Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme Vergadering van 14/10/2008
Interpellatie van de heer Stefaan Sintobin tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media, Toerisme, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelands?beleid, over de interne audit bij Toerisme Vlaanderen naar onregel?matigheden bij de toewijzing van overheidsopdrachten
Interpellatie van de heer Jan Roegiers tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media, Toerisme, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelands?beleid, over de conclusies en aanbevelingen van de interne audit bij Toerisme Vlaanderen
De voorzitter: De heer Sintobin heeft het woord.
De heer Stefaan Sintobin: Een tijdje geleden werden we opgeschrikt door het bericht dat een interne audit van Toerisme Vlaanderen, besteld door gewezen minister Bourgeois en gebaseerd op anonieme klachten, had geleid tot een vernietigend rapport over de werking van Toerisme Vlaanderen. In dat rapport - dat dateert van 23 juli 2008 en waar de vorige minister van Toerisme al dan niet iets mee gedaan zou hebben; de berichten hierover spreken elkaar tegen - is ondermeer sprake van gesjoemel bij de toewijzing van overheidsopdrachten. Een negatief advies voor de toekenning van contracten aan communicatiebureaus werd plots veranderd in een positief advies.
De directie van Toerisme Vlaanderen beweert, en dat is toch wel wat eigenaardig, dat alles te wijten was aan de onkunde en onwetendheid van enkele medewerkers. Toch leidde dit rapport tot een gerechtelijk onderzoek (waar we omwille van de scheiding der machten niet verder kunnen op ingaan) en werden drie personeelsleden ontslagen op basis van de interne audit. Dit lijkt niet te stroken met de uitspraken van mevrouw Winkler van Toerisme Vlaanderen die het had over de complexe wetten inzake uitbesteding. Door een gebrek aan kennis hebben medewerkers de criteria verkeerd geïnterpreteerd.
Mijnheer de minister-president, kunt u wat meer toelichting en verduidelijking geven over deze kwestie? Werd dit rapport besproken op de ministerraad? Wanneer werd u hiervan op de hoogte gebracht? Welke beleidsdaden hebt u naast het ontslag van de drie medewerkers in deze al gesteld? Welk effect en welke gevolgen heeft deze kwestie voor de werking van Toerisme Vlaanderen? Kortom, is de continuïteit verzekerd?
De voorzitter: De heer Roegiers heeft het woord.
De heer Jan Roegiers: Mijnheer de minister-president, het moet ongeveer de eerste beslissing zijn geweest die u hebt moeten nemen als minister van Toerisme. Ik kan me voorstellen dat dat niet de meest fijne entree is die men zich als minister kan wensen. Maar u hebt, vlak nadat u minister van Toerisme bent geworden, het onmiddellijke ontslag moeten tekenen van drie personeelsleden van Toerisme Vlaanderen.
De drie zouden in opspraak zijn gekomen na een audit van de overheidsopdrachten bij Toerisme Vlaanderen. Ze zouden betrokken zijn - en ik citeer uit een mededeling van uw kabinet - bij ?laakbare en eventuele strafbare feiten? rond de toekenning van overheidsopdrachten.
In het auditrapport zou sprake zijn van mogelijk strafbare feiten met betrekking tot de regels voor het toekennen van overheidsopdrachten. De vaststellingen in het rapport zouden - en ik citeer opnieuw - ?van dien aard zijn dat het verder functioneren van een aantal personeelsleden van de instelling onmogelijk is geworden?. Ondertussen is ook het parket van Brussel een onderzoek over de zaak begonnen. Ook ik ga daar niet verder op in, maar in de interne audit zelf zou toch sprake zijn van schriftvervalsing en manipulatie om overheidsopdrachten aan bepaalde bedrijven toe te kennen.
De interne audit zou verder gewag maken van geknoei met overheidsaanbestedingen. In een van de dossiers zou het gaan om communicatieopdrachten die Toerisme Vlaanderen uitbesteedt. Een negatief advies zou - en ik spreek heel de tijd in voorwaardelijke wijs, want heel veel informatie hebben we niet - voor een bepaald bureau veranderd zijn in een positief advies.
Mijnheer de minister-president, klopt het dat uit de bewuste interne audit blijkt dat er sprake is van schriftvervalsing, van manipulatie van overheidsopdrachten en van geknoei met aanbestedingen? Wat zijn de precieze feiten op basis waarvan de drie personeelsleden door u werden ontslagen?
Gaat het inderdaad om betrokkenheid bij laakbare en eventueel strafbare feiten? Op welk niveau bevonden de ontslagen personeelsleden zich binnen de hiërarchie of het organogram van Toerisme Vlaanderen?
Worden in de interne audit aanbevelingen gedaan om te voorkomen dat dergelijke feiten zich in de toekomst kunnen herhalen? Wat zijn die aanbevelingen en hoe zullen ze in de praktijk worden omgezet?
Ik heb nog een extra vraag, maar ik weet dat u daar misschien niet op kunt antwoorden. Is ondertussen ook berekend welke schade de overheid effectief heeft opgelopen? Zo ja, hoe groot is die schade?
De voorzitter: De heer De Craemer heeft het woord.
De heer Gino De Craemer: Mijnheer de minister-president, collega´s, ik vind het toch nodig, vooraleer de minister-president zijn antwoord formuleert, waar ik uiteraard zeer benieuwd naar ben, iets te zeggen.
Mijnheer Sintobin, volgens sommigen zou de vorige minister van Toerisme niets met de audit gedaan hebben. Dat is intussen rechtgezet, maar in uw vraagstelling vindt u het nodig om de vorige minister van Toerisme nogmaals door het slijk te halen en zaken te insinueren. Als u spreekt over ´sommigen´ - en dat zijn insinuaties - zou u beter naam en toenaam vermelden, tenzij het over uzelf gaat uiteraard. Maar dat zijn misschien al spelletjes in het kader van de komende verkiezingen, die beter in Izegem opgevoerd worden dan hier in het Vlaams Parlement.
U mag toelichting, uitleg en verduidelijking vragen aan de minister-president, maar in feite vraagt u wel naar de beleidsdaden van de vorige minister en niet van de minister-president. Hij heeft in deze kwestie al beleidsdaden gesteld. Ik moet u erop wijzen, collega´s, dat het inderdaad minister Bourgeois was die, op basis van anonieme klachten, de nodige beleidsstappen heeft gezet. (Opmerkingen van de heer Stefaan Sintobin)
Eerst maakt u insinuaties en daarna gaat u proberen de zaak recht te zetten. Dat pik ik dus niet.
De voorzitter: Mijnheer De Craemer, stel uw vraag aan de minister-president.
De heer Gino De Craemer: Maar ik ken ministers, weliswaar op federaal niveau, die zelfs op basis van andere zaken niets doen. De procedure is volgens mij gevolgd. Er is direct een interne audit aangevraagd van zodra de minister op de hoogte was.
Mijnheer de minister-president, erkent u dat de vorige minister de nodige stappen heeft gezet, de procedure heeft gevolgd en de zaak niet heeft laten liggen zoals bepaalde collega´s hier proberen te insinueren?
De voorzitter: Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, de administrateur-generaal van Toerisme Vlaanderen is, op uitdrukkelijke vraag van mijzelf, hier ook aanwezig om bijkomend tekst en uitleg te geven.
In oktober 2007 ontving de toenmalige minister van Toerisme, de heer Geert Bourgeois, een anonieme brief waarin mogelijke oneerlijke en onwettige praktijken en illegale handelingen bij Toerisme Vlaanderen werden aangeklaagd.
Het Agentschap Interne Audit van de Vlaamse Administratie werd hiervan door de heer Bourgeois op de hoogte gebracht, met het verzoek een onderzoek uit te voeren met betrekking tot de correctheid en de wijze van gunnen van overheidsopdrachten door Toerisme Vlaanderen.
Het Agentschap Interne Audit van de Vlaamse Administratie heeft deze opdracht aanvaard op 16 oktober 2007. Op basis van een representatieve steekproef werden de overheidsopdrachtendossiers over de periode 2005-2006 en begin 2007 op correctheid onderzocht. Het syntheserapport van de ad-hocaudit overheidsopdrachten bij Toerisme Vlaanderen werd met datum van 23 juli 2008 bezorgd aan de leden van het auditcomité en bijkomend voor dit rapport aan de administrateur-generaal van het agentschap, de minister bevoegd voor Toerisme en aan mijzelf. Bij de overdracht van de bevoegdheden werd het volledige rapport, dat enkel ter beschikking was gesteld aan de administrateur-generaal en aan de minister bevoegd voor Toerisme, de heer Geert Bourgeois, ook aan mij bezorgd.
Zoals gezegd, had de auditopdracht tot doel na te gaan of het proces van de gunning van overheidsopdrachten bij Toerisme Vlaanderen op een correcte wijze verliep. De vaststellingen die door Interne Audit werden gedaan, hebben betrekking op problemen in de organisatiestructuur en op cultuurgebonden problemen.
Binnen de organisatie werd vastgesteld dat de structuur voor een adequate en effectieve begeleiding en opvolging van overheidsopdrachten onvoldoende aanwezig is, of was. Wat de cultuurgebonden problemen betreft, werd vastgesteld dat beslissingen erg beknopt werden gemotiveerd, dat dossiers chaotisch waren samengesteld en dat de informatieverstrekking in een paar dossiers bewust onjuist zou zijn gebeurd.
Wat de personeelsleden betreft, werd gesteld dat de meeste personeelsleden van Toerisme Vlaanderen die betrokken zijn bij het proces van de gunning en de uitvoering van overheidsopdachten over te weinig materiekennis, opleiding en ondersteuning beschikken. Er werd vastgesteld dat personeelsleden die wel op de hoogte zijn van deze regelgeving, de wetgeving bewust negeerden, omzeilden of manipuleerden.
Dat, mijnheer de voorzitter, collega´s, kon men allemaal terugvinden in het rapport dat was overgemaakt, in al zijn essenties, op 23 juli 2008.
Mijnheer Roegiers, dat rapport bevatte inderdaad een aantal aanbevelingen. Ik som ze kort even op.
Ten eerste: nemen van initiatieven teneinde het integriteitsbewustzijn van de personeelsleden te bevorderen en hun functioneren beter in lijn te brengen met de principes die zijn verankerd in de deontologische code voor de personeelsleden van de Vlaamse administratie. Hierbij is het ook van belang de gewenste bedrijfscultuur te expliciteren en een actieplan te ontwikkelen ter implementatie ervan.
Ten tweede: implementatie van de beslissing van de Vlaamse Regering van 25 mei 2007 tot verbetering van de behandeling van overheidsopdrachten.
Ten derde: verplichte deskundige begeleiding en opvolging van overheidsopdrachten, voor alle werken, leveringen en diensten, vanaf de voorbereiding van een overheidsopdracht tot de uitvoering en afronding ervan.
Ten vierde: invoeren van modelprocedures en planningskalenders voor de opstart, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten, waar mogelijk verbijzonderd naargelang de categorie van overheidsopdracht - buurlandcampagnes, patrimoniumdossiers enzovoort - binnen Toerisme Vlaanderen.
Een volgende aanbeveling is het vastleggen van duidelijke afspraken met derden - reclameagentschappen en/of architecten - wanneer deze worden betrokken bij het opzetten en begeleiden van overheidsopdrachten, inclusief mogelijkheden tot sanctionering en het verhalen van de schade.
Er moet, ten zesde, ook gezorgd worden voor een betere en meer performante invulling van de toezichtsfuncties, zodat de toepassing van de regels en procedures strikt wordt afgedwongen. Ook worden de inhoudelijke functionele diensten verplicht om de toezichts- en begeleidingsfuncties tijdig, volledig en correct te informeren. De sancties bij het negeren, omzeilen en manipuleren van deze verplichting zijn duidelijk en worden effectief toegepast.
Ten zevende en ten slotte is er de vaststelling dat de beheers- en opvolgingssystemen verbeterd moeten worden om te komen tot adequate en transparante informatie.
Op basis van de gedane vaststellingen en de geformuleerde aanbevelingen werd door de administrateur-generaal een uitgebreid actieplan opgesteld om positief en krachtig te reageren op de vaststellingen van de audit. In dit actieplan worden duurzame, gerichte en effectieve initiatieven of acties gedefinieerd waarmee de organisatie op de in de audit gedane vaststellingen een antwoord moet bieden. Er is dus een audit geweest, er zijn aanbevelingen en de administrateur-generaal heeft dat direct in een uitgebreid actieplan opgenomen.
Op 21 augustus 2008 werd het actieplan besproken met de toenmalige minister voor Toerisme. Tijdens het gesprek werd gevraagd concreter in te gaan op de invulling van het actieplan, evenals op de maatregelen die eventueel ten aanzien van personeelsleden genomen zouden moeten worden. Dit resulteerde in een bijkomend chronologisch overzicht van de concrete acties waaraan wordt gewerkt. Deze acties bevonden zich op verschillende niveaus en hebben betrekking op de cultuur en organisatiebeheersing bij Toerisme Vlaanderen, en op het personeel van Toerisme Vlaanderen. Tevens werd gevraagd om regelmatig te rapporteren over de realisatie van de voorgenomen acties. Een eerste voortgangsrapportering werd gevraagd tegen 15 oktober 2008. Dat wil dus concreet zeggen tegen morgen, woensdag.
Na kennisname van het dossier - waarin dus sprake is van negeren, omzeilen en manipuleren - oordeelde ik dat er zich met betrekking tot drie personeelsleden die direct betrokken waren bij de vastgestelde feiten, mede gelet op hun functie en verantwoordelijkheden, toch een ernstig functioneringsprobleem stelde en dat ik niet tot 15 oktober kon wachten om verdere maatregelen te nemen. Daarom heb ik op 26 september, dus enkele dagen nadat ik die bevoegdheid heb overgenomen, aan de daartoe bevoegde administrateur-generaal gevraagd om onmiddellijk de ontslagprocedure op te starten en, gezien de ernst van de feiten, niet te wachten op het voortgangsrapport. Het is dus op mijn uitdrukkelijke vraag dat de administrateur-generaal is opgetreden en is overgegaan tot de ontslagen.
Zoals ik heb aangehaald, voorziet het actieplan in een directe en concrete aanpak op het vlak van de organisatie, in concreto op het vlak van de procedures, opvolgings- en controlemechanismen. Op het vlak van het personeel wordt voorzien in een referentiekader dat inhoud geeft aan de gewenste cultuur. Bovendien wordt de nodige vorming georganiseerd inzake de correcte toepassing van de wetgeving inzake overheidsopdrachten. De continuïteit van de werking van Toerisme Vlaanderen is bij deze gegarandeerd. De administrateur-generaal zorgde voor de nodige overdracht van de dossiers. Zij volgt zelf van zeer nabij de werking en de dossiers mee op.
Tot daar een overzicht van alles wat er hieromtrent gebeurd is en de belangrijkste inhoudelijke punten van de audit. Gelet op de ernst van de situatie heb ik, in overleg met de administrateur-generaal, gemeend dat snel ingrijpen nodig was en dat de ontslagprocedure voor die drie personeelsleden onmiddellijk moest worden opgestart. Het kan immers niet dat er nog enige tijd overheen zou gaan vooraleer tegen dergelijke ernstige feiten zou worden opgetreden.
De voorzitter: De heer Sintobin heeft het woord.
De heer Stefaan Sintobin: Mijnheer De Craemer, ik hoop dat u met dergelijke interventies de goede sfeer in deze commissie in de toekomst niet verder zult vergallen. In de persartikelen die verschenen zijn naar aanleiding van dit dossier staat dat door sommigen - en ik hoor daar niet bij - inderdaad bepaalde zaken werden gesuggereerd. Het siert u natuurlijk dat u de heer Bourgeois verdedigt. Ik kan uw uitspraken echter niet waarderen. Ik stel ook vast dat de nieuwe minister van Toerisme efficiënter optreedt naar aanleiding van de interne audit. Hij heeft onmiddellijk heeft ingegrepen.
Mijnheer de minister-president, ik heb in het verleden al verscheidene vragen gesteld in deze commissie. Het is niet mijn bedoeling om continu Toerisme Vlaanderen te ?bashen?. In het verleden is er vanuit bepaalde hoeken echter ook nog wat kritiek geweest. Ik denk aan de Federatie van de Toeristische Industrie, die heel wat aan te merken had op de werking. Enige tijd geleden heb ik een visienota van het autonome provinciebedrijf Westtoer gezien, waarin eveneens heel wat vragen werden gesteld over het marketingbeleid voor het buitenland en het binnenland.
Ik ben tevreden dat er een interne audit is gebeurd bij Toerisme Vlaanderen. U hebt de resem aanbevelingen ook opgesomd. Misschien is het moment wel gekomen dat Toerisme Vlaanderen volledig wordt doorgelicht door het Rekenhof. De commissie kan dat vragen. De commissieleden van de meerderheid moeten mij dan wel steunen.
De voorzitter: De heer Roegiers heeft het woord.
De heer Jan Roegiers: Mijnheer de minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben het eens met de beslissingen en de maatregelen die u hebt genomen. Ik wens daar ook mijn waardering voor uit te spreken. Het gaat inderdaad niet om lichte feiten. Op basis van uw antwoord, heb ik de indruk dat de beslissing die werd genomen, ook de enige juiste was.
Ik had nog twee vragen gesteld, waarvan ik niet weet of ze kunnen beantwoord worden. Mijnheer de minister-president, op welk niveau van het organogram of de hiërarchie van Toerisme Vlaanderen situeerden de betrokkenen zich? Werd er een berekening gemaakt van de schade die de overheid of het agentschap in deze heeft opgelopen?
De voorzitter: De heer De Craemer heeft het woord.
De heer Gino De Craemer: Mijnheer de voorzitter, de heer Sintobin blijft volharden in de boosheid door zinloze insinuaties te lanceren. Ik kan dus niet anders dan reageren. Dergelijke verklaringen kunnen de sfeer in de commissie natuurlijk negatief beïnvloeden.
Mijnheer de minister-president, de genomen maatregelen zijn positief. U hebt uitvoering gegeven aan de beslissingen qua maatregelen die voormalig minister Bourgeois al had genomen. Uiteindelijk heeft hij in juli al aan de administrateur-generaal de opdracht gegeven om zowel de structurele problemen als de personeelsproblemen aan te pakken. Tot grote verbazing van de toenmalige minister is in augustus gebleken dat daar nog niets aan was gedaan. De beslissing was wel al lang genomen. U hebt daar dan uitvoering aan gegeven mijnheer de minister-president. Ik kan dat alleen maar positief noemen.
De voorzitter: Mijnheer Sintobin, met betrekking tot uw vraag om het Rekenhof in te schakelen, deel ik u mee dat volgens artikel 83 quater van het Reglement de commissie in deze geen enkele rol speelt. U moet een motie indienen, die door ten hoogste zes volksvertegenwoordigers wordt ondertekend. Ze moet worden gericht aan de voorzitter van het parlement. Ze wordt rechtstreeks in plenaire vergadering behandeld. De commissie als dusdanig moet hierover dus geen beslissing nemen.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters: Wat de eventuele vraag aan het Rekenhof betreft, moet het Vlaams Parlement zelf een beslissing nemen. Het Rekenhof heeft in 2003 al een onderzoek uitgevoerd. We beschikken nu over een verslag van de interne audit. Het lijkt me belangrijk alle aanbevelingen zo snel mogelijk te implementeren. We moeten er, samen met de administrateur-generaal, voor zorgen dat de dynamiek van het agentschap wordt verzekerd. Het is natuurlijk het volste recht van het Vlaams Parlement te beslissen het Rekenhof hier nogmaals op los te laten. Ik vind het alvast belangrijker dat er nu actie komt en dat er beslissingen worden genomen.
Als bevoegd minister zal ik natuurlijk mijn verantwoordelijkheid nemen. Ik zal met de administrateur-generaal blijven samenwerken. Indien nodig, zal ik evenwel de verantwoordelijkheid op mij nemen omdat ik hiervoor bevoegd ben.
Het gaat om twee medewerkers op directieniveau en om een medewerker op het niveau van de controlediensten. Dat zelfs het controleniveau betrokken is toont nog eens aan dat het om niet-onbelangrijke personen gaat. Voor het directieniveau geldt hetzelfde. Zij hebben ernstige feiten gepleegd. Aangezien zoiets op een ernstig probleem in de organisatie wijst, ben ik vrij snel opgetreden.
Wat de problematiek van de inschatting betreft, moet ik erop wijzen dat het om een geval van concurrentievervalsing gaat. Het is niet eenvoudig dit juist in te schatten. We beschikken niet over het nodige cijfermateriaal. Misschien kan dat later nog wel worden geleverd en zal nog duidelijk worden welke schade we hebben geleden.
Mijnheer De Craemer, ik houd me niet bezig met analyses van het verleden en dus ook niet van wat gewezen minister Bourgeois al dan niet heeft gedaan. Ik heb een correct overzicht van de feiten gegeven. Het laatste contact met de administrateur-generaal dateert van augustus 2008. Ik wil hier geen kanttekeningen bij maken of andere elementen bij de discussie betrekken. Ik geef enkel tekst en uitleg bij mijn eigen acties. Ik houd me niet bezig met het toelichten van of het beantwoorden van vragen over wat gewezen ministers al dan niet hadden kunnen of moeten doen. Ik heb me beperkt tot een correcte weergave van wat wanneer is gebeurd.
De voorzitter: De heer Van Nieuwenhuysen heeft het woord.
De heer Luk Van Nieuwenhuysen: Mijnheer de voorzitter, ik heb nog een bijkomende vraag. Volgens de minister-president zal worden nagegaan of er schade is berokkend. Zal de Vlaamse Regering zich, indien dit het geval blijkt te zijn, ook burgerlijke partij stellen?
Minister-president Kris Peeters: Wat de schade betreft. Het gaat om bedrijven die onrechtmatig zijn gegund en om het inschatten van schade, indien er al schade is geleden. Indien alles correct was verlopen, was mogelijks een ander bedrijf in aanmerking gekomen. Dat bedrijf heeft misschien schade geleden. Ik heb niet direct de indruk dat de gegunde prijzen veel hoger lagen. Indien het mogelijk is een berekening te maken, zal de administrateur-generaal me dat zeker laten weten.
Op dit ogenblik is er niet direct sprake van een grote schadeclaim of zelfs van opgelopen schade. Het is al erg genoeg dat het agentschap dit moet meemaken. Geen enkel bedrijf zou dat graag ondergaan. We moeten die bladzijde zo snel mogelijk omslaan. We moeten de dynamiek en het vertrouwen herstellen. Dit geldt zeker voor de toeristische sector. Het agentschap moet immers met allerlei verenigingen en dergelijke samenwerken. Ik heb in elk geval de indruk dat de juiste stappen al zijn gezet.
De voorzitter: De heer De Craemer heeft het woord.
De heer Gino De Craemer: Ik heb nog een vraag. Zijn de drie betrokken personeelsleden om dringende redenen ontslagen, ´t is te zeggen op staande voet?
Minister-president Kris Peeters: Mijnheer De Craemer, weet u hoe een ontslag om dringende redenen verloopt? Dergelijk ontslag moet binnen een zeer beperkt aantal dagen na de kennisneming van de feiten volgen. Dit rapport dateert echter van een hele tijd geleden. Het is dan ook moeilijk om hier dringende redenen in te roepen. De administrateur-generaal heeft de drie personeelsleden, in overleg met mij, echter wel ontslagen. Gezien de feiten was het niet meer mogelijk hier een ontslag om dringende redenen van te maken. Het rapport van de interne audit dateert immers van juli 2008.
De heer Gino De Craemer: Mijnheer de minister-president, zijn ze nog in dienst, werken ze daar nog? Zo ja, vindt u het - gezien de omstandigheden - logisch dat ze daar nog fysiek aanwezig zijn?
Minister-president Kris Peeters: Het is de taak van de administrateur-generaal mensen te ontslaan en zo snel mogelijk uit het agentschap te verwijderen. Als ik het goed heb begrepen, duurt het voor een personeelslid nog een week. Indien we deze beslissing niet hadden genomen, ware het voortgangsrapport, zoals gezegd, pas op 15 oktober 2008 ingelost.
Gezien de aard van de feiten hebben we betrokkenen direct ontslagen. We respecteren de in het arbeidsrecht ingeschreven termijnen. Die personeelsleden hebben niet langer de functies uitgeoefend die ze voordien hebben uitgeoefend. Ik moet natuurlijk het arbeidsrecht en alles wat daarbij hoort respecteren. Indien ik dat niet zou doen, zou ik weer andere problemen creëren.
De voorzitter: De heer Roegiers heeft het woord.
De heer Jan Roegiers: Ik denk dat de beslissingen die moesten worden genomen ook effectief zijn genomen. De procedures zijn gevolgd. Op dit vlak kunnen geen misverstanden ontstaan.
Met redenen omklede moties
De voorzitter: Door de heer De Craemer, door de heer Sintobin en door de heer Roegiers werden tot besluit van deze interpellatie met redenen omklede moties aangekondigd. Ze moeten zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het incident is gesloten.