Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden en Internationale Samenwerking
Vergadering van 15/01/2013
Vraag om uitleg van mevrouw Annick De Ridder tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, en tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, over het Nederlandse engagement om de Hedwigepolder in 2019 onder water te zetten
- 537 (2012-2013)
De voorzitter : Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw Annick De Ridder : Voorzitter, Ik zou zeggen dat we hier van de ene oorlog naar de andere oorlog gaan. Onze noorderburen zijn inmiddels in een nieuw stadium beland. Ze hebben een verdere stap in de goede richting gezet. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Minister-president, als u vindt dat er nu al vrede heerst, zult u me straks een zeer geruststellend antwoord kunnen geven. Ik kijk er al naar uit.
De Nederlandse regering heeft de ontpoldering van de Hedwigepolder inmiddels in haar regeerakkoord opgenomen. Staatssecretaris van Economische Zaken Dijksma heeft een soort rudimentaire planning naar voren geschoven. Tegen 2016 zullen de onteigeningen klaar zijn. Het is de bedoeling dat de Hedwigepolder in 2019 volledig onder water zal staan.
Voor de commissieleden die hier misschien niet zo goed thuis in zijn, wil ik even verklaren waarom dit zo belangrijk is. De Scheldeverdieping ligt achter ons. Die verdieping is een feit. Vanaf 2014 moeten we dat echter door middel van baggerwerken laten onderhouden. Dat betekent dat we opnieuw een vergunning voor de onderhoudsbaggerwerken moeten aanvragen. Indien we op dat ogenblik niet aan alle stakeholders kunnen aantonen dat we alle onderdelen van de Scheldeverdragen parallel hebben uitgevoerd, is het mogelijk dat, bijvoorbeeld, natuurverenigingen naar de Raad van State of naar Europese instanties zouden stappen om zich te verzetten tegen de nieuwe vergunningen die we op dat ogenblik voor de onderhoudsbaggerwerken nodig hebben.
Maar goed, het is een stap in de goede richting aan de noorderzijde. De staatssecretaris wees erop dat zij het verdrag nu trouw en snel zou uitvoeren en dat zij dat in nauw contact zou doen met het nieuwe Antwerpse stadsbestuur, maar ook met u als vertegenwoordiger en hoofd van de Vlaamse Regering.
Ik heb daarom enkele vragen aan u. Na deze stap in de goede richting hebben we al verregaande verklaringen gelezen van de heer De Cloedt, die in de Nederlandse en de Vlaamse pers verklaart dat hij er als Vlaming in Nederland alles aan zal doen om de onteigening tegen te houden, dat hij alle juridische middelen zal aanwenden om dit nog te blokkeren. Daar kunt u natuurlijk niet rechtstreeks iets aan doen, maar u kunt wel in nauw contact treden met Nederland en hameren op een vlotte en snelle timing.
Dat brengt me tot mijn vragen. Hebt u inmiddels, zoals werd aangekondigd door de noorderburen, al een gedetailleerde planning voor de ontpoldering van de Hedwigepolder ontvangen? Zo ja, welke concrete stappen staan in dat dossier? Zo neen, wanneer verwacht u de concrete planning? Dit is belangrijk omdat wij inmiddels de onderhandelingsprocedure beëindigd hebben. De geschillenprocedure zou kunnen worden opgestart, maar die werd, als ik het goed heb begrepen, on hold gezet. Er moet een serieus engagement van de Nederlandse regering komen vooraleer dit gebeurt, ik ga ervan uit dat u spijkerharde garanties hebt gekregen.
Denkt u dat de timing die Nederland naar voren schuift van 2016 en een afronding in 2019 zal volstaan om rechtbanken ervan te overtuigen om de onderhoudsbaggerwerken te vergunnen? Uiteraard zal de overheid de vergunningen leveren, maar zal de rechtbank dit voldoende achten als uitvoering van de drie verdragen? Als dat niet zo is, welke acties denkt u dan nog te ondernemen om toch te garanderen dat de onderhoudsbaggerwerken vanaf 2014 vergund kunnen worden en kunnen plaatsvinden?
De arbitrageprocedure zelf is inmiddels tot eind december opgeschort. Wat betekent dat voor de procedure? Wordt die on hold gezet? Wordt die stilgelegd? Kan die ooit, als er calamiteiten zijn, opnieuw worden opgestart? En zullen er dan weer zes maanden onderhandelingen moeten zijn voor we tot de opstart van de procedure kunnen komen? Ik stel u deze vraag omdat we in het verleden al een aantal keer hebben gedacht dat het opnieuw in die richting ging omdat Nederland steeds om de ene of de andere reden, door wisselende meerderheden of door een uitspraak van een rechtbank, weer op de rem ging staan. Ik zou graag onze rechten gevrijwaard zien zodat we onmiddellijk opnieuw in gang kunnen schieten als er een kink in de kabel zou komen aan Nederlandse kant.
De voorzitter : Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters : Mevrouw De Ridder, bedankt voor de felicitaties. Of heb ik u verkeerd begrepen?
Mevrouw Annick De Ridder : Ik wacht eerst uw antwoord af.
Minister-president Kris Peeters : Mevrouw De Ridder, u vroeg naar de gedetailleerde planning. Het is inderdaad zo dat er nu een gedetailleerde planning voor de ontpoldering van de Hedwigepolder bestaat. U verwees terecht naar 21 december. Toen heeft mijn collega in Nederland, staatssecretaris Dijksma, mij geïnformeerd via een brief. Ik heb haar ook aan de lijn gehad. Ik heb ook minister-president Mark Rutte verschillende keren aan de lijn gehad. Mocht er interesse zijn voor de brief, dan kan ik die aan de commissie overmaken.
Ik wil even alles op een rijtje zetten. In de loop van dit jaar worden de noodzakelijke plannen, procedures en besluiten en ik vind het mooi hoe men dat in Nederland zegt in rij en gelid gezet. Dat lijkt me ook iets voor de commissie Versnelling. Het rijksinpassingsplan met bijhorende uitvoeringsbesluiten kan dan in januari 2014 definitief worden vastgesteld.
Als er bij de verwerving van de gronden geen minnelijke schikking kan worden getroffen en daar is de heer De Cloedt niet onbelangrijk , zal ook een onteigening nodig zijn. Die zal, rekening houdend met alle bezwaar- en beroepsmogelijkheden, uiterlijk in april 2016 afgerond worden. Dat betekent dat de uitvoering ten laatste in mei 2016 kan starten en, in die hypothese, in augustus 2019 wordt afgerond. Als er geen onteigeningen nodig zijn, dan kan de uitvoering al twee jaar eerder, dat zou dan mei 2014 kunnen zijn. En dan is de beëindiging natuurlijk ook eerder.
Dat is wat men nu in Nederland in rij en gelid heeft gezet of nog verder zal zetten. Daarover werden ook door de technici gesprekken gevoerd. Augustus 2019 is niet heel ambitieus qua timing, maar natuurlijk willen wij er ook voor zorgen dat de procedures in Nederland gevolgd worden en dat er geen juridische problemen ontstaan. Ik heb ook gevraagd dat onze procedures, wanneer wij wat doen, daar nu eens naast gelegd worden, om ze ook in rij en gelid te zetten, samen met die van Nederland.
Dit alles werd mij dus per brief bevestigd en telefonisch besproken. Het is een heel belangrijke stap, zeker ten aanzien van degenen die dachten dat Nederland nooit zo ver zou komen om de verdragen uit te voeren.
Uw tweede vraag betreft de onderhoudsbaggerwerken. Dat is een terechte zorg. Ik heb er verschillende malen met de minister-president van Nederland over gesproken. In de brief van de staatssecretaris wordt uitdrukkelijk het belang van een tijdige vervanging van de baggervergunning opgenomen. Ze heeft het in de brief over het belang van de vergunning voor het op diepte houden van de uitgevoerde verruiming. Ze verwees in de brief trouwens ook naar de situatie van 2009, toen de voorzitter van de Afdeling Rechtspraak van de Nederlandse Raad van State de verruiming opschortte, en stelt dat dit beter niet herhaald wordt. Het gaat nu immers niet meer om een nieuwe vergunning, maar om het noodzakelijke onderhoud van de bestaande, verdragsrechtelijk overeengekomen, verruiming. Ik ga ervan uit dat ook onze experts dit nu allemaal verder in kaart zetten, net als minister Crevits, die bevoegd is voor de baggerwerken.
Bij uw laatste vraag moet ik misschien een kleine precisering aanbrengen inzake correct juridisch woordgebruik. Formeel gezien was er niet echt sprake van een opschorting tot eind december. Sinds het verstrijken van de minimumtermijn van zes maanden op 22 november 2012 voor de eerste fase van de geschillenbeslechtingsprocedure, houdt de Vlaamse Regering deze fase aan. Dit is een nuance: in de volksmond spreekt men van opschorting, maar in feite houden we deze fase aan. Zo kunnen we op elk ogenblik de tweede fase, de geschillenprocedure, opstarten. Zolang ik de procedure niet stopzet, behouden we ons het recht voor om, indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven, scheidslieden aan te stellen en de tweede fase op te starten. In de tussentijd blijft ons delegatiehoofd, mevrouw Wivina Demeester, in contact met de nodige instanties. De lopende procedure heeft uiteraard alleen betrekking op het bestaande geschil. Als er een nieuw geschil zou ontstaan dat geen betrekking heeft op de ontpoldering van de Hedwigepolder, dan zal een nieuwe procedure opgestart moeten worden.
Ook hier is dus waakzaamheid geboden. We hebben nu belangrijke stappen gezet met de nieuwe Nederlandse regering, die dit niet alleen in het regeerakkoord heeft geschreven, dat was het eerste wapenfeit, maar er ook operationeel uitvoering aan geeft, een tweede wapenfeit. Wij hebben nog niet alles stopgezet, zoals ik toelichtte, onder meer ook om te zien hoe Europa naar dit alles kijkt, want er loopt nog een ingebrekestelling wat Europa betreft, er zijn nog een aantal dingen die uitgeklaard moeten worden. Ik ga ervan uit dat we op deze manier heel wijs hebben gehandeld. Ik weet dat deze manier van werken sommige commissieleden op de zenuwen heeft gewerkt omdat hun geduld op de proef werd gesteld, maar we zijn nu eindelijk bij de uitvoering van de ontpoldering aanbeland. Er is ook alles aan gedaan om de onderhoudsbaggerwerken te laten plaatsvinden zoals gepland.
De voorzitter : Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw Annick De Ridder : Minister-president, ik dank u voor het antwoord met het daarin vervatte goede nieuws. Uiteraard ben ik heel geïnteresseerd in de brief waarvan u sprak. Ik vraag u bij dezen dan ook om die te mogen ontvangen zodat de collegas en ik kennis kunnen nemen van de inhoud van dit schrijven.
Het is uiteraard een goede zaak dat staatssecretaris Dijksma verwijst naar de onderhoudsbaggerwerken, dat ze daarvan dus op de hoogte is. In die zin lijkt het me wijs om juridisch advies in te winnen over het volstaan van het begin van uitvoering voor de nieuwe vergunbaarheid. Dit hoeft niet aan de grote klok gehangen te worden, maar het lijkt me het beste dat u zich op dit vlak juridisch laat adviseren of dit een voldoende verregaande uitvoering is om in 2014 te beschouwen als een gelijktijdige uitvoering van alle luiken van de Scheldeverdragen. Een gelijktijdige uitvoering zal nooit lukken, hoewel dat wel de bedoeling was. Hebt u zich hierover juridisch laten adviseren?
Voor het laatste deelaspect lijkt de fase aanhouden me beter dan de klassieke opschorting, hoewel ik ik ben zelf nochtans ook jurist niet juist weet wat het exacte verschil is. De fase aanhouden klinkt alleszins wel goed. Ik hoop dat het een fase is die u zo laat bestaan, zelfs al duurt dat drie, vier, vijf jaar, tot we voldoende zeker zijn dat de uitvoering een feit is, dat het water daar vloeit en dat wij gerust kunnen zijn om bij onze toekomstige onderhoudsbaggerwerken de verruiming op peil te houden.
Ik kreeg dus graag nog een antwoord op de vraag of de brief aan ons kan worden bezorgd en op de vraag of u juridisch advies hebt ingewonnen over de interpretatie van de gelijktijdigheid of het voldoende in uitvoering zijn van de maatregelen.
De voorzitter : Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters : De secretaris heeft de brief al gekregen, u kunt straks dus een kopie mee naar huis nemen.
Wat het juridisch advies betreft, ga ik ervan uit dat wij ons altijd goed laten adviseren. Ik weet niet uit het hoofd of er expliciet juridisch advies werd gevraagd over de gelijktijdigheid, maar ik zal het nakijken.
Inzake dat aanhouden, moeten wij met Nederland op een bepaald moment bekijken of we een stap verder kunnen gaan. Dat is nu niet het geval, maar ik kan u verzekeren dat de nieuwe Nederlandse regering vrij ver is gegaan in een heel delicaat dossier. In Nederland gaat men er ook een beetje van uit dat we de strijdbijl begraven als alles wordt uitgevoerd zoals afgesproken. We zullen dit met kennis van zaken verder bekijken. Ik verheel u niet dat men ook in Nederland graag heeft dat het aanhouden op een bepaald moment ophoudt, gezien de wederzijdse goede relaties. Maar goed, zo ver is het nog niet. Wij zullen daar heel zorgvuldig over beraadslagen en dit op een bepaald moment al dan niet doorvoeren.
Mevrouw Annick De Ridder : Ik noteer uw uitspraak dat het nooit goed is om te lang aan te houden, maar ik zou hier toch voor enige voorzichtigheid willen pleiten omdat we daarmee het dossier voor ons weer gevoelig zouden verslechteren. We mogen het niet doen vooraleer we over voldoende garanties van Nederlandse zijde beschikken.
Ik dank u voor uw antwoord dat in dezen redelijk geruststellend is.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.