Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden en Internationale Samenwerking
Vergadering van 24/04/2012
Vraag om uitleg van de heer Marc Hendrickx tot de heer Kris Peeters , minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, over de standpuntbepaling met betrekking tot het visserijakkoord met Marokko
- 1543 (2011-2012)
De voorzitter : De heer Hendrickx heeft het woord.
De heer Marc Hendrickx : Minister-president, voorzitter, collegas, de voorbije jaren want intussen zijn het al jaren hebben wij in deze commissie gesproken over de Westelijke Sahara en het betwiste visserijakkoord van Marokko met de EU. De laatste keer gaf u wat toelichting bij de lopende heronderhandeling van dit akkoord in het Comité van Permanente Vertegenwoordigers (Coreper). U gaf aan dat u bereid was dit akkoord te verlengen, maar alleen als het zou voldoen aan enkele duidelijke criteria. Het moet volledig in lijn zijn met het internationaal recht, het moet leiden naar adequate economische returns en er moet een bepaling worden opgenomen over het schenden van mensenrechten en democratische beginselen. Ook hoopte u dat er een verwijzing naar de Westelijke Sahara en de uitzonderlijke toestand daar in het verdrag opgenomen kon worden.
Ik heb u ook een schriftelijke vraag gesteld, met betrekking tot het compromisvoorstel van Denemarken. U bleek niet helemaal tevreden te zijn. U stelde dat u betreurde dat er in het mandaat geen verwijzing werd opgenomen naar de Westelijke Sahara, dat Vlaanderen er tijdens de intrafederale coördinatie op aangedrongen heeft om hierover een verklaring van Duitsland, Ierland en Slovenië te ondersteunen, maar dat er, aangezien andere Belgische overheden hiermee niet konden instemmen, hieromtrent geen eensgezind standpunt was en België zich daarbij dus niet heeft aangesloten. Ik wens u te danken voor die houding. U hebt in deze commissie vaak gesteld dat wij het eens waren op dat punt. Ik stel nu vast dat u op het Europese toneel inderdaad deze bekommernis voor de Sahrawis hebt getoond. Het is daarom des te jammer dat we hierin gedwarsboomd zijn door bepaalde andere Belgische overheden.
Minister-president, op welke manier voldoet het voorstel van Denemarken aan uw voorwaarden wat betreft het internationaal recht, de economische return en een clausule met betrekking tot de mensenrechten? Wat is momenteel de stand van zaken van dit voorstel? Welke Belgische overheden hebben zich verzet bij de intrafederale standpuntbepaling tegen de inclusie van de Westelijke Sahara in het verdrag en om welke redenen?
De voorzitter : Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters : Voorzitter, collegas, mijnheer Hendrickx, het is juist dat we al verschillende malen over dit dossier van gedachten hebben gewisseld. Gesteund door deze commissie en door u hebben we heel wat discussies gevoerd en onze positie maximaal verdedigd. Ik verwijs naar uw schriftelijke vraag van 7 februari 2012. Op Belgisch niveau hebben we drie belangrijke elementen verder besproken. Een, een volgend protocol moet volledig in lijn zijn met het internationaal recht. Twee, het akkoord moet economisch rendabel zijn. En drie, er moet een bepaling worden opgenomen over het schenden van mensenrechten en democratische beginselen. Vanuit Vlaanderen wensten wij nog verder te gaan, met vermelding van bepaalde zaken, maar deze drie elementen zijn wel de essentiële.
In het compromisvoorstel van het Deense voorzitterschap wordt daar toch expliciet naar verwezen. Voor het internationaal recht staat er en ik citeer: Ensuring that the new protocol fully complies with international law and serves the interests of all the local populations concerned. Wat de economische return betreft, citeer ik de volgende passage: Ensuring that access to fisheries resources is based on criteria which provide for adequate economic returns for the EU, taking into account the past utilization of fishing possibilities in the different categories of fishing. Ten laatste is er de clausule met betrekking tot de mensenrechten: Including in the new Protocol a clause about consequences in cases of violation of human rights and democratic principles. We hebben onze slag niet volledig thuisgehaald, maar de essentie in de vorm van die drie punten heeft het Deens voorzitterschap in het compromis opgenomen, wel uitdrukkelijk dankzij onze inspanningen, gesteund door uw vragen en die van andere commissieleden.
Wat is de stand van zaken van dit voorstel? Op 14 februari 2012 heeft de Raad het onderhandelingsmandaat voor de Europese Commissie formeel goedgekeurd. Vorige week vrijdag, 20 april 2012, heeft commissaris Damanaki een bezoek gebracht aan Marokko om het visserijakkoord op politiek niveau te bespreken. De commissaris heeft een constructief overleg gehad met de Marokkaanse minister van Buitenlandse Zaken en Samenwerking. Er is besloten om de onderhandelingen officieel op gang te trekken. De eerste formele gesprekken vinden normaal gezien plaats begin mei.
Welke Belgische overheden verzetten zich? U hebt zelf al gezegd dat bij de intrafederale standpuntbepaling de FOD Buitenlandse Zaken zich tegen het Vlaamse voorstel heeft gekant om de Duitse, Ierse en Sloveense verklaring te ondersteunen. Zij stellen de positie van neutraliteit, die België tot nu toe traditioneel inneemt, voorop. Die argumentatie heeft men gegeven.
Kort is het dus zo dat de drie basisbezorgdheden erin zitten. Wij hadden als Vlaanderen ook die verklaring van Duitsland, Ierland en Slovenië kunnen ondertekenen, maar bij de FOD heeft men gezegd dat men de neutraliteit die tot op heden door België is aangehouden, niet kon of wenste te wijzigen.
De heer Marc Hendrickx : Dank u, minister-president. Dat werpt een duidelijk licht op de zaak. Nu weten we waar de oorzaak ligt van deze houding. U hebt een punt dat we niet heel onze slag hebben binnengehaald, maar wel de essentie.
Ik noteer ook dat de commissie de volgende weken en maanden verder aan de slag gaat na een constructief overleg met Marokko. We zullen die zaak dus zeker verder kunnen opvolgen. Intussen weten we ook waar de oorzaak lag. We zullen nagaan of we daarover nog wat meer informatie kunnen krijgen. Het was tot op heden niet zo gemakkelijk om dat te weten te komen.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.