Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme Vergadering van 27/01/2009
Vraag om uitleg van de heer Johan Verstreken tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media, Toerisme, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, over de resultaten van het onderzoek van de University of Westminster naar de belevingswaarde van vakantie bij mensen in armoede
De voorzitter: De heer Verstreken heeft het woord.
De heer Johan Verstreken: In oktober 2008 stelde ik, naar aanleiding van de Werelddag van verzet tegen armoede, een vraag aan de minister-president over maatregelen om de vakantieparticipatie van kansarmen te vergroten. In mijn vraag verwees ik naar een onderzoek van de University of Westminster naar de belevingswaarde van vakantie bij mensen in armoede. Dit onderzoek, dat in opdracht van Toerisme Vlaanderen werd uitgevoerd, was aangekondigd in de beleidsbrieven toerisme 2007-2008 en 2008-2009.
De minister-president antwoordde op mijn vraag in oktober dat het onderzoek nog niet was afgerond. ?Van zodra de resultaten van het onderzoek bekend zijn, zal Toerisme Vlaanderen bekijken op welke wijze de resultaten ervan kunnen of moeten worden vertaald in het toerismebeleid ten aanzien van die kansengroepen?, aldus de minister-president in zijn antwoord op mijn vraag.
In de pers was te lezen dat het onderzoek van Toerisme Vlaanderen en de University of Westminster ondertussen is afgerond. Een conclusie die alvast naar voren kwam, was dat vakantie mensen in armoede sterker maakt en dat het hun sociaal netwerk vergroot. Dat wisten we natuurlijk allemaal al via een gezond buikgevoel.
Mijnheer de minister-president, wat waren de concrete resultaten van het onderzoek van de University of Westminster? Welke gevolgen hebben de resultaten van dit onderzoek voor het toerismebeleid ten aanzien van kansengroepen?
De voorzitter: Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Peeters: De resultaten van het onderzoek zullen worden gepubliceerd in een brochure met als titel ´Iedereen verdient vakantie´. Deze zal door Toerisme Vlaanderen worden uitgegeven.
Ik zal ze, zodra ze beschikbaar is, overmaken aan u, mijnheer de voorzitter, zodat alle leden van de commissie erover kunnen beschikken. In mijn ontwerp van antwoord op de vraag van de heer Verstreken staan de belangrijkste bevindingen uit de studie opgesomd, maar misschien is het niet nodig dit voor te lezen omdat u dit zelf zult kunnen lezen in de op stapel staande brochure. Ik wil u niet in een bepaalde richting duwen. Sta me dus toe dat over te slaan.
U vroeg naar de gevolgen die de resultaten van dit onderzoek voor het toerismebeleid hebben. Toerisme Vlaanderen bestudeert momenteel hoe het de bevindingen van dit onderzoek kan doortrekken naar de praktijk van het Steunpunt Vakantieparticipatie. Alleszins bevestigt de studie het bestaansrecht en het succes van het Steunpunt als draaischijf tussen de toeristische aanbieders enerzijds en de lidorganisaties en hun doelgroepen anderzijds.
De voorzitter: De heer Verstreken heeft het woord.
De heer Johan Verstreken: Mijnheer de minister-president, ik dank u voor het antwoord.
De voorzitter: Het incident is gesloten.