Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 30/09/2008
Vraag om uitleg van de heer Jos De Meyer tot mevrouw Kathleen Van Brempt, Vlaams minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, over verkeersveiligheid in schoolomgevingen
De voorzitter: De heer De Meyer heeft het woord.
De heer Jos De Meyer: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, geachte leden, het begin van een nieuw schooljaar is een uitgelezen moment om de verkeersveiligheid in de omgeving van de schoolpoort even in de kijker te plaatsen. Lokale besturen, de media en andere betrokkenen vestigen met een breed palet aan acties de aandacht van de weggebruiker op de grote groep kwetsbare weggebruikers die vanaf 1 september na een welverdiende vakantie terug de baan opgaan.
Ook de Vlaamse overheid nam de voorbije jaren haar verantwoordelijkheid en investeerde in de veiligheid van de schoolomgevingen. Vandaag wil ik ter evaluatie een aantal vragen stellen aan u, mevrouw de minister.
Hoeveel ongevallen gebeuren er jaarlijks in schoolomgevingen? Graag had ik een uitsplitsing naargelang de graad van ernst. Hoeveel zones 30 werden er reeds gerealiseerd? Zijn er positieve effecten daarvan op de ongevallenstatistieken te merken? Welke acties ontwikkelt de Vlaamse overheid met het oog op de sensibilisering met betrekking tot de verkeersveiligheid aan de schoolpoorten? Welke andere inspanningen levert het Vlaamse Gewest met betrekking tot de verkeersinfrastructuur om de verkeersveiligheid aan schoolomgevingen te vergroten? Voorziet de Vlaamse overheid in stimuli voor lokale besturen en/of schoolbesturen, hetzij materieel hetzij financieel, om zelf sensibiliseringsprojecten uit te werken met betrekking tot veiligheid aan de schoolpoort? Hoe evalueert u het gevoerde beleid inzake veiligheid in de schoolomgevingen? Welke bijsturingen mogen we het komende jaar in deze legislatuur nog verwachten?
De voorzitter: De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik sluit me hier graag bij aan. We zijn ervan overtuigd dat, om een veilige schoolomgeving echt afdwingbaar te maken, het belangrijk en noodzakelijk is om de zones rond scholen te beschermen door structurele ingrepen, zowel aan het wegdek als aan de wegindeling in het algemeen. Daarbij moet eigenlijk ook het STOP-principe maximaal worden toegepast en moeten er ook fysiek verkeersremmende maatregelen worden toegepast. Alle andere maatregelen, waarbij men probeert zowel de schoolgaande jeugd zelf, via verkeerseducatie, als de ouders en de automobilisten te informeren en te overtuigen om veiliger gedrag tentoon te spreiden, zijn zeker goed en absoluut noodzakelijk, maar daarnaast is er ook absoluut nood aan structurele maatregelen die de automobilisten verplichten om daadwerkelijk trager te rijden. Verder ben ik zeer benieuwd naar uw antwoord op de vele vragen van de heer De Meyer.
De voorzitter: Minister Van Brempt heeft het woord.
Minister Kathleen Van Brempt: Het zijn inderdaad veel vragen. Ik heb een heel uitgebreid antwoord, dat ik u uiteraard ook schriftelijk zal bezorgen. Ik zal er de belangrijkste elementen uit halen.
Het is altijd vervelend toe te geven, maar wat exacte cijfers en zeker gedetailleerde gegevens betreft over het aantal ongevallen in schoolomgevingen, moet ik u enigszins teleurstellen. Heel wat obstakels maken dat we die precieze gegevens niet hebben. Dat heeft vooral te maken met de FOD Economie, het voormalige NIS. Die instelling is altijd zeer laat met beschikbare gegevens. Momenteel zijn slechts de ongevallengegevens tot en met 2005 beschikbaar voor analyses.
Dat betekent dat er nog geen volledige ongevallengegevens beschikbaar zijn van na de invoering van de volledige zone 30 in de schoolomgeving. Wat scholen betreft die hun uitgang op gemeentewegen hebben, zijn de beschikbare gegevens bovendien onvoldoende gedetailleerd om met zekerheid uit te maken welke ongevallen in de schoolomgeving zijn gebeurd. In het algemeen hebben we die cijfers dus vandaag niet.
Wat scholen langs gewestwegen betreft, zijn er 355 omgevingen van scholen of van groepen van scholen waarvan we voldoende betrouwbare ongevallengegevens hebben voor de periode 2002-2004. Over de totale lengte van 148,6 kilometer waren er in die schoolomgevingen in het totaal 23 doden, 219 ernstig gewonden en 2217 lichtgewonden te betreuren, en dat bij 1946 verkeersongevallen. Ter vergelijking vielen er in dezelfde periode in totaal 1066 doden, 6804 ernstig gewonden en 53.593 lichtgewonden op ongeveer 5000 kilometer gewestwegen, exclusief de autosnelwegen, en dat bij ongeveer 38.000 ongevallen.
Meer in het algemeen is het aantal kinderen dat in Vlaanderen het slachtoffer werd in een verkeersongeval, gedaald van 8911 in 2000 tot 6130 in 2005. Het aantal gedode en zwaar gewonde kinderen in Vlaanderen is eveneens gedaald, van 1046 tot 538 in 2005. Het aantal ongevallen met kinderen in Vlaanderen daalde van 7673 tot 5425. Dat zijn natuurlijk algemene cijfers, maar die geven wel een aanwijzing dat in ieder geval de verkeersveiligheid sterk verbeterd is in het algemeen, en in het bijzonder toch ook wel wat kinderen en jongeren betreft.
Hoeveel zones 30 werden er reeds gerealiseerd? Bij het verwezenlijken daarvan is het heel belangrijk rekening te houden met het verschil tussen gemeentewegen en gewestwegen. De afdeling Verkeerskunde van het Agentschap Wegen en Verkeer heeft geen zicht op het aantal gerealiseerde zones 30 op gemeentewegen. Bijna 600 scholen hebben hun toegang vanaf de gewestweg of vanaf een gemeenteweg zeer dicht bij een gewestweg. Op de gewestwegen is de invoering vrijwel volledig, tenzij er op basis van de lokale situatie werd beslist dat niet te doen. Op een aantal uitzonderingen na is de zone 30 dus volledig gerealiseerd op gewestwegen.
Er werd gevraagd welke acties de Vlaamse overheid ontwikkelt met het oog op de sensibilisering inzake verkeersveiligheid aan de schoolpoorten. Dat is een hele waslijst. Ik overloop ze snel. Het Vlaamse Gewest doet bijzonder veel inspanningen om de verkeersveiligheid aan de schoolpoorten te vergroten. Om te beginnen zijn er de acties met het oog op sensibilisering. Bij het begin van het schooljaar wordt een affichecampagne ´Veilig naar school´ uitgewerkt. Na de zomervakantie is het weer het moment bij uitstek om alle weggebruikers attent te maken op de toegenomen drukte aan de schoolpoorten. Bij de jaarcampagne ´Veilig naar school´ hoort ook een opvallend spandoek waarmee de buurt kan worden gesensibiliseerd.
Er is ook een groot begeleidingsaanbod. Dan denk ik aan het opstarten van fietspooling, schoolvervoersplannen, schoolbereikbaarheidskaarten en praktijkgerichte verkeers- en mobiliteitseducatie. Deze vormen van begeleiding worden gegeven volgens het principe ´teach the teacher´ en zijn dus enkel voor groepen van leerkrachten, verkeersouders en politie bedoeld. Scholen en gemeenten die werk willen maken van het opmaken van een schoolvervoersplan of een schoolbereikbaarheidskaart, kunnen daarbij ook begeleiding krijgen.
Dan is er het zeer mooie project van de verkeersouders, vrijwilligers die zich inzetten om de verkeersveiligheid en de verkeersvaardigheid van schoolkinderen te verbeteren. De concrete taken die de verkeersouders vervullen, zijn afhankelijk van de school waaraan zij verbonden zijn. De Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) co?rdineert en registreert dit project.
Het project ´Label Verkeersactieve School´ beloont lagere scholen met een kwaliteitslabel voor verkeer en mobiliteit. Scholen die verkeers- en mobiliteitseducatie op een gestructureerde, praktijkgerichte en duurzame manier aanpakken, kunnen het label in de wacht slepen.
Dan is er het heel belangrijke project ´Duurzaam naar school´, dat lokale besturen de mogelijkheid biedt subsidies aan te vragen voor onder meer educatie en sensibilisering.
Met betrekking tot de infrastructuur verwijs ik uiteraard naar het mobiliteitsconvenantenbeleid, dat vooral met de module 10, over de herinrichting van een schoolbuurt aan en in de nabijheid van een gewestweg, de verkeersveiligheid in de schoolbuurt wil verbeteren. Met de module 10-subsidiëring van de herinrichting van schoolomgevingen verbinden de partijen zich ertoe om de omgeving van een school, gelegen in de onmiddellijke nabijheid van een gewestweg, te herinrichten om de verkeersveiligheid van de schoolgaande jeugd, verplaatsingen te voet, met de fiets en het openbaar vervoer of het carpoolen te bevorderen. De tegemoetkoming bedraagt respectievelijk 100 percent van de reële kostprijs voor de werkzaamheden op het domein van het gewest en 50 percent van de reële kostprijs voor de werkzaamheden op het domein van de lokale overheid.
Het Vlaamse project voorziet voor lokale besturen en/of schoolbesturen in volgende stimuli. Er is module 15 ´flankerende maatregelen´. Om een duurzaam mobiliteitsbeleid te ondersteunen, voorziet de Vlaamse overheid reeds in 33 percent subsidies. Flankerende maatregelen staan voor niet-infrastructurele maatregelen in verband met publieke betrokkenheid en communicatie, duurzaam verplaatsingsgedrag, duurzaam parkeerbeleid en milieuondersteunende maatregelen.
Wat is mijn evaluatie van het beleid? Evaluatie en bijsturing zijn een permanent aandachtspunt. Ik geef het voorbeeld van het project ´Duurzaam naar school´ dat erg werd geëvalueerd en geheroriënteerd. In het begin lag dit project heel erg op het grens- en schooloverschrijdende schoolvervoer met de bus. We hebben dat volledig geheroriënteerd naar het STOP-principe, door tot en met de nadruk te leggen op stappen en trappen. Het was een terechte evaluatie, waardoor we met dezelfde middelen - dit jaar is er een toename van de middelen?- veel meer scholen kunnen bereiken. Het blijft mijn absolute overtuiging dat zeker alles wat het kleuter- en basisonderwijs betreft, we maximaal moeten inzetten op te voet en met de fiets naar school te gaan. Pas vanaf het secundair onderwijs komt met name busvervoer heel erg in de picture. Dat is een belangrijke bijkomende bijsturing van het beleid, die te maken heeft met een veilige schoolomgeving.
De voorzitter: De heer De Meyer heeft het woord.
De heer Jos De Meyer: Mevrouw de minister, ik dank u voor uw duidelijk antwoord en wil onze appreciatie uiten voor de inspanningen voor de verkeersveiligheid, zeker die in de omgevingen van schoolpoorten. Het is wel jammer dat we niet de meest recente gegevens kunnen krijgen omwille van de reden die de minister heeft opgegeven. Cijfers laten ons soms toe een betere evaluatie te maken en de nodige bijsturingen te verrichten.
Mevrouw de minister, weet u reeds welke middelen u voor 2009 zult hebben voor dit punt binnen uw beleid? Zullen die verder toenemen of blijven ze ongewijzigd?
Minister Kathleen Van Brempt: We komen daarop terug tijdens de begrotingsbespreking. U zult zien dat er in niet onbelangrijke middelen voor het verkeersveiligheidsplan wordt voorzien. Er gaat ook een deel naar alles wat te maken heeft met veilige schoolomgevingen. Uiteraard blijven er ook de middelen van het mobiliteitsconvenantenbeleid. Tegen de begrotingsbespreking zorg ik voor meer gedetailleerde cijfers daarover.
De voorzitter: Het incident is gesloten.