Commissie voor Economie, Economisch Overheidsinstrumentarium, Innovatie, Wetenschapsbeleid, Werk en Sociale Economie
Vergadering van 03/07/2012
Vraag om uitleg van de heer Ludo Sannen tot de heer Kris Peeters , minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, over de uitbetaling van en de controle op het gebruik van de kmo-portefeuille
- 1947 (2011-2012)
De voorzitter : De heer Sannen heeft het woord.
De heer Ludo Sannen : Binnen de kmo-portefeuille kunnen kmos en vrije beroepen elektronisch subsidies aanvragen voor opleiding, kennis en advies. Die kunnen worden aangevraagd binnen vijf pijlers, met elk een eigen steunpercentage en -plafond: opleiding, advies over ondernemen enzovoort.
Die kmo-portefeuille bestaat sinds 2009. De steun kan tot 15.000 euro per jaar oplopen, voor strategisch bedrijfsadvies zelfs tot 25.000 euro. Vorig jaar was er op de Vlaamse begroting 33.100.000 euro ingeschreven voor deze vorm van kmo-steun. Daarmee werden ruim 57.000 projecten gefinancierd. De minister-president stelde dat dit aantal dit jaar tot 60.000 zou oplopen. Het budget werd voor 2012 opgetrokken tot 36 miljoen euro.
De steuntoekenning voor kleine projecten gebeurt vrijwel automatisch als een erkende dienstverlener en een bedrijf een overeenkomst ondertekenen binnen het kader van de kmo-portefeuille. Het strategisch advies kent echter een ander procedureverloop. Het Agentschap Ondernemen intervenieert op twee momenten in de procedure: bij de toekenning en bij de uiteindelijke uitbetaling van de steun.
De Commissie Strategisch Advies van het Agentschap Ondernemen beoordeelt de opportuniteit van de subsidiëring van het project op basis van de door de kmo in te dienen projectfiche en de overeenkomst met de dienstverlener. Na bevestiging van de subsidieaanvraag kan de klant zijn aandeel storten in de kmo-portefeuille, waarna de Vlaamse overheid automatisch de subsidie zal bijstorten.
Van dit totale projectbedrag kan vanaf 1 april 2012 slechts 50 procent worden gebruikt om tussentijdse facturen van de dienstverlener te betalen. Voor de subsidieaanvragen die zijn ingediend voor 1 april, verandert er niets. Voor die projecten kan nog steeds 80 procent van het projectbedrag gebruikt worden voor de betaling van tussentijdse facturen. Het resterende bedrag komt pas vrij na het einde van de adviesopdracht, wanneer de dienst reeds werd geleverd en een controle werd uitgevoerd. De subsidieontvanger dient dan een gedetailleerd verslag in te dienen, waarna hij het resterende bedrag kan innen, waarmee hij de overblijvende rekeningen kan betalen.
De verantwoordelijken voor de controle op dit stelsel zijn het Agentschap Ondernemen voor de pijler opleiding, advies en strategisch advies, het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen (F.I.T.) voor de pijler advies voor internationaal ondernemen en het Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen (IWT) voor de pijler technologieverkenning.
De verantwoordelijken kunnen vanaf de indiening van de subsidieaanvraag controleren of de wetgeving wordt nageleefd door de onderneming en de dienstverlener. Die controle kan tot gevolg hebben dat de subsidie niet wordt toegekend, wordt teruggevorderd, wordt geblokkeerd of dat de onderneming een waarschuwing krijgt.
Minister-president, de kmo-portefeuille lijkt, afgaande op haar benutting, een succesvol instrument te zijn. Vond er reeds een effectenmeting plaats van de individuele pijlers? Zorgt de portefeuille voor een toename van de dienstverlening binnen de vijf pijlers?
Wat is uw argumentatie voor de verstrenging van de procedure voor strategisch advies? Werden de voorbije jaren gevallen van misbruik met de pijler voor strategisch advies vastgesteld?
De voorzitter : Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters : Voorzitter, collegas, de kmo-portefeuille is inderdaad een zeer succesvol instrument. In deze barre tijden is het goed om even te onderstrepen dat vriend en vijand dit als succesvol erkennen.
Met deze e-governmenttoepassing worden zoals door de vraagsteller aangegeven jaarlijks een kleine 60.000 dossiers verwerkt. Bijna 30.000 kmos hebben de weg gevonden naar de kmo-portefeuille. Zij doen hiervoor een beroep op ruim 1700 erkende dienstverleners. Bij de tweede begrotingscontrole 2012 werd het budget vastgelegd op 37.080.000 euro.
De kmo-portefeuille bestaat in de huidige vorm sinds begin 2009. Er vond nog geen effectenmeting plaats. In de eerste plaats moet hierbij worden verduidelijkt dat de kmo-portefeuille min of meer de opvolger is van een aantal beleidsinstrumenten die in het verleden bestonden, met name de opleidingscheques, de adviescheques en andere. Bij het uitwerken van de kmo-portefeuille werd vanzelfsprekend maximaal rekening gehouden met de inzichten en aanbevelingen die werden geformuleerd naar aanleiding van de evaluaties van de voorafgaande instrumenten.
Ik wil ook even onderstrepen dat een aantal effecten voor zich spreken. De kmo-portefeuille bereikt zeer duidelijk de beoogde doelgroep van kleine bedrijven. Meer dan 87 procent van de gebruikers zijn kleine bedrijven en ruim 85 procent van de subsidies gaat naar kleine bedrijven met minder dan 50 werknemers. Dankzij de kmo-portefeuille investeerden de Vlaamse kmos in 2011 bijna 44 miljoen euro in opleiding van zichzelf en hun medewerkers. De uitgaven voor extern advies belopen ongeveer 20 miljoen euro. Het hoeft geen betoog dat de kmo-portefeuille hier drempelverlagend werkt en kmos stimuleert voor opleidingen en extern advies.
Ten slotte is het belangrijk te vermelden dat, wat betreft de pijler advies, reeds in 2010 een interne evaluatie heeft plaatsgevonden door de medewerkers van het Agentschap Ondernemen. Op basis hiervan werden enkele optimalisaties doorgevoerd. Dat komt erop neer dat het begrip subsidiabel advies binnen een aantal domeinen nader moest worden omschreven. Dat had vooral betrekking op advies inzake kwaliteitszorg en tevens werden afsprakenkaders opgesteld over ICT-advies en rond advies inzake milieu en energie. Om de pijler advies budgettair beheersbaar te houden, heb ik ook beslist tot een verlaging van het steunplafond van 5000 euro naar 2500 euro medio 2010. Deze beslissing is ook ingeven door het inzicht dat we meer moeten evolueren naar grotere adviesprojecten die kunnen bijdragen aan de transformatie van de kmo door middel van het zogenaamd strategisch advies, waar ik dadelijk op terugkom.
Mijnheer Sannen, ik heb voor u geen enkele moeite gespaard. Ik heb een mooie tabel gemaakt (zie bijlage), die ik aan de voorzitter zal geven. U vindt er heel wat cijfermateriaal over de verschillende pijlers.
Uit de cijfers van de voorbije drie jaar kmo-portefeuille blijkt duidelijk een toename van het aantal aanvragen voor de pijler opleiding en technologieverkenning, zowel van het aantal projecten, van het aantal ondernemingen die van de steun gebruik hebben gemaakt en van de totale subsidie. Voor technologieverkenning verdubbelde het beschikbaar budget nagenoeg waardoor ook het gebruik ervan steeg. Door de besproken ingrepen in de pijler advies daalde het aantal projecten en het gemiddelde subsidiebedrag. Het aantal begunstigde kmos bleef ongeveer gelijk. Gelet op het beschikbare budget elke pijler werkt met een gesloten enveloppe was er voor de pijler advies internationaal ondernemen een status quo merkbaar in 2011 in vergelijking met 2009. De pijler strategisch advies is de kleinste pijler wat het aantal dossiers betreft. Er is voorlopig een daling van het aantal goedgekeurde aanvragen. Er werden ook minder aanvragen ingediend. Dit was het gevolg van een beter begrip bij ondernemers en dienstverleners van de definitie en de vereisten van strategisch advies.
Bij mijn weten zijn er geen gevallen van misbruik vastgesteld binnen deze pijler. Het strategisch advies is wel sterk afgebakend en betreft enkel financieel-economische haalbaarheidsstudies, doorstartplannen en sinds 28 oktober 2011 ook overdrachtsplannen. Deze projecttypes zijn specifiek en heel duidelijk omschreven en worden goed gecontroleerd.
Bij de eerste dossierscreening voorafgaand aan de opstart van het project wordt op basis van de overeenkomst tussen de steunvragende onderneming en haar dienstverlener nagegaan of het project voldoet aan de definitie van strategisch advies. In 2009 werden 24 procent van de initieel ingediende projecten goedgekeurd. In 2010 en 2011 was dat 18 procent. Er zullen dus extra inspanningen moeten worden geleverd om de kennis over het instrument bij de dienstverleners op niveau te brengen. Bij de tweede screening na oplevering van het project wordt op basis van het definitief adviesverslag nagegaan of de diensten overeenkomstig de goedgekeurde overeenkomst werden geleverd en of het uiteindelijk adviesverslag voldoet aan de definitie van strategisch advies. Tot 1 april 2012 werd de tweede screening uitgevoerd op het ogenblik dat de onderneming meer dan 80 procent van het projectbedrag wenste te betalen. Omdat in de praktijk toch nog gemiddeld een op tien dossiers bij de tweede beoordeling moet worden afgekeurd, werd als administratieve maatregel een verlaging van de drempel ingevoerd naar 50 procent. De onderneming gebruikt dus voor de betaling van de eerste facturen haar eigen aandeel uit de portefeuille en de steun wordt pas vrijgegeven na goedkeuring van het eindverslag. Op deze wijze wordt vermeden dat subsidies eventueel moeten worden teruggevorderd. Het steungedeelte wordt nu pas vrij gegeven na de tweede beoordeling.
Afsluitend wil ik nog zeggen dat het in mijn bedoeling ligt de pijlers strategisch advies te dynamiseren en uit te bouwen. Dit wil ik realiseren met het mogelijk maken van strategisch advies gericht op bepaalde belangrijke beleidsprioriteiten zoals opvolging en overname, groei en de vergroening van de economie. Hiervoor is een specifieke erkenningsregeling nodig voor de experten op deze domeinen. Het Agentschap Ondernemen werkt hieraan in overleg met de stakeholders. Tegen het einde van dit jaar zou dit operationeel moeten kunnen zijn.
De voorzitter : De heer Sannen heeft het woord.
De heer Ludo Sannen : Minister, ik dank u voor uw antwoord.
U hebt proberen te verklaren waarom er nog geen effectenmeting is gebeurd. Is er ergens, bijvoorbeeld telkens na een bepaalde periode, een effectenmeting gepland? Of doet men het wanneer men het nodig acht? Als ik het goed begrepen heb, heeft men op basis van een interne analyse de voorwaarden en de procedure rond strategisch advies aangepast en verstrengd. Waarschijnlijk gebeurde dit om de kwaliteit te kunnen verhogen. Dit heeft blijkbaar tot gevolg dat er minder dossiers zijn. Op zich is dat geen probleem als ze kwalitatief beter zijn. Men heeft hier dus wel bijgestuurd om de kwaliteit te verbeteren en niet zozeer om misbruiken tegen te gaan. Volgens mij is het toch wel belangrijk om tijdig en regelmatig effectenmetingen te doen om bijsturingen te realiseren om de kwaliteit te versterken, wat afstraalt op de kmos zelf die er gebruik van maken, ook al wordt de drempel misschien iets hoger en ook al wordt er van hen kwalitatief wat meer verwacht. Op die manier kun je als beleidsvoerder ook je beleid beter afstemmen. Ik zal de cijfers met aandacht bekijken.
Minister-president Kris Peeters : De algemene regel voor een evaluatie is drie jaar operationeel zijn. Dat zullen we ook hier doen.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.