Commissie voor Economie, Economisch Overheidsinstrumentarium, Innovatie, Wetenschapsbeleid, Werk en Sociale Economie
Vergadering van 28/04/2011
Vraag om uitleg van de heer Johan Deckmyn tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, over compensatie van ondernemers die economische schade lijden door het in gebreke blijven van de overheid
- 1825 (2010-2011)
De voorzitter : De heer Deckmyn heeft het woord.
De heer Johan Deckmyn : Voorzitter, minister-president, uit een online-enquête, die ondernemersorganisatie UNIZO, u welbekend, in februari 2011 afnam bij meer dan 600 bedrijfsleiders uit verschillende sectoren, bleek dat ruim 42 procent van de Vlaamse ondernemers die al te maken hebben gehad met vergunningsprocedures, zegt economische schade te hebben geleden door de laattijdige afhandeling ervan. 52 procent van de ondernemers geeft aan hierbij problemen te hebben gehad met de overheid.
De voornaamste klachten gaan over de snelheid en de duidelijkheid. 48,2 procent van de ondervraagde ondernemers klaagt dat de voorziene beslissingstermijn niet gerespecteerd werd. Volgens UNIZO moet 63 procent van wie te maken kreeg met vergunningsprocedures, daardoor een project of bedrijfsuitbreiding uitstellen. 42 procent spreekt van geleden economische schade. Dat zijn toch wel bijzonder hoge cijfers.
Op de vraag of er tijdens de vergunningsaanvraag conflicten zijn gerezen met ambtenaren of met de vergunningverlenende overheid, antwoordt ruim de helft, 52 procent, ja. Het aanvoelen bij 63 procent van de ondernemers is dat de procedures traag tot heel traag zijn. Vooral de laattijdige adviezen van overheidsinstanties blijken problematisch. De vraagstelling tot zover is eigenlijk een open deur instampen, want het zijn klachten die we al sinds jaar en dag horen.
Naar aanleiding van deze bevraging wil UNIZO dat de overheid dwangsommen uitbetaalt aan bedrijfs- en kmo-leiders, als zij er de oorzaak van is dat een vergunningsprocedure veel te lang aansleept. Volgens hen kan hiermee de geleden economische schade gecompenseerd worden.
Volgens UNIZO-topman Karel Van Eetvelt is het Vlaamse vergunningenbeleid de achilleshiel van de Vlaamse Regering. Daarom vraagt UNIZO dat de procedure voor vergunningsaanvragen voor kmos en bedrijven sneller zou verlopen. De frustratie zit diep aangezien UNIZO aangeeft dat het al meer dan tien jaar vragende partij is voor concrete oplossingen ter zake.
Collegas, we weten dat hieromtrent al verschillende commissies actief zijn geweest. Hoewel die commissies opgericht zijn, onder andere voor de versnelling van belangrijke investeringsprojecten in Vlaanderen, en dat ze diverse aanbevelingen hebben gedaan hieromtrent, blijft de problematiek nog steeds aanslepen.
Minister-president, beschouwt u het vergunningenbeleid ook als de achilleshiel van uw regering? Welke maatregelen zijn ondertussen reeds genomen om hieraan tegemoet te komen? Hebt u ondertussen reeds initiatieven genomen om economische schade die ondernemers lijden naar aanleiding van het in gebreke blijven van de overheid, te compenseren?
Terwijl u daarnet ja antwoordde, kan uw antwoord ook neen zijn, maar ik geef toe dat het een retorische vraag is. Ik ben een beetje beperkt aangezien ik niet kan peilen naar intenties, maar ik wil wel graag weten of u hieromtrent een klaar en duidelijk standpunt hebt.
De voorzitter : Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters : Voorzitter, collegas, ik heb nooit kunnen bevroeden dat er in dit Vlaams Parlement zoveel wordt verwezen naar UNIZO. Mocht ik dat geweten hebben, lang geleden, dan had ik daar nog meer van gebruikgemaakt. Maar het is uitstekend dat de parlementsleden dat allemaal van zo nabij volgen. Ik vermoed dat het ook voor ik hier zat, de regel was om naar UNIZO te verwijzen.
Natuurlijk deelt de Vlaamse Regering de bekommernissen die zijn geuit door UNIZO, en die ook worden gedeeld door dit Vlaams Parlement. Als we de analyse en aanbevelingen van UNIZO naast die van de commissie-Berx en de commissie-Sauwens leggen, dan zien we heel wat overeenkomsten. We zien ook een aantal zaken terugkomen in de visienota van de Vlaamse Regering inzake het versnellen van investeringsprojecten. Daar hebt u ook naar verwezen.
De Vlaamse Regering is dus vastbesloten om de problematiek zowel met quick wins als met fundamentele hervormingen aan te pakken. Dat wordt ook in het actieplan van UNIZO erkend.
In de Commissie Versnelling Maatschappelijk Belangrijke Investeringsprojecten, ook de commissie-Sauwens genoemd, wordt regelmatig gerapporteerd over de stand van zaken bij de implementatie van de aanbevelingen. Concrete vragen verwijs ik dan ook door naar die commissie. Veel concrete vragen zijn er trouwens al aan bod gekomen.
Samenvattend kan ik stellen dat de Vlaamse Regering het versnellen en verbeteren van het traject van investeringsprojecten als een belangrijke prioriteit ziet en daar samen met dit parlement verder werk van wil maken.
Daarnaast wil de Vlaamse overheid via het Meerjarenprogramma Slagkrachtige Overheid en het Sleutelproject 1.1, dat als titel heeft Naar een geïntegreerde benadering van ondernemers, bereiken dat de ondernemer in de toekomst een helder en duidelijk beeld zal krijgen van waar hij voor welke dienstverlening zoals informatie, subsidies, enzovoort, terechtkan. Zo verliest hij geen kostbare tijd meer met het zoeken naar de juiste aanspreekpunten in het labyrint van overheidsinstellingen en bestuurslagen.
Voor de vergunningen en erkenningen kunnen de ondernemingen steeds terecht bij de Unieke Loketten, die deze taak op zich hebben genomen in uitvoering van de Europese Dienstenrichtlijn.
Tot slot kan ik u ook nog melden dat er op 5 mei 2011 een ontmoeting zal plaatsvinden van de secretarissen-generaal met UNIZO. Het rapport van UNIZO met betrekking tot investeringsprojecten van ondernemers is daarbij een van de agendapunten. Dit onderstreept nogmaals het belang dat vanuit de administratie aan de problematiek wordt gehecht.
U zei dat uw tweede vraag een retorische vraag was. Ik heb geleerd dat er op retorische vragen niet kan en niet moet worden geantwoord. Uit respect voor uw vraag zal ik het toch proberen. Het compenseren van economische schade bij een vertraagde procedure lost mijns inziens het probleem niet op. Ik vrees immers dat een dergelijke aanpak het aantal positieve vergunningen niet zal bevorderen, maar eerder omgekeerd kan leiden tot vervroegde weigeringen, om de schadevergoeding te vermijden.
U weet dat het bovendien een complex verhaal is, want er zijn vaak meerdere actoren en overheden bij betrokken. Het is dan ook geen juridische evidentie om een dergelijke automatische compensatie op een eenvoudige en transparante manier uit te werken.
Het lijkt mij in de eerste plaats aangewezen dat we onze inspanningen richten op het tijdig afleveren van de vergunningen zodat we niet moeten discussiëren over compensaties omdat ze ook niet aan de orde zijn.
De voorzitter : De heer Deckmyn heeft het woord.
De heer Johan Deckmyn : Minister, het is inderdaad zo dat compenseren het probleem niet oplost. Daar hebt u inderdaad gelijk in. Maar als men probeert op die manier te werk te gaan, legt men toch iets meer druk bij de overheid. Dat het niet eenvoudig is om dit allemaal te organiseren, is dan weer een probleem voor de overheid. Het is ook niet eenvoudig om als zelfstandige te worden geconfronteerd met dergelijke problemen. Als UNIZO dit aankaart als woordvoerder van heel veel kmos en bedrijfsleiders, wil dat toch duidelijk zeggen dat ze hierover een oplossing verwachten en dat er reeds lang veel gesproken werd en er veel beloftes werden gedaan die niet echt worden nagekomen.
Het feit dat men op die manier met een persbericht over die enquête komt, geeft toch het duidelijke statement aan dat men de overheid vraagt hier iets aan te doen. Minister-president, het is goed dat er al heel wat commissies zijn die zich terecht bezorgd maken om deze problemen. Maar ik vrees dat heel veel zelfstandigen met grote ogen naar deze problemen kijken en denken dat we ze bespreken en maar blijven bespreken en aanbevelingen geven. Die ondernemers zien dat er daar voorlopig nog niet veel van in huis komt. Daarom vind ik het terecht dat ik deze vraag hier gesteld heb.
U hebt bevestigd dat dit een prioriteit was en is voor de regering. Ik hoop dat het snel tot een afdoende oplossing leidt. Ik besef dat het nooit perfect zal zijn, maar het zou toch veel beter moeten kunnen dan de manier waarop het nu gebeurt.
De voorzitter : Het incident is gesloten.