Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vergadering van 13/11/2008
Vraag om uitleg van de heer Jurgen Verstrepen tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media, Toerisme, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, over de commercialisering van de VRT-websites
De voorzitter: De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, deze discussie heb ik in het verleden in deze commissie al eens proberen aan te wakkeren. Nu is het een onderwerp waarvan we moeten zien hoe bruingebrand het is.
Mijn aandacht is getrokken op een ogenblik dat we in de plenaire vergadering tijdens een actualiteitsdebat aan het discussiëren waren over de toestand van Dexia en Ethias. Ik was aan het zoeken naar een quote om u in verlegenheid te brengen tijdens dat debat, en ik ging online op mijn computer. Ik kwam terecht op de website van de VRT en Villa Politica. Het cynische was dat, terwijl wij aan het discussiëren waren over de banken, er naast de inhoud van het vragenuurtje stond: basisrente ING nu 4,25 percent.
Minister-president Kris Peeters: Maar een quote die mij in verlegenheid bracht, hebt u niet gevonden?
De heer Jurgen Verstrepen: Die heb ik niet gevonden. Dankzij de reclame op de VRT heb ik niet verder naar die quote gezocht.
Mijn aandacht was echter getrokken. Ik heb dan alle websites van de openbare omroep eens bekeken. Ik merkte, zoals bij heel veel websites in de commerciële sector, dat de website gewoon vol staat met reclame: teksten, content pagina's, skyscrapers, banners, buttons. Alle formaten die gekend zijn in de commerciële wereld en de onlineadvertising, vind je terug op de websites van één, Canvas, Radio 1 enzovoort. Alleen op Ketnet niet, men is zo slim geweest daar geen advertenties te plaatsen. Dat wil zeggen dat men toch met enige voorbedachten rade daarmee bezig is.
Ik heb vervolgens gekeken naar de andere landen: de BBC en de openbare omroepen in Frankrijk en Duitsland. In die landen is reclame op bepaalde zenders toegelaten, wat voor de VRT niet het geval is. Op de websites van die openbare omroepen vond ik geen reclame. Daar wordt dus zeer klare wijn geschonken. Doordat ze reclame kunnen maken op de televisie, zouden ze misschien beter een crossreclame maken op de websites. Hier hebben we dus een omgekeerde beweging.
Ik ben gaan zoeken of de openbare omroep wel reclame mag brengen, want dit is duidelijk reclame. In de decreten staat dat de televisieomroep van de Vlaamse Gemeenschap enkel reclame kan brengen met het oog op zelfpromotie en gemachtigd is om boodschappen van algemeen nut te brengen. De televisieomroep van de Vlaamse omroep is gemachtigd sponsoring te brengen: sponsorvermeldingen, uitsluitend de naam van de sponsor, de handelsnaam, het logo, het product enzovoort. De vermelding mag geanimeerd zijn en niet langer dan 5 seconden per sponsor duren.
Dat zijn allemaal definities die te maken hebben met reclame op de televisieomroep VRT. Nergens heb ik iets gevonden waarin een omschrijving staat van reclamevoering op de interactieve platformen van de openbare omroep. De website van de VRT is echter niet zomaar een website, omdat mensen daar naartoe surfen om naar de radio te luisteren en naar televisie te kijken. Ik doe dat ook. Als ik het nieuws niet heb kunnen bekijken of om andere programma's te herbekijken, bekijk ik de website van de VRT. Je wordt als kijker en mediaconsument van de openbare omroep geleid naar de websites. Daar wordt een automatische promo voor gemaakt op alle traditionele tv- en radiokanalen. De VRT promoot zijn websites, en daardoor heeft hij zeer veel bezoek op die websites. Dat is interessant, want ze zitten ook in de CIM-metingen. De resultaten van de CIM-metingen worden gebruikt door de reclameregieën, en de reclameregie pompt de websites vol met onlineadvertising. Zo is de cirkel rond.
In de decreten vind ik nergens iets waaruit zou blijken dat de openbare omroep een traditionele reclameclip niet op zijn internetsites zou mogen zetten. Dat staat er gewoon niet in. Nu zijn dat advertenties in de tekst. Als ze er morgen een reclamelip insteken en wij stellen daar een vraag over, zult u antwoorden: het staat niet omschreven. En als het niet omschreven staat, dan mag het.
Mijnheer de minister-president, hier staat een waanzinnige deur open naar iets dat succesvol is. Heel veel mensen proberen nieuwe interactieve projecten in de privésector te financieren met webvertising en alles wat daar omheen hangt, maar zij hebben niet die promotiekanalen. Dan hebben we weer de discussie dat de VRT dit doet met overheidsgeld, met belastinggeld, hij promoot zijn eigen kanalen en kan zijn websites voor veel geld in de markt zetten. Dan bekruipt mij het gevoel dat dit een groeiende en attractieve manier voor financiering is. Daar zijn cijfers over. Het gaat me niet over de cijfers an sich, maar het gaat erover dat je dat verder kunt uitbouwen zonder problemen. Men kan niets ondernemen tegen het feit dat er een commercial zal worden opgestart op die websites.
Mijnheer de minister-president, het ging ook over de Zevende Dag. Je kunt erover discussiëren of het een informatieprogramma is of niet. Die discussie wil ik zelfs niet voeren. Kan de VRT op al zijn websites ongelimiteerd commerciële advertenties plaatsen? Welke internetproducten bij de VRT zijn uitgesloten van commerciële advertenties? Mag de VRT commercials, bewegend met geluid, met animatie, verwerken in zijn online kanalen? In hoeverre is het toegelaten de contentpages van alle VRT-websites op te vullen met commerciële online advertenties in de teksten? Welke websiteonderdelen en kanalen van de VRT zijn verboden voor commercialisering? Bent u van oordeel dat de commercialisering van de online activiteiten van de openbare omroep gelimiteerd moet worden en dat er dan misschien decreetaanpassingen nodig zijn?
De voorzitter: De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe: Mijnheer de voorzitter, alles wat nu gebeurt bij de VRT is volgens mij allemaal wettelijk. Als men de openbare omroep dwingt om een percentage commerciële inkomsten te halen, creëert men die problemen. Het is een dossier dat vroeg of laat ook op de Europese tafel komt. Als men websites voor informatie betaalt met belastinggeld, dan komt men in concurrentie met websites van De Standaard, De Morgen en andere informatiedragers. Dat zijn puur private bedrijven. Als men overdrijft, komt men vroeg of laat in de problemen en zal Europa optreden. Dat is een nuchtere vaststelling. Daarom moet de advertising gemodereerd zijn. De politiek heeft de fout gemaakt door de VRT in die beheersovereenkomst te veel commerciële inkomsten te laten hebben.
Verder stel ik ook vast dat achter de rode knop hetzelfde gebeurt. Ik denk dat dat allemaal wettelijk kan. De decreten zijn wat achterhaald, er is nu een nieuwe oefening bezig. Deze commissie moet zich eens grondig bezinnen over wat kan en wat niet, om dan de nodige initiatieven te nemen om het ontwerp op een aantal punten al dan niet bij te sturen. Dan kunnen we die discussies voorgoed sluiten en weet de openbare omroep wat kan en wat niet kan. Anders krijgen we vroeg of laat problemen met Europa.
De voorzitter: Ik sluit me graag bij die laatste opmerking aan.
De heer Demesmaeker heeft het woord.
De heer Mark Demesmaeker: Ik vind het een pertinente vraag. De heer Decaluwe legt de vinger op de wonde. Ik heb de indruk dat we een beetje achter de feiten aanhollen en dat de decreten achterhaald zijn.
De voorzitter: Mevrouw Hermans heeft het woord.
Mevrouw Margriet Hermans: Ik sluit me aan bij de collega's. Wij zien al maanden zulke zaken. Zolang wij de VRT de opdracht geven om ook commerciële inkomsten te hebben zonder reclame uit te zenden, zullen we daarmee geconfronteerd worden. Ik wil alleen meegeven dat het bijzonder moeilijk zal zijn om dat te limiteren en te formuleren wat kan en wat niet kan, maar die oefening moet zeker worden gemaakt. We hebben dat al vaker gedaan. Als we een beslissing nemen, moet het een beslissing zijn die de zaken voor eens en voor altijd duidelijk maakt.
De voorzitter: Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, collega's, de VRT heeft een document opgemaakt, getiteld Kader Merchandising en Nevenactiviteiten. Dat document is ook goedgekeurd door de raad van bestuur.
In het verleden is hier al eens gevraagd om inzage te krijgen in dat document. Ik zal daarvoor de nodige initiatieven nemen. Volgens dat Kader Merchandising en Nevenactiviteiten kan de VRT advertentieruimte verkopen op zijn website. De VRT kan ook de advertentieruimte binnen zijn internetradiospeler commercialiseren. De Ketnetsite is daarvan uitgesloten, net als de website deredactie.be en de subsites die daarop zijn aangesloten.
De VRT sluit geen commerciële advertentieformaten uit. De VRT houdt zich uiteraard aan alle wettelijke bepalingen. Het onderscheid tussen redactionele en commerciële bijdragen wordt altijd duidelijk gemaakt.
Als de VRT zijn lineaire televisienetten zou streamen op het net, wat momenteel niet gebeurt, dan zou hij daarin geen reclamespots kunnen inlassen.
U vroeg ten slotte mijn oordeel over het al dan niet limiteren van de commercialisering van de online activiteiten van de openbare omroep. Dit is geen nieuw feit, mijnheer Verstrepen. De VRT commercialiseert zijn sites al sinds geruime tijd. De omroep wil de commercialisering van de advertentieruimte nog professioneler aanpakken. Als je daar andere regels gaat opleggen, kun je je natuurlijk afvragen wat dat betekent voor het financiële plan dat aan de beheersovereenkomst is gehecht. Bij nieuwe inperkingen volgt immers altijd meteen de vraag naar compensaties.
De voorzitter: De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen: Mijnheer de minister-president, ik dank u voor uw antwoord.
Dat de raad van bestuur een beslissing neemt en een document opstelt, is één zaak. Dit gaat echter verder. De raad van bestuur van de VRT heeft in het verleden al heel wat beslissingen genomen die nadien niet conform de decreten bleken te zijn, of waar de nodige discussie over was - en dan druk ik mij voorzichtig uit.
Het is logisch dat de VRT zoiets beslist als het toegelaten is. Het punt is dat iedereen nog vastzit in dat analoge denken, dat traditionele verhaal van een televisieomroep. Maar een heel grote generatie, met name de jongere generatie, bekijkt dat heel anders. Wij waren vroeger analoog, en denken vandaag soms nog altijd analoog. Die jonge mensen zijn vandaag digitaal. Kijk maar naar de opmars van alle geluids- en beeldtoepassingen via allerhande websites. Dat draait allemaal rond beeld en geluid. De mediabeleving en -consumptie zijn dus bij een heel grote generatie veranderd.
Die websites zijn vandaag standalone mediakanalen, die vergelijkbaar zijn met een televisie- of een radiokanaal. In Nederland zijn er studies uitgevoerd waaruit blijkt dat 50 percent van de jonge doelgroep via de computer naar de radio luistert, en niet meer via een klassiek toestel. Die mediabeleving is er vandaag dus al.
Je kunt die discussie niet uit de weg gaan door te stellen dat de raad van bestuur een of andere beslissing heeft genomen. Natuurlijk heeft de raad van bestuur zo'n beslissing genomen, want hij werkt binnen het bestaande kader. Maar ik zeg u dat er vandaag geen kader is in dit verhaal. We moeten dringend eens nadenken over een kader inzake commercialisering.
Waarom slagen de BBC, Antenne 2 of ZDF erin om hun websites reclamevrij te houden? Dat zijn tenslotte ook openbare omroepen. Dat is een bedenking die je kunt maken.
Het antwoord dat u hebt gegeven, is hetzelfde antwoord dat de VRT al heeft gegeven, namelijk dat ze zonder problemen commercials op hun websites kunnen zetten. Ze kunnen er zelfs interactieve commercials op zetten. Zoals de situatie vandaag is, kan de VRT zijn sites perfect in de diepte uitwerken en commercialiseren. Wij kunnen dan alleen maar vaststellen dat de raad van bestuur dat zo heeft beslist. Wij hebben geen document in handen dat de krijtlijnen uitzet en dat ons helpt te bepalen in welke mate dat een gevaar betekent voor de groei van een creatieve sector in Vlaanderen die ook moet overleven van online advertising.
Het sterkst groeiende advertisingsegment van vandaag zit volledig online. En plots zien we dat de openbare omroep zich in dat segment gaat bewegen. Dat staat los van de discussie over een gemengde financiering en dergelijke. Het gaat hier over een ontbrekend kader. Zolang dat kader ontbreekt, kan men doen wat men wil. En uiteraard is men voorzichtig aan de Reyerslaan. Ze zijn niet dom, dat weten we. Uiteraard zullen ze nog geen commercial met bewegende beelden en geluid voor een of ander Captain Igloproduct op hun website gooien, omdat ze weten dat deze commissie daar vragen over zal stellen.
Ik pleit ervoor om daar een kader rond te creëren. Dat moet snel gebeuren, want het evolueert snel. En het kan nog even duren voor zo'n regelgevend kader tot stand komt.
De voorzitter: De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe: Voor alle duidelijkheid: ik heb niet gezegd dat er achter de rode knop al reclame zit. Maar strikt juridisch genomen, kan dat wel. En zoals we de VRT kennen… (Gelach)
Maar als het zover komt, zal het kot hier te klein zijn, want dan gaat het werkelijk over reclame op televisie. Als de VRT dat durft - en juridisch gezien is het vandaag mogelijk - dan voorspel ik hier heel zware discussies. En dan zullen we er bij het volgende regeerakkoord voor pleiten dat dat op alle vlakken aan banden wordt gelegd. Ze moeten niet de commerciële toer opgaan achter de rode knop omdat het daar juridisch mogelijk is. Als ze dat doen, zullen ze de CD&V-fractie op hun weg tegenkomen. Dit kan absoluut niet.
Minister-president Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik neem aan dat de VRT-top de notulen van deze commissie altijd zeer aandachtig leest. Hierbij zijn die mensen dan ook gewaarschuwd.
Mijnheer Verstrepen, het is altijd een beetje sneu om zogeheten asymmetrische informatieposities te hebben. Ik wil in eerste instantie dat het kader inzake merchandising vrij kan worden ingekeken, zodat u en de andere leden van de commissie daarover kunnen beschikken.
En uw tweede vraag is of we niet, gezien de snelheid van de ontwikkelingen en het feit dat de wetgever altijd wat achter de feiten aanholt, wat sneller actief moeten zijn. Ik denk dat als de wetgever die toch het laatste woord heeft, stappen moet zetten, we daar rustig over moeten spreken. Het is in eerste instantie belangrijk om met volledige informatie het debat aan te snijden en te weten wat nu het kader van de merchandising is en wat nevenactiviteiten zijn zoals ze zijn bepaald binnen de ruime mogelijkheden van de wetgeving. Wat er al dan niet over is, en of we daar wel wetgevend moeten optreden, is een punt. Maar als we beperkingen zouden opleggen of er een strenger kader voor creëren, weet ik zeker dat er vragen zullen komen hoe dat budgettair dan wordt gecompenseerd.
Dat neemt niet weg dat de discussie kan worden voortgezet, maar in eerste instantie moet worden gewerkt aan het opheffen van de asymmetrische informatiepositie.
De voorzitter: Het incident is gesloten.