Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Vergadering van 12/06/2013
Vraag om uitleg van mevrouw Tine Eerlingen tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, over het antibioticagebruik in de veeteelt
- 1818 (2012-2013)
De voorzitter : Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Mevrouw Tine Eerlingen : Minister-president, dit probleem kwam al voor een deel aan bod in de plenaire vergadering van 29 mei 2013, maar ik zou toch nog enkele vragen willen stellen.
Het probleem van antibioticaresistentie is ondertussen bekend. Antibiotica bestrijden infectieziekten, en de meeste daarvan, die ook voorkomen bij slachtdieren, zijn dezelfde als bij de mens. Door overmatig en oneigenlijk gebruik van antibiotica in de intensieve veeteelt worden bacteriën, die ook voorkomen bij de mens, resistent tegen deze antibiotica.
Er zijn voldoende alternatieven voor het preventieve gebruik van antibiotica in de veehouderij, zoals vaccinatie, verbeterde huisvesting en maatregelen van bioveiligheid. In Denemarken en Nederland werden adequate maatregelen genomen, waardoor het antibioticagebruik er substantieel werd afgebouwd. Zo legde men in Nederland strikte antibioticalimieten op aan de veehouders. Ook zijn er al antibioticavrije stallen opgestart. Daaruit blijkt dat die dieren effectief veel gezonder zijn door een aantal hygiënemaatregelen toe te passen en door een alternatieve stalling. Een bepaalde dosis zal altijd wel nodig zijn om curatief dierenziekten te kunnen bestrijden.
Het antibioticagebruik in andere landen daalt significant sneller dan in België. Uitgedrukt in milligram antibiotica per kilogram dier daalde het antibioticagebruik van 2007 tot 2010 in Zweden met bijna 30 procent, in Frankrijk met 24 procent en in België slechts met 18 procent. In 2010 heeft de overheid in Nederland een programma op poten gezet om het antibioticagebruik tegen 2013 met de helft terug te dringen. Tot hiertoe zijn de vooropgestelde doelstellingen behaald: eerst 20 procent, dan 30 procent. Het lijkt te zullen lukken om 50 procent te halen. In minder dan een jaar is het gebruik van antibiotica in de Deense varkenshouderij met 25 procent gedaald. In Denemarken bestaat het systeem dat veelgebruikers die, bijvoorbeeld in de varkenshouderij, meer dan twee keer het Deense gemiddelde gebruiken, een gele kaart krijgen. Zij worden dan vijf maanden opgevolgd het kan natuurlijk altijd dat ze om de een of andere reden een periode meer moesten gebruiken en als zij dan nog een te hoog gebruik hebben, krijgen zij effectief beperkingen opgelegd voor hun bedrijf. Zo moet bijvoorbeeld de bezetting worden verlaagd.
De voorbije jaren stagneerde het gebruik van antibiotica in België. De gestandaardiseerde verkoop van actieve ingrediënten bedroeg 139 milligram per kilogram in 2010 en 140 milligram per kilogram in 2011. Dit jaar zou er een daling zijn van 7 procent. Die cijfers heb ik nog nergens anders dan in een krantenartikel teruggevonden.
Een Europese werkgroep formuleert binnenkort concrete maatregelen om het antibioticabeleid in strikte regels vast te leggen. Alle veeteeltsectoren zullen volgens het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) de toediening van antibiotica moeten verminderen. Ook de Boerenbond erkent het probleem en wijst erop dat antibiotica correct moeten worden toegediend. Maar de Boerenbond zegt ook dat een duidelijk signaal van de overheid nodig is om een mentaliteitswijziging te realiseren.
Minister-president, ik ben er mij van bewust dat dit voor een groot deel federale materie is, maar het is ook gerelateerd aan de bedrijfsvoering in de landbouwsector.
Het antibioticagebruik in België daalt trager dan in de andere landen. Wat zijn hiervan de oorzaken en wat zijn de mogelijke remedies? Is het antibioticagebruik in België het afgelopen jaar effectief gedaald met 7 procent? Zijn de volledige of tussentijdse cijfers van de Belgian Veterinary Surveillance of Antimicrobial Consumption ( BelVetSac) over het antibioticagebruik al beschikbaar? Hoe evalueert u die cijfers?
U sprak al over de toepassing van een streng preventief hygiënisch management in de veeteelt- en de pluimveesector. In welke mate worden deze hygiënemaatregelen momenteel al toegepast? Wat kan hierin nog verbeteren? Ook het AMCRA ( Antimicrobial Consumption and Resistance in Animals) heeft verbetervoorstellen geformuleerd. Zijn de adviezen van het AMCRA al overgemaakt aan federaal minister Laurette Onkelinx? Hebt u die adviezen zelf al ontvangen? Zult u hierover overleg plegen met uw federale collega?
Wat is de stand van zaken over de wettelijke erkenning van het gebruik van zinkoxide bij biggen? Dat product kan in de plaats van antibiotica worden gebruikt.
AMCRA vraagt een wettelijk verbod op het gebruik van sterke antibiotica van de derde en vierde generatie. Bent u daar voorstander van? Uiteraard moet, als er geen alternatief is, het gebruik nog mogelijk zijn.
Er is ook een voorstel gedaan om een datacollectiesysteem te installeren, waarbij de gegevens over het gebruik van antibiotica in de Belgische veehouderij worden verzameld. Met dat systeem zouden de toegediende antibiotica op een bedrijf digitaal kunnen worden geregistreerd. U gaf in 2010 al aan dat u het antibioticagebruik in kaart wilt brengen. Moet de overheid dit systeem organiseren, of moet de sector dat zelf in handen nemen? Wat is daarop uw visie?
Antibiotica worden ook toegediend via veevoeders. De Belgische beroepsvereniging van mengvoederfabrikanten (BEMEFA) gaf al aan hierin een rol te willen spelen en heeft ook een actieplan opgesteld voor 2012-2014. Een van de speerpunten daarin is het verlagen van het antibioticagebruik. Wat zijn de concrete acties om deze daling te realiseren? Voeren zij dat inderdaad uit?
Wat is de stand van zaken in het onderzoek van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) in verband met de ontwikkeling van een antistof tegen E. coli voor jonge biggen? Wanneer men antistoffen kan geven, kan het antibioticagebruik sowieso verlagen.
Uiteraard is het te hoge antibioticagebruik in de landbouwsector ook een Europees probleem. Hebt u weet van de stand van zaken van de aanpak op Europees niveau?
De voorzitter : De heer Peeters heeft het woord.
De heer Dirk Peeters : Voorzitter, minister-president, ik wil me graag kort aansluiten bij de vraag van mevrouw Eerlingen. Op 14 juni moet Europa zijn onderhandelingsmandaat bepalen voor de bespreking met de VS over het vrijhandelsakkoord. Ik stel vast dat we in Europa in verband met de problematiek van antibiotica inderdaad werken aan een verminderd gebruik, maar de vrees bestaat dat we dan via ons vrijhandelsakkoord het vlees met antibiotica opnieuw zullen importeren. De vraag is of de Vlaamse overheid, en meer bepaald u als minister-president, betrokken is bij het onderhandelingsmandaat dat onze federale minister zal bepleiten in de Europese Commissie en in welke mate daarbij rekening wordt gehouden met de problematiek van de import van met antibiotica verrijkt vlees uit Amerika, want dat moeten we toch proberen te voorkomen.
De voorzitter : Mevrouw Eerlingen, u zult het me niet kwalijk nemen, maar als ik uw vraag hoor, doe ik een beetje aan zelfkritiek. Ik vind dat ik bijzonder mild geweest ben bij het ontvankelijk verklaren van uw vraag, maar goed, ze werd geagendeerd. Ik had eigenlijk ook federaal minister Onkelinx moeten uitnodigen om op een aantal van uw vragen antwoord te geven, zo constateer ik nu.
Minister-president, dit is met de nodige mildheid en humor bedoeld: enkele weken geleden is er in uw afwezigheid al voor gepleit dat u ook de bevoegdheid Dierenwelzijn zou krijgen. Nu hoor ik een pleidooi dat u ook Welzijn en Volksgezondheid erbij zou krijgen. U bent daar wellicht niet rouwig om, en u zult zeker en vast een passend antwoord kunnen geven.
De heer Callens heeft het woord.
De heer Karlos Callens : Minister-president, iedereen is het ermee eens dat dit voor een groot stuk federale materie is. Ik herinner me dat ik ten tijde van de melkcrisis hier ook een vraag over heb gesteld. Ik kreeg toen onmiddellijk lik op stuk van u, minister-president of van uw voorganger. Ik moest me richten tot de heer Van Quickenborne, die toen zogezegd minister van Economische Zaken was, maar die in tussentijd al minister van Pensioenen was geworden.
Ik wil maar zeggen dat ik toen dat antwoord kreeg. Ik weet niet wat u nu zult antwoorden, maar het was niet plezant om een reactie te krijgen die ik niet graag hoorde.
De voorzitter : Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters : Mijnheer Callens, het is nooit gezellig om reacties te krijgen die u niet graag hoort, maar dat kunt u oplossen door geen reactie te vragen.
Voorzitter, het is juist dat het hier allemaal federale materie betreft, maar natuurlijk volgen we die van nabij op.
Mevrouw Eerlingen, waarschijnlijk hoort u liever mijn warme stem dan andere stemmen op het federale niveau.
Mijnheer Peeters, wij zijn betrokken bij heel dat mandaat van Karel De Gucht om met de VS tot akkoorden te komen. We hebben in een andere commissie heel het culturele aspect al besproken. Zonder in detail te treden of het zo uit het hoofd te kunnen zeggen, pleiten wij natuurlijk altijd voor een level playing field, ook in de problematiek die u aanhaalt. Ik zal nog even nakijken of er expliciet iets in het mandaat staat dat België zal verdedigen of kan geven aan de onderhandelaars op Europees niveau. Het enige waar nu over gediscussieerd wordt, is het culturele aspect. Over de andere zaken zijn er op dit moment geen grote discussies bezig.
Voorzitter, ik heb een uitgebreide voorbereiding gekregen om op alle vragen van mevrouw Eerlingen te antwoorden. Ik ga er iets sneller overheen, als mevrouw Eerlingen het daarmee eens is, omdat ze heel wat technisch materiaal bevat.
De voorzitter : Minister-president, ik stel voor dat u het meer technische deel schriftelijk overhandigt.
Minister-president Kris Peeters : Zeker, als iedereen het daarmee eens is.
Mevrouw Eerlingen, het BelVetSac 2012 dat de Belgische cijfers bevat, wordt momenteel gevalideerd en wordt tegen eind volgende week afgewerkt. De consumptie zal uitgedrukt worden als ton actieve substantie zowel voor de farmaceutische diergeneesmiddelen als voor de gemedicineerde voormengsels, en weergegeven worden als milligram actieve substantie per kilogram biomassa. U merkt al dat het antwoord technisch is. Alle cijfers vertonen een neerwaartse trend doch een vergelijking met andere lidstaten voor 2011 zal pas in het najaar beschikbaar zijn.
De varkens-, pluimvee- en rundveegids die werd opgesteld door vzw AMCRA, zal na bespreking in de werkgroep diergeneeskunde van het Belgian Antibiotic Policy Coordination Committee (BAPCOC) in een finale versie aan de federale ministers van Volksgezondheid en Landbouw worden overgemaakt. De vzw AMCRA zal door het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) via het BAPCOC ondersteund worden om de gidsen ter beschikking te stellen van de dierenartsen. Over de wijze waarop dit zal gebeuren, wordt momenteel overlegd in de stuurgroep.
Ook de sector zal zijn verantwoordelijkheid nemen en actie ondernemen voor de maatregelen die hij zelf kan implementeren, zoals bijkomende opleidingen voor veehouders en dierenartsen en het systematisch weren in de diergeneeskunde van voor de mens kritisch belangrijke antibiotica. Een goede inventarisatie van antibiotica moet volgens de Boerenbond de basis vormen van actieprogrammas om het gebruik ervan in de veehouderij te verminderen.
Het kwaliteitslabel Certus en het gaat dan over varkensvlees zet de laatste stappen om nu al een registratie van het antibioticumgebruik op de deelnemende bedrijven mogelijk te maken. Het kwaliteitslabel Belplume heeft identieke plannen. Tegen eind 2013 zou het systeem volledig operationeel moeten zijn.
Aangezien het FAVV en het FAGG partners zijn van AMCRA en de gidsen en adviezen van AMCRA beschikbaar zijn op zijn website, neem ik aan dat de bevoegde federale minister op de hoogte is van de gidsen en adviezen van AMCRA. Zo nodig ben ik uiteraard bereid om overleg met hen te plegen.
Bij het FAGG werden intussen vier aanvragen voor een tijdelijke gebruiksvergunning ingediend. Deze aanvragen werden voor advies voorgelegd aan de Geneesmiddelencommissie, die de eerstkomende weken hierover haar standpunt zal bekendmaken. Parallel hiermee loopt er ook een procedure voor een effectieve vergunning. De beslissing valt normaal gezien eind van dit jaar.
Binnen AMCRA hebben alle betrokken partijen dierenartsen, landbouworganisaties, mengvoederfabrikanten, wetenschappers, de farmaceutische sector zich verenigd om adviezen te geven over het verantwoord gebruik van antibiotica bij dieren. Een van de adviezen is om het gebruik van de derde en vierde generatie antibiotica die de selectie en verspreiding van superresistente bacteriën in de hand werken, zeer sterk in te perken. Deze antibiotica zouden slechts in uiterst uitzonderlijke omstandigheden mogen worden aangewend, als duidelijk kan worden aangetoond dat geen andere middelen beschikbaar zijn.
20 procent van de in de veeteelt gebruikte antibiotica worden toegediend ingemengd in gemedicineerde voeders. Om te komen tot een totale aanpak is BEMEFA, de Beroepsvereniging van de Mengvoederfabrikanten, lid geworden van AMCRA en heeft BEMEFA een eigen actieplan uitgewerkt dat uitgevoerd wordt in samenspraak met AMCRA. Ik heb hier een overzicht van alle acties die worden ondernomen. Ik veronderstel dat het niet nodig is die hier allemaal toe te lichten.
De optie die binnen het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) onderzocht wordt, is de productie van specifieke F4 ETEC-antilichamen in zaden van planten of in gist. De zaden, waarbij vooral gedacht wordt aan sojabonen, of de gistcellen kunnen dan als supplement in de startersvoeding meegegeven worden aan spenende biggen om hen op deze manier te vaccineren. Om verder onderzoek te financieren is een IWT-innovatiemandaat (Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie) aangevraagd. De resultaten van dit onderzoek worden verwacht binnen twee tot drie jaar.
In 2011 werd een Europees actieplan inzake de toenemende bedreiging van antimicrobiële resistentie opgesteld. Dat is een van de meest nefaste gevolgen van een hoog gebruik van antibiotica. Hierin werden een aantal concrete acties naar voren geschoven zoals sensibilisering van de sector, versterken van de Europese wetgeving inzake het gebruik van medicatie voor veterinaire doeleinden, preventieve maatregelen om ziekten te voorkomen enzovoort. Deze vooropgestelde acties moeten echter nog meer geconcretiseerd worden. De aandacht voor de problematiek neemt toe in alle lidstaten. Meer concreet wordt er binnen afzienbare tijd een wetgevingsvoorstel van de commissie verwacht inzake het beperken van het gebruik van gemedicineerde diervoeders, richtsnoeren inzake het beperken van het gebruik van nieuwe antibiotica bij nutsdieren, meer aandacht voor dataverzameling enzovoort.
In de werkgroep AMR (anti- microbial resistance) van DG Sanco, waarin het FAGG en het FAVV participeren, werd alvast overleg gepleegd om tot een verantwoord gebruik van antimicrobiële middelen te komen. De richtsnoeren daartoe zullen worden vervat in een document, Guidelines for prudent use of antibiotics in veterinary medicine.
Voorzitter, dit was een antwoord op vragen die niet onmiddellijk tot mijn bevoegdheden behoren, maar uit respect voor mevrouw Eerlingen en anderen heb ik ze toch beantwoord. Mijnheer Callens, u zult dit nu kunnen gebruiken om ervoor te zorgen dat ook uw vragen in de toekomst de nodige aandacht krijgen. Maar dat laat ik aan de voorzitter over.
De voorzitter : Minister-president, ik zal in de toekomst iets alerter en strenger moeten zijn. Minister Onkelinx zou geen beter antwoord kunnen hebben gegeven.
Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Mevrouw Tine Eerlingen : Minister-president, ik dank u voor het antwoord. Ik neem aan dat ik een aantal zaken nog zal kunnen nalezen in het verslag.
Op een vraag hebt u niet echt een antwoord gegeven. Waarom daalt het gebruik in andere landen sneller dan in België? In België was er dit jaar een daling tot 7 procent, terwijl dat in andere landen veel sneller gaat. Dat kan misschien te maken hebben met de manier waarop men het antibioticagebruik hier aanpakt. Er wordt wel aan gewerkt, maar het zou nog iets sneller mogen gaan. Welke maatregelen kunt u daartoe nog nemen? De bedrijfsvoering en het bedrijfsmanagement van een landbouwbedrijf zijn immers wel een Vlaamse materie. Ziet u waar daar nog een eventuele versnelling mogelijk is?
De voorzitter : Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters : Tegen eind volgende week wordt het Belgische cijfermaterieel afgerond en gevalideerd. Ik stel voor te wachten op die definitieve cijfers. We kunnen daar dan verder over discussiëren.
We hebben het daarnet gehad over het stimuleren van nieuwe stallen, die mogelijks wat groter zijn en leiden tot schaalvergroting. Als die nieuwe cijfers er zijn, kunt u misschien, dankzij de voorzitter, opnieuw een vraag stellen. Ik meen dat we eerst moeten afwachten wat dat cijfermateriaal zoal inhoudt.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.