Commissie voor Economie, Economisch Overheidsinstrumentarium, Innovatie, Wetenschapsbeleid, Werk en Sociale Economie
Vergadering van 04/10/2012
Vraag om uitleg van de heer Ivan Sabbe tot de heer Kris Peeters , minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, over de aankondiging van een kmo-pact
- 5 (2012-2013)
De voorzitter : De heer Sabbe heeft het woord.
De heer Ivan Sabbe : Minister-president, we weten allemaal dat ondernemen in Vlaanderen al moeilijk was maar vandaag nog moeilijker is geworden. Sinds 1997 gingen er nooit meer bedrijven failliet dan in de afgelopen maand september. Er waren 1190 faillissementen. Daarvan bevindt 19 procent zich in de horeca en 14 procent in de bouw. Er zijn ook steeds meer faillissementen in de groothandel, de zakelijke dienstverlening en de transportsector. In september kwamen er bovendien 16.000 Vlaamse werklozen bij in vergelijking met vorig jaar. Dat is een toename met 8 procent.
Die cijfers zijn verontrustend, temeer daar de plannen om de Vlaamse economie erbovenop te helpen zich opstapelen zonder dat we daar resultaat van zien. U erkent het belang van de kmos voor onze Vlaamse economie. U bent er zich ook van bewust dat de verschillende regeringen in dit land ondernemers in dit land moeten laten ondernemen. Uiteindelijk vervallen we steeds opnieuw in dezelfde mantra met een vingerwijzing naar de federale overheid. U zegt wel vaker dat u er niets aan kunt doen omdat de defiscalisering een federale materie is. Verder dist u regelmatig Vlaanderen in Actie en het nieuwe industriële beleid op.
Op de startreceptie van UNIZO hebt u het over een andere boeg willen gooien. U had het over een nieuw partnership tussen de overheid en de kmos. Dat partnership moet volgens u worden gevoerd door concrete maatregelen op korte termijn, want, zo zei u in uw toespraak: De Vlaamse ondernemer verwacht niets minder van ons: concrete maatregelen. Action please. The Bruce Willis approach is needed.
In die optiek riep u de ondernemers op om samen een kmo-pact uit te werken met vijftig ideeën, quick-wins. Ik heb hier al een lijst van twintig maatregelen die ik u in een resolutie heb voorgelegd in april 2010. U moet er dus maar dertig meer zoeken.
U beloofde tegelijkertijd ook dat u op korte termijn werk zou maken van die vijftig concrete maatregelen. U wilt nog voor eind dit jaar concrete actie ondernemen.
Minister-president, hoeveel respons kreeg u tot op heden op uw oproep tot een partnership tussen de overheid en de kmos? Ik zou graag een thematisch overzicht krijgen van de verschillende ideeën en maatregelen die u al zijn aangereikt.
Op welke manier en met welk budget zult u die vijftig concrete maatregelen voor eind 2012 omzetten in daden?
Hoe staat dit kmo-pact ten opzichte van het witboek Nieuw Industrieel Beleid en de adviezen en actieplannen van de Industrieraad?
Welke adviezen en actieplannen heeft de Industrieraad intussen al opgeleverd? Hoe evalueert u trouwens de werking van de Industrieraad één jaar na de oprichting daarvan?
De voorzitter : Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters : Mijnheer Sabbe, ik heb vrij veel positieve reacties ontvangen. Ik heb begrepen dat ik ook van u nog respons zal krijgen. Ik heb tot op heden 88 reacties ontvangen van ondernemers. Daarvan hebben er 42 betrekking op federale materies. Het gaat dan vooral over lastenverlagingen, zowel sociale als fiscale. Ook uw voorstel ging vaak in die richting. Ook administratieve lastenverlagingen inzake federale materies komen vaak terug. Uiteraard zijn er ook voorstellen die de Vlaamse bevoegdheden betreffen. We zullen alle voorstellen grondig bekijken, ook deze die nog van de werkgeversorganisaties moeten komen. Wij zullen een keuze moeten maken uit al die voorstellen waarvan er dan vijftig worden geconcretiseerd. Dit is een positieve aanpak omdat vele ondernemers snel en positief hebben gereageerd.
Het gaat hier over quick-wins. De voorstellen die ik heb gekregen, hebben geen zware budgettaire impact. Ik zal daar echter met meer kennis van zaken over kunnen oordelen wanneer alle voorstellen binnen zijn. Als er een budgettaire impact is, dan wordt die nu in kaart gebracht.
U was aanwezig bij mijn toespraak. Met het kmo-pact willen wij boven op wat de Vlaamse Regering al doet, nog meer onze kmos ondersteunen in deze zeer moeilijke en uitdagende tijden. Wij willen de industrie vrijwaren zodat zij zich structureel kan hervormen naar de industrie van de toekomst.
Sommigen, waaronder u mijnheer Sabbe, leggen onvoldoende de nadruk op de langetermijnaanpak. De transformatie van de industrie is zon langetermijnaanpak. Ik kan niet in een aantal maanden en zelfs niet in één jaar onze industrie transformeren. Dat is een proces dat volop bezig is maar dat ook tijd vraagt en dat voorbeelden nodig heeft die anderen kunnen aanmoedigen. Ik vind het zeer spijtig dat de oppositie onvoldoende inziet hoe ingrijpend zon transformatie van de industrie kan of moet zijn. Daar is tijd voor nodig.
Het Nieuw Industrieel Beleid is niet exclusief gericht op kmos. In de industrie heeft men per definitie meer te maken met grote ondernemingen. Op een bepaald moment moet alles in elkaar vloeien, want er zijn in de industrie natuurlijk ook kmos actief.
De Industrieraad speelt zijn rol. Die rol is onder meer het adviseren van de Vlaamse overheid over concrete stappen die moeten worden gezet voor de hervorming van het een en ander. De raad heeft al zijn bijdrage geleverd. Ik verwijs naar de hervorming van de strategische steun, de werking van het TINA-Fonds, de flankerende maatregelen enzovoort.
De voorzitter van de Industrieraad heeft in juni op het colloquium Een jaar Nieuw Industrieel Beleid, waar u misschien ook aanwezig was, een aantal pertinente dingen naar voren geschoven: men is een jaar zeer intensief met de adviezen bezig geweest, maar men heeft ook heel wat gesprekken gevoerd.
Ook het actieplan met de vijftig acties moet verder uitvoering krijgen alvorens een eerste, globale, overkoepelende evaluatie kan worden gegeven. Voor de evaluatie na een jaar zijn er al een aantal acties opgestart. 3 zijn er afgewerkt, 46 zitten op schema. Het volgende halfjaarlijkse monitoringmoment van het actieplan is op 31 december 2012.
De oproepperiode voor de tweede oproep NIB in verband met Key Enabling Technologies-projecten is verstreken en was opnieuw een groot succes. Er zijn 48 projecten ingediend. Ze worden nu geëvalueerd voor de toewijzing die voor november dit jaar is gepland kan gebeuren.
Op 17 september is een belangrijk leerplatform NIB concreet van start gegaan. Ook die acties die we hebben aangekondigd, worden stap voor stap uitgevoerd. Alle 26 transformatieprojecten die in een eerste call werden toegewezen, hebben daaraan deelgenomen. Dit leerplatform laat zowel toe aan de deelnemers om best practices inzake transformatie uit te wisselen, als aan het beleid om meer inzicht te krijgen in de dynamiek van de transformatieprocessen en in de eventuele noodzakelijke ondersteuning die kan worden gegeven. Als zodanig is het leerplatform een zeer belangrijk instrument in de concrete realisatie van het NIB op het terrein.
Men is nooit sant in eigen land, maar ik kan u verzekeren dat wij veel vragen krijgen, onder meer van de Europese Commissie, om toe te lichten hoe het hier wordt aangepakt. U hebt ook gezien dat in de State of the Union van Barroso het NIB is opgenomen. Het vraagt dus tijd. Ikzelf zou ook graag hebben dat het sneller gaat. Het is natuurlijk aan de oppositie om wat op te jutten. Ik heb daar geen enkel probleem mee, maar ik wil toch onderstrepen dat de transformatie van de industrie absoluut noodzakelijk is en toch wat tijd vergt, gezien de omvang van dit manoeuvre.
De voorzitter : De heer Sabbe heeft het woord.
De heer Ivan Sabbe : Minister-president, ik twijfel niet aan uw goede intenties, maar u spant toch een beetje de kroon wat business by announcement betreft. In november 2009 was er een relanceplan, dan kwam het werkgelegenheids- en investeringsplan (WIP) in het voorjaar 2010. In het najaar 2010 kwam er een groenboek Nieuw Industrieel Beleid, dan het witboek in 2011, dan de Industrieraad in het najaar 2011. Ik heb het dan nog niet gehad over het Transformatiefonds, Vlaanderen in Actie (ViA), Pact 2020, het bankenplan en nu dus het kmo-plan. Ik vraag me af of we niet verzanden in te veel plannen en te veel initiatieven die uiteindelijk te concreet of te breed zijn zodat een opvolging of realisatie zeer moeilijk is.
U kent allicht ook het kaizenprincipe: plan, do, check, action, plan, do, check, action. Die cirkel blijft ronddraaien. Ik denk dat we dat hier ook moeten toepassen. In de komende jaren zal het in Vlaanderen nodig zijn om competitiever, agressiever, efficiënter te worden. Alle initiatieven die u lanceert, zou u moeten toetsen aan het kaizenprincipe. Wat heb ik gepland? Wat is er al gebeurd? Is dat goed of niet goed? Bijsturingen doen. Ik denk dat we op die manier de slaagkans van het Vlaamse beleid kunnen verhogen en efficiënter kunnen maken.
Ik geef u nog een aantal zaken mee om u te helpen. Ik heb het gisteren ook gezegd in de plenaire vergadering, maar minister Muyters gaat absoluut niet snel en niet ver genoeg in de activering van de oudere werklozen. Het activeringsbeleid is er nu ook voor 55-jarigen en het is de bedoeling om tot 58-jarigen te gaan. Nogmaals, het gaat enkel om de nieuwe instroom, het gaat nog niet over iedereen. Ik heb hier daarnet een kandidaat ontvangen om bij mij in het bedrijf te komen werken. De man is 58 jaar. Hij ziet er perfect uit en ik zal hem waarschijnlijk ook aannemen. Die mensen hebben zeker een recht van bestaan en een inzet in ondernemend Vlaanderen. We moeten daar veel intenser op werken. Dat is een eerste actiepunt dat ik meegeef voor minister Muyters en voor uw voltallige ploeg.
Een tweede punt is de uitbreiding van de lijst van de meldingsplichtige werken. Hoe meer meldingsplichtige werken er zijn, hoe minder er moeten worden vergund. Dat betekent dat u verder zou kunnen gaan. Dat is ook iets voor minister Muyters die nogal veel hooi op zijn vork heeft genomen in deze regering. Ook daar moeten we ervoor zorgen dat er heel wat zaken niet meer moeten worden vergund, maar waarvoor er enkel een melding moet worden gedaan.
Een derde punt vind ik zeer belangrijk als u werkelijk wilt verhelpen aan de regulitis in Vlaanderen. Als er termijnoverschrijdingen zijn op het vlak van beslissingstermijnen en doorlooptijden bij de bevoegde overheid, moet de vergunning automatisch worden afgeleverd. Daar moeten we op werken. Dat is een stok achter de deur voor de ambtenarij. Dan kan men zeggen: u hebt uw termijn gehad, die is verstreken, dus de vergunning is automatisch verkregen. Dat moeten we dringend doen.
Dan is er ook de unieke omgevingsvergunning. U weet dat men de vier jaargetijden van Vivaldi heeft beloofd voor eind 2013. Minister-president, er is niet veel volk aanwezig, ik spreek niet voor het groot publiek. Belangrijk is dat we daar werk van maken en dat die unieke omgevingsvergunning nu eindelijk eens een feit wordt. Niet alleen hebt u ze al een paar keer beloofd, maar in Wallonië is ze al van kracht sinds 2005. Het blijft brandend actueel.
Ik ga buiten de sfeer van het louter stedenbouwkundige, maar er zijn heel wat vergunningen en aanmeldingen. Ik heb daar permanent mee te maken. Het zou goed zijn dat men daar een inventarisatie van maakt en kijkt naar wat er kan worden vereenvoudigd of kan wegvallen. Uw administratie is perfect geplaatst om dat te doen.
Nog een punt voor Ruimtelijke Ordening: alle investeringen in aangrenzende percelen aan een bedrijventerrein die dienstig zijn voor het milieu, vergunbaar maken. Ik denk aan bedrijven die waterzuivering nodig hebben en geen plaats meer hebben op hun terrein. Maar naast het bedrijf ligt tussen twee industriepercelen een stuk landbouwgrond dat van het bedrijf is. Wat is dan het probleem om dat te gebruiken om een waterzuiveringsinstallatie op te plaatsen? Ik spreek dan over een zuivere milieu-investering. Die flexibiliteit moeten we in Vlaanderen toch kunnen incalculeren en uitbouwen. Het is ook een manier om bedrijven hier te houden.
We zijn bezig met het wettelijke kader voor windmolen- en zonneparken, maar het zou toch goed zijn als dat sneller kan gaan. Ikzelf heb ook problemen. Als men leest wat we er op Vlaams niveau van hebben gemaakt, dan is het mogelijk, tenzij in natuurgebied en dergelijke meer, maar de lokale overheden passen het niet toe. Dat is iets wat de kmos zeker kan helpen.
We kunnen ook alle activiteiten die geluids- en geurhinder geven, specifiek aan de autosnelwegen laten inplanten, aangezien daar al veel lawaai is. Nog een maatregel is de kwantitatieve taakstelling inzake bedrijventerreinen zoals opgenomen in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV), omzetten in daden. Daar wachten we allemaal op. Een maatregel op korte termijn die kan helpen is de inventarisatie van alle beschikbare industriegronden in bestaande en nieuwe bedrijventerreinen zodat er een volledig overzicht is van alle bestaande industriegronden.
Er zijn de missing links. Zo is er de E34-N49 en de AX-verbinding voor de ontsluiting van Zeebrugge. Ook is er het eindelijk tolvrij maken van de Liefkenshoektunnel en het opgeven van de ESR-norm voor de grote magic show van de Oosterweelverbinding, die toch onbetaalbaar is, en het realiseren van oplossingen op korte termijn. Er is ook de administratieve vereenvoudiging zoals het uniek ondernemingsloket. Dergelijke zaken moeten we doen.
Ten slotte wat betreft de lokale fiscaliteit heb ik u al eens gevraagd om met de gemeenten in debat te gaan om de lokale fiscaliteit, de pestbelastingen zoals we die kennen, af te bouwen in een convenant met de gemeenten om te zorgen voor een ontlasting voor de bedrijven. Uiteindelijk is er het creatief zijn met de vennootschapsbelasting waar men eventueel kan werken met een systeem van afcentiemen om te zorgen dat er finaal geen subsidies meer zijn, maar wel een vermindering van belastingen waarbij het principe van back the winner kan worden toegepast.
Minister-president, dit zijn een twintigtal voorstellen die u alvast kunt meenemen. Ik laat het aan uw deskundig oordeel over waaraan u de prioriteit zult geven.
De voorzitter : Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters : De heer Sabbe is een schitterend ondernemer. Via deze weg heeft de man van 58 jaar ook begrepen dat hij veel kans maakt om bij hem te mogen werken.
Mijnheer Sabbe, ik zal al uw voorstellen bekijken, maar ik geef u toch wel mee dat het leiden van een onderneming één zaak is, maar het proces van het transformeren van de industrie en de langetermijnvisies, toch een wat andere opdracht is. Die moet natuurlijk concrete stappen kennen en hindernissen wegwerken, waar u er een paar van hebt opgenoemd. Misschien zult u dat nog eens ondervinden als u beleidsmatige mandaten opneemt.
Dit is een proces waar ik absoluut in geloof, ook in Vlaanderen in Actie waarover door sommige oppositiepartijen wat smalletjes wordt gedaan, maar ik ben ervan overtuigd dat ook dit een proces is dat gaandeweg resultaten zal neerzetten. ViA is een zeer breed programma, dat is juist, maar er zijn geen andere of betere plannen dan dit. Nogmaals, ook in het buitenland is men daar enthousiast over. Maar het is wel aan deze Vlaamse Regering om aan te tonen dat er stappen in de goede richting worden gezet. En nogmaals: hoe sneller hoe beter.
De heer Ivan Sabbe : Minister-president, ik ben blij dat u die intentie hebt, maar het is nodig en ik zal u daarbij helpen om alle maatregelen in kaart te brengen en de concretisering daarvan op te volgen. Ze moeten effectief tot actie op het terrein leiden.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.