Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 15/06/2010
Vraag om uitleg van de heer Hermes Sanctorum tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, over de bouw van nieuwe steenkoolcentrales
De voorzitter : Het antwoord wordt gegeven door minister Schauvliege.
De heer Sanctorum heeft het woord.
De heer Hermes Sanctorum : Mijnheer de voorzitter, ik had de vraag gesteld aan minister-president Peeters omdat hij een uitspraak heeft gedaan over dit thema, maar ik neem aan dat minister Schauvliege namens de Vlaamse Regering zal antwoorden.
Mevrouw de minister, energieproducent E.ON wil graag een steenkoolcentrale bouwen in de Antwerpse haven. Na een eerder, negatief advies van de stad en haven van Antwerpen over een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning stelde minister-president Peeters dat er geen steenkoolcentrale in Antwerpen zou komen. Toch heeft E.ON onlangs een milieuvergunningsaanvraag ingediend. Een dergelijke centrale zou, naast grote hoeveelheden fijn stof, NOx en zwaveldioxide, jaarlijks meer dan 6 miljoen ton CO2 uitstoten, het dubbele van de uitstoot door een aardgascentrale.
Het betreft een lopende vergunningsaanvraag. Daarom gaan deze vragen ook over het algemene principe. Minister, staat u nog altijd achter de belofte dat er geen steenkoolcentrale zal worden gebouwd in Antwerpen? Acht u het mogelijk dat steenkoolcentrales in de rest van Vlaanderen worden vergund? Of sluit u dit namens de Vlaamse Regering principieel uit?
De heer Bart Martens : Mevrouw de minister, ik sluit me graag aan bij deze vraag. Het gaat hier immers niet om een klein dossier. De steenkoolcentrale van E.ON zou jaarlijks meer dan 6 miljoen ton CO2 uitstoten, wat overeenkomt met de uitstoot van zon 3 miljoen wagens! Indien dergelijke installatie zou worden toegelaten, wordt het zeer moeilijk om andere doelgroepen zoals huishoudens nog te bewegen om spaarzaam en zuinig met energie om te springen en rationeel van hun wagen gebruik te maken. Bovendien zorgt een steenkoolcentrale in tegenstelling tot andere centrales - voor de uitstoot van meer fijn stof en ozonvormende stikstofoxiden, terwijl de Europese luchtkwaliteitsdoelstellingen voor deze polluenten nu al worden overschreden.
Ik weet wel dat E.ON schermt met de mogelijkheid om in de toekomst CO2 af te scheiden en ondergronds te bergen, maar in hoeverre is deze optie technisch en economisch realistisch? In de buurt van de Antwerpse haven bevinden zich immers geen geologische opslagmogelijkheden voor CO2. Bovendien zorgt een afvang en opslag van CO2 voor een serieuze daling van het energetisch rendement van de centrale. Als ooit afvang en opslag haalbaar en betaalbaar wordt, dan nog lijkt een inplanting in de Antwerpse regio daarvoor ongeschikt.
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Voorzitter, collegas, d e voorliggende vraag om uitleg betreft een specifiek vergunningendossier voor één particulier bedrijf, wat het beantwoorden moeilijk maakt.
Het al dan niet verlenen van vergunningen voor steenkoolcentrales is in eerste instantie een federale, respectievelijk provinciale bevoegdheid de bouwvergunning buiten beschouwing gelaten, maar vragen ter zake moeten door minister Muyters worden beantwoord. Een exploitatievergunning voor een steenkoolcentrale moet door de federale overheid worden afgeleverd of geweigerd. Bij mijn weten heeft het federale niveau geen verbod op stroomopwekking met steenkool uitgevaardigd. Ook de paars-groene federale regering heeft bij mijn weten geen dergelijk verbod ingesteld. Een milieuvergunning voor een steenkoolcentrale moet in eerste aanleg door de provinciale overheid worden afgeleverd of geweigerd.
Het Vlaamse Gewest treedt pas op als in beroep wordt gegaan tegen een verleende of geweigerde milieuvergunning. Als ter zake bevoegd minister spreek ik me vooraf niet uit over een vergunningverlening of -weigering die ik misschien in beroep zal moeten behandelen. Uiteraard gelden zowel bij de beoordeling van de vergunningsaanvraag als bij de handhaving van de regelgeving de op dergelijke installaties toepasselijke milieunormen. Het is ook op grond van de decretale of in een besluit verankerde criteria over onder andere uitstoot en lozing dat de deputatie, en in beroep de minister, vergunningsaanvragen behandelen.
Maar vooruitlopen op de uitkomst van een nog hangend dossier doe ik dus niet. Deze houding is niet in tegenstrijd met de politieke uitspraken die de minister-president heeft gedaan over een concreet dossier in de Antwerpse haven, want die uitspraak steunde op de prioriteiten die voor de invulling van havengebieden kunnen worden gesteld.
De heer Hermes Sanctorum : Mevrouw de minister, uw antwoord stelt me teleur. Ik krijg eigenlijk helemaal geen antwoord. U verschuilt zich achter het feit dat u een beroepsinstantie bent voor milieuvergunningsaanvragen, maar op dit moment bent u niet gevat door dit dossier, aangezien er nog geen beroep is ingediend.
Minister Joke Schauvliege : Ik kan me niet uitspreken over hangende vergunningsdossiers. Dat is de houding die ik altijd heb aangenomen in deze commissie, ook voor andere dossiers waarover u vragen hebt gesteld.
De heer Hermes Sanctorum : Hetzelfde geldt toch voor de bouwvergunningsaanvraag, en daarover heeft de minister-president wel een duidelijke uitspraak gedaan. U zou het filmpje daarvan eens moeten bekijken, het was echt een zeer duidelijke uitspraak. Ik steun overigens die uitspraak, maar ik wil weten of hij nog altijd geldt.
De voorzitter : Mijnheer Sanctorum, de minister bevoegd voor het leefmilieu moet in laatste aanleg een beslissing nemen en dat op basis van een advies.
De heer Hermes Sanctorum : Dat kan zijn. Maar ik heb de vraag aan minister-president Peeters gesteld. De vraag wordt doorgespeeld naar de minister van Leefmilieu, en die zegt dat zij niet kan antwoorden omdat ze door het dossier kan worden gevat en dat dus eigenlijk de minister-president zou moeten antwoorden. Ik heb er echt geen probleem mee dat u namens de minister-president antwoordt, maar ik wil wel een duidelijk standpunt horen. Het standpunt dat hij vroeger heeft ingenomen, was duidelijk. Als u dat niet kunt, dan wil ik dat van iemand anders horen. Als woordvoerder van de Vlaamse Regering verwacht ik van u een duidelijk antwoord.
Minister Joke Schauvliege : Het is inderdaad zo dat de minister-president mij heeft gevraagd te antwoorden. Maar als bevoegd minister kan ik geen uitspraak doen over één concreet dossier. Dat is onmogelijk. Als ik dat zou doen, creëer ik een procedurefout. Ik heb in de commissie ter zake altijd, ook voor andere dossiers, dezelfde houding aangenomen.
De heer Hermes Sanctorum : Ik begrijp dat u geen uitspraken kunt doen over dossiers waarin u bent gevat. Maar in dit geval bent u niet gevat. Het gaat in de eerste plaats over het principe. Ik vraag hier of het duidelijke standpunt dat de minister-president in het verleden heeft ingenomen, wordt aangehouden. U moet de vraag beantwoorden en dan zegt u dat u dat niet kunt.
De voorzitter : Het incident is gesloten.