Commissie voor Economie, Economisch Overheidsinstrumentarium, Innovatie, Wetenschapsbeleid, Werk en Sociale Economie
Vergadering van 13/06/2013
Vraag om uitleg van mevrouw Gwenny De Vroe tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, over de ontwikkeling van het bedrijventerrein Westrode (Meise)
- 1839 (2012-2013)
De voorzitter : Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Mevrouw Gwenny De Vroe : Minister-president, ik stel deze vraag niet uit verontwaardiging, noch uit verwondering, maar ik hoop dat ik een hoopvol antwoord krijg. Het dossier waar ik vragen over heb, dateert toch al van 2004. Ik hoop dat we stappen vooruit zullen kunnen zetten.
Collegas, het gaat over de ontwikkeling van een regionaal bedrijventerrein in Meise. Deze ontwikkeling past binnen het Strategisch Actieplan voor de Reconversie en Tewerkstelling in de Luchthavenregio (START). Dit is u allen toch wel bekend.
Minister-president, een tweetal weken geleden hebben we in dezelfde commissie ook gesproken over de luchthaven en zijn economisch potentieel. Toen was het ook heel duidelijk dat een snelle ontwikkeling van een hoogwaardig bedrijventerrein als dit, voor transport, distributie en logistiek, toch wel heel belangrijk is en tegemoet zou komen aan de vele vragen en aan de ontwikkeling die noodzakelijk is voor onze luchthaven.
Op 19 november had de raad van bestuur van Haviland een brief naar de provinciale ontwikkelingsmaatschappij (POM) verstuurd, waarin gemeld werd dat ze beslist hadden om de projectovereenkomst omtrent de ontwikkeling van deze bedrijvenzone te stoppen. In de commissievergadering van 17 januari 2013 had ik u hierover ook al een vraag gesteld, en toen antwoordde u dat er op 6 februari een overleg werd gepland met het Agentschap Ondernemen en de POM dat meer duidelijkheid zou verschaffen. Ik heb u hierover op 19 februari een schriftelijke vraag gesteld, en daaruit bleek echter dat de POM geen verduidelijking had kunnen verschaffen over de te ondernemen stappen, omdat ze formeel niet meer betrokken werd bij de ontwikkeling van Meise-Westrode. Wel vond een bilateraal overleg plaats op 20 februari tussen het Agentschap Ondernemen en Haviland. Op dat overleg konden geen beslissingen of standpunten worden gegeven omdat het dossier Meise-Westrode op dat moment nog niet was overgedragen aan de nieuwe directeur van Haviland, wat voor eind maart zou gebeuren.
Minister-president, heeft een verder overleg plaatsgevonden tussen het Agentschap Ondernemen en de nieuwe directeur van Haviland omtrent de ontwikkeling van het bedrijventerrein? Wat is het resultaat van dat overleg?
Zullen subsidies worden aangevraagd voor de realisatie van Meise-Westrode, zodat er naast de bouwvergunning ook via de subsidies een hefboom is om het gewenste ontwikkelingsperspectief voor het bedrijventerrein Meise-Westrode, zoals is bepaald in de beslissing van 3 december 2004, af te dwingen? Wat is de stand van zaken? Welke stappen zijn ondernomen of moet men ondernemen?
Conform de mededeling van 11 mei 2011 zou de POM Vlaams-Brabant de projectorganisatie van het voorgestelde ontwikkelingstraject op zich nemen. Aangezien de POM niet meer betrokken is, rijst de vraag wie de projectorganisatie op zich zal nemen.
Heeft de Vlaamse Regering zich beraden hoe fundamenteel de actuele situatie afwijkt van de toenmalige beslissing? Komt er een actualisering of herziening van de beslissing van de Vlaamse Regering van 3 december 2004?
Is ondertussen nagegaan hoe de realisatie van de ingekleurde bedrijventerreinen op het gewestplan bespoedigd kan worden?
De voorzitter : Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters : Mevrouw De Vroe, een eerste kennismaking tussen de nieuwe directeur van Haviland, de heer Stephan Verwee, en het Agentschap Ondernemen vond plaats in maart. Een nieuw overleg tussen Haviland en het Agentschap Ondernemen is gepland op 21 juni 2013. Het is op dit gepland overleg dat er terugkoppeling zal gebeuren over de beslissing van het directiecomité van Haviland dat vandaag, 13 juni 2013, samenkomt over het verdere plan van aanpak voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein Meise-Westrode. Ik kan wel al vermelden dat Haviland via een openbare aanbesteding een private partner zal aantrekken die de ontwikkeling op zich zal nemen.
Ik kan op dit ogenblik nog niet stellen of er subsidies zullen worden aangevraagd bij het Agentschap Ondernemen voor de aanleg van het bedrijventerrein. Alleszins zal tegen dan het nieuwe subsidiebesluit voor de heraanleg of aanleg van bedrijventerreinen, dat op 24 mei 2013 werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering, van kracht zijn. Op basis van de nieuwe ontwikkelingsvisie zal moeten worden afgetoetst in hoeverre Meise-Westrode nog als een strategisch bedrijventerrein kan worden beschouwd.
De mededeling waar u naar verwijst, dateert van 11 mei 2012, en niet 2011 zoals u zei. Op 28 mei 2013 vond een overleg plaats tussen de directeur van Haviland, de voorzitter van de POM Vlaams-Brabant en de gedeputeerde voor Economie. De beslissingen van de raad van bestuur van 2012 werden doorgepraat. De grote lijnen die reeds in 2012 werden beslist zijn: Haviland zal via een openbare aanbesteding een private partner aantrekken voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein; de POM Vlaams-Brabant zal een specifieke rol vervullen in en tijdens het proces; er zal een stuurgroep worden opgericht om het project te begeleiden met onder andere de POM Vlaams-Brabant, de private partner, de gemeente Meise en andere.
Haviland zal dus het project in grote mate trekken, hierbij gesteund door een stuurgroep. Haviland staat in voor het aantrekken van de private partner. Nadat deze afspraken bekrachtigd zijn door het directiecomité, zal onder meer de projectorganisatie in detail worden uitgewerkt met de verschillende betrokken partijen.
Het ontwikkelingsperspectief voor de zone Meise-Westrode zoals beslist door de Vlaamse Regering op 3 december 2004 werd in verregaande mate vertaald in het toenmalige gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP). Door de vernietiging van het GRUP gelden opnieuw de voorschriften van het gewestplan, die niet zo gedetailleerd zijn als het vernietigde GRUP. Het hangt dus nu af van de intercommunale Haviland om de eerder voorgenomen ambities af te dwingen van de private partner. Het is voorlopig niet duidelijk in hoeverre de stuurgroep kan wegen op het ambitieniveau, maar de afstemming met het reservegebied voor industriële uitbreiding moet minstens kunnen worden gewaarborgd. Voor dit deel van de site dient eerst een nieuw planinitiatief te worden opgestart vooraleer met de ontwikkeling kan worden gestart. Naar aanleiding van dit planningsinitiatief zal moeten blijken of er nood is aan een aangepast ontwikkelingsperspectief en of dit dus opnieuw door de Vlaamse Regering moet worden bekrachtigd.
Wat betreft de ontsluiting van de zone, is het AWV Vlaams-Brabant bezig met de uitwerking van het ontsluitingscomplex. De tramlijn Boom-Brussel werd recent als prioritair geselecteerd door de Vlaamse Regering. Gezien de onduidelijkheid over de ontwikkeling van het terrein Meise-Westrode, heeft De Lijn momenteel nog geen halte gepland langs deze locatie. De Lijn is echter wel bereid dit te herzien zodra de ontwikkeling van de zone effectief is gestart. Aangezien de tramlijn aan de andere zijde van de A12 komt, zal een fietsers- en voetgangersbrug over de A12 nodig zijn om de verbinding tussen de halte en het bedrijventerrein te maken. Ook is reeds aan het AWV Vlaams-Brabant en De Lijn meegegeven dat de timing van de aanleg van de tramlijn en van het ontsluitingscomplex op elkaar moeten worden afgestemd.
De afspraken die op 28 mei 2013 tussen Haviland en de POM Vlaams-Brabant en de provincie Vlaams-Brabant zijn gemaakt, worden vandaag besproken op het directiecomité van Haviland. Als het directiecomité deze afspraken bekrachtigt, kan in principe direct worden gestart met de uitwerking van een plan van aanpak, kunnen de afspraken tussen Haviland en de POM worden vastgelegd, kan een stuurgroep worden samengesteld en kan worden gestart met de opmaak van het bestek voor de selectie van de private partner.
De voorzitter : Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Mevrouw Gwenny De Vroe : Minister-president, dank u voor uw uitgebreide antwoord. Ik kan niet onmiddellijk zeggen dat het hoopgevend is. Er zijn nog stappen te ondernemen. De meeste overlegmomenten waarnaar ik vroeg, moeten nog plaatsvinden of vinden vandaag plaats. Ik zal u waarschijnlijk begin juli opnieuw een vraag stellen om dit dossier correct op te volgen.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.