd, nogmaals op onze kosten en door een instelling die het in de eerste plaats voor de Vlaamse cultuur zou moeten opnemen? Deze drietalige reclame was eerst in het Arabisch, dan in het Nederlands en het Frans opgesteld. Verleent men op die manier, mijnheer de minister, geen buitensporige faciliteiten en vormt deze manier van handelen eigenlijk geen gevaarlijk precedent? Immers, ik kan mij inbeelden dat, wanneer dit in een Vlaamse instelling in Brussel kan, een culturele minderheid, die de Franstaligen alsnog in de randgemeenten zijn, zich ook zou kunnen geroepen voelen om bijvoorbeeld in culturele centra in de faciliteitengemeenten of in andere, zoals bijvoorbeeld Vilvoorde of Dilbeek, bepaalde eisen te stellen.
Ten derde, meent de minister dat de Vlaamse Schouwburg in Brussel culturele activiteiten moet brengen waarbij het Nederlands helemaal door het Arabisch of het Frans wordt verdrongen? Op bepaalde avonden was er van Nederlands zelfs geen sprake. Nu en dan was er een vertaling voorzien of werden er bepaalde stukken vertaald voorgelezen, maar op bepaalde avonden was helemaal geen woord Nederlands te horen. Ik denk toch dat heel wat trouwe bezoekers, Brusselse Vlamingen en Vlamingen uit Brabant, nogal geschokt reageren wanneer ze vaststellen dat iets wordt geprogrammeerd dat op geen enkele wijze aan hun Vlaming-zijn beantwoordt.
Er is nog meer. Mensen die naar de KVS zijn geweest hebben mij gezegd dat body-guards waren ingehuurd om die Arabische feestelijkheden te beschermen. Wanneer Vlamingen enigszins verwonderd vroegen wat er die avond zou gebeuren, aangezien de zaken uitsluitend in het Arabisch en het Frans plaatsvonden, werden zij met zachte drang op straat gezet. Ik vind het eigenlijk bijzonder grof dat men aan de ingang van wat een cultuurtempel zou moeten zijn, en dat eigenlijk ook is, Arabische bodyguards plaatst om daar de taak van politieagent te vervullen. Ik kan dit absoluut niet begrijpen.
Kan de minister mij ook meedelen hoeveel bezoekers er op die Arabische festiviteiten geweest zijn, dus van 14 december tot en met 31 december? Zelfs op oudejaarsavond werd voorrang verleend aan de Arabische cultuur want er was een oudejaarsfeest.
Hebt u een overzicht van het toeschouwersaantal voor de verscheidene activiteiten?
Hoeveel bedragen de ontvangsten voor dit hele festival en wat zijn daartegenover de totale uitgaven?
Welke financiële ondersteuning genoot dit festival en van welke overheden?
Meent de minister niet en dat is een ideologische benadering dat Vlaamse budgetten voor cultuur beter zouden worden gebruikt voor de minderheidsgroep die de Brusselse Vlamingen nu eenmaal in de hoofdstad vormen? Het Vlaams Blok meent dat, wanneer Vlaanderen in Brussel middelen ter beschikking stelt, dit nagenoeg uitsluitend ten voordele van de Brusselse Vlamingen zou moeten zijn en voor de Vlaamse uitstraling in Brussel. Men doet dat echter niet en men beslist dat in de Vlaamse schouwburg op een bepaalde avond aan de Palestijnen de mogelijkheid moet worden geboden om hun visie te geven op bijvoorbeeld de Golfoorlog of de Kruistochten. Ik vind dit een bijzonder eigenaardige manier om de Vlaamse cultuur in Brussel enige weerklank te geven. Dat is geen tolerantie meer, maar zelfkastijding.
Mijnheer de minister, zal men in de toekomst op dezelfde ingeslagen multiculturele weg voortgaan? Zijn er dus nog andere Arabische of multiculturele weken voorzien in onze Vlaamse schouwburg in Brussel of zal de minister erop toezien dat de KVS opnieuw haar taak waarneemt waarvoor de Vlaamse belastingbetaler haar trouwens financieel ondersteunt, met name zorgen voor de aanwezigheid van de uitstraling van de Vlaamse cultuur in Brussel?
De voorzitter : De minister heeft het woord.
Minister H. Weckx : Mijnheer de voorzitter, collega's, de KVS heeft inderdaad als opdracht bij te dragen tot de uitstraling van de Vlaamse cultuur, ik geef de voorkeur aan de term "Nederlandse cultuur", in Brussel. Brussel is niet enkel de hoofdstad van Vlaanderen maar is tot nader order nog altijd of u dat wenst of niet de hoofdstad van het federale België en van Europa. Het mag dan nog niet de jure zijn, het is het in ieder geval de facto.
Om in deze context de Nederlandse cultuur met succes te profileren en te manifesteren is een open houding ten aanzien van de andere culturen meer dan noodzakelijk. De internationale faam trouwens van onze cultuur, en dat weet u zeer goed, vanaf de middeleeuwen tot op vandaag, is precies aan deze openheid te danken.
Bovendien werd de keuze van de KVS, om ruime aandacht te besteden aan de Arabische cultuur, gemaakt vanuit de vaststelling dat er nauwe banden bestaan tussen de Franstalige cultuur en de migrantengemeenschap, terwijl aan Vlaamse kant veel te sporadisch een initiatief wordt genomen. Het defaitistisch ondergaan van een dergelijke situatie is allesbehalve de juiste manier om hieraan enig tegengewicht te geven. Het festival richtte zich tot de Nederlands- en Franstaligen en Arabisch sprekende gemeenschappen in Brussel. Bijgevolg is het logisch dat ook de promotie van het festival in die drie talen gebeurde. Dit is des te meer aanvaardbaar omdat deze handelwijze mededelingen in drie talen formeel is toegestaan, zelfs door de gecoördineerde wetten op het taalgebruik.
Hierbij spreken van gevaarlijke precedenten en buitensporige faciliteiten is, naar mijn gevoel, pure sloganeske taal. Het geachte lid weet trouwens zeer goed dat ik, als Vlaams minister van Cultuur en Brusselse Aangelegenheden, nauwgezet de belangen van de Vlamingen in Brussel en in de randgemeenten verdedig en dat de culturele centra een belangrijk element vormen in deze belangenbehartiging.
Een activiteit georganiseerd door de KVS voor specifieke doeleinden en specifieke doelgroepen voorstellen als een voorafbeelding van een algemene beleidslijn, die ik als Vlaams minister van Cultuur steun, getuigt geenszins van een objectieve zienswijze. Meer dan 60 artikels in dagen weekbladpers bevestigen het kwalitatief karakter en de professionele aanpak van dit initiatief.
De Vlaamse organisatoren hebben aan de migrantengemeenschap kunnen tonen dat de KVS instaat niet enkel voor een gebouw dat aan restauratie toe is, maar voor een van de belangrijkste Brusselse podia waar kwalitatief hoogstaande culturele activiteiten worden gebracht. Dit dwingt niet alleen respect af maar leert ook dat Vlaanderen op cultureel gebied in Brussel effectief en efficiënt aanwezig is. Het Festival van de Arabische Cultuur was voor deze kennismaking een goed uitgangspunt. Inderdaad, onbekend maakt onbemind. Terwijl Vlaanderen op tal van gebieden vreemde talen gebruikt om zich in Europa en in de wereld te profileren, zou dit in Brussel plots niet meer geoorloofd zijn.
De eigen Vlaamse produkties van de KVS worden voor uitverkochte zalen opgevoerd. Indien u nog geen voorstellingen hebt bijgewoond nodig ik u uit dit initiatief te nemen. Inderdaad, er werd een schitterende "King Lear" opgevoerd. Misschien mag ik u binnenkort uitnodigen op de voorstelling van "Le Misantrope" ; spijtig genoeg gaat het om een toneelstuk van Molière, maar het wordt in het Nederlands opgevoerd! Zoals gezegd worden eigen Vlaamse produkties voor uitverkochte zalen opgevoerd. Dit bewijst dat er geen sprake is van een geschokt publieksvertrouwen, wel integendeel, en dat uw vraag daaromtrent ontkennend moet worden beantwoord.
Ik ben in het bezit van een lijst van alle voorstellingen, van alle data en uren, en van het aantal bezoekers. Ik kan u zeggen dat in veertien dagen 2.440 bezoekers in de KVS zijn geweest, gaande van ongeveer 400 voor de grote manifestaties tot ongeveer 40 voor de kleinere, die trouwens meestal in de foyer plaatsvonden.
De totale inkomsten van deze manifestaties leverden een bedrag op van 739.910 frank. De onkosten bedroegen 2.754.406 frank. Ik kan u met een gerust gemoed zeggen dat 25 percent eigen inkomsten in de culturele sector een meer dan behoorlijk bedrag is. De KVS heeft voor dit festival geen bijkomende financiële ondersteuning genoten. Het werd met eigen middelen gefinancierd.
Voor de sociologische minderheidsgroep die de Vlamingen in Brussel zijn is het van bijzonder groot belang te bewijzen dat Vlaanderen op cultureel gebied in België toonaangevend is.
De budgetten die ik bestem voor de Brusselse podia hebben dan ook tot doel de Vlaamse kunst en cultuur in Brussel op een kwalitatief hoogstaand niveau te tillen en een opvallende plaats te geven, zowel voor het Vlaamse als voor het anderstalige publiek.
Op de laatste vraag van de heer De Man, namelijk of men in de toekomst dezelfde multiculturele weg zal blijven opgaan, is mijn antwoord positief. Ik hoop inderdaad dat de culturele instellingen, en meer bepaald de KVS, in hun autonomie bij het programmeren en die voor mij ook belangrijk is die weg verder zullen bewandelen.
De voorzitter : De heer De Man heeft het woord.
De heer F. De Man : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het gesprek tussen ons is in feite een dovemansgesprek. Ik geef toe dat u een aantal principes moet verdedigen, maar u doet net het tegenovergestelde. U zegt bijvoorbeeld dat de uitstraling van Vlaanderen tijdens de Middeleeuwen bekend is. Ik dacht niet dat dit een uitstraling was van de Arabische cultuur. Het ging om onze eigen cultuur, om onze eigen schilders en componisten.
Als minister moet u instaan voor de bevordering van de Vlaamse cultuur in Brussel. U zegt dit te doen. Doch veertien dagen lang ziet men in de Vlaamse cultuurtempel in overgrote meerderheid vreemdelingen, ongeveer 80 percent van het totale aantal bezoekers.
U zegt ook dat het een voorafbeelding is van de weg die wij in Brussel moeten bewandelen. Ik weet dat een aantal personen bij het stellen van blijkbaar moeilijke vragen de toegang tot de KVS werd geweigerd.
Mijnheer de minister, u moet eerst en vooral de Vlaamse cultuur steunen in Brussel en u steunt de Arabische cultuur. U hebt zelfs voor deze manifestatie subsidies verstrekt.
U zegt zelfs op de ingeslagen weg te willen voortgaan. In dat geval zal ik u steeds weer interpelleren.
Ik betreur ten zeerste uw laatste uitdrukking, namelijk dat u nog in veel grotere mate die culturele weg wilt bewandelen.
De voorzitter : De heer Dierickx heeft het woord.
De heer L. Dierickx : Mijnheer de voorzitter, ik steun de minister in zijn opzet. Ik meen inderdaad dat er geen betere methode bestaat om discriminaties, vijandelijkheden en spanningen in een multiculturele samenleving te vermijden dan precies aandacht te schenken aan de cultuur van minderheidsgroepen. Deze aanpak lijkt mij de beste methode om de dreigende spanningen in Europa tegen te gaan. Vele mensen lijden onder een gebrek aan aandacht.
Mijnheer de minister, u hebt gezegd dat deze manifestatie 25 percent aan eigen inkomsten opleverde. Dit is een record. Als men weet dat sommige opera's in vooraanstaande cultuurlanden ermee pronken 21 percent eigen inkomsten te hebben, is 25 percent een ongekend record.
De voorzitter : Mijnheer de minister, ik meen dat u met dit standpunt in feite de steun van alle fracties, behalve één, geniet.
Het incident wordt gesloten om 14.40 uur.