Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden en Internationale Samenwerking
Vergadering van 09/03/2010
Vraag om uitleg van de heer Karim Van Overmeire tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, over de begeleiding van de economische missie naar Australië door een federaal minister
De voorzitter : De heer Van Overmeire heeft het woord.
De heer Karim Van Overmeire : Minister-president, collegas, op de websites van Open Vld en van federaal minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen Van Quickenborne vernam ik dat laatstgenoemde een economische missie naar Australië begeleidde die was georganiseerd door Voka Antwerpen.
Op de website van de minister konden we lezen: We zijn hier met een duidelijk doel: de economische banden tussen onze landen en bedrijven nog nauwer aanhalen. Karel De Gucht heeft daartoe in mei van vorig jaar als toenmalig minister van Buitenlandse Handel de eerste belangrijke aanzet gegeven. De Voka-missie gaat op dit elan verder. Het Antwerpse bedrijfsleven is goed vertegenwoordigd met grote Belgische bedrijven als DEME, CMB, Bocimar, Westerland en Sibelco. Verder staat er: België heeft in het verleden maar weinig diplomatieke en economische missies opgezet naar Australië. Dat heeft zeker te maken met de afstand, maar misschien ook met een gebrek aan ambitie en het geloof in eigen kunnen. Met de missie van De Gucht van verleden jaar en deze Voka-missie, proberen we het tij te keren en Australië als handelspartner beter op de kaart te zetten.
Minister-president, minister Van Quickenborne is dan wel minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, maar hij is blijkbaar niet op de hoogte van het eenvoudige feit dat hij zich hier op een terrein begeeft dat grotendeels tot een Vlaamse bevoegdheid behoort.
Ik heb het even op de federale website opgezocht en er zijn nog wel een aantal federale bevoegdheden die echter heel beperkt zijn. Men beheert de website Invest in Belgium. De Federale Overheidsdienst (FOD) Buitenlandse Zaken zorgt voor het opstellen van bilaterale overeenkomsten. Men coördineert het multilateraal handelsbeleid en het Europees handelsbeleid. Er is het secretariaat van Finexpo. Men kiest de ereconsuls. De essentie is dat het dus gaat om bevoegdheden die exclusief Vlaams zijn.
Minister-president, was de Vlaamse Regering op de hoogte van de economische missie naar Australië? Werd de Vlaamse Regering of een van haar leden gevraagd om deel te nemen aan de missie? Hoe reageert u op deze zoveelste poging van het federale niveau om in te breken in een exclusief Vlaamse bevoegdheid?
De voorzitter : Mevrouw Moerman heeft het woord.
Mevrouw Fientje Moerman : Voorzitter, ik wou toch graag verwijzen naar mijn uiteenzetting bij de bespreking van de beleidsnota en naar eerdere vragen.
We weten allemaal dat er duidelijk een spanningsveld is. Ik heb toch de indruk dat het moeilijk is, met alle respect voor uw kunde maar u bent ook maar een mens, vooralsnog.
Minister-president Kris Peeters : Amos Oz, een heel groot schrijver, heeft ooit gezegd: Een mens is maar een mens en dan nog maar af en toe.
Mevrouw Fientje Moerman : Af en toe. Vooralsnog. Ik hernam gewoon uw woordgebruik uit uw antwoord op de eerste vraag.
Het lijkt me dat de functie van minister van Buitenlandse Handel, die in Vlaanderen, zoals de voorzitter terecht zegt, bijna exclusieve bevoegdheden heeft, moeilijk te combineren is met die van minister-president. Het gaat om Voka Antwerpen. We zijn natuurlijk allemaal meer dan provinciale vertegenwoordigers, maar het is wel in uw achtertuin. Minister-president, ik denk dat we moeten opletten dat we de Vlaamse kaas niet van het brood van de reeds verworven bevoegdheden laten halen.
De voorzitter : De heer Hendrickx heeft het woord.
De heer Marc Hendrickx : Voorzitter, minister-president, ik sluit me namens mijn partij graag aan bij de opmerkingen en bedenkingen die de vraagsteller, meer dan terecht, maakt. Het lijkt wel alsof de federale regering er de laatste tijd een sport van maakt om te proberen in te breken in de bijna exclusieve bevoegdheden die ons toebehoren.
Ik wacht uw antwoord af om te horen hoe u hierover denkt, maar ik vind dat we heel veel alertheid aan de dag zullen moeten leggen, want de overkant zal niet vragen of we het er mee eens zijn. Ik denk dat we zelf assertiever zullen moeten reageren.
De voorzitter : Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters : Collegas, u moet opletten wanneer u mij uitdaagt om nog assertiever te zijn. Ik zal het onthouden.
Het is zo dat Voka, dat een zeer belangrijke organisatie is zeker Voka Antwerpen, laat daar geen twijfel over bestaan , ons heeft gecontacteerd om mee te gaan met de zending. Flanders Investment & Trade (F.I.T.) heeft gezegd dat het om verschillende redenen niet paste in de programmatie. Mevrouw Moerman, los van het minister-presidentschap heb ik geoordeeld dat ik ook niet met die zending mee kon. We zijn net naar Californië geweest en er zijn nog zendingen gepland. Ik ga vooral mee met de zendingen die F.I.T. zelf organiseert en waar mijn aanwezigheid meer aangewezen is dan bij andere waardevolle initiatieven zoals die van Voka. Het is natuurlijk altijd leuk om even naar Australië te vliegen alhoewel het een tijdje duurt, maar ik heb begrepen dat er de nodige omkadering was maar het moet ook zo zijn en u bent zelf ook minister geweest, mevrouw Moerman dat wanneer wij ons verplaatsen, dit altijd een toegevoegde waarde heeft.
Wat Voka Antwerpen doet, is zeer interessant. Ik ben in het verleden met hen naar Frankrijk geweest. Ik waardeer ten zeerste wat Voka en ook andere organisaties doen.
We waren dus op de hoogte, maar F.I.T. en ikzelf hebben geoordeeld dat het nu niet kon. Men is dan bij een federale collega terechtgekomen, die er wildenthousiast op is ingegaan. Dat is voor mij geen probleem, maar ik ga ervan uit dat hij weet wat de bevoegdheden zijn. Indien dat niet het geval zou zijn, zal mevrouw Moerman hem daar binnenkort nog eens aan herinneren.
Er is hier bezorgdheid om onze bevoegdheden. Volgens mevrouw Moerman laten we de kaas van tussen onze boterham halen. Ik zal de komende maanden en jaren de nodige acties ondernemen en afspraken maken om die bezorgdheid in de loop van de legislatuur weg te nemen.
Ik heb daarnet al vermeld dat Voka Antwerpen op regelmatige basis dergelijke missies in het buitenland organiseert. Ook de missie naar Australië is in feite een netwerkmissie. De deelnemers zijn niet enkel bedrijfsleiders of exportverantwoordelijken. De focus ligt niet enkel op de economische kennismaking met het land en zijn bedrijven. Het gaat tevens om de onderlinge netwerking. In dat opzicht kan de zending niet worden vergeleken met de zendingen van F.I.T., waarbij de focus uitsluitend op business-to-businesscontacten ligt.
Er is een afspraak met F.I.T. gemaakt. Voka legt alle contacten ter plekke en heeft de volledige organisaties van de zending in handen. De Vlaamse economische vertegenwoordiger ter plaatse verleent haar medewerking door de nodige contacten aan te brengen en door een aantal economische prestaties van het betrokken land aan te geven. Ze neemt tevens deel aan bepaalde onderdelen van de missie.
Ik ga ervan uit dat het belangrijk is onze bevoegdheden goed in te vullen. Ik hoop dat iedereen begrijpt dat de minister-president niet automatisch op missie vertrekt, zelfs als de vraag van een belangrijke organisatie als Voka komt. De bevoegde minister werkt uitdrukkelijk samen met F.I.T. We zetten onze schouders onder de zendingen die door F.I.T. worden georganiseerd. Dit betekent niet dat we hetzelfde niet voor anderen kunnen doen. We leggen echter onze prioriteiten. We moeten wat opletten. Voka is een belangrijke organisatie. Het gaat echter om een private organisatie. Ik kan met iedereen meevliegen. Dat is niet de bedoeling. Ik zal dat ook niet doen.
De heer Karim Van Overmeire : Dit onderwerp is hier al meermaals ter sprake gekomen. We krijgen telkens hetzelfde antwoord. Het is belangrijk en de bevoegdheidsverdeling is heel duidelijk. Op het terrein zien we echter een beweging in de andere richting.
Ik heb de opmerking van mevrouw Moerman hier zelf ook al geformuleerd. Het is positief dat de minister-president de bevoegdheid voor Buitenlands Beleid en Buitenlandse Handel onder zijn hoede heeft genomen. Op die manier wordt aan die materies wat meer gewicht verleend. Zijn drukke agenda vormt evenwel een beetje een handicap.
De minister-president heeft daarnet verklaard dat hij is gecontacteerd en dat het niet paste. Daarna is Voka bij een federaal minister terechtgekomen. Zo werkt het niet. Indien de minister die wordt gecontacteerd, verhinderd blijkt te zijn, moet de organisatie zich wenden tot een andere minister van de regering waar de bevoegdheid zich bevindt. Ze mag zich niet via een sluikse weg of door middel van informele contacten wenden tot een minister van een bestuursniveau dat niet bevoegd is. Dat is de kern van de zaak.
Ik zou graag eens horen hoe dat precies in zijn werk is gegaan en hoe Voka bij die federale minister is terechtgekomen. Hij had onmiddellijk moeten verklaren dat hij niet bevoegd is. Dat zou loyauteit zijn, dat zou een echte invulling van het samenwerkingsfederalisme zijn. Ik heb echter de indruk dat de betrokkene de gelegenheid gretig heeft aangegrepen om zichzelf en het federale bestuursniveau op het voorplan te brengen.
In het regeerakkoord van de Vlaamse Regering staat te lezen dat ze voor een maximale invulling van de eigen bevoegdheden kiest. Ik heb commentaren hierop gehoord. Blijkbaar is het de bedoeling de lijntjes vol te kleuren en zelfs een beetje buiten de lijntjes te kleuren. Nu kleuren anderen binnen de lijntjes van de Vlaamse Regering. Volgens de minister-president is dit niet het geval. Dit is de vijfde of de tiende keer dat dit onderwerp hier ter sprake komt. We zien bepaalde zaken op het terrein veranderen. Er is duidelijk een recuperatie aan de gang.
De voorzitter : Mevrouw Moerman heeft het woord.
Mevrouw Fientje Moerman : Volgens mij heeft de minister-president gelijk dat hij zijn agenda niet door een private organisatie moet laten bepalen. Het gaat er niet om welke organisatie het betreft. Dit is een terecht uitgangspunt.
Ik ben ooit, een hele tijd geleden, met Voka naar Barcelona geweest. Dat was vanuit economisch oogpunt zeker interessant. F.I.T. heeft toen zijn medewerking verleend. Toevallig kwam die missie me goed uit. Ik begrijp echter dat de minister-president de voorkeur geeft aan initiatieven die binnen de door F.I.T. uitgewerkte strategie passen. Daar liggen de prioriteiten. Ik heb daar geen probleem mee.
Ik wil in dit verband nog een zijdelingse opmerking maken. We moeten ons op termijn eens beraden over de juiste verhouding tussen het beleid en F.I.T. Dat wordt in feite door het bedrijfsleven bestuurd. De meerderheid van de leden van de raad van bestuur is uit het bedrijfsleven afkomstig. De prioriteiten van F.I.T. moeten duidelijk in de prioriteiten van de Vlaamse Regering passen. Ik beweer niet dat dit nu niet het geval is. We moeten hier eens over nadenken. We moeten ons beraden over een code of conduct. De bedrijfsleiders die in de raad van bestuur zetelen, hebben natuurlijk ook particuliere belangen. We moeten erover waken dat de strategie van F.I.T. het algemeen belang dient. Ik beweer helemaal niet dat nu niet zo is. We kunnen echter beter voorkomen dan genezen.
Ik heb geen kritiek op de minister-president. Deze situatie getuigt echter niet van samenwerkingsfederalisme. De minister-president kan niet gaan, en een federaal minister is in het gat gesprongen. Het maakt niet uit dat die persoon tot mijn partij behoort. Mijn standpunt hierover is steeds hetzelfde geweest. Deze kwestie ligt immers zeer gevoelig. Dat heeft niets met personen of met puur institutionele kwesties te maken. Het gaat om ons imago. Indien een bedrijf een marketingstrategie voert, moet het zijn chocolade niet de ene dag als Côte dOr en de volgende dag als Chocolade Jacques verkopen. Een eenvormige strategie werkt het best. Die geldt zeker voor acties in verder gelegen regios. Indien we de ene dag de indruk wekken dat het om een Belgische entiteit gaat en de daaropvolgende jaren laten uitschijnen dat het om een regionale entiteit gaat, is dat niet bevorderlijk voor de eenduidigheid.
Ik heb hier al voor gewaarschuwd ten tijde van de bespreking van de federale beleidsnotas. Ik heb toen verwezen naar stukken van toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Leterme. Ik heb toen duidelijk gewezen op het gevaar dat hierin schuilt. De minister-president heeft toen verklaard dat hij dit met zijn partijgenoot zou bespreken. Ik zie nu dat dit binnen eenzelfde strategie past. We moeten eerlijk zijn. Dit is eigenlijk al onder de op twee na recentste minister van Buitenlandse Zaken begonnen.
We moeten samenwerken. We zijn een federale entiteit. Ik zou nu kunnen zeggen dat we dit vooralsnog zijn. Dan zou dat woord hier al in drie verschillende betekenissen zijn gebruikt. We moeten samenwerken voor het algemeen nut. Indien we proberen elkaar vliegen af te vangen, zijn we niet goed bezig. Het is duidelijk dat de minister-president niet diegene is die heeft geprobeerd vliegen af te vangen.
De voorzitter : De heer Diependaele heeft het woord.
De heer Matthias Diependaele : Voorzitter, ik ben blij te horen dat de minister-president in zekere mate bezorgd is. Ik sluit me bij uw eigen opmerking aan. Minister Van Quickenborne had dit in het licht van het samenwerkingsfederalisme, de Bundestreue, moeten weigeren. Ik twijfel er soms aan of de federale regering, laat staan de Vlaamse minister-president, veel over minister Van Quickenborne te zeggen heeft. Dat is de verantwoordelijkheid van de minister-president niet.
Wat een ander punt betreft, ben ik het eens met mevrouw Moerman. De Vlaamse Regering moet zelf beslissen of een missie naar Australië al dan niet opportuun is. Daarnet hebben we cijfers over de handelsbetrekkingen met Congo gekregen. Dergelijke cijfers zouden hier ook nuttig zijn. Ze maken echter geen deel uit van de eigenlijke vraag om uitleg.
Op basis van al die overwegingen moeten we zelf beslissen of wel al dan niet meegaan. Dat Voka Antwerpen het aan iemand anders wil vragen, is hun zaak. En als die man, over wie wij niets te zeggen hebben, dan nog wil meegaan, is dat ook hun zaak. Maar het geeft inderdaad de perceptie dat er een recuperatie bezig is vanuit het federale niveau. In dat kader ben ik blij te horen dat er bij u een zekere bezorgdheid is. Wij hopen dat er bij dergelijke zaken in de toekomst ook een zekere reactie op komt, op welke manier dan ook.
U sprak over een heel aangename omkadering, waarbij het vooral ging om netwerking. Wordt daarmee min of meer gesuggereerd dat het eerder een plezierreisje was van Voka? Dat zou overigens goed kunnen, want Voka doet dat ook. In dat geval was uw redenering om niet mee te gaan, absoluut correct. En dan heb ik nog grotere vragen bij het de redenen waarom Van Quickenborne wel is meegegaan. In dat kader siert het mevrouw Moerman dat ze dezelfde houding aanneemt, ook al gaat het over iemand van de eigen partij.
Mevrouw Fientje Moerman : Ik ben met Voka naar Barcelona geweest. Ik zal het nooit vergeten: ik heb gevlogen met Ryanair, met een huilend kind in mijn nek, dat ook nog de nodige reflux heeft geproduceerd. (Gelach)
In die omstandigheden was het toch niet zo aangenaam.
Minister-president Kris Peeters : Mijnheer Van Overmeire, als men er in deze commissie van uitgaat dat de minister-president, bevoegd voor deze materie, met elke privéorganisatie, hoe belangrijk die ook is, moet meegaan, kan ik u meteen zeggen dat ik dat niet doe. Volgens mijn informatie heeft men in dit geval gevlogen met een privévliegtuig. Mocht ik nu zijn meegegaan en u had het programma gezien, dan had u mij verweten dat ik in volle crisis een paar dagen zou zijn meegegaan met Voka, zonder dat F.I.T. meegaat en de missie ondersteunt.
Ik kan begrijpen Voka die missie graag onder leiding van een minister laat plaatsvinden. Men heeft iemand gezocht en gevonden om mee te gaan.
Dit moet dus niet worden overdreven. Als u elke keer als ik niet meega met een missie van Voka, protesteert, denk ik dat er enig misverstand bestaat in hoe u denkt dat ik mijn functie moet invullen. Ik ga naar het buitenland wanneer er een toegevoegde waarde is, met F.I.T. en met duidelijke afspraken, waarbij we zo veel mogelijk contracten ondertekenen en contacten leggen. Ik ga heel graag naar het buitenland op vakantie, maar dat doe ik dan tijdens de vakantieperiode en niet in mijn functie, omdat dat in deze commissie en daarbuiten niet zou worden geapprecieerd.
De heer Karim Van Overmeire : Minister-president, u legt in mijn vraag een klemtoon die er helemaal niet is. De kern van de zaak is niet dat een federale minister zegt dat hij op plezierreis is geweest naar Australië, maar dat hij optreedt op een bevoegdheidsterrein van de Vlaamse Regering en zegt dat hij daar aan politiek is gaan doen, terwijl dat uw bevoegdheid is. En dit is geen alleenstaand feit. Het past in een hele reeks van soortgelijke incidenten. Volgens mij, en volgens vele andere collegas, zit daar een duidelijke strategie achter. De vraag is hoe u daarop reageert.
Ik begrijp ook wel dat u niet telkens kunt meegaan. Dat was ook niet de kern van mijn vraag. De vraag is hoe u reageert op die systematische federale recuperatie van een exclusieve Vlaamse bevoegdheid.
Mevrouw Fientje Moerman : Minister-president, ik heb duidelijk gezegd dat ik u groot gelijk geef dat u niet achter de agenda van welke organisatie dan ook aanholt. Dat is niet waar het deze commissie om gaat. U moet uw eigen agenda bepalen, in functie van de prioriteiten die de Vlaamse Regering en de Vlaamse economie nodig hebben. Dat is evident.
Het gaat hier om het tweede luik. We hebben in deze commissie al een aantal keren iets gehad met verschillende personen in verschillende rollen, maar dat, los van de personen, altijd op hetzelfde neerkwam. Daar ben ik toch bezorgd over.
Minister-president Kris Peeters : Maar ik deel die bezorgdheid. Ik heb daar al met Yves Leterme en Steven Vanackere over gesproken. Ik zal niet toelaten dat men de kaas van tussen mijn brood eet. Dat is tegen mijn karakter.
De voorzitter : Het incident is gesloten.