Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie
Vergadering van 21/04/2009
Vraag om uitleg van mevrouw Greet Van Linter tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de impact van de plannen van de Brusselse regering inzake de heraanleg van de E40 op de mobiliteit op de E40 in Vlaanderen
- De heer Joris Vandenbroucke treedt als voorzitter op.
De voorzitter: Mevrouw Van Linter heeft het woord.
Mevrouw Greet Van Linter: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega´s, dit dossier belangt zowel het Brusselse Gewest als het Vlaamse Gewest aan. De beslissingen van het Brusselse Gewest zullen mijns inziens een grote impact hebben op het Vlaamse Gewest. Ik heb een korte, eenvoudige vraag, en reken dan ook op een duidelijk antwoord.
De Brusselse regering heeft plannen voor de heraanleg van de Wetstraat, maar vooral ook voor de VRT- en RTBF-wijk, aan de invalsweg van de E40 Leuven-Brussel. Die weg zou een groene stadsboulevard worden, met minder rijstroken. De plannen werden begin maart voorgesteld. Het aantal rijstroken op de E40 zou van zes naar drie teruggebracht worden, en er zou een maximumsnelheid van 90 of 70 kilometer per uur worden ingevoerd. Die wijzigingen zouden gelden over een afstand van 1,9 kilometer.
Dat alles is het gevolg van een studie die over die verkeersader werd gemaakt. Ik ben niet de enige die stelt dat de analyse van die studie niet erg realistisch is. Vandaag al stapelen de files er zich op. Uiteraard zullen de problemen nog verergeren als het aantal rijstroken wordt gehalveerd. Enkele jaren geleden is een telling gebeurd. Toen stelde men vast dat op die plaats meer auto´s rijden dan de wegcapaciteit toelaat.
Eén van de gewesten, met name het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, stelt hiermee een ander gewest - namelijk het Vlaamse Gewest - voor een voldongen feit, met als doel het aantal voertuigen dat Brussel binnenrijdt met 20 percent te verminderen. Het plaatselijke belang primeert dan duidelijk op het algemeen belang. Vooral de burgemeester van Schaarbeek, de heer Clerfayt, stelt dat in die wijk veel te veel auto´s rijden.
Als die plannen worden doorgevoerd, zal dat ongetwijfeld een impact hebben op die 1,9 kilometer Brusselse weg, maar ook en vooral op de doorstroming van het verkeer Leuven-Brussel, met onvermijdelijk meer milieuoverlast en meer files in Vlaanderen en een negatieve invloed op de mobiliteit van en naar Brussel tot gevolg. Hetzelfde geldt trouwens ook voor de plannen voor de heraanleg van de Wetstraat - een invalsweg voor het verkeer vanuit Vlaanderen - waar nog amper plaats zal zijn voor verkeer. Ook daar wil men veel groen introduceren, met een centrale middenberm en een aparte tramlijn. Als ik me niet vergis, blijven er dan nog twee rijstroken voor auto´s over.
In dit dossier moeten we toch onder ogen zien dat dagelijks meer dan 370.000 pendelaars vanuit Vlaanderen naar Brussel komen. Is het niet merkwaardig dat op het ogenblik dat Vlaanderen een verbreding van de Brusselse Ring overweegt, Brussel met een project uitpakt dat het omgekeerde resultaat beoogt? De heer Pascal Smet zei het hier al, op een hoorzitting: wat hem betreft kan er geen sprake zijn van een grotere instroom van voertuigen naar Brussel. Ook Touring is niet te spreken over de Brusselse plannen: Touring stelt dat dit tot eindeloze files zal leiden en dat Brussel Vlaanderen voor voldongen feiten wil stellen.
Mevrouw de minister, is er over deze plannen overleg gepleegd tussen het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en het Vlaamse Gewest? Wat was desgevallend het resultaat van het overleg? Indien er geen overleg is geweest, welke initiatieven nam u reeds voor overleg over deze materie? Kent u de impact van deze plannen op de mobiliteit op Vlaams grondgebied? Is dit onderzocht of zal dit alsnog worden onderzocht?
De voorzitter: De heer Glorieux heeft het woord.
Mijnheer Eloi Glorieux: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega´s, het is de logica zelf dat de gewesten over die aangelegenheden niet alleen met elkaar overleggen, maar ook nauw samenwerken. Dit zijn gewestoverschrijdende projecten waarbij de impact van maatregelen in het ene gewest op een andere gewest groot kunnen zijn. Dat geldt ook voor de verbreding van de ring rond Brussel, die grotendeels op Vlaams grondgebied ligt. Ik weet niet of wat hier over de invalsweg vanaf de E40 is gezegd een echt plan van het Brusselse Gewest is. In elk geval moet worden onderzocht of de beleidskeuzes wenselijk zijn. Is het wenselijk dat er nog meer wagens Brussel inrijden? Mijn fractie is van oordeel dat dit niet het geval is. Wij denken dat de modal shift moet worden bevorderd.
Als binnenkort - hoe sneller, hoe liever - het Gewestelijk Expresnet (GEN) wordt gerealiseerd en optimaal zal functioneren, en ook de light rails in Vlaams-Brabant voor een verbinding met Brussel zorgen, dan hebben we er alle belang bij om de pendelaars te motiveren om het openbaar vervoer te gebruiken om naar Brussel te komen. De Brusselse beleidskeuze om in de toekomst de instroom van wagens te ontmoedigen ten voordele van het openbaar vervoer is dus een rationele, goede keuze. Het is evenwel wiedes dat dit in overleg moet gebeuren. Als Vlaanderen doorzet met het plan om gedeelten van de ring rond Brussel te verbreden, zal dat aanzuigeffecten genereren. Er zal verkeer bijkomen en dat zal voor bottlenecks op de invalswegen naar Brussel zorgen. Er is dus nauwe samenwerking nodig, en dat moet leiden tot gezamenlijke toekomstvisies en - projecten inzake mobiliteit.
De voorzitter: Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits: Mijnheer de voorzitter, collega´s, ik kan vrij kort antwoorden. Over de plannen ter hoogte van het Reyerscomplex heeft het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest noch met mezelf, noch met mijn departement, noch met de administratie Mobiliteit, noch met Openbare Werken, noch met het Agentschap Wegen en Verkeer overlegd. Mijn administratie is niet op de hoogte van het bestaan van die plannen. Aangezien ik niets weet van die plannen, kan ik daar moeilijk een groot overleg over organiseren. Er bestaat een forum waar dergelijke onderwerpen kunnen worden besproken. Ik heb het dan over de werkgroep waar wordt overlegd in het kader van het principieel akkoord. In die werkgroep zetelen Brussel en het Vlaamse Gewest. Het voorzitterschap wordt waargenomen door het Agentschap Wegen en Verkeer.
In die werkgroep zijn bijvoorbeeld de plannen voor de R0 ter sprake gekomen. Het is vreemd dat Brussel nog geen overleg over deze materie heeft gevaagd. Brussel is de initiatiefnemer, en het forum bestaat. Brussel kan niet beweren dat het er niet is. U herinnert zich het plan-MER over de ring rond Brussel. Brussel maakte daar een tijdje geleden groot bezwaar tegen, en stelde dat daarover niet was overlegd. Dat is niet juist: daar is wel degelijk overleg over gepleegd in de werkgroep. Vandaag is de toestand omgekeerd.
U vraagt welke impact de plannen hebben. Sorry, maar ik ken die plannen niet. Ik kan u dus geen traktaat met mijn opvattingen daarover overhandigen. Ik zal dat kunnen van zodra ik de plannen ken en als daarover is overlegd.
Ik herhaal nogmaals dat het een aanbod is. Er is een principieel akkoord tussen Vlaanderen en Brussel. Er is een overlegforum om daarover te praten. Dat lijkt me het ideale orgaan om zich daarmee bezig te houden. Ik ben in blijde verwachting van een uitnodiging ter zake.
Mevrouw Greet Van Linter: Ik had eigenlijk niet meer verwacht, mevrouw de minister. Het is altijd hetzelfde met het Brusselse Gewest wanneer het gaat over een project dat de twee regio´s aangaat. Men spreekt uit één richting en men houdt geen rekening met de andere richting. Ik heb begrepen dat u wacht tot u gecontacteerd wordt. Ik vrees alleen dat dit niet zo snel zal gebeuren. Wanneer er alsnog een uitnodiging tot overleg komt, hoop ik dat daar rekening mee wordt gehouden en dat Vlaanderen daar niet te veel hinder van ondervindt.
De voorzitter: Het incident is gesloten.