Commissie voor Economie, Economisch Overheidsinstrumentarium, Innovatie, Wetenschapsbeleid, Werk en Sociale Economie
Vergadering van 11/02/2010
Vraag om uitleg van de heer Robrecht Bothuyne tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, over nepsubsidiedossiers bij het Agentschap Ondernemen
Vraag om uitleg van de heer Bart Van Malderen tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, over fraude met subsidiedossiers bij het Vlaams Agentschap Ondernemen
De voorzitter : De heer Bothuyne heeft het woord.
De heer Robrecht Bothuyne : Voorzitter, minister-president, collegas, het gaat niet over fraude bij het Vlaams Agentschap Ondernemen (VLAO), maar fraude met instrumenten die het agentschap aanbiedt.
Vorige week vernamen we dat een trio geld van bedrijven zou aftroggelen via nepsubsidiedossiers. 180 bedrijven zouden tot 5.000 euro betaald hebben aan enkele personen die zich uitgaven voor subsidieadviseur. Zij beloofden een subsidiedossier bij het Agentschap Ondernemen in te dienen voor het verkrijgen van een ecologiepremie of groeipremie of voor een dossier via de kmo-portefeuille. Dit malafide trio stelde zich op als gemandateerde voor de bedrijven waardoor zij in hun naam konden optreden. Dit kon omdat de subsidies via een website worden aangevraagd via een toegangscode.
De fraude kwam aan het licht toen een van de betrokken ondernemingen klacht indiende. Het Agentschap Ondernemen heeft een onderzoek ingesteld naar de manier van handelen van dit trio en verklaarde alle tot dan toe positief geadviseerde dossiers onontvankelijk of ongunstig. Ondertussen werd de werkwijze om een subsidie aan te vragen blijkbaar grondig aangepast, waardoor dit soort van misbruiken niet meer mogelijk zou zijn.
Minister-president, bent u op de hoogte van nog meer fraudedossiers bij het Agentschap Ondernemen of bij andere diensten van de administratie waar men terecht kan voor steun?
Minister-president, in het bewuste krantenartikel staat te lezen dat geen enkele door het trio aangevraagde subsidie is uitbetaald. Kunt u dat bevestigen? Het gaat hier in sommige gevallen waarschijnlijk om grote bedragen. U zou misschien best melden om welke subsidiemaatregelen het precies gaat. Er is sprake van drie maatregelen. De vraag is om welke maatregelen het concreet gaat en om hoeveel dossiers het per maatregel gaat.
Kunt u de fraudegevoeligheid van onze steunmaatregelen inschatten? Deze meer algemene vraag is misschien nog belangrijker. Blijkbaar heeft het agentschap zijn modaliteiten aangepast zodra de fraude aan het licht is gekomen. Welke aanpassingen zijn doorgevoerd? Moeten nog andere vormen van steun aan een fraudeonderzoek worden onderworpen? De fraudebestendigheid zou best eens worden bekeken.
Wat zullen u en uw administratie ondernemen om ons ervan te verzekeren dat fraude in de toekomst niet meer mogelijk zal zijn? Welk beleid wilt u in dit verband voeren?
De voorzitter : De heer Van Malderen heeft het woord.
De heer Bart Van Malderen : Voorzitter, eigenlijk zijn mijn vragen en die van de heer Bothuyne inwisselbaar. Op basis van een persartikel stellen we hier een aantal evidente vragen.
Een aantal bedrijven zijn de dupe van oplichters geworden. Zij zijn het slachtoffer. Los daarvan verheugt het me steeds als fraudeurs worden gepakt. Dikwijls hebben we een verkeerde reflex. Als iemand wordt gepakt, vinden we dat er iets aan de hand is. Eigenlijk is dit echter goed nieuws. Uit de mechanismen die hierachter zitten, kunnen we allicht een aantal lessen leren.
Minister-president, ik zou u graag horen bevestigen dat in verband met deze dossiers geen euro is uitgekeerd. Welke maatregelen zijn genomen om de fraude structureel tegen te gaan? Ik kijk in dit verband ook naar de andere lopende subsidie- en steunprogrammas. Kunt u een algemene risicoanalyse van ons ondersteuningsapparaat geven?
De voorzitter : De heer Deckmyn heeft het woord.
De heer Johan Deckmyn : Voorzitter, de ontdekking van een fraudesysteem in verband met subsidiedossiers bij het Vlaams Agentschap Ondernemen is in het nieuws gekomen omdat een van de gedupeerde bedrijven een klacht heeft ingediend. Er zijn mensen gepakt. Ze zijn echter na een klacht gepakt. Indien die klacht er niet was gekomen, hadden ze misschien nog een tijdje kunnen voortdoen.
De eerste vraag is uiteraard wat de structurele en financiële draagwijdte van dit voorval is. Dit voorval doet vragen rijzen over het feit dat een dergelijke fraude zo gemakkelijk kon worden georganiseerd. Indien dit bij het VLAO kan gebeuren, vrees ik dat dit bij andere agentschappen ook kan gebeuren. Hebben we geen interne controlesystemen om dit tegen te gaan? Indien dit niet of gedeeltelijk het geval zou zijn, zal de Vlaamse Regering dan maatregelen treffen om een beter of eventueel een nog beter controlesysteem op te zetten?
De voorzitter : Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters : Voorzitter, de enige mij bekende nog lopende fraudezaak bij het VLAO dateert van de vorige legislatuur, meer bepaald begin 2006, en betreft de starterscheques voor prestarters of dna-cheques. Om de belangen van het Vlaamse Gewest maximaal te verdedigen, heeft toenmalig minister Moerman toen een klacht met burgerlijke partijstelling ingediend. Deze zaak loopt nog bij het parket van Antwerpen.
Naar aanleiding van deze zaak is de toegang tot de steunmaatregelen via een paswoord en een login in versneld tempo door de toegang door middel van het federaal token of e-id vervangen. Ik wil er trouwens op wijzen dat deze fraudezaak draait om ondernemers die hun token aan die adviseurs hebben afgegeven of doorgegeven.
Heel wat subsidieaanvragen verlopen volgens de regels van de kunst. Het VLAO kan moeilijk merken dat er iets loos is. Als een ondernemer met behulp van een adviseur een subsidie krijgt, is dat een goede zaak. In deze zaak hebben ondernemers geen subsidie gekregen omdat een adviseur ermee is gaan lopen of omdat een adviseur de vergoeding heeft opgestreken zonder dat aan de onderneming een dossier of een bedrag is toegekend. Als geen klachten worden ingediend, kan het VLAO dit niet weten. Ik kom straks nog terug op de manieren waarop we hiermee omgaan.
Voor het overige zijn me gelukkig geen fraudedossiers bekend. Ik kan trouwens bevestigen dat geen enkele subsidie ten onrechte is uitbetaald.
De introductie van nieuwe technologieën heeft in nieuwe vormen van fraude geresulteerd. We weten dat burgers en ondernemingen zich hiertegen moeten wapenen. Zo weet iedereen dat het niet verstandig is een bankkaart met de pincode aan derden door te geven. Ik wil hier nog even herhalen dat dit niet verstandig is. (Gelach)
Diezelfde voorzichtigheid moet aan de dag worden gelegd in verband met een token of een e-id. Het is niet gepast die met de bijbehorende code aan een derde dienstverlener door te geven. Voor velen onder ons is dit een evidentie, maar het is toch gebeurd. Indien dit niet was gebeurd, zouden die fraudegevallen er niet zijn geweest.
Bepaalde mensen zijn zich daar minder van bewust. Het is mogelijk dat het vertrouwen zeer groot is. Een subsidioloog biedt zich aan en verklaart subsidies te kunnen verkrijgen. Hij heeft daarvoor wel het token nodig. Bepaalde goedgelovige ondernemers geven dan hun token.
Ik geef een overzicht van de maatregelen die zijn genomen.
Ten eerste, met het oog op de indiening van een klacht bij het parket, wordt een gedetailleerd onderzoek uitgevoerd. Bij zijn onderzoek heeft het agentschap alle dossiers gescreend met de status 'ingediend', 'ontvankelijk', 'gunstig' of 'gestart'. De ongunstige of onontvankelijke dossiers werden niet gescreend omdat de eventuele schade in hoofde van de overheid daar gering is. In een eerste fase werden alle dossiers waarvan een vermoeden bestaat dat ze werden ingediend via de bedoelde subsidieadviseur of stromannen op non-actief gezet, dat wil zeggen dat de gemandateerde wordt losgekoppeld van de onderneming en de onderneming dus niet kan binden. Vervolgens werden alle betrokken bedrijven gecontacteerd en werd hun een oplossing voorgesteld. Deze klanten die gekoppeld wilden blijven aan de subsidieadviseur moesten daartoe schriftelijk per brief, niet per fax, een formeel verzoek richten aan het agentschap. Bij gebrek bleef en blijft de gemandateerde tot zolang inactief. Bedrijven die zich wensten los te koppelen van de subsidieadviseur, werd aangeraden hun oude token te vernietigen, zichzelf te koppelen in het systeem en dus de eertijds gemandateerde subsidieadviseur buiten spel te zetten.
Samengevat werden dus de nodige bewijsstukken verzameld vervalste faxen met verklaringen van klanten dat hun handtekening vervalst is en bewijzen van koppelingen tussen rijksregisternummers en namen , werden alle klanten gewaarschuwd en werd hun een oplossing aangereikt.
Ten tweede, ter bestrijding van risicos worden allerlei acties ondernomen. Volgende maatregelen werden getroffen ter bestrijding van risico's. O m de gevolgen van het gebruik van vervalste faxen tegen te gaan, worden er vanaf heden door het agentschap geen koppelingen meer gedaan op vraag van de klant (via fax) en wordt enkel een nieuwe URL met activatielink gestuurd. Slechts in uitzonderlijke gevallen wordt wel nog gekoppeld door het agentschap mits twee voorwaarden cumulatief vervuld zijn: er is een schriftelijk origineel verzoek in deze zin opgestuurd door de klant en het agentschap controleert dit schriftelijk verzoek op zijn waarachtigheid telefonisch met de zaakvoerder van het bedrijf.
Bovendien wordt het misbruik via tokens op volgende manieren worden bestreden: aan de privacycommissie zal toestemming worden gevraagd om naast het nummer ook de naam te mogen gebruiken zodat beide met elkaar kunnen worden vergeleken; bij weigering zou enkel kunnen worden gevraagd aan de privacycommissie of zij dan deze controle wil doorvoeren; aan EDST, de informaticadienstverlener van de Vlaamse overheid, wordt melding gemaakt van de problematiek en zal worden gevraagd het project ACM-3, dat ter zake een oplossing zou bieden, versneld uit te voeren.
Ten derde, communicatie ten aanzien van de ondernemers is zeer belangrijk. Mevrouw Turan kan dit ongetwijfeld bevestigen. Het is een goede zaak dat in de media is verschenen dat de fraudeurs zijn gevat. We moeten de ondernemers duidelijk maken dat ze voorzichtig moeten zijn wanneer een subsidioloog zich aanbiedt. De communicatie wordt ook onder handen genomen.
De genomen maatregelen worden begeleid door middel van een gepaste communicatie. Intern wordt de hierboven werkwijze via nota schriftelijk opgelegd aan de personeelsleden van de afdeling Economisch Ondersteuningsbeleid. Naar het agentschap zal een communicatie worden verzorgd via het Comité Diensten ten aanzien van de accountmanagers.
Uit een beschrijving van de gebeurtenissen mag blijken dat het agentschap onmiddellijk de nodige stappen heeft gezet om de risico's te identificeren en die met de gepaste maatregelen te bestrijden. Tevens werden de mogelijk gedupeerde klanten adequaat geïnformeerd. Een voortdurend bewust maken en houden van de klant dat een token dezelfde zorg vraagt als een elektronische betaalkaart en niet blindelings mag ter beschikking worden gesteld van derden, blijft nodig. Het agentschap zal hier in de toekomst op blijven wijzen.
Het agentschap is voorwerp geweest van bedrieglijke manipulaties via misbruik van tokens en vervalste faxen respectievelijk handtekeningen. Het agentschap was van oordeel dat hier streng moest worden opgetreden, en ik heb dan ook opdracht gegeven om de nodige stappen te zetten bij de gerechtelijke instanties via een klacht met burgerlijke partijstelling. Deze actie zal ervoor zorgen dat het dossier daadwerkelijk door de politionele diensten ernstig wordt genomen en zorgt er tevens voor dat de overheid op de hoogte blijft van de ondernomen gerechtelijke acties.
Tot slot is me ook een vraag gesteld over een algemene risicoanalyse. Hierna volgt een volledig overzicht van wat wordt gescreend.
Eerst en vooral dient aangestipt dat in uitvoering van de aanbevelingen gegeven door de Interne Audit van de Vlaamse Administratie (IAVA) bij haar audit in 2006, alle steuninstrumenten van het Agentschap Ondernemen het voorwerp zijn geweest van een zeer grondige en gedetailleerde risicoanalyse. Met het oog op het verkrijgen van een maximale kwaliteit en uniformiteit, werden deze analyses uitgevoerd in nauwe samenwerking met het Agentschap voor Overheidspersoneel met ondersteuning van een extern bureau KPMG, deze laatste aangewezen op basis van een globale marktraadpleging.
Deze analyses hebben geleid tot een hele reeks aanbevelingen die sedertdien minutieus worden uitgevoerd. De belangrijkste zijn de volgende. Ten eerste het invoeren van de functie van kwaliteitscontroleur die als belangrijkste taak heeft de kwaliteit, zowel inhoudelijk als op applicatief vlak van de steunmaatregel te bewaken, en de risico's te analyseren. Dit omvat volgende activiteiten: het screenen van de aanvragen op foutieve/inconsequente data; het screenen van de steuntoekenningen, bijvoorbeeld bij de callsystemen, het screenen van de rangschikking op anomalieën en het checken van de resultaten van de rangschikking; het mede-opstellen en uitvoeren van een risicoanalyse; het screenen van de procedure; het screenen van het systeem op fraudegevoeligheid; het verzamelen van statistische informatie, rapporten via boordtabellen; het tijdig signaleren van knelpunten, aandachtspunten, risico's en opportuniteiten; het rapporteren van screeningresultaten en bevindingen aan de hiërarchie. Ten tweede is er het verhogen van de veiligheid van de applicatieve steunmaatregelen, waarbij de belangrijkste verwezenlijking de vervanging van het fraudegevoelige paswoord en login is door een federaal token of e-id. Ten derde is er het invoeren van de functie van veiligheidscoördinator, die onder andere ten aanzien van de Commissie ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer, de zogenaamde privacycommissie, een belangrijke coördinerende taak heeft.
Naar aanleiding van deze gebeurtenissen zal, zoals bekend, klacht met burgerlijke partijstelling worden ingediend. Tevens wordt op zeer korte termijn met EDST en Entiteit e-government en ICT-beheer (e-IB) samen gezeten om te kijken welke verbeteringen hier nog kunnen worden aangebracht.
De voorzitter : De heer Bothuyne heeft het woord.
De heer Robrecht Bothuyne : Voorzitter, ik dank de minister-president voor zijn uitgebreid mondeling en schriftelijk antwoord. Als overheid zijn we eigenlijk zelf de oorzaak van het beleid. We hebben daarnet even gelachen. Natuurlijk geeft iemand zijn bankkaart best niet door aan derden. Wie met een boekhouder werkt, moet bij het invullen van zijn belastingaangifte heel wat gegevens doorgeven. Dat betekent dat een zekere vertrouwensband moet worden opgebouwd.
De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de belastingaangiften. We zijn echter wel verantwoordelijk voor onze steunmaatregelen. We moeten hier blijvend aandacht aan schenken. Indien we de aanvragen zo eenvoudig mogelijk maken, zijn subsidiologen en dergelijke eigenlijk niet nodig.
De voorzitter : Het incident is gesloten.