Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Vergadering van 02/05/2012
Vraag om uitleg van mevrouw Veerle Heeren tot de heer Kris Peeters , minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, over de rol van het Proefcentrum Fruitteelt als kenniscentrum in het Vlaamse wijnbouwbeleid
- 1650 (2011-2012)
De voorzitter : Mevrouw Heeren heeft het woord.
Mevrouw Veerle Heeren : Minister-president, de wijnbouwteelt maakt de laatste jaren opgang. Dat het belangrijk is, bewijst het feit dat u het hebt opgenomen als een item in uw beleidsbrief Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid, waarin u aangeeft een wijnbouwbeleid te willen uittekenen, in nauw overleg met de sector.
In februari van dit jaar heeft er een eerste Rondetafel Wijnbouw plaatsgevonden, met vertegenwoordigers uit de sector. Mevrouw Robeyns heeft u in februari een vraag gesteld over de wenselijkheid van de oprichting van een kenniscentrum voor de Vlaamse wijnbouw. U antwoordde toen dat u zou nakijken of er in de sector een draagvlak voor was.
Een van de maatregelen van de Rondetafel Wijnbouw was de oprichting van een werkgroep Druiventeelt, om het praktijkonderzoek binnen de Vlaamse wijnsector te bevorderen. Dat zou gebeuren in nauw overleg met de provincies omdat zij betrokken zijn bij het praktijkonderzoek. In een van de mededelingen van de Rondetafel Wijnbouw staat over de werkgroep Druiventeelt het volgende: De werkgroep wil een brug vormen tussen de noden in de sector en de praktijkcentra. Onder impuls van de werkgroep zal een waarnemings- en waarschuwingsnetwerk worden uitgebouwd, waardoor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen drastisch moet verminderd kunnen worden. Verder zal de werkgroep actief zijn rond bemesting en een aantal andere teelttechnische problemen waarmee de sector wordt geconfronteerd.
In Vlaanderen kunnen wij beschikken over het Proefcentrum Fruitteelt (pcfruit), dat bij uitstek het kenniscentrum voor toegepast wetenschappelijk onderzoek, demonstratie en voorlichting in de fruitteelt is. Het staat misschien niet elke week op de frontpaginas van de kranten, maar het is een wetenschappelijk centrum dat internationaal enorm wordt gewaardeerd en geconsulteerd. Dat is de verdienste van de wetenschappers die daar zijn tewerkgesteld. Vanuit Vlaanderen ondersteunen wij dat. Het centrum zelf is zeer innovatief om projecten binnen te halen. Dat zorgt dat er een enorme drive is in pcfruit. In totaal zijn er vandaag 2000 publicaties gepubliceerd in vak- of wetenschappelijke literatuur met betrekking tot het onderzoek dat er gevoerd werd. Bovendien is het heel bijzonder dat dat kenniscentrum zeer dicht staat bij de fruitteler in het algemeen. Het is vrij toegankelijk en zeer laagdrempelig. Die combinatie van praktijk en wetenschap zorgt dat het centrum enorm wordt gewaardeerd.
Het centrum doet heel veel. Het Kenniscentrum wijnbouw kan juist daar thuishoren vanwege de expertise en alles wat het op poten heeft gezet in verband met geïntegreerde teelt en geïntegreerde gewasbescherming. Het centrum zet de Europese regelgeving om in de praktijk. Samen met de bevoegde administratie van Landbouw heeft het een lastenboek voor geïntegreerde teelt opgesteld. Voor waarnemingen en waarschuwingen is er een heel netwerk van weerstations verspreid over heel Vlaanderen, dat samen wordt uitgebaat met het Proefcentrum voor Sierteelt. Zowel het chemische als het biologische gedeelte van de geïntegreerde gewasbescherming verloopt parallel met de teelt van pitfruit of houtig klein fruit. Ik heb me laten vertellen dat de rodebessenteelt gelijkaardig is als de wijnteelt. Dan is er ook het aspect van teelttechnieken. Het centrum is ook zeer centraal gelegen, maar dat vind ik secundair.
Toen ik las dat de Rondetafel Tuinbouw allerlei dingen wilde doen omtrent een waarschuwingsnetwerk, dacht ik: dat bestaat toch al? Zou het niet veel evidenter zijn als men zijn kar hangt aan een centrum dat al bestaat?
Minister-president, de oprichting van de werkgroep Druiventeelt geeft aan dat er binnen de sector wel een draagvlak bestaat voor de oprichting van een kenniscentrum voor de Vlaamse tuinbouw. Klopt dat? Kunt u dat ondersteunen en bent u dat van plan te doen de volgende weken en maanden? Wie zijn de vertegenwoordigers in de werkgroep Druiventeelt en wanneer mogen we de eerste resultaten verwachten van deze werkgroep? Ik heb begrepen dat er al een startvergadering heeft plaatsgehad. Is het niet belangrijk dat Vlaanderen zo snel mogelijk kan instappen op het niveau van technische kennis van de belangrijkste wijnbouwgebieden in de wereld en dat hun expertise en kennis het snelst vertaald zal worden naar de specifieke klimatologische situatie die we in Vlaanderen hebben? Volgens mij kan pcfruit heel goede kaarten voorleggen om hiervoor in aanmerking te komen.
De voorzitter : Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Mevrouw Tine Eerlingen : Voorzitter, ik had vlak na de eerste rondetafelgesprekken een vraag om uitleg ingediend, maar die is omgezet in een schriftelijke vraag. Ondertussen heb ik de meeste antwoorden op de vragen van mevrouw Heeren al ontvangen.
Ik heb nog een aantal bijkomende vragen die ik in een andere schriftelijke vraag heb gesteld, maar die ik hier toch graag even aan bod wil laten komen.
Minister-president, u hebt vorige keer gezegd dat u werk zult maken van een beleidsplan voor de wijnsector. Kunt u al aangeven wanneer dat zal worden opgestart en wanneer daar resultaten van kunnen worden verwacht?
Op de eerste bijeenkomst van de werkgroep Druiventeelt werd de uitwerking van een waarnemings- en waarschuwingsnetwerk besproken. Hoe zal de verdere uitwerking daarvan verlopen? Zal dat de bestaande praktijkcentra overnemen, zal er op een andere manier ondersteuning komen van de Vlaamse overheid, of is dat een element dat zal worden meegenomen in het beleidpslan voor de wijnsector?
Ik dacht dat u had aangegeven dat het nu nog moeilijk was om te zien welk praktijkcentrum hiervoor het meest geschikt is omdat er eerst een globale visie moet worden ontwikkeld om te zien waar de noden liggen. Hierbij wil ik ook de aandacht vragen voor biologische bestrijding. Druiven zijn zeer gevoelig voor ziektes en plagen. Het is belangrijk dat daar verder onderzoek naar kan worden gedaan zodat er meer aandacht kan gaan naar preventie en biologische bestrijding. Druiventelers zullen daar heel veel aan hebben.
Wat waren de uitkomsten van het overleg tussen het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) en de Belgische wijnbouwers over de mogelijkheden van promotie? Misschien kunt u daar op dit ogenblik geen antwoord op geven, anders zal ik dat wel krijgen in het antwoord op mijn schriftelijke vraag.
De voorzitter : Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Mevrouw Els Robeyns : Voorzitter, ik wil graag de vraag van mevrouw Heeren ten volle ondersteunen. Ik heb in februari een vraag om uitleg gesteld over de stand van zaken in verband met de uitbouw van het Vlaams wijnbouwbeleid dat u had aangekondigd in uw beleidsbrief. Sindsdien is het draagvlak voor de uitbouw van een dergelijk wijnbouwbeleid alleen maar groter geworden, wat blijkt uit de reacties en interesse, ook in de pers.
Ik had u gevraagd of u het opportuun achtte dat er zon kenniscentrum komt. Die rondetafel was voor de week nadien gepland. Ondertussen is die afgerond. Wat is de stand van zaken?
Uiteraard ondersteun ik ook de vraag om pcfruit erbij te betrekken. Er zijn grote overeenkomsten tussen de druiventeelt en de fruitteelt. Het zijn beide openluchtteelten. Ze kennen soortgelijke problemen, waarvoor bij pcfruit de nodige knowhow al aanwezig is. Er moet geen dubbel onderzoek gebeuren. Ik denk ook aan de internationale contacten en technische kennis waar mevrouw Heeren terecht naar verwees. We moeten daar zeker gebruik van maken.
Minister-president, wat is het resultaat van de rondetafel? Komt er een expertisecentrum? Is er nog overleg geweest met VLAM over de promotie? Welke mogelijkheden zijn er?
Wordt er geïnvesteerd in opleidingen voor wijnbouwteelt? Er bestaan Europese regels voor een spuitlicentie. Wie een opleiding heeft gevolgd, mag andere producten gebruiken dan wie er geen heeft gevolgd. Specifieke opleidingen zouden interessant kunnen zijn.
De heer Jos De Meyer : Minister-president, kunt u ons ook iets vertellen over de financiering van het kenniscentrum?
De voorzitter : Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters : Voorzitter, collegas, ik ben aangenaam verrast door uw interesse. Dat is zeer positief.
We hebben het initiatief genomen om de wijnbouwsector in Vlaanderen te structureren en een wijnbouwbeleid te ontwikkelen. We hebben dat lang geleden al gedaan met de paardensector. Ik heb geleerd dat we zoiets stap voor stap moeten realiseren. Er moet eerst voldoende dynamiek groeien in de sector zelf, anders lanceren we zaken waar niet of weinig wordt op ingegaan. Onze initiatieven lopen allemaal zeer goed. De sector organiseert zich stap voor stap steeds beter. Daar moet de volgende maanden en jaren voldoende aandacht naar gaan.
De gesprekken tussen VLAM en de Belgische Wijnbouwers zijn nog aan de gang. Er is enige gevoeligheid. Ze zeggen dat ze eerst de Belgische wijnbouwsector hebben gepromoot en dat wij nu met de Vlaamse wijnbouw willen beginnen. Ze stellen zich vragen.
We hebben wijnbouwers in de provincie Limburg. De fruitsector staat daar traditiegetrouw sterk. Het kenniscentrum is daar gevestigd. Ook in Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen en Antwerpen hebben we wijnbouw. Verschillende provincies hebben activiteiten ontwikkeld in de wijnbouw. We proberen de krachten te bundelen. We proberen dat met de nodige omzichtigheid te doen.
Mevrouw Eerlingen, u spreekt van een beleidsplan. Volgens mij zullen we stap voor stap vooruitgaan. Ik zal geen plan op tafel leggen met alles erop en eraan. We mogen niet voorbijgaan aan de realiteit.
Mevrouw Heeren, om de noden rond teelttechniek voor de wijnbouwsector in Vlaanderen op te vangen, is ervoor gekozen om in eerste instantie te werken met een teelttechnische werkgroep Druiventeelt in plaats van een feitelijk kenniscentrum. Het lijkt mij logisch dat we, in deze budgettair krappe tijden, eerst bekijken hoe ver we met de aanwezige knowhow en infrastructuren binnen de Vlaamse land- en tuinbouwpraktijk- en onderzoekscentra geraken om de sector vooruit te helpen. We hebben heel wat kennis voorhanden die, met een beperkte bijsturing, een antwoord kan bieden op de vooral teelttechnische vragen die leven binnen de sector van de druiventeelt.
Ik heb dat in februari al gezegd in antwoord op de vraag van mevrouw Robeyns. Ik wil dat heel rustig uitbouwen. Ik weet dat Limburg sterk vragende partij is: mocht er een kenniscentrum komen, dan het liefst in Limburg. Laat ons voorzichtig vooruitgaan. We mogen geen snelle beslissingen nemen die veel geld kosten en misschien voorbarig zijn. Mocht er een andere beslissing genomen worden, dan zal ik u daar natuurlijk zeker over informeren. Voorzitter, er is sprake van budgetten en financiering.
De werkgroep Druiventeelt is een samenwerking tussen de provinciale tuinbouwcentra in Sint-Truiden en in Herent, en de afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling van het Departement Landbouw en Visserij. Ook de provincies zijn vertegenwoordigd in de werkgroep. Daarnaast zetelen er experten, Vlaamse wijnbouwers en telers van tafeldruiven in de werkgroep. De werkgroep is reeds enkele malen bijeengekomen als ik het goed heb, drie keer en heeft inmiddels een aantal eerste resultaten kunnen bereiken. Het waarnemingen- en waarschuwingssysteem is opgestart. Er zijn al enkele studiedagen georganiseerd over gewasbeschermingsmiddelen en bemesting in de druiventeelt. Mevrouw Robeyns informeerde ook al naar de opleiding en dergelijke. De problematiek van de erkenning van gewasbeschermingsmiddelen werd uitgeklaard, en er werd door de afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling een gewasbeschermingsmiddelenlijst met de in België erkende middelen in de druiventeelt ter beschikking gesteld. Dat laatste kwam op de rondetafel als een uitdrukkelijke vraag naar voren.
Is het niet belangrijk dat Vlaanderen zo snel mogelijk zou kunnen gebruikmaken van de technische kennis van de belangrijkste wijnbouwgebieden in de wereld en hun expertise en kennis snel zou kunnen aanwenden in de Vlaamse wijnbouw? Via de werkgroep Druiventeelt wordt de aanwezige kennis gebundeld en zal de sector de nodige technische ondersteuning krijgen. Via de werkgroep en de deelnemende actoren zal ook expertise met het buitenland worden uitgewisseld. Op de rondetafel, waar ik aanwezig was, is dat aan bod gekomen. In Frankrijk, maar ook in andere landen, bestaat daarover heel wat expertise. Er wordt een initiatief genomen om kennis uit te wisselen.
Ik rond af. Dit nieuwe initiatief van het beleid ten bate van de Vlaamse wijnbouwsector is opgestart. In de huidige fase proberen wij alle kennis te bundelen en die ook met iedereen te delen, via vorming en opleiding. Wij willen ook de noden lenigen. Druiven telen en ervoor zorgen dat druiven op tafel komen of tot wijn kunnen worden verbouwd, is immers een activiteit die met veel zorg en precisie gebeurt.
Mevrouw Veerle Heeren : Ik dank u voor het antwoord. Ik deel de opvatting dat een beleid dat nog in de kinderschoenen staat, stap voor stap moet worden ontwikkeld. Het is ook belangrijk dat er synergieën worden ontwikkeld. Ik heb begrepen dat de wetenschappelijke centra in Vlaanderen in de technische werkgroep een actieve rol vervullen. Er zijn immers veel gelijkenissen tussen de teelt van pitfruit en de kleinhoutige teelten. De expertise is er, men moet die kunnen gebruiken.
Ik heb nog een praktische vraag. Het waarschuwingssysteem is al van kracht. Wil dat zeggen dat men zijn karretje aan een of ander kenniscentrum hangt? Of financieren de wijnbouwers dat allemaal zelf? U zegt dat er geen geld wordt vrijgemaakt. Voor de duidelijkheid: het Proefcentrum Fruitteelt wordt voor een heel klein stukje door Vlaanderen gefinancierd. Veel middelen van het centrum komen uit opbrengsten van wetenschappelijk onderzoek. Het verhaal lijkt op dat van het Instituut Samenleving en Technologie, dat destijds dankzij zijn projecten geld ontving. Dat zorgt voor een dynamiek, en dankzij die dynamiek werken daar dertig of veertig topwetenschappers. Hoe moet ik mij de zaken dus voorstellen? Hoe zit het met de samenwerking met andere kenniscentra?
Minister-president Kris Peeters : Mevrouw Heeren, wij financieren het waarschuwingssysteem. Tot voldoening van velen is de zaak opgestart. Wij blijven dat van zeer nabij volgen. Wij maken de nodige middelen vrij om het systeem voor deze sector uit te bouwen. Uit het hoofd kan ik evenwel geen cijfers citeren.
Mevrouw Veerle Heeren : Voor mij zijn de synergieën belangrijk. Wij moeten geen kenniscentrum voor wijnbouw ontwikkelen, want in andere kenniscentra bestaat veel expertise die voor de sector nuttig is. Zo kunnen wij een win-winsituatie creëren.
Minister-president Kris Peeters : Ik ben het volledig met u eens. De synergie is een doel. Het kenniscentrum dat u zo na aan het hart ligt, heeft heel wat knowhow in huis. Het is een heel belangrijke actor. Wij proberen de synergie te realiseren, met een maximaal gebruik van de beschikbare knowhow.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.