Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vergadering van 13/11/2008
Interpellatie van de heer Mark Demesmaeker tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media, Toerisme, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, over het schrappen van het Canvasprogramma Plat Préféré rond Adolf Hitler
Vraag om uitleg van de heer Jurgen Verstrepen tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media, Toerisme, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, over de beslissingen van de raad van bestuur van de VRT over programmaonderdelen en hun inhoud
De voorzitter: De heer Demesmaeker heeft het woord.
De heer Mark Demesmaeker: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, collega´s, er is in de media nogal wat controverse geweest rond een aflevering van de Canvasreeks Plat Préféré. We kennen het programma allemaal: televisiekok Jeroen Meus gaat op zoek naar culinaire verhalen uit het leven van beroemde en beruchte personen uit de geschiedenis.
De volgende personen komen in de reeks aan bod: Roald Dahl, Jacques Brel, Freddie Mercury, Salvador Dali, Maria Callas, Johnny Cash, en dus ook Adolf Hitler. Naar verluidt was het lievelingsgerecht van die laatste forel met botersaus. Jeroen Meus zou dat gerecht klaarmaken in het Adelaarsnest in Berchtesgaden, het hotel van Hitler in de Beierse Alpen. Dat is natuurlijk een historisch nogal beladen plaats.
De trailer van de bewuste aflevering over Adolf Hitler, die gepland was voor dinsdag 28 oktober, heeft voor nogal wat begrijpbaar protest gezorgd uit verschillende hoeken, en dan vooral vanuit de joodse gemeenschap. Dat protest kwam onder meer van Joods Actueel, de vereniging van Belgische politieke gevangenen en van diverse historici. De vereniging maakte zich zorgen over ´de banalisering van figuren zoals Hitler´.
En we moeten allemaal toegeven dat er inderdaad vragen kunnen worden gesteld bij de redenen waarom de programmamakers nu per se het lievelingsgerecht van Adolf Hitler wilden klaarmaken. Hij past niet alleen niet in het rijtje - het ging tot nu toe enkel om zuiver culturele namen -, maar uiteraard kan men Hitler in de media ook niet op dezelfde manier behandelen als eender welke andere historische figuur, laat staan culturele figuur. Het gevaar voor een banalisering en bagatellisering door een figuur als Hitler te benaderen en te duiden via zijn lievelingsgerecht in een programma van slechts 30 minuten, is ongetwijfeld reëel. De controverse was dan ook perfect begrijpbaar.
De VRT-directie heeft door die controverse op de valreep beslist om de uitzending rond Adolf Hitler niet uit te zenden. Nochtans ontkrachtte de VRT de kritiek op het programma op vrijdag 24 oktober nog als volgt: ?Het is jammer dat er nu al kritiek komt op een programma dat nog moet worden uitgezonden. De figuur Hitler wordt goed gekaderd?, meldde de persdienst. ?Jeroen Meus gaat onder meer in op de vermeende vegetarische eetgewoonten van Hitler. Dat is na historisch onderzoek ontkracht. Dat komt ook aan bod in de uitzending.?
Nadien veranderde de VRT-leiding evenwel van mening, en dus kregen we het programma niet te zien. De knoop werd doorgehakt door het directiecomité, dat zich over de kwestie had gebogen.
Op 28 oktober lazen we in de krant De Morgen het volgende: ?De directietop van de VRT stond onder zware politieke druk van haar raad van bestuur. Voorzitter Guy Peeters liet gisterochtend per mail aan gedelegeerd bestuurder Dirk Wauters in niet mis te verstane taal weten dat hij ´zijn verantwoordelijkheid moest nemen´, omdat de uitzending niet paste op Canvas. Adolf Hitler hoort niet in een ontspanningsprogramma, niet op Eén en al helemaal niet op een verdiepend net, zo luidde de kordate boodschap. Ook in de Vlaamse Regering dacht men er naar verluidt zo over. De raad gaat daarmee verder dan de directie, die de inhoud van het programma wel blijft steunen.?
En inderdaad, ondanks de beslissing blijft de VRT-directie wel achter de inhoud van de aflevering staan, zo blijkt uit de persmededeling: ?Het is een evenwichtig programma geworden, waarin Jeroen Meus de historische context juist schetst en de figuur van Adolf Hitler correct kadert. Maar het was een foute inschatting om deze documentaire in een reeks te plaatsen waarin alle andere protagonisten beroemdheden zijn in de positieve zin van het woord, zoals Roald Dahl en Jacques Brel. Daardoor is ten onrechte de perceptie ontstaan dat het programma Hitler zou vermenselijken, of erger nog, zou verheerlijken. Uit het programma blijkt integendeel erg duidelijk Jeroen Meus´ afschuw voor Adolf Hitler en het nazisme.? De korte fragmenten die we nadien te zien hebben gekregen, wijzen inderdaad in die richting.
De afgelopen dagen is volgens de VRT de controverse over het programma te groot geworden om er geen rekening mee te houden. Het onderwerp, zo zegt de VRT, is te gevoelig om het in deze omstandigheden te behandelen.
Joods Actueel vindt dat een verkeerde reden om de uitzending te schrappen: ?Het gaat er niet om dat een programma over Hitler niet thuishoort in een reeks tussen figuren als Brel en Dahl. Het probleem is dat Hitler wordt opgevoerd in een kookprogramma zonder enige historische context.? Of die historische context wel - volgens de VRT - of niet - volgens Joods Actueel - correct werd verwerkt, hebben we nooit kunnen beoordelen, omdat we niet de kans hebben gekregen het programma te bekijken.
En daarmee kom ik tot de kern van de zaak: een programma van antenne houden, is en blijft een vorm van censuur. En daarom vind ik dit een gevaarlijk precedent. In een democratie zijn de vrijheid van meningsuiting, artistieke en journalistieke vrijheid immers essentieel. Slechts in heel uitzonderlijke gevallen kan daar een uitzondering op worden gemaakt. Die uitzonderlijke gevallen staat ook in de wet beschreven: revisionisme en racisme zijn door de Belgische wet verboden, maar daar houdt het ook mee op. Het is volgens mij de taak van de openbare omroep erover te waken dat niet wordt geraakt aan die fundamenten van de democratische samenleving.
Voor de openbare omroep is er het dwingende kader bestaande uit de relevante bepalingen uit de geco?rdineerde decreten over radio en televisie. Artikel 7 stelt daarbij fundamenteel dat de VRT autonoom zijn programma-aanbod vaststelt, maar uiteraard kan de VRT dat niet op eender welke manier doen. Programma´s moeten passen binnen het maatschappelijke doel van de VRT, zoals geformuleerd in artikel 6, paragraaf 2, van deze decreten: ?Het hele aanbod van de VRT moet worden gekenmerkt door de hoge kwaliteit van de programma´s, zowel naar inhoud, naar vorm als naar taalgebruik. In al zijn programma´s streeft de VRT naar een zo groot mogelijke kwaliteit, professionaliteit, creativiteit en originaliteit, waarbij ook nieuwe talenten en vernieuwende expressievormen aangeboord moeten worden. Het programma-aanbod moet op een aangepaste manier worden gericht op bepaalde bevolkings- en leeftijdsgroepen, meer in het bijzonder op kinderen en de jeugd. De programma´s moeten bijdragen tot de verdere ontwikkeling van de identiteit en de diversiteit van de Vlaamse cultuur en van een democratische en verdraagzame samenleving. De VRT moet via de programma´s bijdragen tot een onafhankelijke en pluralistische opinievorming in Vlaanderen. Daarbij moet de VRT streven naar een leidinggevende rol op het gebied van informatie en cultuur.?
Het toezicht op die bepalingen wordt geregeld via de gemeenschapsafgevaardigden van de Vlaamse Regering en via de Vlaamse Regulator voor de Media. Daarnaast is artikel 96 van de geco?rdineerde decreten nog relevant, meer in het bijzonder paragraaf 2: ?De programma´s van de omroepen mogen niet aansporen tot haat op grond van ras, geslacht, godsdienst of nationaliteit. Met de mogelijkheid voor de Vlaamse Regering om conform paragraaf 3 van dit artikel programma´s te schorsen op voorstel van de Vlaamse Regulator voor de Media.? Dan is er natuurlijk nog de beheersovereenkomst 2007-2011.
In het geval van Plat Préféré ontstaat een probleem doordat de openbare omroep eerst na interne kwaliteitscontrole en andere afwegingen het concept, de inhoud en de uitzending van de aflevering goedkeurt, en er reclame voor maakt, maar dan onder externe druk de uitzending finaal annuleert en toch publiekelijk achter de inhoud blijft staan. Dat is een zeer dubbelzinnige houding.
Ofwel voldeed de aflevering niet aan het kwaliteitskader dat de VRT moet naleven bij het maken van programma´s en meer in het bijzonder aan de maatschappelijke doelstelling. In dat geval had het natuurlijk nooit geprogrammeerd mogen worden en maakt de VRT-directie een fout door toch achter de inhoud van de aflevering te blijven staan. Ofwel kan de aflevering deze toets wel doorstaan. En dan was het de plicht van de VRT-directie om de decretale onafhankelijkheid van de openbare omroep inzake programmering met hand en tand te verdedigen en te handhaven, zowel omwille van de precedentswaarde als omwille van de onafhankelijkheid en de creativiteit van de programmamakers.
Ofwel was de Vlaamse Regering van mening dat het programma niet strookte met de decretale kwaliteitsbepalingen. Het behoort zeker tot haar bevoegdheid om dat te beoordelen. Dan stonden haar enkele toezichtsinstrumenten ter beschikking. Heeft ze die gebruikt, of heeft ze buiten die bepalingen om en dus in tegenstrijd daarmee druk uitgeoefend? Ofwel was de regering van mening dat het programma wel beantwoordde aan de gestelde eisen, en dan is elke vorm van inmenging en druk uiteraard ontoelaatbaar, want in tegenstrijd met de decretaal bepaalde onafhankelijkheid van de openbare omroep inzake programmering, en dus censuur.
De bepalingen in onze geco?rdineerde mediadecreten waarborgen de onafhankelijkheid van onze openbare omroep, maar bepalen ook de grenzen ervan. Dat is de vertaling van een moeilijke evenwichtsoefening, die democratisch van het allergrootste belang is.
Hadden de programmamakers het recht om de banale aspecten van iemand als Adolf Hitler te belichten? Ik meen van wel. Was het opportuun? Daarover kunnen we discussiëren en kunnen we terecht van mening verschillen. Maar de bedenking van Yves Desmet in De Morgen is, los van de uitwerking in de aflevering die we dus niet hebben mogen zien, het overwegen waard. Hij schrijft: ?Het besef dat de grootste gruwel kan voortkomen uit iemand die ook graag forel met botersaus at, draagt bij tot het begrijpen van de geschiedenis, leert ons dat niets ooit verworven is; dat we waakzaam moeten blijven. Niet tegenover waanzinnigen, die zien we van ver aankomen. Wel tegen degenen die ook graag forel met botersaus eten. Die boodschap censureren gaat niet alleen in tegen de pijlers van een vrije en democratische samenleving. Het is gewoon dom.? Dat vind ik mooi verwoord, en ik kan mij daarachter scharen.
Mijnheer de minister-president, bent u van mening dat de aflevering beantwoordde aan de dwingende bepalingen inzake de programma´s van de openbare omroep? Zo niet, waarom niet? Maakt de VRT-directie dan geen fout door publiekelijk toch achter de inhoud van die aflevering te blijven staan?
Indien de regering van mening was dat de aflevering niet beantwoordde aan de dwingende bepalingen, werd dit dan conform toepasselijke decretale bepalingen aangekaart bij de VRT via de gemeenschapsafgevaardigde? Zo niet, waarom niet?
Heeft de VRM in deze aangelegenheid een initiatief genomen?
Klopt de bewering in De Morgen van 28 oktober, namelijk dat de Vlaamse Regering druk heeft uitgeoefend om de omstreden aflevering van het programma Plat Préféré van antenne te houden? Ik meen dat u daarop in de pers al hebt geantwoord, mijnheer de minister-president. Ik vind het normaal dat u bij deze beschuldigingen niet wacht tot de vraag in de commissie wordt gesteld. U hebt daar dus ontkennend op geantwoord. U krijgt uiteraard straks opnieuw de kans om dat te herhalen.
Als u van mening bent dat de aflevering in kwestie beantwoordde aan de dwingende bepalingen met betrekking tot de programma´s van de openbare omroep, wat is dan uw standpunt of dat van de Vlaamse Regering over de beslissing van de VRT-directie om de aflevering wegens de externe controverse toch niet uit te zenden? Brengt de VRT-directie daarmee de onafhankelijkheid van de openbare omroep niet in gevaar, en schept dat geen gevaarlijk precedent? Dat is mijn belangrijkste vraag. Wat zult u ondernemen om censuur op de openbare omroep in de toekomst te voorkomen?
De voorzitter: De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, ik had nooit gedacht dat een forel tot zoveel discussie zou leiden, maar nu is die vis tenminste bekend. Het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing zal tevreden zijn.
Ik heb de uiteenzetting van de heer Demesmaeker beluisterd. Op een aantal punten zal ik die niet overdoen. Ik zal proberen een aanvulling te geven. Mij gaat het niet zozeer over de inhoud van de uitzending. Televisiemakers mogen voor ons maken wat ze willen. Als het gaat over de vraag of dat nu moet worden beoordeeld of niet: ik heb me in het verleden altijd vragen gesteld bij die kwaliteitscontroles die worden opgelegd, zelfs bij een openbare omroep. Ik heb vreemd opgekeken van de heisa die is ontstaan wat dit betreft.
Het lijkt me heel duidelijk wat hier is gebeurd: dit is een voorbeeld van preventieve censuur. Ik vind dat de kijker, dat ikzelf dan maar moet beoordelen wat kan en niet kan. Dat moeten we na de uitzending dan maar bepalen. Dan moeten we maar in de pen kruipen, of achter het klavier gaan zitten, om te reageren en te ageren. Daar heeft iedereen het recht toe. Dat is het principe van de vrije meningsuiting. Ik denk dat dat hieronder valt. Of het nu gaat over het lievelingsgerecht van Hitler, het dessert van Stalin of de aperitieven van Mao, dat laat me nu eens echt Siberisch koud. En als we binnenkort dan nog enkele menu´s van de Ku-Klux-Klan te zien krijgen, zo weze het: laat iedereen maar beoordelen of dat gewenst of wansmakelijk is.
Ik verschil enigszins van mening met de heer Demesmaeker als het gaat over de kwaliteitscontrole op die uitzending. Ik zou zelfs de vraag niet willen stellen of dat programma aan een aantal kwaliteitsnormen voldoet, die zelfs decretaal zijn opgelegd. Ik vind die kwaliteitsnormen immers te vergaand voor een televisiezender. Er is dus heisa ontstaan. Dit heeft geleid tot een schimmenspel. De raad van bestuur en het management van de VRT hebben een eigenaardig steekspelletje gespeeld in de kranten. Dat heeft toch wel mijn aandacht getrokken. We kunnen er niet omheen dat de rol van de raad van bestuur in deze kwestie op zijn minst hoogst verdacht is. Als we bekijken wat er is meegedeeld, dan vraag ik me af of ze daar allemaal op een bepaald ogenblik niet wisten wat ze moesten zeggen. Dat lijkt me toch vreemd voor een raad van bestuur van een openbare omroep, van een communicatiebedrijf. Als ik bekijk wat er daar zoal uit is voortgekomen, dan vraag ik me af hoe die mensen daar in godsnaam terecht zijn gekomen.
Er is een zinnetje dat daarbij mijn aandacht heeft getrokken. Zoals u hebt gezien, heb ik dat opgenomen in de tekst van mijn vraag. Het gaat erover dat de pers melding heeft gemaakt van een conflict tussen de raad van bestuur van de VRT en het management van de openbare omroep. Topman Dirk Wauters wou het programma in eerst instantie wel uitzenden, maar - en dan wordt het voor mij toch hoogst interessant - pas nadat de raad van bestuur ermee had gedreigd zelf een persbericht te zullen rondsturen, heeft de VRT-top ingebonden. Was dat persbericht er gekomen, dan was dat een heel mooie case geweest. Dan hadden we dat hier zwart op wit gehad. We hebben dat echter niet, dus moeten we afgaan op een aantal geruchten en in Sherlock-Holmesstijl proberen een en ander te achterhalen. Zoals u weet, zitten wij echter niet in de raad van bestuur. Het is dus heel moeilijk om dat te bepalen. Er zijn echter een aantal geruchten.
Ik zou wat duidelijkheid willen in deze kwestie. Zelfs als de raad van bestuur nog maar de intentie had om invloed uit te oefenen op het management of de gedelegeerd bestuurder van de openbare omroep, zelfs als de raad nog maar de intentie had om te laten weten dat dat programma niet op antenne kon, dan vind ik dat toch ook al een teken. We kennen allemaal de bevoegdheden van de raad van bestuur van de VRT uit het hoofd. Dat is artikel 12. De raad van bestuur mag een mening hebben over een programma. Tot daar aan toe: iedereen heeft een mening. Maar als iemand zetelt in de raad van bestuur van een openbare omroep, impliceert dat dat hij zich daar ver van houdt. Anders hoort hij niet thuis in die raad van bestuur en kunnen we die meteen opdoeken. Dan doet die raad niet wat hij moet doen.
Die rol vinden we nergens terug in de bevoegdheden van de raad van bestuur. Dan rijzen er toch wel een aantal vragen bij mij. Is die politieke druk er geweest? Wat klopt er van die geruchten over de raad van bestuur? Ik weet ook wel dat de eindbeslissing is genomen door de gedelegeerd bestuurder - dat zou er nog aan moeten ontbreken. Dan zouden we hier uitgebreid een heel ander betoog kunnen houden.
Ik vat het samen in sleutelbegrippen en tags: preventieve censuur, gevoelige programma-inhoud, politieke druk, dreigen met externe communicatie en beslissen dat het programma niet wordt uitgezonden. Als aanhanger van de absolute vrijheid van meningsuiting begin ik me dan zeer onwennig en ongemakkelijk te voelen.
Ik heb mijn vragen dan ook daarop toegespitst. We zullen uw antwoorden beluisteren, maar ik vind dat dit voort tot op de bodem mag worden uitgespit, al is het maar door de ridders van de vrije meningsuiting en de journalisten. Mijnheer de minister-president, heeft de raad van bestuur van de VRT ermee gedreigd een persbericht rond te sturen, zoals werd verklaard in de pers? Heeft de raad van bestuur ingegrepen in de programmering van de openbare omroep, of bent u van mening dat hij dat heeft gedaan, of daartoe een poging heeft ondernomen?
Behoort het oordelen over de inhoud van VRT-programma´s tot de strategische taken van de raad van bestuur van de VRT? Bent u bereid om de bevoegdheden van de raad van bestuur in de toekomst beter af te lijnen? Mag de raad van bestuur zelfstandig externe communicatie voeren over programmaonderdelen van de openbare omroep? Zou ze dat eigenlijk wel mogen?
De voorzitter: De heer Stassen heeft het woord.
De heer Jos Stassen: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega´s, over de grond van de zaak in dit dossier werden de juiste vragen gesteld en de juiste beschouwingen gegeven. Als kijker, als politicus, als burger, heb ik over het programma zelf ook mijn mening. Die doet echter niet ter zake.
Ik heb er wel een probleem mee hoe het er op de VRT aan toe gaat. Als we het allemaal op een rijtje zetten, dan zijn er op korte termijn drie dossiers slecht behandeld op de VRT. Dat kan geen toeval meer zijn. Telkens had het te maken met de verhouding tussen de VRT, de raad van bestuur en het politieke niveau. Het laatste voorbeeld is gisteren nog aan bod gekomen. De VRT heeft via een persbericht te kennen moeten geven dat ze ´stomme kloten´ waren om een dergelijk belangrijk evenement niet rechtstreeks op het open net uit te zenden. Daarvoor was er ook nog de hele affaire met Donna. We hebben de zaak uitgespit en duidelijk gesteld dat het een operationele kwestie was, die toch bij de raad van bestuur werd uitgevochten. Volgens het decreet klopt dat niet. En ten slotte is er het programma ´Plat Préféré´. Als de berichten kloppen, en dat zal wel, heeft de raad op een of andere manier duidelijk gemaakt dat dit niet door mocht gaan. Volgens mij gaat het echter nog altijd om een operationele beslissing.
Gelet op de cascade van ondertussen drie dossiers die kort op elkaar volgen, is er op zijn minst een probleem. Ze hebben te maken met uitvoerende zaken, die worden opgetild tot een niveau dat verder gaat dan de commissie. In deze commissie hebben we vaak uitspraken gedaan over operationele bevoegdheden. Veel mensen weten dat ik dat niet goed vind. Ik ben van mening dat we dat niet moeten doen. Het is echter het aard van het beestje: veel politici doen dat wel omdat het nogal wat media-aandacht oplevert. Tot voor kort was het echter nogal duidelijk dat er een scheiding was tussen het operationele en het strategische aspect en wist men waar de bevoegdheden lagen. Nu is er een probleem met die scheiding. De drie dossiers bewijzen dat.
Naar mijn aanvoelen is het decreet nochtans vrij duidelijk. Er is het Mediadecreet en de beheersovereenkomst, waardoor de bevoegdheden tussen de verschillende spelers in dat geheel worden vastgelegd. Het is duidelijk dat het strategische onderdeel bij de raad van bestuur ligt en dat de operationele bevoegdheid, via de gedelegeerd bestuurder, bij het management hoort. In het decreet staat echter ook dat de raad van bestuur onder bepaalde voorwaarden zaken naar zich toe kan trekken.
In 2005 of 2006 heb ik bij wijze van boutade gesteld dat als de raad van bestuur zegt dat het bepalen van de kleur van de stoelen een strategische keuze is, ze dan het dossier dan naar zich kan toe trekken. Er is toen hartelijk met mij gelachen. Nu zien we dat de raad van bestuur dat kan doen met het dossier-Plat Préféré, het dossier-Donna, het dossier-11 november. Ze stelt dat het om een strategische kwestie gaat. De argumentatie is dat het te maken heeft met het erkennen van het verleden of met de doelgroep van radio´s te maken heeft. (Opmerkingen van de heer Carl Decaluwe)
Dat is geen zever, dat zijn feiten. En ik vind dat een probleem. Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, collega´s, de vraag is of wat zich vandaag afspeelt, een probleem van interne orde is, van slechte organisatie, van slecht bestuur, van slecht management of wat dan ook. Of heeft het te maken met het feit dat de bevoegdheidskwestie niet duidelijk is geregeld, waardoor er problemen ontstaan? Ik heb die vraag gisteren ook gesteld. Is het een intern probleem bij de VRT? Als dat zo is, dan wordt dat probleem binnenkort ook een zaak voor de regering. Het is immers duidelijk wie waarvoor bevoegd is.
In het geval van ´Plat Préféré´ weten we dat de gedelegeerd bestuurder van mening was dat het programma uitgezonden mocht worden. Toch heeft hij ingebonden. Dat maakt toch dat er een probleem van interne orde is. Of heeft het probleem toch te maken met de verhouding tussen het politieke niveau en het bedrijf? U weet dat ik daarover in het verleden duidelijke stellingen heb ingenomen.
De voorzitter: De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, collega´s, ik wil twee afwegingen maken in dit delicaat dossier. We moeten het met de nodige terughoudendheid behandelen. De heer Demesmaeker heeft dat ook gedaan.
De eerste afweging is politiek, de tweede gaat over de inhoud. Het eerste punt sluit aan bij wat de heer Stassen heeft gesteld. Het is niet de taak van de politiek om inhoudelijke keuzes te maken voor een programma, dat is duidelijk. Dat zal ik hier ook niet doen. De verantwoordelijkheid daarvoor moet zeker niet bij de politiek komen te liggen. Als ik even naar het verleden mag verwijzen: we hebben meer negatieve dan positieve gevolgen van een te grote politisering van de openbare omroep gehad. Er is hard aan gewerkt om die kwaal te genezen. Ik pleit er absoluut niet voor om dat te herstellen, integendeel. Hier mag de verantwoordelijkheid van de politiek niet spelen, integendeel.
Wiens verantwoordelijkheid is het dan wel: die van de raad van bestuur of van het management? Het is in ieder geval niet die van de politiek en naar mijn bescheiden mening ook niet echt die van de raad van bestuur. De vraag is: is dat een strategische kwestie of een operationele kwestie? Als het een operationele kwestie is, speelt het management. Hier heeft het management een beslissing genomen waarvoor we het ter verantwoording kunnen roepen. De verantwoordelijkheid ligt daar. De afweging is: past het binnen de regels van het decreet, de beheersovereenkomst enzovoort? Ik heb de indruk dat de manier waarop het in de media is gebeurd, op zijn zachtst gezegd niet erg netjes was, met name de al dan niet vermeende ingreep van de raad van bestuur. Er is in elk geval geen eenduidige leiding en verantwoordelijkheid. Het lijkt dan ook op een vorm van censuur.
Ik sluit me graag aan bij de vraagsteller. Ik wil ook wel eens weten hoe die beslissingslijnen zijn geweest. Wie draagt de verantwoordelijkheid? Kunnen we daar klaarheid in krijgen? Het is in ieder geval niet de taak van de politiek om in te grijpen.
Dan is er de inhoud. Ik kan een afweging maken over de banalisering of vermenselijking van een zo gruwelijk figuur als Hitler. Het zijn terechte bedenkingen die mensen daarover maken. Ik kan bedenkingen maken over het feit of de VRT niet veeleer de figuur van Hitler gebruikt heeft om het programma net die extra promotie te geven die het misschien wilde hebben. Dat is dan, op zijn zachtst uitgedrukt, ongelukkig gebeurd. Hebben we hier te maken met een andere generatie televisiemakers die ten aanzien van dit soort gruwel een andere houding heeft aangenomen? Is er een andere mentaliteit bij jongere mensen?
Ik zal voor mezelf spreken: ik zou dit programma nooit hebben gemaakt. Bij extensie zou ik zeggen: het zou nooit mogen gemaakt worden. Die opmerking wil ik echter niet eens maken. Daarmee druk ik mijn persoonlijke afkeur uit. Die is dan persoonlijk, en niet eens in mijn rol als volksvertegenwoordiger in dit forum. Mijnheer de minister-president, het is een heel delicate kwestie. Ik zou graag willen weten hoe die verantwoordelijkheid ligt. Wie heeft die beslissing genomen? Waar is die fout te duiden? Kunt u ons daar klaarheid over geven?
De voorzitter: De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, mijn opinie hierover is dat de inhoud en de programmering geen zaak van de politiek is. Dat betekent niet dat als er in de publieke opinie beroering is over de openbare omroep, een politicus daar zijn mening niet over mag uiten. Zelfs een lid van de raad van bestuur mag, in het kader van de vrije meningsuiting, zijn gedacht zeggen. Op dat vlak is er geen enkel probleem.
De essentie van de zaak is dat in verband met wat er is gebeurd, de VRT opnieuw barslecht heeft gecommuniceerd. Gisteren hebben we het daar ook al over gehad in verband met Donna. Men heeft de trailer om het programma aan te kondigen, moeten intrekken. De trailer is vertoond, maar het programma niet. Dat is opnieuw een voorbeeld van barslechte communicatie.
Figuren als Hitler en andere dictators horen volgens mijn persoonlijke mening enkel thuis in duidings- en informatieprogramma´s. Die horen niet thuis in ontspanningsprogramma´s, wat ´Plat Préféré´ in feite is. De volgende stap is, mijnheer de minister-president, ´de moppen van ?´: de moppen van Hitler, de beste moppen van Stalin enzovoort. Voor we het beseffen, zitten we ´s avonds voor de televisie allemaal te lachen met moppen van dictators. Zo ver zou het kunnen gaan. Ik vind dat dat niet kan, maar goed, als de programmamakers vinden dat dat allemaal kan, dan is dat hun verantwoordelijkheid.
Wat mij het meest verontrust, is dat het verhaal dan nog niet klopt. Het gaat hier over de hele problematiek van de bronvermelding. Het verhaal dat forel het lievelingsgerecht is van Hitler, klopt helemaal niet. Dat is bevestigd door historici. Gisteren ging het over Louis de Funès. Klopt dat wel? Wat met Briek Schotte? De geloofwaardigheid van de openbare omroep komt zwaar onder druk te staan.
Ik stel vast dat het ook niet de eerste keer is dat er dingen op de televisie verschijnen die de programmadirecteur nooit heeft gezien. Destijds was er het incident met Vincent Van Quickenborne in ´Man bijt hond´. Mijn punten zijn ten eerste de bronvermelding en ten tweede de eindverantwoordelijkheid. Wie is eindverantwoordelijk voor iets dat wordt uitgezonden? Wordt effectief gecheckt of alles conform de decreten is? Voor hetzelfde geld kan men in dat programma over Hitler nog een of andere uitspraak tussenwringen die misschien in strijd is met de geco?rdineerde mediadecreten omtrent racisme. Dat moet gecheckt worden. Ik denk ook dat het belangrijk is om te zoeken naar oplossingen in verband met de bronvermelding.
Wat politieke druk betreft: ik vind dat een lid van de raad van bestuur dit thema in een variapunt aan bod mag brengen. Men moet daar geen beslissing over nemen. Hoe is het gegaan? Het directiecomité heeft gestemd, en de uitslag was fiftyfifty. De gedelegeerd bestuurder heeft dan blijkbaar geoordeeld het programma terug te trekken. Er is zeer slecht over gecommuniceerd.
Ik heb daar zelf eens over gebeld met enkele bestuurders. Er is inderdaad over gediscussieerd, maar van politieke druk was geen sprake. Bij mijn weten is die beslissing niet gestuurd door een bepaalde minister of een bepaald kabinet.
Mijnheer de minister-president, collega´s, we zien hier een opeenstapeling van incidenten, die niet gecreëerd zijn door de politiek, en evenmin door de commissie voor Media. Er moet dan ook eens een hartelijk gesprek worden gevoerd tussen u en de leiding van de openbare omroep, waarin u duidelijk stelt dat de gedelegeerd bestuurder de touwtjes in handen moet nemen. Hij heeft de boel immers niet onder controle. We hebben dat al in verschillende dossiers vastgesteld. In het belang van de openbare omroep, en opdat we dergelijke discussies hier niet meer zouden moeten voeren, is het belangrijk dat de gedelegeerd bestuurder de boel onder controle krijgt. Zo niet, dreigen we het ene probleem na het andere te krijgen.
Bent u bereid tot zo´n gesprek om de raad van bestuur erop te wijzen dat er bepaalde procedures moeten worden gevolgd vooraleer bepaalde programma´s worden geprogrammeerd en uitgezonden? Die procedures moeten ervoor zorgen dat alles conform de deontologische codes en de wetgeving is, maar ik heb het gevoel dat men dat nu en dan vergeet.
De voorzitter: De heer Vermeulen heeft het woord.
De heer Jo Vermeulen: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, collega´s, ik heb een aantal bijkomende bedenkingen. Op 5 december gaan we overigens op bezoek bij de VRT, en ik wil die bedenkingen daar ook eens voorleggen.
Ik wil in deze context wijzen op een aantal verbanden tussen de recente incidenten bij de VRT, zoals het incident met de rode knop en het forelincident. Ik geloof dat men de limieten van zijn eigen logica aan het ontdekken is. Het is een logica waarmee men de VRT indertijd terug op de rails heeft willen zetten. Die logica was toen vooral op één gericht, maar men gaat die nu ook volledig op Canvas toepassen. Het gaat meer bepaald om de logica van de formats.
Hoe leidt die logica tot een incident als dit? Men zoekt een leuk format - het zoveelste kookprogramma -, men zoekt een leuke invalshoek - het favoriete gerecht van een bekende figuur - en men zoekt een jonge presentator die dat wat vinnig kan presenteren. Hoe dat format dan wordt ingevuld, staat niet vast. We hebben nu gezien hoe dat soms op een zeer vreemde manier wordt ingevuld.
Een andere logica die men hanteert, is die van de afspraak met de kijker. Men moet op elke dag van de week weten wanneer wat te zien is. Dat zien we ook in de discussie over de rode knop: men heeft de neiging om alles wat niet binnen die afspraak met de kijker past, weg te duwen achter de rode knop, ook op Canvas. Dat is echt een probleem.
Het gevolg is dat eenmalige evenementen vaak in de verdrukking komen. We hebben dat destijds ook meegemaakt met het eenmalige drama van Made in Vlaanderen. Eenmalig drama was onmogelijk, het moesten altijd reeksen zijn. Ook evenementen lagen heel moeilijk, behalve sport. Nu verdwijnt dat achter de rode knop. Hetzelfde geldt voor concerten. We zijn deze week nog tot de pijnlijke vaststelling moeten komen dat men het laatste concert van Wannes Van de Velde niet heeft willen opnemen. Het concert werd nochtans aangeboden door de Ancienne Belgique, maar paste niet in een van de formats van de VRT, zoals Plankenkoorts en dergelijke.
Door die logica krijg je dergelijke incidenten, waarbij de inhoud soms pas op de laatste plaats komt en waarbij men vertrekt van de format of de vaste afspraak met de kijker. Dat heeft ook in de recente incidenten meegespeeld.
De maker van het programma Plat Préféré, Jeroen Meus, heeft nadien gezegd dat hij zich niet bewust was van de heisa die de bewuste aflevering teweeg kon brengen. Ik neem hem dat ook niet kwalijk. We kunnen dat als een jeugdzonde beschouwen. Ik ben mij ook vaak niet bewust geweest van de heisa die ik of anderen konden teweegbrengen.
Maar zoiets lijkt mij nu net de taak van nethoofden, productiemanagers en dergelijke. En in die zin weet ik niet of de nieuwe structuur binnen de VRT het wel gemakkelijker maakt om dergelijke verantwoordelijkheden op te nemen. Vroeger waren de programmamakers verantwoordelijk voor hun programma´s. Nu bestelt de uitzendafdeling programma´s bij de productieafdeling. Dat is een heel nieuwe structuur. Ik weet niet in hoeverre die nieuwe structuur tot dergelijke situaties leidt, waarbij men niet meer weet wie waarvoor verantwoordelijk is. Dat lijkt mij een gesprek met de VRT waard.
Het is te gemakkelijk om die verantwoordelijkheid telkens bij de gedelegeerd bestuurder te leggen. De fout gebeurt voordien al. De aflevering had niet gemaakt moeten worden.
Men heeft altijd gezegd dat Canvas het net van de verdieping is, het net voor de meerwaardezoekers. Ik weet niet of meerwaardezoekers nog eens een nieuwe verpakking van het zoveelste kookprogramma willen, of van het zoveelste reisprogramma. Ook daar zit men vast in die logica, die in eerste instantie voor één was bedoeld, en niet voor een verdiepend net. Men beslist nogal gemakkelijk om die systematieken te behouden, zogezegd omdat de kijker dat nodig heeft, maar dat klopt niet. De meerwaardezoeker zoekt zelf zijn meerwaarde. Die hoeft niet elke week en elke avond hetzelfde menu te krijgen. Dat mag variëren naargelang de omstandigheden, de actualiteit en dergelijke meer.
Dit is dus veeleer een kwestie van hoe men een tv-net organiseert. Dit heeft niets te maken met censuur, maar wel met inschatting, smaak enzovoort. Censuur gaat over het verdoezelen van de waarheid. Is hier de waarheid verdoezeld? Neen. Hier heeft men afgewogen of het wel zinvol en juist was om dit programma uit te zenden. We moeten het woord censuur heel omzichtig gebruiken. Dit voorval heeft alles met smaak en inschatting te maken. De raad van bestuur kan en mag daarin zijn rol spelen.
De heer Dany Vandenbossche: Mijnheer de minister-president, collega´s, ik ben het absoluut niet eens met de uitspraak van de heer Verstrepen als zou dit een geval van censuur zijn. Dit is geen geval van censuur, en al zeker niet van preventieve censuur. Preventieve censuur zou ertoe hebben geleid dat het programma niet zou zijn gemaakt, en dat er voor het programma ook geen reclamefilmpjes zouden zijn uitgezonden. Het programma duurt maar een half uur, en daarvan zijn er al zeker tien minuten uitgezonden in de diverse uitzendingen waarin over dit programma werd gesproken. Van preventieve censuur is er dus geen sprake. Het gaat om een beslissing van het directiecomité.
Het klopt volledig dat de raad van bestuur bij monde van zijn voorzitter een signaal heeft gegeven aan het directiecomité. Ik heb daar ook geen enkel probleem mee. Ik vind alleen dat dit geen beslissing kan zijn van de raad van bestuur, die daar overigens niet bevoegd voor is.
Het klopt ook dat het directiecomité met een zeer nipte meerderheid heeft beslist om het programma niet uit te zenden. Ik vind dat de programmamakers de verantwoordelijkheid hadden moeten nemen om het programma wél uit te zenden. Men had het maar moeten inkaderen. Men had het desnoods zelfs achter de rode knop kunnen stoppen. (Gelach)
Ik vind dat men het programma had moeten uitzenden. Dat zou de verantwoordelijkheden ter zake duidelijk hebben aangetoond. Men kan zich immers afvragen waarom men die aflevering in die reeks heeft gemaakt. Wat doet Adolf Hitler tussen Freddie Mercury en Roald Dahl? Was het nu een kookprogramma over de eetgewoontes van dictators geweest, dan zou het wat anders geweest zijn. Maar deze aflevering sloeg binnen die reeks als een tang op een varken.
Waarom heeft men die aflevering gemaakt? Was het absoluut noodzakelijk om ze te maken? Het is duidelijk dat men ze ook heeft gemaakt om wat discussie uit te lokken. Op die manier heeft men het programma duidelijk op de kaart gezet. Mijns inziens heeft dat niets te maken met de inmenging van de raad van bestuur of van de politiek in de operationele werking van de VRT, zoals de heer Stassen gisteren zei. Voor zover ik weet, is het het directiecomité dat de beslissing heeft genomen.
Ik heb ook de indruk dat er een en ander aan de hand is met de werking van de VRT. Zoals ik eerder al in de krant heb geschreven: waar Mary te veel van heeft, heeft Wauters te weinig van.
De heer Jurgen Verstrepen: Mijnheer de voorzitter, ik ben het fundamenteel oneens met wat u zonet hebt gezegd over preventieve censuur. Ik haal er voor alle duidelijkheid de letterlijke definitie van censuur even bij: ?Censuur is het gebruiken van de macht van de staat, bepaalde groeperingen of bepaalde individuen om informatie achter te houden of expressie aan banden te leggen. Binnen het begrip censuur onderscheiden we onder meer preventieve censuur, waarbij niet zonder toestemming vooraf gepubliceerd mag worden.?
Dit is dus een geval van preventieve censuur, omdat we niet weten waarover het gaat. Ik vind het dan ook een zeer vreemde redenering om te stellen dat we de inhoud van die uitzending wél kennen omdat er een trailer van het programma op antenne is geweest.
Het gaat hier niet over het duiden van een figuur als Hitler. Ik denk dat Hitler de meest geduide mens van de eeuw is op tv, en zeker op de VRT. Het gaat hier wel om het principe. Dit is preventieve censuur. Men heeft op voorhand het verbod uitgesproken om een uitzending op antenne te laten komen. Men heeft dat beslist vanwege de heisa in de pers en in de publieke opinie. U kunt dat draaien en keren zoveel u wilt, maar wat mij betreft, is dit preventieve censuur.
De voorzitter: Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, collega´s, de mediadecreten die hier zijn goedgekeurd en waar de uitvoerende macht en de bevoegde minister zich aan moeten houden, zeggen zeer duidelijk dat de VRT zijn programma-aanbod en uitzendschema zeer autonoom opstelt.
Mijnheer Verstrepen, wat de relatie tussen de raad van bestuur en de inhoud van de programma´s betreft, verwijs ik naar artikel 13, paragraaf 2, zevende lid, van de mediadecreten, dat heel duidelijk stelt dat het programma-aanbod en het uitzendschema tot de exclusieve bevoegdheid van de gedelegeerd bestuur behoren. Volgens artikel 12, paragraaf 1, achtste lid, is de raad van bestuur bevoegd voor het uitoefenen van toezicht op de gedelegeerd bestuurder, onder meer voor wat betreft de uitvoering van de beheersovereenkomst. De beheersovereenkomst bepaalt dat de VRT zijn openbare-omroepopdracht uitvoert in overeenstemming met zijn missie en waarden, zoals die in mei 2004 door de raad van bestuur en het rechtscomité zijn vastgelegd.
De betrokken waarden stellen onder meer: ?De VRT is zich als publieke onderneming ten volle bewust van zijn maatschappelijke en sociale verantwoordelijkheid en van zijn voorbeeldfunctie. Het spreekt voor zich dat de VRT altijd de wetten zal respecteren.?
Het is duidelijk dat er in dit geval niet goed is gecommuniceerd. Ik heb dat ook heel duidelijk meegedeeld aan de gedelegeerd bestuurder. Ik heb daarover ook contact gehad met de voorzitter van de raad van bestuur. Spijtig genoeg zijn er op korte termijnen heel wat dergelijke voorbeelden geweest, die het probleem illustreren.
Collega´s, ten eerste heeft de Vlaamse Regering en de bevoegde minister voor Media zich niet gemengd in het debat over het al of niet uitzenden. Ik was eerlijk gezegd not amused toen men in een of ander programma beweerde dat de VRT onder politieke druk of onder druk van de Vlaamse Regering tot die beslissing was gekomen. Ik heb de gedelegeerd bestuurder duidelijk gemaakt dat ik, mocht ik als minister iets dergelijks ondernemen, daar rechttoe rechtaan en transparant over zou communiceren. Maar als ik niet ingrijp, is het not done om een dergelijk schaamlapje te gebruiken om een beslissing te nemen in het directiecomité, hoe moeilijk die beslissing ook is. Ik heb heel duidelijk laten verstaan dat dat niet kan.
Als minister van Media zal ik mijn verantwoordelijkheid gebruiken en hier in het parlement verantwoording afleggen. Als ik ergens ingrijp, staat daar ook telkens mijn naam bij. Ik ga die lijn doortrekken, ook in erg gevoelige discussies zoals deze. De Vlaamse Regering is hier dus voor alle duidelijkheid niet tussengekomen.
Ten tweede heb ik ook met de voorzitter van de raad van bestuur gebeld. Ik heb van de voorzitter en de gedelegeerd-bestuurder begrepen dat het directiecomité deze beslissing heeft genomen. Dat is ook terecht. Op basis van de mediadecreten moet en kan zij deze beslissing nemen en moet zij er de volledige verantwoordelijkheid voor opnemen. Het is spijtig genoeg correct dat er geen goede communicatie over is gevoerd. Eerst is gezegd dat ze erachter stond, later niet meer. Iedereen, alle Vlamingen mogen van dit huis van vertrouwen verwachten dat er op een kordate en transparante wijze wordt gecommuniceerd. Het is jammer genoeg alweer een voorbeeld van hoe iets niet goed is aangepakt. Ik heb duidelijk gemaakt dat dit in de toekomst niet meer mag voorvallen, en men heeft zich daar dan ook volledig naar geschikt. Ze zullen er in de toekomst ook duidelijk naar handelen.
Wat het debat over de rode knop betreft dat gisteren is gehouden, zal ik met het directiecomité en de gedelegeerd-bestuurder van gedachten wisselen. Ik heb begrepen dat deze commissie daar ook ter plaatse, bij de VRT zelf, voort over zal discussiëren. Het debat dat daarover mogelijks zal plaatsgrijpen, heeft ook te maken met de format en zo meer. Het gaat verder dan dit ene incident. Het vertoont ook structurele aspecten. De vragen die tijdens dat onderhoud zullen worden gesteld, vind ik heel interessant. Er zal zeker ook pertinent op worden geantwoord.
Er is dus geen inmenging vanuit de Vlaamse Regering geweest. Ik heb mij daar als bevoegde minister van Media niet in gemengd of heb evenmin voorkomen dat het programma zou worden uitgezonden. Ik heb me er niet in gemengd. Ik heb alleen achteraf vastgesteld hoe de communicatie is gelopen. Ik heb duidelijk aan de voorzitter van de raad van bestuur en de gedelegeerd-bestuurder laten weten wat ik ervan vond. Ik heb het u zonet toegelicht.
Wat de hele problematiek van censuur betreft, is het evident dat censuur ingaat tegen de fundamenten van de democratie. Ik wil daar zeker eens een hele gedachtegang over ontwikkelen als daar een vraag over wordt gesteld. Alleen in uitzonderlijke omstandigheden, die zijn bepaald in artikel 10, paragraaf 2, van het EVRM, het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden, kan men interveniëren en censuur opleggen, en dan is dat gerechtvaardigd. Het is alleen mogelijk in zeer uitzonderlijke omstandigheden. In deze zaak is er geen sprake van censuur van de openbare omroep. Er is nooit een interventie geweest. Het directiecomité heeft de beslissing genomen. De beslissing werd zeker niet door mij of de Vlaamse Regering genomen. Na alle elementen op een rijtje te hebben gezet en de communicatiefouten te hebben gerapporteerd, kunnen we stellen dat de zaak is uitgeklaard.
Extra maatregelen, rekening houdend met de geco?rdineerde mediadecreten en de beheersovereenkomst, zijn niet nodig. Wel moet er voort met het directiecomité over gesproken worden, zoals de heer Decaluwe en anderen al eerder hebben gezegd, zodat zulke situaties zich niet meer zouden voordoen. Voorts moet de druk hoog worden gehouden op de rode knop om ervoor te zorgen dat discussies zoals deze die de laatste dagen in het parlement hoogtij vierden, zich niet langer zouden voordoen. Als bevoegde minister engageer ik me dan ook om alle initiatieven te nemen om dat in de toekomst te voorkomen, wetende dat de respectieve bevoegdheden door de Vlaamse wetgever duidelijk zijn vastgelegd in de mediadecreten.
De voorzitter: De heer Demesmaeker heeft het woord.
De heer Mark Demesmaeker: We moeten allemaal vaststellen dat er problemen zijn geweest met de communicatie. Het is duidelijk in sommige dossiers, zeker in dit dossier. De vraag is hoe daar in de toekomst aan kan worden geremedieerd. Ik neem er akte van dat u zich niet hebt gemengd in de discussie over het al dan niet uitzenden van de aflevering. Wat de discussie over de censuur betreft, spreek ik me niet uit of het hier gaat over censuur in de letterlijke betekenis van het woord zoals het woord doorgaans wordt gebruikt.
Ik kan u zeggen dat er bij een groot aantal mensen het gevoel leeft dat ze een welbepaald programma niet mochten bekijken. Er blijft een wrang gevoel over van iets dat is gecensureerd, van een boodschap die is gecensureerd. Dat is ook de richting die sommige commentaren in de pers aanneemt. Ik vind het spijtig dat dit gevoel blijft hangen.
Het is natuurlijk een gevoelig onderwerp. Ik heb ook in de media gewerkt, en als u mij vraagt of ik dat zou hebben geprogrammeerd, zou ik daar ook neen op hebben geantwoord. Daar gaat het natuurlijk niet om. Het gaat voor een stuk ook over de artistieke vrijheid van programmamakers en over de journalistieke vrijheid. Het was, denk ik, verkeerd om dit programma van de antenne weg te houden. Dat gevoel hou ik er toch aan over.
De voorzitter: De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen: Ik heb met aandacht geluisterd. We kennen effectief de bevoegdheden van de gedelegeerd bestuurder, de raad van bestuur, het management en zo meer. Dat staat netjes gestipuleerd.
Ik kom even terug op de deontologische codes die zonet zijn boven gehaald. Die staan in de beheersovereenkomst, alles staat op papier. Ik weet dus niet waarover men hier discussieert. Ik had liever gezien dat ze er niet in stonden, maar dat is een andere discussie die we zeker later nog eens kunnen houden, zoals het debat over de vrijheid van meningsuiting en de schending ervan. Dat wordt vast een heel boeiende discussie.
Als er al niet goed werd gecommuniceerd, stel ik de vraag wat goede communicatie precies inhoudt. In deze zaak zou het interessant zijn er een communicatie-expert op los te laten. Slangen is weg, dus moeten we iemand anders zoeken. De vraag is wie er gecommuniceerd heeft. Bent u van oordeel dat bijvoorbeeld de raad van bestuur mag communiceren, los van het standpunt van de VRT in zijn geheel? Is er een voorbeeldje van goede en slechte communicatie? Communiceert alleen de gedelegeerd-bestuurder of het management, of mag de raad van bestuur ook communiceren? Dit staat los van het feit of ze al dan niet een mening hebben, want daar gaat het voor mij niet om. Als blijkt dat sommige journalisten schrijven dat daarmee is gedreigd, dan is er misschien wel een intentie bij de raad van bestuur om zelf iets te communiceren om de druk te verhogen.
We kunnen nog eindeloos discussiëren over de definitie van preventieve censuur, maar dit is wel een absolute voorbeeldcase van het politieke correcte denken. Dat zegt dat, ook al is het niet waar, je geen forel mag klaarmaken omwille van een zekere Hitler met een snorretje die allerhande slechte dingen heeft gedaan en die iedereen kent. Ik blijf dat herhalen. De VRT, en zeker Canvas, beschikt over het grootste archief en uitzendingen over dat onderwerp. De zaak is dus in alle richtingen geduid.
De hele heisa ontsnapt mij nog steeds. Ik blijf bij mijn standpunt dat we ons niet met de inhoud van de programma´s van de openbare omroep moeten bemoeien. De hele heisa is er wat over, maar hier blijft het gevoel van censuur hangen. De heer Demesmaeker heeft het al aangestipt.
We zijn allemaal politici en dan heeft men het al vlug over de perceptiemaatschappij. We leven nu eenmaal in een perceptiemaatschappij. We moeten daar niet knullig over doen. De perceptie is dat een openbare omroep in een politiek correct denkkader een uitzending niet volledig op antenne heeft laten gaan omdat het ging over een verzonnen gerecht van een dictator. Dat is wat overblijft, en dat is de perceptie bij sommige mensen die de openbare omroep ook mee financieren.
Onze taak is erop toe te zien dat de openbare omroep een baken en een voorbeeldfunctie is voor alle Vlamingen. Met die definitie worden we hier doodgeklopt. Dan stel ik de vraag of perceptie geen rol speelt. Of de zaken nu goed of slecht worden gecommuniceerd - en we hebben in dit huis al genoeg ervaring met communicatieblunders die ik bovendien nog niet zo zwaar taxeer -, gisteren ging het om een hele formele discussie en vandaag gaat het over de inhoud van een bepaald programma, over de format en de creatieve invulling. Ik heb daar een bedenking bij. Had het anders gelopen mocht het een reeks zijn geweest over de lievelingsgerechten van dictators van de wereld? Had men dan gezegd: ok? Nu staat het item tussen een zanger of iemand anders, en is het een probleem. Dan zijn wij toch aan het oordelen over de manier waarop sommige programma´s in reeksen worden ingepast, en komt de vrijheid van de programmamakers in het gedrang. Dat is zeer belangrijk, we moeten daarover blijven waken, want we zetten de deur op een kier open, maar weten niet precies hoe ver.
De voorzitter: De heer Stassen heeft het woord.
De heer Jos Stassen: Ik wil mijn mening over censuur niet meegeven. U bent wel zeer mild bij de beoordeling van dit incident. U zegt dat het om een probleem van communicatie gaat bij het management en voor een gedeelte bij de raad van bestuur. Ik ben die mening niet toegedaan. Het is meer dan een probleem van communicatie, het is een probleem van interne organisatie en verhoudingen binnen de VRT en de verhouding tussen het management en de raad van bestuur. Daar heeft het mee te maken. Als dat mank loopt, gebeuren er fouten. Dan ontstaat het probleem dat er slecht wordt gecommuniceerd. Dat is de essentie.
Daarom vind ik u veel te mild, anders zouden dergelijke incidenten zo kort na elkaar niet hebben plaatsgevonden. Ik blijf met een open vraag zitten, en ik heb er geen antwoord op. Misschien komt het antwoord er later wel als dit blijft voortduren. Heeft het met de interne organisatie van de VRT te maken? Of gaat het om de verhouding tussen de organisatie van de VRT en de raad van bestuur?
De voorzitter: De heer Vermeulen heeft het woord.
De heer Jo Vermeulen: Ik heb nog een kleine reactie op wat de heer Demesmaeker zei. Hij sprak van journalistieke vrijheid. In dit geval is er geen journalist mee gemoeid. We moeten opletten met het woordgebruik en de zaken duidelijk onderscheiden.
De voorzitter: Het incident is gesloten.