Commissie voor Algemeen Beleid, Financiƫn en Begroting
Vergadering van 25/04/2012
Vraag om uitleg van de heer Eric Van Rompuy tot de heer Kris Peeters , minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, over de financiële problemen van Brussels Airlines en de gevolgen voor de luchthaven van Zaventem
- 1517 (2011-2012)
Vraag om uitleg van mevrouw Tine Eerlingen tot de heer Kris Peeters , minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, over de concurrentiepositie van de luchthaven van Zaventem versus de luchthavens van Charleroi en Luik
- 1602 (2011-2012)
Vraag om uitleg van mevrouw Gwenny De Vroe tot de heer Kris Peeters , minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, over het rapport van de Vlaamse Luchthavencommissie
- 1606 (2011-2012)
De voorzitter : Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Mevrouw Gwenny De Vroe : Voorzitter, de vertekende concurrentiepositie tussen de luchthavens verhindert de ontwikkeling van een duurzame toekomst voor de luchtvaart in België en in Vlaanderen. Dit staat te lezen in een rapport waarin de concurrentiepositie van de luchthaven van Zaventem tegen de concurrentiepositie van de luchthavens van Charleroi en Luik wordt afgezet. Het rapport is opgesteld door de Vlaamse Luchthavencommissie (VLC), een adviesorgaan van de Vlaamse Regering waarin de sociale partners en de luchthavensector zetelen.
Het rapport schetst een somber beeld van de concurrentiepositie van de luchthaven. De Waalse overheid voert een actief luchthavenbeleid en heeft hier veel geld voor over. Een Vlaams antwoord blijft echter uit. Het gevolg is dat steeds meer luchtverkeer naar Wallonië verhuist.
In 1998 was de luchthaven van Zaventem goed voor 95 procent van het aantal passagiers dat het luchtruim koos. Dit is gestaag gedaald en bedroeg vorig jaar nog 71 procent. Indien we enkel de korte afstanden bekijken, blijkt het marktaandeel zelfs tot 68 procent te zijn gedaald. De boosdoener is de luchthaven van Charleroi. Dit stond op 3 april 2012 in de pers te lezen.
Wat de luchtvracht betreft, is de ontwikkeling nog spectaculairder. In 1998 verscheepte de luchthaven van Zaventem nog driemaal zo veel vracht als de luchthaven van Luik. Sinds 2009 wordt de nationale luchthaven door zijn Waalse concurrent overvleugeld. De luchthaven van Luik heeft de hoeveelheid verscheepte vracht sinds 1998 zien verviervoudigen.
Op zich zou dit allemaal geen probleem zijn. Volgens het rapport is de concurrentie echter oneerlijk. De luchthavens van Luik en Charleroi profiteren met volle teugen van overheidssubsidies die voor de luchthaven van Zaventem niet beschikbaar zijn. In de loop van zes jaar tijd is de overheidssubsidie verdubbeld. Het gaat nu om 30 miljoen euro. In Charleroi bedragen de kosten per vertrekkende passagier 2,39 euro. In Zaventem gaat het om 31,36 euro.
Aangezien ik me, onder meer omwille van de tewerkstelling, zorgen maak om de luchthavenregio, heb ik hierover in het verleden al meerdere vragen om uitleg gesteld. Op 7 juli 2011 heb ik de minister-president een vraag om uitleg gesteld. Hij heeft me toen verteld dat hij in het buitenland contacten heeft gelegd met belangrijke spelers uit de luchthavensector. Hij heeft verteld over zijn ontmoetingen met vertegenwoordigers van Qatar Airways, Korean Air Cargo en Singapore Airlines.
Op 2 februari 2012 heb ik de minister-president in de commissie Economie opnieuw een vraag om uitleg gesteld over de concurrentiepositie van de luchthaven van Zaventem ten aanzien van de luchthavens van Charleroi en van Luik en over de nadelige gevolgen hiervan voor Vlaanderen en voor Vlaams-Brabant in het bijzonder. Ik ben toen tot dezelfde vaststellingen gekomen die nu in het rapport van de VLC staan te lezen.
Wat passagiers betreft, is het aandeel van de luchthaven van Zaventem gedaald in het voordeel van de luchthaven van Charleroi. Het marktaandeel van de vrachtluchthaven van Zaventem is gedaald in het voordeel van de vrachtluchthaven van Luik. De vrachtluchthaven van Luik is de grootste van het land geworden, ten nadele van de vrachtluchthaven van Zaventem.
De Europees commissaris voor Mededinging heeft al verklaard dat de luchthaven van Charleroi niet ten koste van een degradatie van de luchthaven van Zaventem mag worden opgebouwd. Het Waalse Gewest heeft Brussels Airlines trouwens verschillende malen opgeroepen naar Charleroi te verhuizen omdat het daar goedkoper is.
Het gevolg is dat de luchthaven van Zaventem, die jarenlang de tweede economische poort van België is geweest, ondertussen tot de derde poort is gedegradeerd. Het valt me telkens op dat de Waalse Regering actief de belangen van haar luchthavens verdedigt en hier, zelfs ten koste van een ander gewest, veel acties voor onderneemt. Dit kan van de Vlaamse Regering niet worden gezegd.
Het belangrijkste aspect is het mogelijke jobverlies. Ik heb de minister-president hierover in februari 2012 ook al vragen gesteld. Volgens Voka zou deze oneerlijke concurrentie tot een verlies van 4000 directe jobs en 8000 indirecte jobs in de cargosector in Brussel en Vlaams-Brabant kunnen leiden.
Minister-president, hoe staat u tegenover het rapport van de VLC en de twaalf concrete actiepunten? Erkent u ondertussen dat de concurrentiepositie van de luchthaven van Zaventem en de economische groeikansen van de luchthavenregio in gevaar zijn? Zo ja, welke stappen zult u zetten om de concurrentiepositie van de luchthaven van Zaventem en de economische groeikansen van de luchthavenregio te bewaken en te verdedigen?
Welke stappen zal de Vlaamse Regering ondernemen voor een corrigerende actie ten aanzien van de Federale Regering om een jobverliescatastrofe op Zaventem en de luchthavenregio te counteren?
Zal de Vlaamse Regering conform het regeerakkoord de grondwettelijke en wettelijke instrumenten gebruiken die ze tot haar beschikking heeft om de belangen van de Vlaamse Regering te verdedigen inzake die regio?
Zijn de onderhandelingen ondertussen gestart met de federale overheid en de andere gewesten over een herziening van het samenwerkingsakkoord van Belgocontrol van 1989?
De voorzitter : Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Mevrouw Tine Eerlingen : Minister-president, op 28 maart laatstleden bracht de VLC een rapport uit rond de concurrentiepositie van Zaventem versus de luchthavens Charleroi en Luik. Dat rapport kwam vroeger uit dan gepland wegens de oproep van Brussels Airlines rond de oneerlijke concurrentiestrijd van de luchthaven Zaventem met de luchthaven van Charleroi.
Volgens de Brussels Airport Company heeft de luchthaven van Zaventem in drie jaar tijd 10 procent van zijn banen verloren wegens de oneerlijke concurrentie van de luchthaven van Charleroi. De VLC tracht nu met haar rapport verduidelijking te geven en een voorstel van actieplan over te maken aan de Vlaamse Regering om de huidige toestand te verbeteren.
De huidige toestand is immers alarmerend en nefast voor onze Vlaamse economie en tewerkstelling. Volgens de VLC vormt de vertekende concurrentiepositie op dit ogenblik de grootste economische bedreiging voor de Belgische luchtvaartmaatschappijen en verhindert het de ontwikkeling van een duurzame toekomst voor de luchtvaart in België en Vlaanderen.
Het competitief speelveld van de luchthaven van Zaventem wordt sterk verstoord ten opzichte van de regionale luchthavens Charleroi en Luik. Hiervoor haalt de Vlaamse luchthavencommissie verscheidene redenen aan. De regionale luchthavens van Wallonië en hun gebruikers krijgen vanuit de Waalse overheid een aanzienlijke financiële injectie die rechtstreeks gebruikt wordt om dumpingtarieven te hanteren. Mevrouw De Vroe heeft daar ook al naar verwezen. Die dumpingtarieven zijn de voornaamste oorzaak van een verstoorde concurrentiepositie tussen de Waalse luchthavens en de luchthaven van Zaventem. Daarnaast zijn er ook verstoringen op het vlak van de kosten voor veiligheid, infrastructuur en regelgeving, op het vlak van ruimtelijke ordening, geluidsoverlast en arbeidsvoorwaarden
Om het hoofd te bieden aan die verschillende uitdagingen stelt de VLC een twaalftal werken voor die ze categoriseert in hoofdlijnen doorheen het hele luchthavenbeleid, topprioriteiten en belangrijke maatregelen. Een van de hoofdzaken vormt de erkenning van de luchthaven van Zaventem als de tweede belangrijkste economische motor voor Vlaanderen. De VLC vraagt dan ook dat het Vlaamse beleid wordt uitgebreid met aandacht voor en kritische opvolging van de gevolgen van de beslissingen van de Federale Regering, de Waalse Regering en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.
Minister-president, wat is uw reactie op de vaststellingen van de Vlaamse Luchthavencommissie in haar rapport betreffende de concurrentiepositie van de luchthaven Zaventem ten opzichte van de luchthavens Charleroi en Luik?
Hoe wensen u en de regering tegemoet te komen aan de twaalf aanbevelingen die de VLC doet?
De voorzitter : De heer Van Rompuy heeft het woord.
De heer Eric Van Rompuy : Ik heb mijn vraag gesteld op 21 maart, op het moment dat bekend werd gemaakt dat Brussels Airlines een verlies leed van 80 miljoen euro. Vanuit Brussels Airport en Brussels Airlines werd er toen sterke kritiek geleverd op de subsidiepolitiek van de Waalse overheid aan Charleroi.
Die cijfers werden inmiddels bevestigd door de VLC in haar rapport. De cijfers zijn hier ook aangehaald. Er is concurrentieproblematiek met overheidssubsidies. De Waalse Regering geeft per passagier op de luchthaven van Charleroi 15 euro. Ook zouden de kosten per vertrekkende passagier in Charleroi 2,3 euro en in Zaventem 31 euro bedragen. Op zes jaar tijd zijn de overheidssubsidies aan Charleroi verdubbeld.
Gisterenavond zag ik dat de Waalse minister van Werk Antoine zegt dat de financiële bijdragen van het Waalse Gewest in de Waalse luchthavens zullen uitdoven. Vanuit Europa wordt er namelijk duidelijke kritiek geleverd. Minister Antoine zegt dat het Waalse Gewest in het investeringsplan 2001-2011 voor Luik 281 miljoen euro steun heeft verleend en voor Charleroi 219 miljoen euro. Dat zijn toch wel zeer grote bedragen. Minister Antoine weet dat dat op termijn niet houdbaar is vanuit Europa en dringt aan op een grotere rol van de privéfirmas.
Er zijn ook cijfers voor Zaventem. Het aantal passagiers neemt opnieuw toe, maar is nog lang niet terug op het niveau van het faillissement van Sabena. Op het einde van de jaren 90 was er een piek van meer dan 20 miljoen passagiers. Nu zitten we aan 16 à 17 miljoen. Het komt lang niet in de buurt van wat het vroeger was. We hebben natuurlijk ook in Vlaanderen de discussie gevoerd over heel de problematiek van de luchthaven en de geluidsdruk. Minister-president, u was toen minister van Leefmilieu. Onder andere om die reden is DHL verhuisd en zijn bepaalde investeringen in Zaventem niet gebeurd. De onzekerheid was te groot. Op een zeker moment heeft toenmalig premier Verhofstadt voorgesteld om de luchthaven van Zaventem te verplaatsen naar Wallonië, hierin gesteund door Luc Coene, die gouverneur van de Nationale Bank was. De Nationale Bank heeft nu een studie gepubliceerd over de economische waarde van de luchthaven van Zaventem. Daarin schrijven ze dat die een toegevoegde waarde heeft van 3,3 miljard euro. Een paar jaar geleden verklaarden de premier en de gouverneur van de Nationale Bank dat er onderzoek moest worden gevoerd naar de mogelijkheden om de luchthaven te verplaatsen, omdat die in het centrum van het land allerhande problemen veroorzaakte. We komen uit die periode.
Nu stel ik vast dat alle fracties vragen dat de Vlaamse Luchthavencommissie een adviesorgaan van de Vlaamse Regering na haar analyse een aantal voorstellen uitwerkt om de concurrentiekracht van de luchthaven van Zaventem te verhogen. De luchthaven is nog altijd een grote motor van werkgelegenheid, zowel voor de luchthaven zelf als voor het hinterland. We hebben ook nood aan een Brussels Airlines. Ik hoop dat het allemaal goed komt, want Brussels Airlines heeft toch zware verliezen geleden. Als Brussels Airlines zou verdwijnen, zou het voor de luchthaven een groot probleem zijn.
Minister-president, er zijn een aantal aanbevelingen gedaan door de luchthavencommissies. Heel wat dingen behoren niet tot onze bevoegdheden. De luchthaven ligt wel in Vlaanderen maar valt onder de federale bevoegdheid. Ze is nu bovendien in privéhanden. De vraag is hoe de Vlaamse Regering aankijkt tegen die problematiek.
De voorzitter : De heer Watteeuw heeft het woord.
De heer Filip Watteeuw : Voorzitter, minister-president, collegas, ik begrijp de bezorgdheid die leeft bij een aantal collegas, zeker bij de collegas uit Vlaams-Brabant. De luchthaven van Zaventem zorgt inderdaad voor heel wat tewerkstelling.
Ik zou toch graag een aantal kanttekeningen willen maken. Het luchtverkeer is ecologisch zeer belastend en economisch niet altijd even florissant. We moeten bedachtzaam omspringen met luchtvaart en zeer goed nagaan waar we luchtverkeer inzetten en waar niet.
Er wordt ook te veel en te makkelijk gekozen voor regionale luchthavens, zowel in Wallonië als in Vlaanderen en in het buitenland. Ik vind de politiek van de Waalse Regering niet goed. Ik weet dat niet iedereen daar even enthousiast over is en ik hoop dat de politiek van de Waalse Regering wordt bijgestuurd.
Er is de tegenstelling die terecht wordt aangehaald tussen de Waalse regionale luchthavens en Zaventem. Maar we hebben ook zelf regionale luchthavens. Als men nagaat hoeveel subsidie de overheid geeft per passagier, dan zie je dat er per vertrekkende passagier in Deurne 30 euro subsidie wordt gegeven. In Oostende is dat zelfs 40 euro per vertrekkende passagier, alhoewel de berekening daar wat moeilijker is omdat er ook veel vrachtverkeer is. Wat we de Waalse Regering verwijten, doen we dus zelf ook, weliswaar op kleinere schaal. Als we zware uitspraken doen over de Waalse regionale luchthavens, dan moeten we dat ook toepassen op de Vlaamse regionale luchthavens. Volgens mij heeft de luchthaven van Deurne geen enkele toekomst, zeker niet nu er een goede treinverbinding naar Zaventem is. Voor Oostende is er wel nog enige toekomst, maar er moet een goede afweging komen.
We moeten dus ook de regionale luchthavens in Vlaanderen in vraag stellen. Een van de belangrijke punten is het draagvlak. Ik stel vast dat er voor de luchthavens van Deurne en Oostende eigenlijk weinig draagvlak is. In Deurne is er dat wel bij een beperkt aantal bedrijven die er gretig gebruik van maken. Bij de bevolking is het draagvlak zeer klein. Ook in Oostende wordt de luchthaven enigszins aangevochten. Dat heeft natuurlijk alles te maken met de ligging. Maar als we uitspraken doen over de regionale luchthavens in Wallonië, dan moeten we ook uitspraken durven te doen over de regionale luchthavens in Vlaanderen.
De voorzitter : Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters : Voorzitter, collegas, ik ga op alle vragen proberen te antwoorden.
Mijnheer Watteeuw, minister Crevits, die bevoegd is voor regionale luchthavens, pakt dit dossier aan. Ik kan alleen maar spreken uit de tijd dat ik die bevoegdheid had. We hebben toen het initiatief genomen om de luchthavenexploitatiemaatschappij (LEM) en de luchthavenontwikkelingsmaatschappij (LOM) op te richten. Het is een heel proces en ik ga ervan uit dat minister Crevits hierover tekst en uitleg kan geven als er vragen over zijn.
Mijnheer Watteeuw, ik ben onder de indruk van uw kennis van de rentabiliteit en de toekomstmogelijkheden van regionale luchthavens, zeker ook over wat privé-investeerders er kunnen en willen van maken. Ik ben ook onder de indruk van het feit dat u meent dat het maatschappelijk draagvlak, zowel in Antwerpen als in Oostende, niet groot zou zijn. Ik heb maar ik kan erover gelezen hebben de laatste maanden en zelfs de jaren, heel weinig maatschappelijke commotie kunnen vaststellen. De laatste commotie was bij het snoeien en het kappen van de bomen in Borsbeek. Bij mijn weten is er geen grote discussie over het maatschappelijk draagvlak.
De heer Filip Watteeuw : Als u dat wilt, kan ik het hebben over de rentabiliteit van de luchthavens van Antwerpen en Oostende, want ik heb de cijfers bij.
Minister-president Kris Peeters : Dat is niet langer mijn bevoegdheid. Ik stel voor dat u dat met minister Crevits bespreekt. Samen met de voorzitter ben ik onder de indruk van uw kennis over het WK wielrennen, maar ook over de economische toekomst van regionale luchthavens. Dat siert u.
Eerst en vooral wil ik stellen, als antwoord op de eerste vraag van mevrouw Eerlingen, dat de VLC een belangrijk signaal heeft gegeven en voor het eerst heeft getracht een beschrijving te geven van de omvang van de concurrentieverstorende situatie die zou bestaan op het vlak van de lonen van piloten en bemanningen enerzijds en op de prijsvorming bij het verlenen van luchthavenfaciliteiten anderzijds. Ik zal dit probleem ernstig nemen en met de regering onderzoeken welke acties wij met dit advies in de hand kunnen ondernemen. Maar ik wens ook na te gaan of wij moeten interveniëren in het lopende onderzoek van de EU-commissie, dan wel of wij de uitslag ervan beter afwachten. Dit onderzoek werd opgestart om na te gaan of de financiële regeling tussen de Waalse overheid en de luchthaven van Charleroi wel in overeenstemming is met EU-staatssteunregels. Europa zal in dat verband een belangrijke uitspraak doen, en op basis daarvan kunnen wij dan acties ondernemen.
Sta me toe in te zoomen op de twaalf aanbevelingen van de VLC. Het ligt in mijn bedoeling om hierover de Task Force Strategisch Actieplan voor de Reconversie en Tewerkstelling in de Luchthavenregio (START) te laten bijeenkomen en een voorbereidend voorstel te laten formuleren voor een reactie die wordt gedragen door de volledige Vlaamse Regering. De Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement hebben de luchthaven van Zaventem steeds als een belangrijke economische motor erkend. Dit gebeurde reeds in het kader van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) waarin de luchthaven wordt erkend als een economische poort. In het kader van de afbakening van het Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel besliste de Vlaamse Regering een initiatief uit te werken voor de verdere ontwikkeling van de poort internationale luchthaven van Zaventem, zoals omschreven in het RSV.
De afdeling Luchthavenbeleid van de Vlaamse administratie is bezig met de eerste stappen voor de uitwerking van een startbeslissing en een voorstel van traject voor de opstart van een afbakeningsproces en de uitbouw van een gebiedsgerichte werking. De aanbevelingen spreken over het herstel van het level playing field tussen Zaventem enerzijds en Charleroi en Luik anderzijds. Ik verwijs hiervoor naar het lopende onderzoek van de Europese Commissie over de concurrentievervalsing door Ryanair en een aantal luchthavens waaronder Charleroi, Dortmund en Carcassonne. De resultaten van dit onderzoek kunnen misschien het level playing field herstellen. Daarnaast nemen we akte van het voornemen van minister Antoine, zoals aangekondigd in de edities van gisteren van Le Soir en LEcho, om de steun aan de Waalse luchthavens te verminderen of uit te doven. Daarbij is minister Antoine van mening dat privépartijen toekomstige investeringen moeten overnemen. We zullen het debat in het Waals Parlement van vandaag over het luchtvaartbeleid met aandacht volgen, alsook de verwachte uitspraken van de Waalse Regering ter zake.
Wat de loonkost van het vliegend personeel betreft ik antwoord hiermee ook op de tweede vraag van mevrouw De Vroe is in het kader van het Flanders Air Transport Network (FAN) een nota over het loonkostenstelsel in de Belgische luchtvaart in de maak. Deze nota bevat actievoorstellen om de loonkosten van het vliegend personeel concurrentieel te houden met het buitenland. Een groot deel van de initiatieven die genomen zouden kunnen worden, moeten op het federale niveau gebeuren. Ook inzake de opleiding van piloten worden momenteel een aantal pistes onderzocht. Er zijn federale ministers die erg inventief zijn in het invoeren van forfaits en dergelijke. Misschien is het verstandig om dat eens op het federale niveau aan te pakken.
In de aanbevelingen wordt verwezen naar een aantal maatregelen die betrekking hebben op mobiliteit, zo onder meer de vraag naar de integratie van het spoorstation onder de luchthaven van Zaventem. Ik kan u zeggen dat in het kader van START met betrekking tot de trein, het Gewestelijk Expresnet (GEN) en tram en bus in projecten is voorzien voor de luchthavenregio, waarbij bijvoorbeeld de luchthaven is opgenomen als een van de drie polen die in het GEN moeten worden geïntegreerd. Wij zullen dit opvolgen wanneer de evaluatie van het volgende investeringsplan van Infrabel 2013-2025 er is. Dat haalde ook vandaag de kranten.
Een ander project bestaat erin de luchthaven klaar te maken voor de ontvangst van HST-treinen, in het kader van Diabolo. Zo kan de luchthaven worden verbonden met bijvoorbeeld Parijs, Amsterdam, Londen en Frankfurt. In het kader van een ander project is de luchthaven vandaag al opgenomen in het plan Vlaams-Brabant in Beweging, de mobiliteitsvisie voor 2020 van De Lijn voor de provincie Vlaams-Brabant. Dat zijn enkele voorbeelden ter illustratie.
Diabolo is afgewerkt en wordt in juni commercieel in gebruik genomen. Minister Crevits voert momenteel besprekingen over het GEN-station Machelen Kerklaan. Het busstation is reeds op de luchthaven gevestigd, dat weet u. Vlaanderen vraagt reeds langer afstemming met de NMBS over het exploitatieschema.
De aanbeveling over samenwerking op het vlak van toeristisch beleid steun ik persoonlijk. In het kader van Flanders Logistics (FL) wordt gewerkt aan gezamenlijke publiciteit omtrent de vier pijlers: Flanders Air Transport Network (FAN), Flanders Port Area (FPA), Flanders Inland Shipping Network (FISN) en Flanders Land Logistics (FLL). Minister Crevits is daarmee bezig. In de aanbevelingen is sprake van de toekenning van een investeringsenveloppe aan economische actoren door de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV). Uiteraard moeten we staatssteun vermijden of we krijgen problemen met Europa. Rechtstreekse steun aan luchtvaartmaatschappijen is niet geoorloofd en opstartsteun van luchtlijnen kan alleen op kleine luchthavens worden overwogen. De PMV kan investeringsprojecten ondersteunen, ook projecten op de luchthaven, mits voldaan wordt aan de gestelde eisen. Ik wil eraan toevoegen dat recent een opleidingsproject ondersteund werd vanuit het beleidsdomein Economie. Dat heeft de verbetering van de opleiding in de luchtvaartsector op het oog.
Wij ondersteunen actief connectiviteit en logistieke functies. Ik geef een voorbeeld: Brucargo wordt ondersteund binnen Vlaanderen in Actie (ViA). Eind 2011 is beslist een subsidie van 250.000 euro toe te kennen aan de Kamer van Koophandel Halle-Vilvoorde voor de verdere uitwerking van de aanbevelingen uit het rapport van het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL) Brucargo Secured Gateway. Hierin worden aanbevelingen gedaan om van de cargozone op Zaventem opnieuw een prime location te maken.
Collegas, dit is mijn eerste reactie op de aanbevelingen. Ik neem dit rapport zeer ter harte en zal het verder bespreken binnen de Vlaamse Regering, op basis van een advies van de Task Force START. Ik zal niet nalaten u op de hoogte te houden van de voortgang. Een aantal aanbevelingen vallen onder de bevoegdheden van de federale overheid. Dat element indachtig zal ik gesprekken starten met mijn federale collegas. Mevrouw De Vroe verwees ernaar: er moeten stappen worden ondernomen om de concurrentiepositie van Zaventem en de economische groeikansen van de luchthavenregio te verdedigen, evenwel, mijnheer Watteeuw, met respect voor de leefbaarheid van de luchthavenregio. Om die reden werkt de Task Force START aan de opvolging van een aantal binnen de Vlaamse Regering opgestarte projecten.
Op 2 februari heb ik op uw vraag, mevrouw De Vroe, wat duiding gegeven. De Vlaamse Regering is uiteraard bereid een aantal stappen te zetten om het nodige flankerend beleid te voeren en mogelijke oneerlijke concurrentie te helpen bestrijden. Vanuit dat perspectief zal ik de Federale Regering verzoeken te zorgen voor een correcte toepassing binnen België van de Europese verordening EG 1794/2006 van 6 december 2006 tot vaststelling van een gemeenschappelijk heffingenstelsel voor luchtvaartnavigatiediensten, gewijzigd door een aantal andere verordeningen.
Dat is belangrijk. Dat antwoord is hier zeer relevant.
Wat ten slotte het samenwerkingsakkoord betreft met de federale overheid en de andere gewesten, kan ik zeggen dat deze onderhandelingen voor zover ik weet nog niet zijn heropgestart. Over het eventuele initiatief van federaal vice-eersteminister Vanackere over de uitzonderingsmaatregelen ten aanzien van de luchtvaartsector waar u naar verwijst, voorzitter, is er met mij nog geen officieel contact genomen.
Dit belangrijk onderwerp vroeg natuurlijk om een uitgebreid antwoord. De vragen waren zeer pertinent. We gaan daar in de schoot van de Vlaamse Regering verder aan werken. Europa heeft de procedure opgestart en die loopt nu. We zullen bijkomende acties ondernemen, rekening houdend met uitspraken, beslissingen of acties van Europa omtrent het level playing field.
De voorzitter : Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Mevrouw Gwenny De Vroe: Ik dank u voor uw antwoord, minister-president.
Ik zit wel met een dubbel gevoel. Aan de ene kant erkent u de problematiek van de concurrentieverstoring. Aan de andere kant gebruikt u vaak de woorden zou en mogelijke oneerlijke concurrentie. Erkent u het nu definitief? U gaat het rapport zeer ernstig nemen, waar ik heel blij mee ben. Ik had dat ook verwacht. Ik heb begrepen dat er na mijn vorige vraag nog geen verdere stappen zijn gezet. Ik ben blij dat u daarover wilt terugkoppelen. Ik ga ervan uit dat u daaromtrent nu wel meer actie gaat ondernemen. Ik zal de resultaten daarvan hoopvol afwachten.
Ik heb nu eigenlijk geen bevredigend antwoord gekregen. Ik heb de indruk dat de Vlaamse Regering vanaf de zijlijn toekijkt op de federale luchthaven. Ik zou heel graag hebben dat er vanuit de voorlinie voor onze luchthavenregio wordt gestreden. Er was altijd een afwachtende houding.
Minister-president, ik apprecieer uw engagement om concrete en actieve stappen te ondernemen. Uiteraard zal ik daar als oppositielid geregeld op terugkomen. Ik hoop dat u de daad bij het woord voegt en dat u ons gaat informeren na de bespreking van dit probleem in de Vlaamse Regering.
De voorzitter : Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Mevrouw Tine Eerlingen : Minister-president, u benadrukt terecht dat u dit belangrijk probleem ernstig neemt. Met onze vragen hebben we dit ook willen aantonen.
Mevrouw De Vroe, inzake de oneerlijke concurrentie is het belangrijk dat we het oordeel van de Europese Commissie afwachten, omdat het onze positie kan ondersteunen. Als de Europese Commissie ook zegt dat het oneerlijke concurrentie is, staan we sterker in onze schoenen om actie te ondernemen. Ik veronderstel dat ook Europa actie zal ondernemen.
Overleg met de Waalse Regering en eventueel met de Federale Regering is ook belangrijk. Het verwondert me dat dat nog niet is gebeurd. Het is nog recent en ik neem aan dat dat tijd nodig heeft. Minister-president, ik wil vragen dat u dat snel doet, en met de nodige argumentatie. Als gast in deze commissie zou ik graag het vervolg kennen en ik zou het appreciëren als u de commissie inlicht over de vorderingen in het dossier. Dan zal ik wel vernemen wanneer dit aan bod komt.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.