Commissie voor Algemeen Beleid, Financiƫn en Begroting
Vergadering van 20/04/2010
Interpellatie van de heer Johan Deckmyn tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, over de stand van zaken in het actieplan Vlaanderen in Actie
Interpellatie van de heer Filip Watteeuw tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, over de monitoring van het Pact 2020 en de resultaten van Vlaanderen in Actie
Vraag om uitleg van de heer Lode Vereeck tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, over de eerste tussentijdse evaluatie van Pact 2020 door de studiedienst van de Vlaamse Regering en de Open Dialoogdag
De voorzitter : De heer Deckmyn heeft het woord.
De heer Johan Deckmyn : Voorzitter, mijn interpellatie is een tijd geleden ingediend. Door onvoorziene omstandigheden is ze uitgesteld tot vandaag. Ik verwijs expliciet naar woensdag 10 maart, toen vond de officiële installatievergadering plaats van de Raad van Wijzen die de uitvoering van Vlaanderen in Actie (ViA) en het Pact 2020 moeten opvolgen. De raad moet fungeren als klankbord voor de regering en als alarmbel om de afgesproken strategie te bewaken. Bovendien moet de raad optreden als ViA-ambassadeur, de maatschappelijke afspraken rond ViA in de aandacht houden, ateliers organiseren en een jaarlijks sociaal-economisch forum organiseren. De raad zal maandelijks bijeenkomen met de minister-president.
Minister-president, de nieuwe voorzitter van ViA is professor Koen Geens, u kent hem, ik verneem dat hij uw gewezen kabinetschef is. Hij stelt dat het tijd is om voor concrete resultaten te zorgen. Die resultaten zijn er nu, en waren er toen, inderdaad niet of nauwelijks. ViA bestaat intussen reeds enkele jaren, maar is tot nog toe een groots opgevat project gebleken zonder al te veel concrete, tastbare realisaties. Nochtans dringt de tijd: tegen 2020 moet ViA van Vlaanderen een topregio maken op gebied van innovatie, logistiek, ondernemerschap, onderwijs en een efficiënte overheid. Dat is toch de bedoeling.
Waar we alvast niet naast kunnen kijken, is de groots opgezette campagne om de Vlamingen te laten kennismaken met het plan Vlaanderen in Actie. De televisie, de radio en de kranten staan er vol van. Zo is er bijvoorbeeld de mooi uitgewerkte krantenkatern, waarin wordt uitgelegd hoe Vlaanderen moet scoren in 2020 en welke doorbraken er moeten worden gerealiseerd.
Maar het is nu net op het vlak van dat realiseren dat het verhaal eindigt. Ik verwijs naar de krantenartikelen op het moment dat ik mijn interpellatie indiende. Ze spraken over het magere resultaat. Er stonden nog maar twee discussiethemas online. Het ene telde 22 reacties, het andere 78. Ik heb vandaag nagekeken hoe het nu staat. Op het discussieforum van ViA zijn er nu zeven themas te bespeuren, met hou u vast 85, 45, 13, 5, 18, 13 en 14 reacties. Dat zijn 193 reacties. Er is nog een apart reactiepunt voor het thema wat doe jij?. Daar zijn 123 reacties op toegekomen. Dat is bijzonder mager als men het opzet van heel het project en de groots opgezette reclamecampagne bekijkt. Ik heb voor de gein nog eens naar Facebook gekeken. Ik ben nogal een Facebookfan. Er bestaat een fanpagina voor ViA. U hebt zelf ontzettend veel fans, minister-president, maar ViA heeft er amper 472. Voor zon grootse campagne is dat mager. (Opmerkingen)
Men kan daar nu misschien wel smalend over doen, maar eigenlijk is Facebook een discussieforum waarop men duidelijk ziet waar de mensen aandacht voor hebben. Dat ViA daar aanwezig is, bewijst dat men daar fans zoekt. 472 is bitter weinig.
Het Vlaams Belang heeft er in het verleden reeds op gewezen dat dit heel sterkt lijkt op recyclage van engagementen zonder dat er daadwerkelijk iets wordt gerealiseerd. Het ViA is niet nieuw, het gaat al enkele jaren terug. Uw voorganger, Yves Leterme, is daar nog mee bezig geweest. Het is het herdenken van eigen initiatieven en van initiatieven van uw voorgangers.
Nu de nieuwe Raad van Wijzen is geïnstalleerd, is blijkbaar de tijd gekomen om resultaten te boeken. Om het opnieuw met de woorden van de nieuwe voorzitter te zeggen: De plannen zijn er, nu is het tijd om voor concrete resultaten te zorgen. Blijkbaar staan er al diverse projecten in de startblokken. Minister-president, naar aanleiding van de kritieken in de media, hebt u gesteld dat te snelle communicatie bij iedereen de vraag oproept waar de inhoud blijft. U vulde vervolgens aan dat bij een gebrek aan communicatie iedereen dan weer wil weten of er een project is. Dit is natuurlijk een redenering die moet verhullen dat na een hele periode van ter plaatse trappelen nu weinig concrete resultaten geboekt werden.
De hamvraag blijft dan ook of, gezien de precaire budgettaire situatie, de Vlaamse Regering wel in staat is om voldoende middelen te investeren in het eigen prestigieuze project. De huidige mediacampagne rond het plan Vlaanderen in Actie is alvast een prima geregisseerde promotiestunt voor de Vlaamse Regering. Dat moet ik u nageven. Dat is puik gedaan, ook al zijn de reacties bedroevend laag. Als er gevraagd wordt naar de concrete invulling, dan wil men de details blijkbaar niet kwijt, maar wordt verwezen naar het moment dat de projecten klaar zullen zijn. Dit lijkt, wat mij betreft, alvast sterk op een vorm van aankondigingsbeleid.
Vandaar, minister-president, dat ik graag een stand van zaken zou krijgen omtrent het toekomstplan Vlaanderen in Actie.
De voorzitter : De heer Watteeuw heeft het woord.
De heer Filip Watteeuw : Voorzitter, minister-president, mijn interpellatieverzoek dateert al van een aantal weken geleden, maar het actieplan Vlaanderen in Actie dateert al van juli 2006, want het was toen dat de toenmalige minister-president, Yves Leterme, het actieplan presenteerde. Volgens hem was het de manier om Vlaanderen voor te bereiden op de economische uitdagingen van de toekomst. Die uitdagingen waren volgens hem erg groot en lagen onder meer op het vlak van talentontwikkeling, logistiek en innovatie. Hij riep expliciet iedereen in Vlaanderen op om zich achter dit plan te scharen. Wat later volgde het Pact 2020 met doelstellingen die verdeeld werden over vijf centrale themas: meer welvaart en welzijn, een competitieve en duurzame economie, meer mensen aan de slag, levenskwaliteit en een efficiënt bestuur.
Minister-president, we zijn nu al een aantal jaren verder en volgens een recente nota van u resulteerde ViA al in een langetermijnvisie voor de regio Vlaanderen, met een aantal centrale waarden en speerpunten. Bovendien slaagde ViA erin om belangrijke niet-politieke stakeholders bij het traject te betrekken. Dat laatste is duidelijk. Er zijn inderdaad al heel wat fora, events en seminaries georganiseerd. Experts, ervaringsdeskundigen en stakeholders kregen het woord, maar er kan moeilijk worden verborgen dat er maar heel weinig resultaten werden geboekt.
Uit de nulmeting die werd gedaan, blijkt vooral dat Vlaanderen nog heel ver verwijderd is van de positie van topregio op economisch, ecologisch en sociaal vlak. Voor nogal wat indicatoren evolueren we in negatieve zin. Ik weet wel dat het een nulmeting is, maar toch is die af en toe confronterend. Ik geef u een aantal voorbeelden.
Voor de kansengroepen en hun participatie blijkt uit de nulmeting dat de kloof erg groot is: de cultuurparticipatie ligt zelfs lager dan in 2004.
Inzake logistiek en verkeer blijkt uit de nulmeting dat de broeikasgasemissies van het vrachtvervoer blijven stijgen, dat de werkgelegenheid per tonkilometer in de logistiek daalt en dat het aantal wagens met een hoge uitstoot toeneemt.
Als ik het heb over leren en arbeid, stelt de nulmeting vast dat de arbeidsmarktdeelname van personen met een handicap onveranderd laag blijft en dat hetzelfde probleem bestaat voor laaggeschoolden. Meer zelfs, het aantal werknemers dat betrokken is in het levenslang leren, daalt. Ook het aantal competentiegerichte ondernemingen die een strategisch competentiebeleid voeren, daalt. Dit zijn allemaal vrij confronterende zaken.
Op het domein milieu blijkt dat we heel slecht scoren op het vlak van biodiversiteit, dat er diverse habitats bedreigd zijn. Over stadsbossen werd gezegd dat er in heel wat centrumsteden projecten opgestart hadden moeten worden, maar slechts 28 percent van de aangekondigde projecten werd opgestart. Ik ken het verhaal van het stadsbos van Gent heel goed, het bos wordt al heel lang aangekondigd, maar het project geraakt maar niet van de grond en nu is er weer een bijkomende belemmering met de Raad van State. Van de groenbestemmingen waarin werd voorzien in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, werd slecht 30 percent gehaald.
De nulmeting blijkt helemaal niet positief te zijn, er is een grote kloof tussen wat men verwachtte en wat men heeft geregistreerd. Ondertussen en dat is toch niet onbelangrijk vragen een aantal stakeholders duidelijke accentverschuivingen. Zo vroegen het ACW en de Verenigde Verenigingen om de ambities meer te richten op milieu, armoede, cultuur en etnische minderheden. Uit de vaststellingen op basis van de nulmetingen die ik naar voren heb geschoven, blijkt dat dit een terechte vraag is, een vraag die ondersteund kan worden.
Minister-president, hoe evalueert u na 4 jaar werking de resultaten van ViA? Gaat u akkoord dat de nulmeting globaal een eerder ongunstige toestand laat zien? Wat is er de oorzaak van dat er uiteindelijk nog maar weinig concrete realisaties zijn? Welke maatregelen wil de regering nemen om de ongunstige situatie op diverse vlakken weg te werken? Bent u het ermee eens om de ambities meer te richten op milieu, armoede, cultuur en etnische minderheden? Welke accentverschuivingen wil de regering aanbrengen in ViA en in het Pact 2020?
De voorzitter : De heer Vereeck heeft het woord.
De heer Lode Vereeck : Voorzitter, minister, ik kan me in grote lijnen aansluiten bij de vorige twee sprekers. Ik wil ook een onderscheid maken tussen ViA en het Pact 2020. ViA, als grote visie, is eigenlijk een flop omdat men er niet in slaagt het te operationaliseren. Voor Pact 2020 zijn er twintig concrete doelstellingen die ook aantonen dat het niet goed gaat met de regio, maar we moeten natuurlijk toegeven dat we op bepaalde niveaus nog altijd goed scoren, al was het maar door onze prestaties uit het verleden. Ik heb me ten aanzien van ViA steeds zeer kritisch opgesteld. Ik probeer dat al van in het begin van deze legislatuur te verwoorden. Ondertussen heeft de minister-president dit in een artikel in Knack bevestigd. Hij begint er stilaan ook aan te twijfelen. Hij vindt dat het tijd voor actie is geworden.
Ondertussen heeft ook de Studiedienst van de Vlaamse Regering een studie gemaakt. Ik wil natuurlijk enkele andere accenten leggen dan de heer Watteeuw. Het valt ons vooral op dat we slecht scoren op het vlak van logistiek en infrastructuur. Ik heb het rapport deze ochtend nog eens helemaal gelezen. Het volgende citaat over de problematische verkeerscongesties in de omgeving van economische knooppunten lijkt me zeer belangrijk: De aangekondigde plannen voor de aanpassing van infrastructuur en beheer zijn nog onvoldoende gerealiseerd om meetbaar positieve effecten te kunnen hebben op de verkeerscongesties.
Vlaanderen heeft hiervoor gekozen. We boeren echter achteruit. Dit blijkt tevens uit de regelmatig verschijnende index met de logistiek meest aantrekkelijke regios. Enkele jaren geleden stonden we nog vooraan. Nu zien we dat Vlaanderen op zowat elke lijst daalt.
Dit geldt ook voor onze export. Ik heb de minister-president hierover al eerder vragen kunnen stellen. We hebben nog een lange weg af te leggen. We zijn vanuit een slechte startpositie vertrokken. Dit is een verschil met de logistieke infrastructuur. Vlaanderen en België beschikten over een goede infrastructuur. Dit is nu niet meer het geval. Wat de export betreft, zijn we met onze nadruk op halffabrikaten nooit sterk in de hoogtechnologische export geweest. Daar situeert zich natuurlijk de toekomst.
De ontwikkelingen inzake onderzoek en ontwikkeling (O&O) zijn door het Rekenhof en de Vlaamse Raad voor het Wetenschapsbeleid al uitentreuren herhaald. Nu sluit de Studiedienst van de Vlaamse Regering zich hierbij aan.
Tot slot raakt de werkzaamheidsgraad maar niet opgekrikt. We moeten op dit vlak nog een heel grote inhaalbeweging uitvoeren. Dit interfereert natuurlijk gedeeltelijk met de federale bevoegdheden.
De heer Deckmyn heeft al verwezen naar de grote campagne, die overigens 64.500 euro exclusief btw heeft gekost. Ik heb hierover al eerder vragen kunnen stellen. Vooral de Ik doe-campagne vormt een van mijn favoriete onderdelen. Ik heb nog een paar aanvullingen die niet voor publicatie geschikt zijn.
Ik zou in dit verband trouwens willen verwijzen naar de prachtige website www.vlaamseregeringinactie.be. Deze website staat los van www.vlaandereninactie.be en verdient zeker dat iedereen ze eens controleert. Ze is echt de moeite waard.
Minister-president, hoe evalueert u de studie van de Studiedienst van de Vlaamse Regering? Erkent u de veeleer negatieve teneur van dit rapport? Ik weet dat u een geboren optimist ben. Acht u de doelstellingen van het Pact 2020 tegen 2020 haalbaar? Ik weet dat u de op de Barcelona-norm gebaseerde doelstellingen voor 2014 inzake O&O niet meer zult halen. Welke beleidsconclusies knoopt u zelf vast aan de eerste nulmeting? Zullen er bijsturingen volgen? Zo ja, welke? Hoe zult u een dynamiek tot stand brengen? Hoe zullen de resultaten van het rapport ten aanzien van de verschillende beleidsdomeinen worden vertaald?
Ik heb deze vraag om uitleg al een tijdje geleden ingediend. Misschien is hierover ondertussen al iets verschenen. Ik zou toch eens willen vragen wat de bevindingen van die eerste door de Vlaamse Regering georganiseerde open dialoog-dag zijn. De resultatenmeting is aan de verschillende stakeholders voorgesteld. Wat zijn de bevindingen? Zullen hier concrete resultaten uit voortvloeien? Zo ja, welke?
De voorzitter : De heer Van den Heuvel heeft het woord.
De heer Koen Van den Heuvel : Voorzitter, ViA gaat al een tijdje mee en heeft zijn verdiensten. ViA heeft voor een zekere mobilisering van drijvende krachten in Vlaanderen gezorgd. We moeten dat niet onder stoelen of banken steken.
Ik zou nog een aanvullende vraag willen stellen. ViA omvat een breed doelstellingenpakket. Ik vraag me af of we ons op dit vlak niet wat soberder kunnen opstellen. We moeten dit eens met het Europees beleid vergelijken. Er is een Lissabon-strategie. In het licht van die strategie zijn heel veel verschillende doelstellingen geformuleerd. De Europese Commissie evalueert die strategie nu. De Lissabon-strategie is er niet in geslaagd de ambitieuze doelstellingen te halen die in 2000 voor het jaar 2010 zijn vooropgesteld.
Uit die evaluatie blijkt dat we ons misschien beter op een vijftal hoofddoelstellingen zouden richten. De Europese Commissie concentreert zich niet langer op de tien of vijftien doelstellingen van de Lissabon-strategie, maar op een vijftal nieuwe doelstellingen.
Een van die doelstellingen betreft de werkgelegenheidsgraad, waar een nieuwe definitie aan is gegeven. Een andere doelstelling betreft O&O. De optie in verband met 3 percent wordt herbevestigd. We moeten er goed op letten wat hier allemaal in wordt opgenomen. Wat de talentvorming en -ontwikkeling betreft, is een doelstelling voor het onderwijs geformuleerd. Op het sociale vlak is een doelstelling in verband met armoede naar voren geschoven. Wat het milieutechnisch aspect betreft, is er een doelstelling in verband met de energiebevoorrading. Deze vijf concrete doelstellingen zijn niet unisono op het eng economische gericht: ze gaan breder. Alles wordt op deze vijf doelstellingen gericht.
Uit de vragen blijkt ook dat het voor die bepaalde partij over die bepaalde doelstelling gaat, terwijl het bij een andere partij over een andere doelstelling gaat. Ze vallen wel allemaal onder ViA. Moeten we niet wat soberder zijn qua aantal doelstellingen en ons echt richten op een aantal hoofdprioriteiten?
De voorzitter : De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Kris Van Dijck : Voorzitter, minister-president, het verbaast me natuurlijk niet dat de toon van de interpellatie en de vraag van de oppositie niet alleen kritisch, maar zelfs negatief kritisch is. Het is logisch dat men kritisch is. Het parlement moet dat ook zijn. Ook de regering zelf dient kritisch te zijn, zowel ten aanzien van ViA als van het pact. Ik denk dat ze dat ook is.
Vooreerst wil ik toch beklemtonen dat de N-VA zich ten volle achter de ambities blijft scharen. Op zich is het ook gewenst dat een overheid een aantal doelstellingen vooropstelt. Het feit dat de Vlaamse Regering dit zowel via ViA als het Pact 2020 doet in overleg met het brede middenveld, met de syndicale organisaties, met werkgevers en werknemers, is positief. Dat heeft voldoende waarde om verder op te bouwen. Het gaat om een engagement dat we hebben bewerkstelligd dat niet op elk bestuursniveau kan worden gehaald. Tijdens deze legislatuur hebben we er ook voor gekozen de vooruitgang met betrekking tot deze concrete doelstellingen systematisch op te volgen. Het gaat niet alleen om het verwoorden van doelstellingen, maar ook om het formuleren van parameters en dergelijke, waardoor we op basis van cijfermatige gegevens de zaken kunnen opvolgen. We hebben dat ook voor een deel uit handen gegeven. De Vlaamse Regering heeft een onafhankelijke raad aangeduid, waardoor ze als het ware een objectieve opvolging kan bewerkstelligen inzake de doelstellingen die ze zelf heeft opgelegd.
Wat de nulmeting betreft, denk ik dat er heel wat negatieve punten naar voren komen. Dat was ook te verwachten. We voelden het allemaal met onze ellebogen aan dat het allemaal niet goed zat. Indien we dat aanvoelen niet hadden gehad, hadden we ook geen behoefte gehad aan een ViA en een Pact 2020. Het is net omdat we vaststellen dat we op sommige punten de rol dreigen te lossen, dat we tanden en niet zomaar links of rechts een tandje moeten bijsteken, zodat we opnieuw de koppositie in Europa innemen. Daarvoor is die nulmeting ook een troef. Ze toont aan wat onze sterktes, maar vooral ook wat onze zwaktes zijn, waar de opportuniteiten, maar ook de gevaren liggen.
Los van de beschouwingen van de collegas moet ik toch ook zeggen dat we beslissingen aan het nemen zijn en dat we er ook genomen hebben. Het blijft natuurlijk als een paal boven water staan dat uit de rapporten blijkt dat er nog enorm moet worden gewerkt aan de concurrentiepositie en de economische relance van Vlaanderen. Wat het marktaandeel van de Vlaamse economie in de uitvoer betreft, in het bijzonder naar de nieuwe groeilanden, zijn we niet helemaal mee. De afgelopen jaren gaan we ook achteruit in de rangschikking van de kennisregios. Van de vijfde plaats in 1997 zijn we in 2007 op de negende plaats beland.
Wat O&O betreft: dat is ons voldoende bekend. Het is al ten volle aan bod gekomen tijdens andere debatten, onder andere bij die over de begroting. We blijven onderschrijven dat de ambitie van 3 percent op termijn opnieuw moet worden gehaald. Ik wens echter ook een lans te breken om niet alleen te kijken naar de input van die 3 percent, die natuurlijk relevant is, maar ook naar de output. Net voor het paasreces hebben we in het parlement een prachtige uiteenzetting gehoord van baron Stouthuysen over de resultaten van het wetenschappelijk onderzoek in verband met de bedrijven. Dat kost niet meer, integendeel. We moeten werken aan de efficiëntie van de logistiek en het transport. Voorzitter, net voor het paasreces hebben we een belangrijke beslissing genomen in verband met een van de moeilijkste punten in Vlaanderen met betrekking tot de logistiek. Ik verwijs daarbij naar het Oosterweeldossier.
Al bij al onderken ik de problematiek zoals ze voorligt. Ik denk dat de minister-president de afgelopen weken en maanden in tal van media zijn bekommernissen geuit heeft. Dat is genoegzaam bekend. Het is nu zaak de handen uit de mouwen te steken en te streven naar resultaten. Ik kijk dan ook uit naar het antwoord van de minister-president. We blijven echter ook ons vertrouwen uitdrukken in de plannen die voorliggen. We zijn te allen tijde bereid die doelstellingen mee te realiseren.
De voorzitter : De inbreng van de N-VA was uiterst positief. Het was bijna een liefdesverklaring. In deze momenten is dat een politiek signaal. Minister-president, u hebt het volle vertrouwen van de meerderheid. (Gelach)
Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters : Voorzitter, collegas, liefde moet regelmatig bevestigd en herbevestigd worden. (Gelach)
Dat die niet van de oppositie kan komen, dat begrijp ik. Dat de oppositie een paar keer op diezelfde versleten nagel klopt, daar kan ik inkomen. Dat is typisch voor de oppositie.
Aan de collegas van de oppositie wil ik toch zeggen dat men van de politiek een langetermijnvisie verwacht, dat men over de legislatuur heen moet durven kijken. Dat was zeker een debat in de vorige legislatuur, toen, als ik me niet vergis, de heer Watteeuw hier nog niet actief was. Men heeft toen terecht gesteld dat we een plan opmaken dat tot 2020 loopt en dat we ook de politieke verantwoordelijkheid op ons zouden nemen. Dat plan is er. Het heeft heel wat tijd gekost, omdat we niet zomaar aan communicatieboys en -girls gevraagd hebben om eens iets flashy in elkaar te steken. Nee, we zijn heel grondig gaan nadenken. We hebben heel veel gediscussieerd met de captains of society, een concept dat toen is ontstaan, en met allerlei organisaties. We hebben een plan: ViA 2020. Europa is daar nu pas mee bezig, met de Lissabondoelstellingen en dergelijke. Wij hebben dat al. U moet maar eens informeren bij uw collegas in andere landen. Men kijkt met enige jaloerse blik naar ons en ons plan.
Het klopt, mijnheer Vereeck, los daarvan hebben we het Pact 2020 met duidelijke doelstellingen. Het gaat voort op het Pact van Vilvoorde dat loopt tot 2010. We werken met langetermijnvisies op de politiek en op Vlaanderen. Daar hoor ik de oppositie weinig over zeggen, nochtans is dat veel interessanter, mijnheer Deckmyn, dan het aantal vrienden op Facebook. U houdt van cijfers. Wel, van begin februari tot begin maart hebben er 25.198 mensen de website van ViA bezocht, zijn er 3400 buttons uitgedeeld en zijn er 2972 vrienden op Netlog. (Gelach)
Ik geef het u maar mee en ik ga ervan uit dat we minstens één trouwe bezoeker hebben, zijnde uzelf. Ik dank u daarvoor. Ik wil de andere leden stimuleren om hetzelfde te doen.
Men heeft voorspeld dat ViA zou doodbloeden. Onder Peeters II zou het al verdwenen zijn. Maar we hebben het in het regeerakkoord gezet! Heel ViA zit tot 2014 in het regeerakkoord. Dat is het meest zuivere en zware engagement dat een regering kan nemen. U moet niet komen vertellen dat het een flop is. Het staat misschien wel goed om dat te beweren, maar het slaat nergens op. We concretiseren het plan gaandeweg. U weet blijkbaar nu al waar we in 2014 zullen staan. Ik raad u aan om daar direct een boekje over te schrijven. Dat wordt mogelijk een bestseller.
Er is al hard gewerkt. We hebben in de vorige legislatuur eigenlijk heel het concept uitgewerkt, de doorbraken, de analyse. In deze legislatuur moet het plan operationeel worden. De acties moeten worden ondernomen.
Tussen haakjes, in het verleden kreeg ik het commentaar dat niemand op de hoogte was van ViA. Nu krijg ik het verwijt dat we mooie campagnes voeren. Ik ben blij dat de heer Deckmyn dat heeft opgemerkt. We hebben serieuze inspanningen gedaan om de gewone Vlaming te bereiken, en we zullen dat blijven doen. We zullen onze visie blijven uitdragen. We zullen die awareness in mooi Engels , die gevoeligheid, die ambitie aan iedereen communiceren. Dat vraagt enige inspanning, enig budget. Het is het een of het ander. Als we dat niet doen, krijgen we de kritiek dat we niet genoeg communiceren. Als we dat dan toch doen, krijgen we de kritiek dat het te veel is. Maar ja, voor de oppositie is het nooit goed natuurlijk. Ik hoop dat u begrijpt dat we stappen hebben gezet.
Voorzitter, ik zal een exemplaar van de nulmeting aan u overmaken, zodat iedereen een kopie kan krijgen. De nulmeting was van groot belang. We wisten wel zo wijs zijn we wel dat de oppositie daar ging uit citeren. Ik vind dat geen probleem. U zult ver moeten zoeken naar een andere regering die een onafhankelijke studiedienst engageert om haar werk te analyseren en die studie ook publiek maakt. Iedereen kan lezen waar we staan. We willen onszelf niet op de borst kloppen, we willen niet beweren dat wij de besten ter wereld zijn. We weten dat het op bepaalde punten niet zo goed is. We scoren op minstens vijf criteria zeer zeer goed. Dat hebt u ook gelezen. Volledigheidshalve hebt u dat niet geciteerd. Ik wil daarmee onderstrepen dat de nulmeting ook voor de Vlaamse Regering van groot belang is. Ik heb er geen enkel probleem mee, mijnheer Watteeuw en anderen, dat u de zwakkere punten aanduidt. Ik kan dat alleen maar bijtreden: hier en daar kan en moet er nog vooruitgang worden geboekt. Dat moet vooruitgaan, anders halen we onze doelstellingen niet.
Dat is zowat het algemene gedeelte. Ik kan nog zeggen dat er 460 voorstellen zijn geformuleerd vanuit de SERV, de Verenigde Verenigingen en de Vlaamse administratie. Het belangrijkste is nu om de juiste acties te ondernemen.
Mijnheer Deckmyn, de nieuwe cijfers moeten u verheugen. Er spelen al veel mensen op in. Ik hoop dat u het met me eens bent dat we een heel stevige basis nodig hebben. Dat heeft tijd gekost, maar die basis is er. We hebben een heldere langetermijnvisie en een maatschappelijk draagvlak. We hebben de hele administratie ingepast in een functionele governancestructuur. Voor elke doorbraak is er een topambtenaar die verantwoordelijk is. We hebben die Raad van Wijzen opnieuw samengesteld. We hebben de nodige operationele afspraken gemaakt, ook inzake de verdere projecten van ViA en het communicatieplan. We hebben de monitoring verder uitgeklaard. U kunt zich verblijden: er komen nog andere monitorings naar de vorderingen van de Vlaamse Regering. Wat is er uitgevoerd? Wat niet? Dat gaat het werk van de oppositie vergemakkelijken. We hebben de juiste cadans gevonden. We zullen zo in een andere fase terechtkomen. Ik heb dat al op andere plaatsen onderstreept.
Mijnheer Vereeck, we hebben de nulmeting voorgesteld aan al die organisaties die het Pact 2020 hebben gesteund. Er is reactie op gekomen. Mijnheer Watteeuw, u verwijst naar het ACW, dat is u net als ons wellicht zeer dierbaar, en naar de Verenigde Verenigingen. Het pact is daar aan bod gekomen met de duidelijke vraag om nu te verdiepen, en niet verruimen zoals u dat zegt. Die organisaties zijn zeer blij dat we op het einde nog themas hebben toegevoegd zoals armoede. Het item talenten, waar u naar verwijst, zat er al in. De voorzitter van de Verenigde Verenigingen heeft klaar en helder gevraagd naar een directe aanpak en een verdieping. Dat zal ook gebeuren.
In de vorige legislatuur hebben we het concept en de analyse ontwikkeld. Nu zijn we beland bij de uitvoering. Deze legislatuur moet dat effectief gebeuren. De nulmeting is daartoe een instrument. Ze bevat pijnpunten die hard zijn geformuleerd en waar we hard aan moeten werken. De nulmeting omvat wat mij betreft geen nieuwe bijkomende elementen, maar wel de ernst dat we hard zullen moeten werken om het tij te keren.
Wat de accentverschuivingen en zo meer betreft, is het natuurlijk zo dat toen we vorige legislatuur in een zekere positieve dynamiek zaten, de economische crisis is ontstaan en die heeft ons voor een aantal zaken terug achteruit geslingerd. Het zal nu een nog zwaardere uitdaging zijn.
Mijnheer Vereeck, ik ben er nog altijd van overtuigd dat we de juiste accenten hebben gelegd, de juiste doorbraken. Ik ben er ook van overtuigd dat de doelstellingen de juiste zijn, ook de formulering. Als u ziet hoe Europa nu EU 2020 aan het formuleren is, dan merken we dat we goed zitten. Ik ben het natuurlijk met u eens dat dit nog heel wat werk zal vergen. Het is nu belangrijk om de route aan te houden en om niet opnieuw te discussiëren over de vraag of het geweer van schouder moet worden veranderd, want dat zou dodelijk zijn en is wat mij betreft niet aan de orde. De doelstellingen zijn haalbaar, maar dat betekent dat iedereen zich erachter moet zetten, dat iedereen de schouders eronder moet zetten, vandaar ook die communicatie.
Over de open dialoog heb ik het al gehad. Het regeerakkoord zal ook gemonitord worden en dan zullen we de nodige communicatie erover doen. Dit zal niet de laatste keer zijn dat er vragen over worden gesteld, maar ik ben ervan overtuigd dat we de juiste aanpak hebben. Ik begrijp dat het geduld van sommigen op de proef werd gesteld, maar met de beslissingen die deze regering heeft genomen om te operationaliseren, zal dit de komende maanden duidelijk worden. De communicatie is daar toch al een aspect van dat werd opgemerkt.
De voorzitter : De heer Deckmyn heeft het woord.
De heer Johan Deckmyn : Voorzitter, de minister-president en ook de heer Van Dijck vinden blijkbaar dat de oppositie te negatief-kritisch is, maar dat kan moeilijk anders als u ziet dat dit een herkauwen is van vroegere initiatieven. Het blijft een herkauwen zonder dat we echt concrete resultaten zien. Ik verwijs naar verschillende initiatieven die ook tijdens de vorige legislatuur werden genomen. Ik heb hier ook een voorstel van resolutie bij, dat werd ondertekend door twee mensen die hier nu ook aanwezig zijn, dat tijdens de vorige legislatuur door de plenaire vergadering werd aangenomen. In die resolutie is men lovend over ViA, maar vraagt men om een duidelijke budgettaire inschatting van de zaken. Ik heb daarnet ook verwezen naar het feit dat we een duidelijke budgettaire inschatting missen, maar ik heb geen concreet antwoord gekregen op die vraag.
Minister-president, zelfs mensen die aan de wieg stonden van dit project, van ViA, zijn nu al kritisch. U kunt wel zeggen dat ze nu in de oppositie zitten, maar ik zal even de heer Gatz, die hier aanwezig is, citeren. Hij zei in een krant dat wanneer er niet snel iets gebeurt, het hele project evengoed kan worden afgevoerd. Er wordt nu vastgesteld dat er geen budget is. Een langetermijnvisie is inderdaad goed, maar, minister-president, een langetermijnvisie hanteren en zon plan opstellen, maar het bij het plan laten, is niet goed. Een langetermijnpolitiek moet natuurlijk wel gedurende die lange periode tussentijds worden ingevuld en dat zie ik nu niet echt gebeuren, tenzij met een heraankondiging van zaken die we in het verleden al gehoord hadden.
U schermt natuurlijk met het aantal bezoekers en er wordt een beetje lacherig gedaan over Facebook, maar het is natuurlijk wel de bedoeling van zon immens grote campagne om reacties bij de bevolking los te weken. Of wat was uw bedoeling? U zegt zelf dat het uw bedoeling is om naar de bevolking te gaan. Ik constateer maar dat er uiteindelijk geen echt resultaat is van zo een groots opgezette campagne. Ik herhaal dat het eerder een vorm van propaganda is voor het feit dat u het als Vlaamse Regering goed doet, maar u vindt het blijkbaar grappig dat er slechts zeven discussiethemas zijn op de site van ViA en een totaal van 193 reacties ik heb dat vandaag nog eens nagekeken. Ik vind dit maar mager voor een zo groots opgezette campagne en het verbaast me dat men dit grappig vindt. Ik vind het pover. Het illustreert dat ViA helaas misschien een lege doos zal blijven.
Minister-president, u stelt dat het belangrijk is dat er een stevige basis is en ik wil u daar deels in volgen, maar het is niet de eerste maal dat we dit verhaal horen. Het is een beetje de rode draad in heel mijn betoog: het is een herkauwen van zaken die we in het verleden al hebben gehoord. Het geeft me echt een déjà-vugevoel. Ik verwijs naar de vele initiatieven uit de vorige legislatuur die de collegas en ik al hebben vernoemd.
Uit een heel omfloerst antwoord van uwentwege onthoud ik dat het nu gaat gebeuren. U hebt ons verteld dat we de rest achter ons moeten laten, dat ViA nu volledig klaar is en in de startblokken staat, dat u nu duidelijk voor de invulling zult kiezen. Wij zullen dit alvast kritisch opvolgen en dixit de heer Van Dijck zullen we er wellicht iets te negatief kritisch tegenaan kijken.
De voorzitter : De heer Watteeuw heeft het woord.
De heer Filip Watteeuw : Minister-president, u sneert graag ten aanzien van de oppositie. U doet dat ongebreideld en ik zie aan uw gezicht dat u zich daarbij amuseert. Ik moet ook toegeven dat u dat goed kunt, u sneert heel goed, op een bijna bewonderenswaardige manier, niet iedereen kan dat op een dergelijke elegante en subtiele manier.
Het nadeel ervan is dat u af en toe de nuances uit het oog verliest. Ik heb in mijn interpellatie het opzet van ViA of van Pact 2020 niet in vraag gesteld. Ik heb de communicatie van de recente campagne niet in vraag gesteld, noch het opzet van de nulmeting, maar ik vond dat de nulmeting een aanleiding was om het debat aan te gaan. Ik merk immers het contrast tussen het meer dan 4 jaar geleden opgestarte ViA door uw voorganger en de nulmeting. We kunnen daaruit leren. Er is een contrast tussen de resultaten en de ietwat optimistische campagne. Dit is geen verwijt, maar ik mag daar toch vragen bij stellen? Ik zie het contrast tussen de topregio die we ambiëren te zijn en de cijfers. Het is toch normaal dat we daarover in debat willen gaan. U stelt dat iedereen in het buitenland met een jaloerse blik naar ons kijkt, maar dat komt dan eerder door het idee over ViA en Pact 2020, dan door de positie die we nu innemen inzake indicatoren en doelstellingen. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Er zijn heel wat zaken waaruit blijkt dat we helemaal niet de topregio zijn die we volgens sommigen zijn.
Ik noteer over uw antwoord, dat eigenlijk heel algemeen was want u kunt moeilijk beweren dat we een concreet antwoord hebben gekregen op onze vragen dat u erkent dat de positie op diverse vlakken minder rooskleurig is dan velen dachten en dat er nood is aan bijsturing, verdieping en versnelling, dat we meer zullen moeten doen dan er in eerste instantie werd gepland. Ik hoop dat u het inderdaad meent en dat u de verdieping realiseert die wordt gevraagd door ACW en de Verenigde Verenigingen om u meer te richten op milieu, armoede, cultuur en etnische minderheden. Ik zou graag van u in de toekomst vernemen hoe u dit concreet zult aanpakken, want daarover blijft u natuurlijk heel vaag.
De voorzitter : De heer Vereeck heeft het woord.
De heer Lode Vereeck : In feite heeft het antwoord van de minister-president me negatief verrast. Ik heb geen kritiek geuit op het feit dat hij een visie ontwikkelt of dat de vorige Vlaamse Regering een visie heeft ontwikkeld. Ik zou hem daartoe oproepen. Ik roep de minister van Begroting al maandenlang op een visie op of een meerjarenplanning voor de begroting te ontwikkelen. Dat is op zich positief. We zijn het hier volledig mee eens. We geven ook geen kritiek op de organisatie van een nulmeting. Dat getuigt van een moderne aanpak van het overheidsbeleid. De minister-president moet die bal niet in ons kamp leggen. We hebben hier geen kritiek op gegeven.
Pact 2020 bevat een aantal positieve elementen waar we het eens mee kunnen zijn. De ontwikkeling van Vlaanderen als een logistieke draaischijf en de verhoging van de werkzaamheidsgraad zijn slechts twee voorbeelden. We hebben er enkel een probleem mee dat er zo weinig gebeurt.
Volgens de minister-president moeten we awareness creëren. Hij wil daarvoor de media inzetten en buttons uitdelen. Ik wacht op de dag waarop alle ministers met hun buttons zullen rondlopen. Dit lijkt me geen goede benadering. De minister-president moet gewoon verwezenlijkingen in het veld tot stand brengen. Op die manier zal het voor de burger duidelijk worden wat Pact 2020 en ViA allemaal concreet inhouden. Een campagne zal niet helpen: het gaat om concrete verwezenlijkingen.
De minister-president verwacht een constructieve houding van de oppositie. We zijn kritisch. Ik verwacht ook dat hij zelf een constructieve, kritische houding aanneemt. Ik heb net gevraagd of hij de teneur van het rapport erkent. Ik had gehoopt dat hij iets anders zou zeggen. Vlaanderen doet het goed, maar we bollen achteruit. ViA slaat niet aan. Eigenlijk had ik hem, zoals in Knack, horen toegeven dat er iets misloopt met de manier waarop ViA wordt geoperationaliseerd. Het blijft hier een goednieuwsshow. Zolang hij verder op die weg gaat, zullen we op onze eigen, ietwat cynische manier kritiek blijven leveren. Zodra de minister-president verklaart dat we niet goed bezig zijn en dat het niet aanslaat, mag hij van ons constructieve ondersteuning verwachten. Dit is volgens mij de teneur van het rapport en van de uitspraken die ik hier van leden van de meerderheid en de oppositie hoor.
Tot slot wil ik nog twee puntjes met betrekking tot Pact 2020 naar voren brengen.
We moeten ons stilaan eens afvragen wat de relevantie van de twintigste doelstelling is. De minister-president kent deze doelstellingen natuurlijk van buiten. Ik weet niet of hij hier zelf nog kan achterstaan. Deze doelstelling betreft de schuldenvrije positie van Vlaanderen. De meeste leden van de Vlaamse Regering hebben die doelstelling ondertussen overboord gekieperd.
Ik beweer niet dat we de doelstelling voor 2014 niet zullen halen. Indien ik de economische toekomst zou kunnen voorspellen, zou ik hier niet zitten. In dat geval zou ik als dikbetaalde consultant voor financiële instellingen werken. Ik verwijs in verband met het feit dat we die norm niet zullen halen naar de Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie (VRWI). De VRWI heeft een fantastisch scenario ontwikkeld. Hieruit blijkt welke inspanningen we zouden moeten leveren. Ik denk dat iedereen, minister Lieten inbegrepen, het ermee eens is dat we die doelstelling niet zullen halen.
De voorzitter : De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Kris Van Dijck : Ik wil nog een bemerking naar voren schuiven. Het is evident dat de oppositie de zaken kritischer of negatiever bekijkt. Uit de nulmeting blijkt echter ook dat Vlaanderen, wanneer het om het welbevinden van de Vlamingen met hun leefsituatie gaat, vijfde op 125 regios staat. Er is misschien een correlatie met wat hier de voorbije weken en maanden is besproken. Dit is misschien een van de redenen waarom de sense of urgency niet altijd aanwezig is.
De voorzitter : Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters : Volgens sommigen gaan het hier om het herkauwen van bepaalde zaken. We hebben dit plan vanuit de vorige legislatuur meegenomen. Mij lijkt het positief dat we niet van de doorbraken afwijken. We blijven hierop hameren. Volgens sommigen herkauwen we gewoon. Voor het overige ga ik ervan uit dat daden beter zijn dan woorden. Ik zal me dan ook tot daden beperken.
Met redenen omklede moties
De voorzitter : Door de heer Deckmyn, door de heer Watteeuw en door de heer Vereeck werden tot besluit van deze interpellatie met redenen omklede moties aangekondigd. Ze moeten zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het incident is gesloten.