Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Vergadering van 02/06/2010
Vraag om uitleg van de heer Stefaan Sintobin tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, over computergebruik bij landbouwers
De voorzitter : De heer Sintobin heeft het woord.
De heer Stefaan Sintobin : Voorzitter, minister-president, als we hier over de toekomst van onze landbouw en onze landbouwbedrijven spreken, hebben we het meestal niet alleen over verbreding, schaalvergroting en dergelijke, maar ook over een moderne bedrijfsvoering. Moderne bedrijfsvoering is voor landbouwbedrijven essentieel om te kunnen overleven.
Ik was dan ook uiterst verbaasd en verrast te lezen dat uit een onderzoek van Boeren op een Kruispunt bleek dat op maar liefst 53 percent van de Vlaamse land- en tuinbouwbedrijven geen computer wordt gebruikt. Boeren op een Kruispunt wilde weten hoe land- en tuinbouwers de computer gebruiken voor bedrijfsdoeleinden en welke toepassingen beschikbaar zijn via internet. Uit een eerder onderzoek van de Federale Overheidsdienst Economie was ook al gebleken dat slechts 47 percent een computer gebruikt voor bedrijfsdoeleinden.
In het onderzoek van Boeren op een Kruispunt werd ook gepolst naar de redenen. Ruim een kwart geeft aan niet met een computer te kunnen werken, wat toch een enorm hoog cijfer is ten opzichte van de volledige bevolking. Anderen geven tijdsgebrek of gebruiksonvriendelijkheid aan als reden. Uit de enquête blijkt echter ook dat men erkent dat het niet-gebruik van een computer grote gevolgen kan hebben voor de bedrijfsvoering. Zo gaf 39 percent van de ondervraagden aan dat die bedrijven, zoals dat heet, niet mee zijn met hun tijd. 29 percent van de bedrijven zonder computer stellen dat ze hun concurrentiekracht en effectiviteit zullen verliezen. Bijna 20 percent is van mening dat deze bedrijven uit de sector zullen verdwijnen. Men erkent dus zelf dat het niet gebruiken van een computer verontrustend is.
Op basis van dit onderzoek formuleert Boeren op een Kruispunt ook enkele beleidsaanbevelingen. Men wil dat de overheid computerlessen geeft om niet-computergebruikers te stimuleren. De organisatie vraagt ook dat de kostprijs voor de aanschaf van een computer en bijhorende programmas wordt gedrukt. Ook is men vragende partij voor een algemene portaalwebstek voor land- en tuinbouwers, die intussen blijkbaar al is opgestart. Verder wil de vzw dat er bij alle beleidsbeslissingen rekening wordt gehouden met de grote groep boeren en tuinders die grote moeite hebben met het bijhouden van de administratie. De vzw vraagt daarom dat alle administratieve documenten ook zo lang mogelijk beschikbaar blijven op papier.
Minister-president, wat is uw reactie op dit onderzoek? Wat doet u met de beleidsaanbevelingen van Boeren op een Kruispunt? Welke extra initiatieven kunt u binnen uw bevoegdheid nemen om het computergebruik bij land- en tuinbouwers te stimuleren?
De voorzitter : Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters : Mijnheer Sintobin, wij hebben bij de oprichting van de vzw Boeren op de Kruispunt de opdracht meegegeven om, naast de concrete begeleiding van bedrijven in moeilijkheden, vanuit de ervaringen met dossiers, de sector en de overheid signalen te geven waar structurele verbeteringen aan beleid noodzakelijk zijn en waar problemen kunnen worden voorkomen. Het onderzoek van Boeren op een Kruispunt past in de globale vaststelling dat heel wat bedrijven in nood, hetzij als oorzaak hetzij als gevolg van de moeilijkheden, kampen met hun administratieve verplichtingen. De thematiek van het gebruik van pcs in de landbouw dient te worden gezien als een signaal vanuit die concrete ervaringen.
Op basis van eigen ervaringen van onze administratie en vanuit contacten met bedrijven en diensten die veelvuldige contacten hebben met landbouwers, is het mijn aanvoelen dat de cijfers over het gebruik van de pc in werkelijkheid iets hoger liggen. Er zijn twee belangrijke bemerkingen. Er is ten eerste een belangrijk verschil tussen de diverse leeftijdscategorieën. Daaruit blijkt dat 70 à 75 percent uit de groep jonger dan 45 jaar wel gebruik maakt van de pc. De evolutie gaat dus snel en daar dient rekening mee te worden gehouden. Dat geldt trouwens niet alleen voor landbouwers. In het algemeen zijn de wat ouderen onder ons het gebruik van de pc wat minder genegen.
Ten tweede is er een groep landbouwers die helemaal niet met de computer werken, willen werken of kunnen werken. Daarom is het belangrijk om nog gedurende een bepaalde periode voor die groep in papieren communicatie te blijven voorzien. Ik ga er dus van uit dat het niet-gebruik van de pc eruit groeit, maar we moeten gedurende een belangrijke periode het dubbele gebruik van pc en papieren communicatie behouden.
De resultaten van het onderzoek zijn uitvoerig toegelicht en besproken met diverse administraties. Er is afgesproken dat elke administratie binnen de eigen wetgeving en de ermee verbonden administraties zou nagaan waar vereenvoudiging, zowel kwantitatief als kwalitatief, kan worden doorgevoerd en waar extra stimulansen kunnen worden ingebouwd voor het gebruik van de computer. Met betrekking tot de opleiding wil ik nog meegeven dat er in het kader van de naschoolse landbouwvorming vanuit de Vlaamse landbouwadministratie jaarlijks zon 5000 cursusuren worden gefinancierd met het oog op de verbetering van de informaticakennis van onze land- en tuinbouwers. Dit betekent ongeveer een derde van het totaal aantal gesubsidieerde cursusuren. We investeren er dus ook wel voldoende middelen in om de computer- en informaticakennis te verhogen.
Het gebruik van de computer moet ook in de land- en tuinbouw verder worden gestimuleerd. Met de unieke identificatie van elke landbouwer en de uitbouw van het interactieve e-loket Landbouw is een stevige basis gelegd voor de verdere introductie van het computergebruik. Belangrijk is dat het is opgebouwd in samenspraak met een groep gebruikers en dus bijzonder gebruiksvriendelijk is en moet blijven. Het feit dat beschikbare gegevens voor de eigen bedrijfsvoering bovendien online beschikbaar zijn en administratieve fouten vermijdt, blijkt een belangrijke stimulans te zijn voor het gebruik. Het aantal elektronische aangiftes van de verzamelaanvraag is gestegen van 5.555 vorig jaar naar 13.050 dit jaar, wat meteen bewijst dat een elektronische aangifte voor een ruim en een stijgend deel van de landbouwers haalbaar is.
Momenteel wordt gewerkt aan de engineering van de informaticatoepassingen van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF), waardoor een koppeling met het e-loket mogelijk wordt. Het is de bedoeling om stap voor stap het e-loket uit te breiden met administratieve elementen uit andere regelgevingen. Ik ben ervan overtuigd dat de beste stimulans voor het gebruik van computer is dat de landbouwers ervan overtuigd worden dat er voor hen een meerwaarde in te vinden is. Het is de beste stimulans om het op een gebruiksvriendelijke manier te doen zodat de landbouwer ervan overtuigd wordt als hij het al niet is dat dit heel wat tijd en rompslomp kan besparen.
De voorzitter : De heer Sintobin heeft het woord.
De heer Stefaan Sintobin : Voorzitter, minister-president, ik vond zelf al dat de cijfers bijzonder hoog waren, zeker wanneer men ze vergelijkt met die van de doorsnee bevolking. Ik kan me ook terugvinden in uw argument dat er een verschil is in leeftijd. Dat is ook zo bij de gewone bevolking.
De heer Jos De Meyer treedt als voorzitter op.
Ik ben ook blij dat u zo lang mogelijk de papieren communicatie zult aanhouden zodat de wat oudere landbouwers hun bedrijf kunnen voortzetten. Ik noteer ook dat er al heel wat lesuren worden gesubsidieerd, maar misschien kunnen we via de landbouworganisaties de landbouwers nog meer stimuleren om eraan deel te nemen.
Ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat we de landbouwers zoveel mogelijk moeten stimuleren om de computer te gebruiken, in het belang van het efficiënt uitbaten van hun bedrijf.
De voorzitter : Het incident is gesloten.