Commissie voor Leefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed Vergadering van 02/10/2008
Vraag om uitleg van de heer Jan Peumans tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de hervorming van de belastingen op de inverkeerstelling en de jaarlijkse verkeersbelastingen, en de koppeling met de ecoscore
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de voorzitter, ik dank u dat u deze vraag ontvankelijk hebt verklaard. Enkele collega´s, zoals de heer Vandenbroucke en de heer de Kort, zijn me al vooraf gegaan met vragen over de hervorming van de belastingen op de inverkeerstelling en de jaarlijkse verkeersbelastingen, over de koppeling met de ecoscore, en ook over het voordeel dat lpg-wagens uit dergelijke maatregelen kunnen halen.
Dankzij de vorige staatshervorming - de Lambermontakkoorden - is de Vlaamse Regering bevoegd voor het bepalen van de aanslagvoet van de Belasting op de Inverkeerstelling (BIV). Op 20 juni 2006 heeft de Vlaamse Regering beslist de BIV voortaan te koppelen aan de milieukenmerken van de voertuigen. Het gaat dan specifiek om de ecoscore. Op 16 oktober 2007 heeft de Vlaamse Regering dit standpunt bevestigd: ?De Vlaamse Regering wenst voort te gaan met de hervorming van de autofiscaliteit in de richting van een grotere variabilisering van de kosten in functie van de gereden kilometers en in functie van de ecoscore van de wagens.?
Ik verwijs ook naar de vragen om uitleg van de heren Huybrechts, de Kort en Sannen en naar de actuele vragen en de interpellatie van de heer Vandenbroucke van 16 januari en 28 mei van dit jaar.
Met deze vraag wil ik op mijn beurt peilen naar de stand van zaken. Ik citeer uit uw antwoord, mevrouw de minister, op de vraag om uitleg van de heer Huybrechts die op 1 juli 2008 in deze commissie werd behandeld: ?Op het ogenblik dat we de ecoscore gaan gebruiken, zoals die nu bestaat of een beetje technisch aangepast, als basis voor de hervorming van de belastingen op de inverkeerstelling en de jaarlijkse verkeersbelastingen, kunnen we op die manier ook de milieuvoordelen van wagens met lage emissies financieel belonen, ongeacht welke technologie een wagen heeft. Hierbij zullen dan de lpg-wagens uiteraard een niet-onbelangrijk voordeel krijgen. Ik heb u ook mijn engagement gegeven om dit jaar het model van de ecoscore en de wijze waarop dat geïmplementeerd kan worden in de toekomst klaar te hebben.? Er is een studieopdracht gegeven aan VITO, de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek. En zo is dat model tot stand gekomen.
Ook minister Van Mechelen is al ondervraagd over de hervorming van de belasting op de inverkeerstelling en de jaarlijkse verkeersbelastingen. Die belastingen worden nog altijd federaal geïnd. Dat zaakje moet al sinds 2003 worden overgeheveld, maar de federale minister van Financiën is niet bepaald dynamisch. Minister Van Mechelen klonk in zijn antwoord in elk geval iets minder optimistisch dan u. Ik wil u niet uit elkaar spelen, mevrouw de minister, ik wil gewoon weten hoe het zit.
Uit zijn antwoord op de actuele vraag van de heer Vandenbroucke blijkt dat minister Van Mechelen een aantal vraagtekens heeft bij de doeltreffendheid van de ecoscore als instrument. Verder heeft hij het ook over het juridische advies van de Europese Commissie: ?Mogen wij dit systeem autonoom invoeren?? Ten slotte moet er natuurlijk ook een akkoord bereikt worden met de gewesten. Zoals u weet, hebben onze Waalse vrienden een ecobonus en een ecomalus ingevoerd.
De vraag is nu niet wie optimist en wie pessimist is. De vraag is wat realistisch is.
Mevrouw de minister, kunt u een overzicht geven van alle stappen die tot op heden zijn gezet inzake de hervorming van de belasting op de inverkeerstelling en de jaarlijkse verkeersbelastingen? Wat is er reeds concreet gebeurd? Hoever staan we? En welke stappen moeten er nog worden gezet? Ik verwijs daarbij naar de beslissing van de Vlaamse Regering van 16 oktober 2007.
De koppeling was voorzien voor 2008. U hebt toen verklaard dat die deadline niet zou worden gehaald en dat het 1 januari 2009 zou worden. De koppeling met de BIV zou op 1 januari 2010 gebeuren. Op die manier zijn er drie ministers gevat: uzelf, minister Van Mechelen en minister Van Brempt. Op welke wijze zal de koppeling met de ecoscore of een ander instrument concreet worden gemaakt?
Is er ondertussen meer duidelijkheid over wat Europa in deze materie zegt? Het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie en VITO zouden een sociale-impactanalyse maken. Is die analyse reeds gemaakt? Wat zijn de resultaten? Wat is de stand van zaken met betrekking tot het samenwerkingsakkoord tussen de gewesten? U hebt daar, geloof ik, minister Daerden voor nodig, en de uitspraken die minister Van Mechelen over hem deed, waren alvast de moeite. Maar daar gaan we het nu niet over hebben.
De voorzitter: De heer Vandenbroucke heeft het woord.
De heer Joris Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega´s, ik wil me graag aansluiten bij de interessante vragen van de heer Peumans over dit bijzonder interessante onderwerp, waarover ik inderdaad al een interpellatie en twee actuele vragen heb gesteld. De hervorming van de verkeersbelasting en de BIV kan inderdaad een belangrijke hefboom zijn om de negatieve impact van ons wegverkeer op de luchtkwaliteit en het klimaat wat te verminderen.
Mevrouw de minister, ik wil u drie bijkomende vragen stellen. Een eerste vraag gaat over de timing. De heer Peumans heeft het fout wanneer hij zegt dat u 1 januari 2009 als deadline naar voor hebt geschoven. In antwoord op mijn interpellatie van 30 april 2008 hebt u duidelijk gezegd dat u de omvorming van de verkeersbelasting en de BIV haalbaar acht tegen 1 januari 2010. Minister Van Mechelen heeft dat op 22 mei, een maand later, bevestigd in zijn antwoord op mijn actuele vraag: ?De datum voor de insourcing van de verkeersbelasting en de BIV voorzie ik op 1 januari 2010. Deze datum wordt door minister Crevits overgenomen om het nieuwe systeem te implementeren.?
1 januari 2010 is niets te vroeg, en het kan maar beter niet nog later worden. Maar wat lees ik op 11 juli 2008 in De Tijd? Minister Van Mechelen zegt daar plots: ?We gaan tegen 2010 de insourcing kunnen realiseren, maar het koppelen van de verkeersbelasting en de BIV aan de milieukenmerken van de wagen, dat zal toch ten vroegste in 2012 kunnen.? Minister Van Mechelen doet daar dus opnieuw wat hij al een paar keer heeft gedaan, namelijk de datum opschuiven. Ik vind dat bijzonder jammer. De initiële beslissing van de Vlaamse Regering om de autofiscaliteit te hervormen, dateert al van medio 2006. Ik zou het onaanvaardbaar vinden mochten we er zes jaar over doen om die beslissing in de praktijk om te zetten.
Ik ga ervan uit dat u vandaag bevestigt dat op 1 januari 2010 de belastingen die we gaan insourcen, dan ook effectief in één ruk worden omgevormd.
Mijn tweede vraag gaat over de heffingsgrondslag. U hebt telkens consequent hetzelfde geantwoord op alle vragen die daarover al zijn gesteld. U zegt dat de ecoscore een ideaal instrument is om de autofiscaliteit te hervormen. U noemt het een geïntegreerd instrument. Het gaat immers niet alleen over klimaateffecten, ook geluidshinder en luchtkwaliteit worden erin meegenomen. Het is een eenvoudig instrument, omdat je er auto´s gemakkelijk mee kunt vergelijken. En het is vooral ook een technologieneutraal instrument.
Maar ook hier zegt minister Van Mechelen iets anders. Ik heb soms de indruk dat hij het woord ecoscore nauwelijks over zijn lippen krijgt. In het artikel in De Tijd spreekt hij over de ecologische kenmerken, maar hij heeft het nooit over het instrument zelf. Ik heb daar ook naar gepolst in mijn actuele vraag van voor het zomerreces. Hij plaatst duidelijk vraagtekens bij de ecoscore. Mijn vraag is dan ook: is er een probleem met de ecoscore die door VITO is uitgewerkt? Waarom kunnen we die niet gebruiken als heffingsgrondslag?
Een tweede reden waarom ik mij stoor aan de uitlatingen van minister Mechelen, is het feit dat er ondertussen al vaak gecommuniceerd is naar het publiek. Er is bijvoorbeeld al een website rond de ecoscore opgesteld. Naar aanleiding van het Autosalon is naar het publiek gecommuniceerd dat dit een fantastisch instrument is. Laten we dit instrument gebruiken om de fiscaliteit te hervormen, was de boodschap.
Mijn derde vraag gaat over de heffingsvoet. Op dit moment ligt de vork voor de BIV tussen 61,5 en 3469,9 euro. Is dat ook de prijsvork waarbinnen de hernieuwde BIV zal variëren? Of is het mogelijk dat voor bepaalde categorieën van wagens het maximumtarief veel hoger komt te liggen dan die 3469,9 euro? Voor zeer sterk vervuilende wagens die tienduizenden euro´s kosten, is 3469,9 euro een habbekrats. Dat geeft de kopers op geen enkele manier een prikkel om toch twee keer na te denken alvorens een wagen te kopen met een dergelijke vervuilende motor.
De voorzitter: De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega´s, ik heb net als u minister Van Mechelen een aantal maanden geleden over dit thema horen spreken in de plenaire vergadering. Ik was ontgoocheld over zijn antwoord, maar niet echt verrast. Ik stel immers vast dat er ook over dit thema niet echt eensgezindheid bestaat in de Vlaamse Regering. Het jammerlijke gevolg daarvan is dat er in deze legislatuur waarschijnlijk niets meer zal gebeuren rond ecoscore en fiscaliteit.
Ik betreur dat want er zijn ook andere maatregelen mogelijk om via de ecoscore te werken. In Wallonië werkt men bijvoorbeeld met een bonusmalussysteem. Mensen die een wagen kopen met een slechte ecoscore, moeten extra betalen. Mensen die een wagen kopen met een goede ecoscore krijgen een ecobonus. Waarom zouden we zoiets ook niet in Vlaanderen toepassen, desnoods alleen het systeem van de ecobonus op basis van de nieuwe wagen die men koopt.
Ik stel vast dat, ondanks alle klimaatconferenties die met veel poeha werden aangekondigd en waarvan de theoretische maatregelen ook werden aangekondigd, er inzake mobiliteit en CO2-reductie heel weinig resultaat is geboekt. De inertie van de Vlaamse Regering inzake de hervorming van de belastingen in functie van een ecoscore, is eens temeer kenmerkend.
De voorzitter: Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits: Mijnheer de voorzitter, geachte collega´s, naar aanleiding van een actuele vraag heb ik gezegd dat het voor mij belangrijk is dat we dit jaar de parameters kunnen vastleggen op basis waarvan de autofiscaliteit in de komende jaren hervormd zal worden. De Vlaamse Regering heeft inderdaad enkele jaren geleden de beslissing genomen om met een ecoscore te werken. Het is dus belangrijk om dit jaar de parameters vast te leggen maar nog niet in werking te laten treden, omdat het voor mensen die een wagen gaan kopen een belangrijk argument kan zijn. Dat is ook de reden waarom ik die timing tot op vandaag aanhoud.
De voorbije maanden, en sinds de laatste vraag gesteld is, zijn nog een aantal stappen gezet. Er werd door mijn administratie een concreet voorstel voor de hervorming van de autofiscaliteit uitgewerkt dat werd voorgelegd aan de betrokken kabinetten. Aanvullend op dit voorstel werden door VITO en de Vrije Universiteit Brussel analyses uitgevoerd. Op basis van deze analyses werd het voorstel van de administratie licht bijgestuurd. De analyses tonen aan dat effectief een gedragsverandering zal en kan plaatsvinden door de voorgestelde hervorming. Er zullen met andere woorden meer wagens met een hogere ecoscore, dus met lagere emissies en CO2-uitstoot, worden aangekocht.
Al deze bevindingen werden opgenomen in een nota die ik ten laatste in de loop van volgende maand wil voorleggen aan de Vlaamse Regering. Hierin worden concrete voorstellen geformuleerd voor de hervorming van de verkeersbelastingen en de belasting op inverkeerstelling, gebaseerd op de ecoscore van de wagen. Er is de website met tal van parameters. We moeten tot een werkbaar systeem komen waarmee ook voertuigconstructeurs kunnen werken en waardoor je een eenvoudige set parameters krijgt. Of het nu ecoscore heet of anders, het zal altijd iets zijn wat eenvoudig te hanteren is omdat het als basis moet dienen van een autofiscaliteit. Ik heb daarover ook al gesprekken gevoerd met de automobielindustrie.
De volgende stap is dat op basis van het voorstel - als dat deze maand voor principiële goedkeuring aan de Vlaamse Regering kan worden voorgelegd - de gesprekken met de andere gewesten en de federale overheid worden opgestart. Als daar een akkoord bereikt wordt, dan zal zo snel mogelijk een voorontwerp van decreet worden voorgelegd, dat vervolgens voor advies wordt voorgelegd aan de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, de Minaraad en de Raad van State. Als we er niet in slagen om tot een gemeenschappelijke aanpak met de andere gewesten te komen, zullen we moeten evalueren of Vlaanderen alleen verdere stappen zet in dit dossier. Maar ik ga ervan uit dat we tot een consensus zullen kunnen komen.
De juridische dienst van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) besluit dat Europese regelgeving geen beletsel vormt voor de geplande wijziging van de grondslag van de verkeersbelasting. Informeel overleg tussen het departement Financiën en Begroting en de Europese Commissie (DG TAXUD) bevestigt dat de ecoscore gebruikt kan worden als maatstaf voor de heffing van de verkeersbelastingen.
Voor het samenwerkingsakkoord tussen de gewesten worden de gesprekken opgestart van zodra de Vlaamse Regering haar goedkeuring heeft gegeven voor de voorgestelde hervorming. Mijnheer Vandenbroucke, u hebt vragen gesteld over zaken waarover de gesprekken nog bezig zijn. Ik kan daar dus nog niet veel over zeggen.
Als zou blijken dat de andere gewesten absoluut gekant zijn tegen het gebruik van de ecoscore als grondslag, - Brussel is bereid om mee te doen - dan kan de voorgestelde hervorming nog altijd vrij eenvoudig worden omgevormd tot een formule gebaseerd op de euronorm en de CO2-uitstoot van het voertuig. Hierbij worden dan de limietwaarden uit de norm gebruikt in plaats van de individuele emissies. Deze piste draagt niet mijn voorkeur weg, maar ik schets maar wat we zouden kunnen doen. In een dergelijk systeem moeten evenwel een aantal correcties ingebracht worden zoals een korting voor lpg-wagens, een korting voor diesels met een roetfilter en een onderscheid tussen benzine- en dieselwagens. Zo kom je tot een basis die sterk aanleunt bij de ecoscore.
Mijnheer Glorieux, u hebt een hele uiteenzetting gehouden over het feit dat ik niets gedaan zou hebben aan de CO2-uitstoot enzovoort. We kunnen daar misschien nog eens een interessante gedachtewisseling over houden, maar we zijn het duidelijk niet eens als het over emissiecijfers gaat.
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mevrouw de minister, is de sociale impactanalyse gebeurd?
Minister Hilde Crevits: Ja, die sociale impactanalyse is gebeurd.
De voorzitter: De heer Vandenbroucke heeft het woord.
De heer Joris Vandenbroucke: Uiteraard moet de ecoscore, uitgewerkt door de VITO, hanteerbaar zijn. Ik kan begrijpen dat er een aantal technische problemen zijn, maar het belangrijkste is het geïntegreerde karakter ervan, namelijk dat niet alleen het klimaateffect maar ook het effect op de luchtkwaliteit en de geluidsomgeving in rekening genomen worden. Voldoet de euronorm plus de CO2-uitstoot aan dat geïntegreerde karakter?
Minister Hilde Crevits: Als je de piste ´ecoscore eenvoudige versie´ verlaat en je komt tot de piste van de euronorm plus de CO2-uitstoot, dan moet je een aantal extra correcties aanbrengen. Een dieselroetfilter bijvoorbeeld houdt rekening met luchtemissies. Je moet hoe dan ook een aantal parameters in het systeem brengen. Dan rijst natuurlijk de vraag of het niet wat moeilijk wordt. Daarom zoeken we echt naar een eenvoudig systeem. Voor mij is het echt van belang dat de totale milieubelasting van de wagen in rekening wordt gebracht. (Opmerkingen van de heer Joris Vandenbroucke)
Een grote auto is niet altijd de meest vervuilende wagen. Er zijn grote wagens die zo uitgerust zijn dat ze weinig hinderlijk zijn. Er zijn kleine wagens die vreselijk vervuilend zijn. Het debat over de sociale correcties moet ook nog gevoerd worden. Maar we moeten het eens raken over een parameterset die eenvoudig hanteerbaar is, ook voor de sector. Die gesprekken zijn bezig.
De heer Joris Vandenbroucke: Het belangrijkste is dat u het uitgangspunt bevestigt.
Ik heb nog een tweede vraag. Is het nog altijd uw bedoeling om de insourcing te laten samenvallen met de hervorming zelf, op 1 januari 2010?
Minister Hilde Crevits: Voor mij is het van belang dat we de parameters dit jaar vastgesteld krijgen. Ik ga ervan uit dat de timing, zoals die al een paar keer is vooropgesteld, kan worden gehaald.
De heer Joris Vandenbroucke: Als u die samengesteld krijgt, dan kan u de hervorming doorvoeren op het moment dat de insourcing gerealiseerd is. Dat is het verschil tussen wat u zegt en wat minister Van Mechelen zegt.
Minister Hilde Crevits: Dat moet met hem worden besproken. Hij staat ook nog voor de operatie omtrent de administratie. Ik voel me iets vrijer in spreken als het gaat over het samenstellen van de parameters omdat ik daar concreet mee bezig ben. Hij heeft de bevoegdheid om het allemaal operationeel te maken. Dat moet stap per stap bekeken worden. Ik kan niet uit de losse pols de hindernissen uitleggen die nog te nemen zijn. U bekijkt dat best nader met hem.
De voorzitter: Het incident is gesloten.