Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 21/10/2008
Vraag om uitleg van de heer Jan Verfaillie tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over het inhaalverbod voor vrachtwagens
De voorzitter: De heer Verfaillie heeft het woord.
De heer Jan Verfaillie: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister we gaan van Limburg naar West-Vlaanderen en de A18 Jabbeke-Veurne en de E-40 Jabbeke-Oostende.
Mevrouw de minister, u weet dat de verkeersveiligheid op die stukken autosnelweg me na aan het hart ligt. Ik ben heel tevreden dat u mijn bekommernis daaromtrent ten volle steunt. Ik wil van de gelegenheid gebruik maken u nogmaals te danken voor de aanleg van de aarden berm, waar u op zeer korte termijn de nodige financiële middelen voor hebt uitgetrokken en waar de werken zo goed als in het eindstadium zitten.
Mevrouw de minister, op beide stukken autosnelweg, die geconfronteerd worden met veel en zwaar vrachtverkeer door de aanwezigheid van de havens van Zeebrugge, Calais en Duinkerke, rijdt enorm veel vrachtwagenverkeer, vooral op het stuk Jabbeke-Veurne-Franse grens. Uit de diverse schriftelijke vragen die ik reeds heb gesteld, blijkt dat het vrachtverkeer daar jaar na jaar toeneemt.
Die autosnelwegen beschikken slechts over twee rijstroken. Toch mag er in tegenstelling tot andere stukken autosnelweg in Vlaanderen met slechts twee rijvakken, 24 uur op 24 uur worden ingehaald door vrachtwagens. Dat is zeker niet bevorderlijk voor de verkeersveiligheid van de gewone automobilist.
Een vrachtwagenbestuurder die het land binnenrijdt vanuit Frankrijk ter hoogte van Adinkerke, ziet enorm veel borden. Ik nodig iedereen uit eens over de ´schreve´ te gaan en terug te keren om te zien welke borden daar allemaal hangen: een bord dat aangeeft dat hij België binnenrijdt; een bord met bovenaan een grote B dat duidelijk moet maken dat het verboden is in te halen met een voertuig van meer dan 7,5 ton bij neerslag; een bord dat hij Vlaanderen binnenrijdt; een bord dat hij West-Vlaanderen binnenrijdt; een bord F107 dat aangeeft dat hij mag inhalen, tenzij het regent en zijn voertuig een maximaal toegelaten massa van meer dan 7,5 ton heeft.
Een vrachtwagenbestuurder die België binnenrijdt via de E411, krijgt een bord te zien dat hij niet mag inhalen, en als hij binnenrijdt via de E19, krijgt hij een bord te zien dat hij mag inhalen tussen 19 en 6 uur. Het resultaat hiervan is dat heel wat buitenlandse vrachtwagens het niet meer weten en bijgevolg de borden negeren. Het gebeurt vaak dat vrachtwagens op een weg met tweemaal twee rijstroken inhalen ondanks het verbod. Het is niet erg duidelijk waar het wel en niet mag.
Mevrouw de minister, op het stuk E40 tussen Jabbeke en de grens met Frankrijk is er vandaag wel een probleem. Op basis van welke criteria mogen vrachtwagens inhalen op de A18 Jabbeke-Veurne en de E40 Jabbeke-Oostende? Meent u niet dat, gelet op de gestage toename van het verkeer en omwille van het veiligheidsaspect, het aangewezen is om een uniform inhaalverbod toe te passen op alle snelwegen met tweemaal twee rijstroken in Vlaanderen? Hoe verklaart u het dat er een inhaalverbod wordt toegelaten op snelwegen met slechts tweemaal twee rijstroken? Ziet u een mogelijkheid om een uniform inhaalverbod toe te passen op alle snelwegen die op dezelfde manier zijn uitgerust in Vlaanderen? Waarom werd niet geopteerd om een uniform inhaalverbod voor die wegen in heel Vlaanderen toe te passen?
De voorzitter: Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw Annick De Ridder: Onze fractie is nooit voorstander geweest van een algemeen inhaalverbod zonder uitzonderingen, net zomin als voor een 80 kilometerregeling. Mijnheer Verfaillie, ik wil enkele elementen van de discussie die een aantal jaren geleden lang heeft gewoed, in herinnering brengen. Het gaat over een inhaalverbod op wegen met tweemaal twee rijstroken, waarop uitzonderingen zijn. Het is nooit de bedoeling geweest om een algemeen inhaalverbod te installeren, waar u nu wel voor pleit. U vraagt zich af waarom het inhaalverbod wordt toegelaten, of het niet aangewezen is om een uniform inhaalverbod toe te passen op alle snelwegen. Die zaken kunnen tot verwarring leiden, aangezien dit de facto neerkomt op de installatie van een 80 kilometerregeling. Dat neemt niet weg dat we steeds moeten nagaan of de situatie op bepaalde wegen wel geschikt is om inhalen door vrachtwagens toe te laten.
Mevrouw de minister, u hebt in voorgaande discussies steeds gezegd dat u naar analogie met de evaluatie die federaal werd gepland, ook de Vlaamse maatregel zou evalueren. Ik neem aan dat dit betrekking heeft op de gevolgen van de maatregelen op ongevalgevoeligheden van bepaalde stukken weg, maar ook op de bekendheid voor buitenlandse truckers. Bent u daar al mee bezig geweest en wat zijn de bevindingen?
De voorzitter: De heer Koninckx heeft het woord.
De heer Flor Koninckx: De heer Verfaillie verwijst naar de toenemende onveiligheid voor andere weggebruikers. Het is delicaat om zulke zaken te beweren zonder dat dit wordt gestaafd door cijfers. Hebben we cijfergegevens over het aantal ongevallen met vrachtwagens op dat stuk autosnelweg, veroorzaakt door het niet respecteren of het niet aanwezig zijn van een inhaalverbod? Gebeurt er op die strook controle op het inhaalverbod? Daarover hoef ik vandaag geen gegevens te krijgen.
Het aantal borden dat de heer Verfaillie opsomt, is verontrustend voor een buitenlandse, zelfs voor een Belgische vrachtwagenchauffeur. Het is niet vanzelfsprekend om te weten wat wel en niet kan in de huidige wetgeving. Mevrouw de minister, ziet u een mogelijkheid om de toestand enigszins te uniformiseren, zodat de situatie duidelijker wordt? Een van de basisregels voor een verkeersveilig gedrag is dat de toestand voor iedereen duidelijk is, zodat iedereen weet wat wel en wat niet mag.
De voorzitter: De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux: Ik sluit me graag aan bij de analyse en de vragen van de heer Verfaillie. Toen de uitzonderingen op het inhaalverbod voor vrachtwagens bekend werden, heb ik daarover een actuele vraag gesteld. Minister Vandenbroucke antwoordde toen op mijn vraag aan minister Van Brempt, die in zwangerschapsverlof was. Als je in het kleine Vlaanderen verschillende reglementeringen hanteert voor eenzelfde soort weg, dan maak je de chaos compleet. Ik stel voor om in deze zaak het voortschrijdend inzicht te laten spelen en in navolging van onze eerdere voorstellen de uitzonderingen op het inhaalverbod voor vrachtwagens drastisch terug te schroeven en te beperken tot een aantal plaatsen. Die moeten dan veeleer de uitzondering zijn dan de regel. Ik heb de indruk dat er op dit ogenblik bijna evenveel wegen met tweemaal twee rijstroken zijn waar het inhaalverbod niet permanent geldt, dan waar dat wel permanent geldt.
De heer Verfaillie had het over het toenemend aantal vrachtwagens op onze wegen. Dat is het logische gevolg van de keuze die de Vlaamse Regering heeft gemaakt om de distributie en de logistieke sector prioritair verder uit te bouwen. Als dit beleid wordt voortgezet, zal dat alleen maar erger worden. Als we daar iets aan willen doen, moeten we andere economische prioriteiten leggen.
De voorzitter: Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits: Ik heb twee verhalen gehoord, het ene is een vraag voor minder, het ander een vraag voor meer inhaalverboden. Dat is ook een mooie samenvatting van het debat dat we een tijd geleden voerden en van de oefening van minister Van Brempt en mezelf om tot een evenwichtig geheel te komen over hoe om te gaan met de inhaaltoelating. Ik heb het plan meegebracht, het staat iedereen vrij om het te bekijken.
Als de regeling er vandaag wat ingewikkeld uitziet, dan is dat omdat we gemeten hebben. We zullen een aantal criteria uitwerken om te komen tot een inhaaltoelating 24 op 24, ofwel een inhaaltoelating tijdens de daluren, ofwel een inhaaltoelating ´s nachts en ´s avonds, ofwel een absoluut verbod, ofwel een inhaaltoelating in bepaalde periodes. Zo hebben we alle snelwegen bekeken en een kleurtje gegeven.
We hebben ons gebaseerd op drie criteria. Ten eerste de totale hoeveelheid verkeer, uitgaand van het principe ´hoe meer verkeer, hoe hinderlijker het inhalen van vrachtwagens voor de meeste weggebruikers´. Mijnheer Verfaillie, dat is wat u zelf stelt. Ten tweede, de lengte van het wegvak tussen de verschillende afritten of kruispunten. Om te kunnen inhalen is een zekere lengte nodig, en dit kan slechts in alle veiligheid buiten de zones van op- en afritten op autosnelwegen en van kruispunten op niet-autosnelwegen. Ten derde, de onveiligheid op het betrokken wegvak, uitgedrukt in het gemiddelde aantal ongevallen over een periode van drie opeenvolgende jaren.
We hebben enkele grenswaarden gehanteerd. Die zijn niet onbelangrijk: 1900 voertuigen per rijrichting en per uur op autosnelwegen en 1200 per rijrichting en per uur op niet-autosnelwegen. Die intensiteiten werden nagezien voor de daluren overdag, ´s avonds en ´s nachts en over de 24 uren van een dag. Als je dit overschrijdt, heb je een verbod; als je eronder blijft, heb je geen verbod.
Gemiddeld moet er vijf kilometer zijn tussen twee achtereenvolgende afritten of knooppunten en 0,4 kilometer tussen twee kruispunten. Voor autosnelwegen werd uitgegaan van een grenswaarde van gemiddeld twintig ongevallen per kilometer en per jaar, voor niet-autosnelwegen van tien ongevallen per kilometer en per jaar. Er werd bovendien voor gezorgd dat er op het gebied van inhalen langere homogene wegvakken ontstaan. Als we dit letterlijk toepassen, hakken we alles in segmenten om voor uniformiteit te zorgen in de een of andere richting.
Op het ogenblik van het vastleggen van de inhaalzones op het vak tussen Jabbeke en Veurne werd de intensiteit van het verkeer zo vastgesteld, dat er geen algemeen verbod moest worden ingevoerd, maar tijdens de zomermaanden is er wel een verbod ingevoerd. Vanaf september tot en met maart mag er wel worden ingehaald.
Sommigen suggereren dat het tijd is om dit te evalueren. Ik heb daar geen probleem mee, maar dit is pas op 1 januari 2008 ingevoerd. We moeten toch een marge nemen om het systeem te leren kennen voor we het weer helemaal veranderen. Eerst was er een verbod, dan werd het een toelating, en Vlaanderen moest de uitzonderingen bepalen. Die zijn vastgelegd op 22 november 2007.
Ik hoor enerzijds een vraag naar een uniform inhaalverbod, en anderzijds een vraag naar meer soepelheid. De beide uitersten zijn niet echt van toepassing vandaag. We moeten proberen om het schema zoals het nu bestaat, nog even te laten werken. Mijnheer Verfaillie, ik ben bereid om nieuwe tellingen te doen als u zegt dat er ergens een grote extra verkeersintensiteit is. Dan moeten we nagaan of de criteria die we hebben bepaald, voldoen. We kunnen ook de criteria zelf eens bekijken, maar ik pleit ervoor om ze gedurende een periode te laten werken. Als zou blijken uit een nieuwe telling dat de intensiteit groter is dan wat een jaar geleden is gemeten, dan is er geen probleem om dat segment aan te passen.
De voorzitter: De heer Verfaillie heeft het woord.
De heer Jan Verfaillie: Mevrouw de minister, in de zomermaanden van april tot augustus is het op het stuk autosnelweg tussen Veurne en Jabbeke verboden om in te halen, in de andere maanden is het wel toegelaten. Ik kan met zekerheid zeggen dat er geen enkel verschil is voor het inhalen door vrachtwagens tussen de zomer- en wintermaanden. Die regel van het verbod in de zomermaanden wordt totaal niet gerespecteerd omdat niemand het weet, en omdat het de ene keer mag en de andere keer niet, en dat leidt tot dubieuze situaties. Vooral op dat stuk snelweg rijden veel buitenlandse vrachtwagenchauffeurs omdat dit een van de bevoorradingsroutes is tussen Duinkerke, Calais en Zeebrugge. Het zou goed zijn om te opteren voor een uniforme regeling voor het hele jaar.
Mevrouw de minister, doe nieuwe tellingen op dat stuk autosnelweg. Als je daar dagelijks gebruik van maakt, zie je dat het verkeer enorm is gestegen. De afgelopen maanden was er meermaals filevorming. Met de aanleg van de aarden berm, waar u en ik voor gepleit hebben, mocht er op bepaalde momenten maar op één rijstrook worden gereden en dat gaf systematisch aanleiding tot enorme files. Er is daar heel veel vrachtverkeer en er gebeuren veel ongevallen, hoewel dat de voorbije maanden wat verbeterd is. Net als ik hebt u de tellingen. Een van de resultaten was dat de aarden berm er is gekomen.
Mevrouw de minister, het zou goed zijn om nieuwe tellingen uit te voeren. Als er gedurende vijf maanden per jaar een inhaalverbod is voor vrachtwagens, breid dat dan uit tot het hele jaar. Dan is er ten minste een uniforme regeling. Ik zeg niet dat dat 24 uur per dag moet gebeuren. De andere regeling inhaalverbod is tussen 7 en 19 uur; laten we dit hier ook doen. Een verschillende regeling voor de ene vijf maanden, en voor de andere zeven maanden, is pas moeilijk haalbaar en controleerbaar.
De voorzitter: De heer Koninckx heeft het woord.
De heer Flor Koninckx: Mevrouw de minister, ik denk dat u mij verkeerd begrepen hebt. Ik sprak van een uniforme regeling, maar ik bedoel daar geen permanent inhaalverbod mee. Ik treed de vraag van de heer Verfaillie bij om een systeem te vinden dat uniformiteit en duidelijkheid creëert voor degenen die het moeten naleven. Kan dit in functie van de ongevallencijfers van het laatste jaar? De gevraagde tellingen en de ongevallencijfers moeten duidelijk maken waar we naartoe moeten met dat inhaalverbod.
De voorzitter: Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits: Mijnheer Verfaillie, dat is de enige snelweg met zo´n regime. Die keuze is juist gemaakt omdat het toeristische seizoen zoveel drukker bleek dan het andere seizoen. Maar ik acteer uw vraag en denk dat het nuttig is om een extra telling te doen.
Mijnheer Koninckx, u hebt het over een uniform systeem. Dan moeten we ook buiten de grenzen gaan kijken. Uniform zijn met de ons omringende regio´s is ook een moeilijke oefening. Maar we hebben nu geprobeerd om een systeem op maat van wat de weg vraagt, te maken. Als u zegt dat het uniform moet zijn in de zin dat het hetzelfde moet zijn, dan kan ik daar inkomen. Als u zegt dat het uniform moet zijn voor alle Vlaamse snelwegen, dan haalt u de basisprincipes onderuit, waarop we de keuze hebben gemaakt. Er zijn drie parameters, en die gebruiken we als grens. Tenzij ik u weer verkeerd begrijp.
De heer Flor Koninckx: Ik sluit me aan bij wat de heer Verfaillie zegt: voor één stuk van de weg altijd hetzelfde regime, en niet van maand tot maand veranderen. Anders wordt het totaal onoverzichtelijk.
Minister Hilde Crevits: Dan is er maar één snelweg met zo´n regime. De rest heeft 24 uur op 24 hetzelfde regime, en er zijn er nog een paar die met spits- en daluren werken. Dat klopt.
De voorzitter: Het incident is gesloten.