Commissie voor Economie, Economisch Overheidsinstrumentarium, Innovatie, Wetenschapsbeleid, Werk en Sociale Economie
Vergadering van 27/06/2013
Vraag om uitleg van de heer Johan Deckmyn tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, over de concurrentie van het Oostblok ten aanzien van Vlaamse transportbedrijven
- 1902 (2012-2013)
De voorzitter : De heer Deckmyn heeft het woord.
De heer Johan Deckmyn : Voorzitter, dit is min of meer een opvolgingsvraag. Enkele jaren geleden heb ik immers reeds de problematiek van de concurrentie van het Oostblok tegenover Vlaamse transportbedrijven aangekaart. Ik wees er toen al op dat de Vlaamse transportbedrijven aangaven dat ze genekt werden door de goedkopere chauffeurs uit voornamelijk Polen, Bulgarije en Roemenië. De firma Jonckheere stelde toen letterlijk: Wij zijn afgestraft omdat we te braaf zijn. Hier werken alleen maar Belgische chauffeurs en geen goedkope Polen. Daardoor betalen we ons blauw aan sociale lasten en loonkosten.
Aangezien een deel van deze problematiek ook federale materie is, antwoordde de minister-president toen dat hij zijn oor eens te luisteren zou leggen bij de sector om dit eens te bekijken, maar dat hij er nog niet over was aangesproken. Hij kon trouwens ook niet weten welke maatregelen hij direct zou kunnen nemen, maar hij beloofde toen dat hij naar aanleiding van mijn vraag met de sector contact zou opnemen om eens te bekijken hoe die situatie kan worden ingeschat en wat er eventueel op verschillende beleidsdomeinen zou kunnen worden gedaan.
Ondertussen zijn we al enkele jaren verder en deze problematiek blijft actueler dan ooit. Begin juni konden we via de media vernemen dat Vlamingen het niet meer pikken dat buitenlanders hun werk afpakken. Er dreigt bijgevolg, zo stelt men, een oorlog in de transportwereld. Het gaat zelfs zo ver dat Vlaamse truckers ermee dreigen om de voertuigen van hun Oost-Europese collegas te saboteren, omdat die aan dumpingtarieven blijven werken.
Veel transportbedrijven en chauffeurs hebben blijkbaar alle vertrouwen in de overheid hierover verloren. Ik heb onlangs nog met een paar transportmensen gesproken. Het blijkt, zoals ik uit de media kon optekenen, dat men zelfs niet meer met de regering wil praten. De transportwereld bevestigt dat bij vele bedrijven het water nu echt aan de lippen staat. FEBETRA-woordvoerster Isabelle De Maegt stelt bovendien dat, als bij enkelen de stoppen doorslaan, er uiteraard heel veel schade kan worden aangericht.
Het is bijgevolg bijzonder belangrijk dat er op Vlaams en federaal gebied ik ben hier als Vlaams volksvertegenwoordiger om u te ondervragen, minister-president initiatieven worden genomen om deze problematiek op een deskundige manier te ontmijnen.
Minister-president, werd er door de Vlaamse overheid reeds contact opgenomen met de sector ter zake? Wat waren eventueel de conclusies? In hoeverre is er overleg geweest met de federale overheid over deze problematiek? Werden er reeds maatregelen genomen om aan deze problematiek tegemoet te komen?
De voorzitter : Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters : Voorzitter, collegas, mijnheer Deckmyn, we hebben in november 2011 contact gehad met Owner Drivers United, een organisatie van zelfstandige beroepschauffeurs. Er heeft ook sinds 2011 op regelmatig tijdstip overleg plaatsgevonden met verschillende stakeholders uit de sector. Zij maakten ons hun bezorgdheden bekend, waaruit blijkt dat, zoals u zelf ook hebt aangegeven, veel van de bekommernissen een initiatief vereisen op het federale niveau, maar ook op het Europese niveau.
Het Europese niveau regelt, zoals u weet, immers het vrij verkeer van diensten en het vrij verkeer van personen. Met het vrij verkeer van diensten kunnen niet-Belgische, vooral dan Oost-Europese, onderaannemers gebruikt worden of kunnen Belgische ondernemingen dochterondernemingen oprichten in het buitenland, ook veelal in Oost-Europa. Via het vrij verkeer van personen kunnen die buitenlandse dochterondernemingen dan transportdiensten aanbieden in België met buitenlandse, vooral Oost-Europese, chauffeurs.
Een andere suggestie die ik hoor, en waarvoor een Europees ingrijpen nodig zou zijn, is het verbieden of beperken van de cabotage. Minister Crevits heeft over de cabotagebenadering een uitvoerige stand van zaken gegeven tijdens de vergadering van de commissie Mobiliteit en Openbare Werken van 30 mei, en dit naar aanleiding van het protest tegen sociale dumping en een verdere liberalisering. Daaruit begrijp ik dat er een verslaggeving wordt opgemaakt door de Europese Commissie, onder meer met betrekking tot arbeidsvoorwaarden, sociale wetgeving, controles en handhaving in het kader van de uitvoering van verordening 1072/2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg, artikel 17, paragraaf 3, en dat deze verslaggeving tegen eind 2013 zou worden voorgelegd.
Voor andere suggesties is minstens een federaal ingrijpen nodig, bijvoorbeeld om een soort van professionele diesel in te voeren met een kostprijs die gelijk is in heel de Europese Unie. Een ander element waarnaar verwezen wordt, zijn de controles op rijbewijzen, ADR-diplomas (European Agreement Concerning the International Carriage of Dangerous Goods by Road) en andere attesten. Dit is echter een bevoegdheid van de politie en dus geen Vlaamse bevoegdheid. Maar, zoals ik ook al heb gezegd in mei 2012, als ik me niet vergis, is het aantal vragen dat ons gesteld wordt met betrekking tot deze problematiek vrij beperkt, juist omdat het vooral federale en Europese materie betreft. Dat blijkt ook uit de contacten die ik had met de heer Verkinderen, secretaris-generaal van Transport en Logistiek Vlaanderen (TLV).
Ten slotte zijn er de sociale lasten, die ervoor zorgen dat de concurrentie bijzonder moeilijk is. Ik had het al over het Concurrentiepact. Ik zei al hoe deze materie wordt aangepakt. Mijnheer Deckmyn, ook al is het onze bevoegdheid niet en hebben we maar beperkte mogelijkheden, we zijn daarmee bezig. Vooral minister Crevits is daarmee bezig. Er zijn afspraken gemaakt over de cabotage. Europa dringt erop aan dat we stappen zetten in de richting die ik heb aangegeven.
De voorzitter : De heer Deckmyn heeft het woord.
De heer Johan Deckmyn : Er zijn dus verschillende overlegmomenten geweest. Vooral de Europese regelgeving is in deze kwestie belangrijk. Om Europa kunnen we niet heen.
Vorige keer heb ik het ter sprake gebracht, het is inderdaad vooral de cabotageregeling die veel kwaad bloed zet. Vooral chauffeurs uit Oost-Europa nemen het niet al te nauw met de regels.
Nu, ik zal zien wat de toekomst brengt, ik ben alleszins tevreden met het antwoord, minister-president. Ik hoop dat de Vlaamse Regering deze problematiek verder opvolgt.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.