Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 27/05/2008
Interpellatie van de heer Jan Penris tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, over het rapport van de Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) betreffende de luchthaven van Deurne
Interpellatie van de heer Rudi Daems tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, over de pps-structuur voor de luchthaven van Deurne
Vraag om uitleg van de heer Bart Martens tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de gevolgen van het afhaken van privé-investeerders in de luchthaven van Deurne
De voorzitter: De heer Penris heeft het woord.
De heer Jan Penris: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, collega´s, ik zal beginnen met een quizvraag. Weet u waar de eerste luchthaven van Europa lag? Mijnheer de minister-president, u bent klassiek geschoold, en dus zult u zich ongetwijfeld de Metamorphosen van Ovidius herinneren. De eerste mens die volgens Ovidius gevlogen heeft, was Daedalus, samen met zijn zoon Icarus. Zij zijn opgestegen op Kreta. Daar lag dus de eerste luchthaven van Europa, als we de Griekse mythologie mogen geloven.
Die luchthaven lag wellicht in de buurt van een doolhof op Kreta. U weet dat Daedalus de bouwheer was van het labyrint voor koning Minos, waar de Minotaurus rondliep. Aangezien hij de architect was en de geheimen kende, moest hij op dat eiland blijven. Hij mocht niet ontsnappen. Aangezien hij niet via het land of via de zee kon ontsnappen, besloot hij via de lucht te ontsnappen. Volgens Ovidius en volgens de mythologie is hij dan ook de eerste mens die in de luchtvaart is gegaan. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters/gelach)
Ik vertel dit omdat het om een mooie metafoor gaat. (Opmerkingen/gelach)
Die man is aan zijn eigen doolhof ontsnapt. Onze luchthaven van Deurne zit ook in een labyrint, meer bepaald een ambtelijk en politiek labyrint. Wij, de meerderheid van de Antwerpse bevolking - op de linkerzijde na -, willen onze vleugels uitslaan. (Gelach)
We worden door een doolhof van ambtelijke en politieke tegenstand in onze ambitie gehinderd. Het gaat hier om een lang en oud dossier. Ik heb eigenlijk bijna een déjà vu- ervaring. Bijna een jaar geleden, op 19 juni 2007, hebben de heer Daems en ik dit onderwerp ook aangekaart. We hebben toen onze zorgen geuit. We zullen die nu herhalen. Ik zeg dit om aan te tonen dat het om een oud dossier gaat.
We weten al lang waar het om draait. Wij, de mensen die in dit halfrond rechts van het centrum zitten, zijn om verschillende redenen, waar ik nu niet op wil terugkomen, voorstander van een rendabele luchthaven in Deurne. Meer dan vijftien jaar geleden wisten we al wat we daarvoor nodig hebben. Het gaat dan om de intunneling van de beruchte Krijgsbaan die onze luchthaven wat hindert. We waren tevens bereid de optie van de minister-president te volgen. Hij wilde een omleiding bouwen rond het beruchte fort dat de toekomstkansen van onze luchthaven blijft hypothekeren.
Zo ver zijn we. Een jaar later is er geen evolutie in het dossier. Een jaar geleden heb ik de geschiedenis even in herinnering gebracht. De tegenstanders van de luchthaven hebben destijds een idee opgevat. Indien de luchthaven zo belangrijk voor de Antwerpse gemeenschap was, moest die gemeenschap dat maar eens bewijzen en de centen verzamelen om de luchthaven als een PPS-constructie levend en rendabel te houden. De Antwerpse gemeenschap heeft vervolgens die centen verzameld. Het gaat dan om de provincie, om de diamantsector, om de Vlaamse overheid, om het havenbedrijf en om een aantal andere actoren. Zij waren bereid om te investeren in de luchthaven van Deurne.
Vervolgens is er gedurende jaren niets gebeurd. Ik herinner me dat we het op 5 mei 2004 over dit onderwerp hebben gehad. We hebben minister Van Mechelen, die ook een voorstander van de luchthaven schijnt te zijn, toen vragen gesteld over de toekomstkansen van de luchthaven. Hij heeft toen het volgende geantwoord:?Eind augustus 2004 begint de tweede fase. Dan gaan we stilaan naar een finale situatie. Volgens onze timing zal medio november 2004 de besluitvorming zijn afgewerkt over de vraag welke groep met de overheid en de regionale publieke en private partners zal waken over de toekomst van Deurne. Dit alles gebeurt op kruissnelheid.?
Wat minister Van Mechelen kruissnelheid noemt, is een snelheid die een TGV nooit zal halen. Het is nu 2008. Dat dossier is nog niet verder geraakt. Erger nog, een paar weken geleden is een wild persbericht verspreid. Dit bericht is de aanleiding van deze interpellaties. De diamantsector zou niet meer willen meespelen. De Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) zou hierover een vertrouwelijk rapport hebben opgesteld. Dit rapport is toevallig in de richting van een regionale televisiezender gelekt en heeft dan in de bredere Antwerpse pers weerklank gekregen. Gelukkig voor ons is dit bericht door de sector zelf tegengesproken. De sector blijft in het verhaal geloven en blijft in de luchthaven van Deurne investeren.
Rond dezelfde tijd is bekend geraakt dat een arrest van de Raad van State zou laten uitschijnen dat de milieuvergunning waarover de luchthaven van Deurne zou moeten beschikken, niet rechtsgeldig zou zijn. Hierdoor zouden de activiteiten misschien moeten worden gestaakt.
De vzw Verlenging Nooit zou dit arrest hebben verkregen. Op 21 mei 2004 heeft die vzw nog verklaard niet tegen een beperkte zakenluchthaven voor Antwerpen gekeerd te zijn. Naar aanleiding van dit arrest heeft de vzw laten uitschijnen dat de activiteiten op de luchthaven van Deurne maar eens moeten ophouden.
Minister Crevits heeft met veel sympathie kennis genomen van dit arrest en heeft in de pers aangekondigd het arrest te zullen analyseren en de nodige politieke conclusies te zullen trekken. Dit betekent dat mijn vragen verder gaan dan ik in mijn interpellatieverzoek heb aangekondigd.
Mijnheer de minister-president, ik wil niet enkel weten hoe het met de inbreng van de private partners staat, ik wil tevens weten wat de gevolgen zijn van het arrest dat vzw Verlenging Nooit zou hebben verkregen. Wat is uw politieke visie? Ik zal eerst naar uw antwoord luisteren. Daarna gaan we verder.
De voorzitter: De heer Daems heeft het woord.
De heer Rudi Daems: Mijnheer de voorzitter, ik heb geen geschiedkundige opleiding genoten en zal geen mooie klassieke metafoor naar voren brengen. Ik zou wel willen vragen een zo actueel mogelijk debat te voeren. Sinds de indiening van de interpellatieverzoeken is immers een en ander gebeurd. Ik denk hierbij aan de beslissingen van de Vlaamse Regering en aan het arrest over de milieuvergunning.
Ik begin mijn verhaal met de nota van de PMV. In feite gaat het om twee nota´s. Ik heb beide teksten naast elkaar gelegd. De nota van 30 april 2008 is de nota die door de regionale zender ATV is behandeld. De nota van 19 mei 2008 is vorige week door de Vlaamse Regering besproken. Ik heb beide nota´s met stijgende verbazing gelezen: op drie weken tijd kan blijkbaar een en ander gebeuren.
Ik zal hier niet alles naast elkaar leggen. De ongekuiste versie van de nota stelt vrij duidelijk dat er op de Krijgsbaan aan de luchthaven van Deurne eigenlijk geen restcapaciteit voor eender welke ontwikkeling meer is. In de opgekuiste nota wordt dit genuanceerd.
Een ander voorbeeld dat ik eruit wil pikken, betreft het business plan. Volgens de eerste nota kan, omwille van de grens van de milieuvergunning, eigenlijk geen financierbaar business plan meer worden opgesteld. Twee weken later is blijkbaar met een consortium gesproken. Dat consortium is van mening dat groei binnen de perken van de vooropgestelde vergunning wel mogelijk is. We moeten evenwel vaststellen dat de limieten van de milieuvergunning met betrekking tot geluidsbelasting vorig jaar al zijn overschreden.
Een ander voorbeeld betreft het vaak aangehaalde voetbalstadium. De ongekuiste nota stelt dat de bouw ervan omwille van veiligheidsproblemen moeilijk kan worden ingepast. Het gaat dan om de hoogte van lichten en om de lichtweerkaatsing. Dit lijkt trouwens wat op het debat over de bomen bij Fort 3. In de nieuwe versie is heel die zin verdwenen.
Mijn laatste voorbeeld is het besluit. In de ongekuiste versie staat te lezen dat de financiering door de private sector, dus door de diamantsector of door andere sectoren, kan indien de nodige garanties worden geboden. De komst van een bedrijventerrein staat vervolgens als garantie vermeld. In de gekuiste versie staat dat een pps-constructie mits de nodige garanties nog haalbaar is. Er staat echter niet meer expliciet bij om welke garanties het effectief gaat.
Ik vind deze voorbeelden belangrijk als duiding bij mijn interpellatie. Ik wil hier trouwens ook verwijzen naar het milieu-effectenrapport (MER) en het mobiliteitseffectenrapport (MOBER) dat minister Van Brempt samen met alle bevoegde administraties en met de diensten van de stad Antwerpen heeft geschreven. In deze plannen worden heel wat flankerende mobiliteitsmaatregelen aangehaald. De problemen en de maatregelen zijn in elk geval niet van de poes indien voor een bedrijventerrein op de luchthaven, laat staan voor een voetbalstadium, wordt gekozen.
Zoals de heer Penris al heeft aangehaald, is de voorbije weken gebleken dat de diamantsector er niet meer zo tuk op is in de constructie te stappen. De heer Penris heeft dit enigszins genuanceerd. Ik denk dat er een belangrijk verschil is tussen het engagement van enkele jaren geleden, met name een investering van 6,5 miljoen euro, en het engagement van vandaag, met name een investering van 250.000 euro. Ik beschouw dit laatste veeleer als een symbolisch engagement.
Mijnheer de minister-president, ik vraag me af in welke mate de beslissing die de Vlaamse Regering vorige week heeft genomen u in staat stelt het door u steeds gehuldigde 50/50-principe te handhaven. Blijft de regel ´een euro voor een euro´ overeind? Indien dit principe overeind blijft, rijst de vraag hoe u het door de private sector geslagen financiële gat wilt dichten. Welke infrastructuurwerken zullen wegvallen of zullen erbij worden genomen?
Indien we het plaatje bekijken, blijken er slechts twee mogelijkheden te zijn. Het Vlaamse Gewest kan, al dan niet via PMV, een participatie nemen. Een consortium of een andere private partner kan een verhoogde participatie nemen. In het oorspronkelijke voorstel ging het om een engagement ten belope van 6 miljoen euro, nu gaat het om het dubbele of meer. Ik vraag me af wat hiervoor in de plaats wordt gegeven: welk lekkers wordt de private sector aangeboden? De eindversie van de nota is hierover veel minder duidelijk.
Mijn tweede punt is het belangrijkste punt in mijn betoog. Jammer genoeg heeft de heer Penris hier nog niets over gezegd. Het gaat hier namelijk om de mobiliteitscongestie. Ik heb de ontwerpnota van enkele maanden geleden, de ontwerpnota van midden mei 2008, het MOBER en de studie ´Sluipverkeer in de Zuidoostrand van Antwerpen´ gelezen. Eigenlijk is er maar een vaststelling: we bevinden ons vandaag in een hopeloze situatie.
Het zit daar propvol. Ik geef een concreet en markant voorbeeld. Volgens het MOBER zou een autonome groei, zonder bijkomende activiteit op de luchthaven, tegen 2020 tot een stijging van 1000 wagenequivalenten per uur tot 1700 wagenequivalenten per uur leiden. Dit is op zich een argument om voor de ondertunneling van de Herentalsebaan en de De Robianostraat te pleiten. Ik heb het dan nog niet eens over de geplande ontwikkelingen aan de overzijde van de E313. Het gaat hier dan om de grote dromen van de Vlaamse Regering over het Economisch Netwerk Albertkanaal (ENA) aan de overzijde van het rond punt van Wommelgem. Tenzij in Ranst een nieuwe afrit wordt gebouwd, zou al dat verkeer ook op die banen terechtkomen. Dit is echter een heel ander debat. Ik heb het trouwens nog niet gehad over de plannen, die voorlopig nog niet officieel zijn, om het Wijnegem Shopping Center met 12.000 vierkante meter aan bedrijfsvloeroppervlakte en met minimaal 500 parkeerplaatsen uit te breiden. Welnu, mijnheer de minister-president, als al deze plannen ook nog eens op die rotonde in Wommelgem worden geplaatst, dan zal de meest creatieve dubbele of driedubbele brug niet helpen om het verkeer op een goede manier af te leiden.
Een ander punt is de luchtkwaliteit. Het plan-MER zegt dat we nu al aan de kritische grens zitten wat betreft de luchtkwaliteit en vooral wat betreft fijn stof, ter hoogte van de Krijgsbaan. Met de toekomstige ontwikkelingen, zeker met een bedrijventerrein, zal het aantal dagen met wettelijke overschrijding van die fijnstofgrens nog flink toenemen volgens dat plan-MER. We lezen in de regeringsbeslissing van vorige week dat nu al wordt overgegaan tot een ondertunneling van de Robianostraat en de Herentalsebaan in Borsbeek-Deurne, tot grote ergernis blijkbaar van burgemeester Vlaeymans.
We lezen ook, en dat is uiteraard positief, dat er onderhandeld wordt met de NMBS voor een bijkomende stopplaats en een versnelde uitvoering van de tramverbinding met Berchem, en dat er in afwachting zelfs wordt voorzien in extra bussen. Ik vraag me alleen af hoe die er zullen geraken, want het zal er allemaal al vol zitten. Een belangrijke en toch wel grappige bepaling in uw beslissing, mijnheer de minister-president, is dat, gesteld dat er geen duurzaam vervoer zou worden geregeld, dus geen tram, trein enzovoort, de bedrijfsoppervlakte nog altijd 110.000 vierkante meter mag zijn. Als er een duurzaam plan komt, mag er 120.000 vierkante meter bedrijfsoppervlakte zijn, dus 1 hectare extra.
Over de echte mobiliteitsknelpunten zegt u in uw regeringsbeslissing amper iets. U verwijst naar toekomstige projecten. U verwijst naar het feit dat nog moet worden bestudeerd op welke manier die rotonde moet worden heringericht ter hoogte van Wommelgem. U verwijst naar het feit dat moet worden bekeken of het kruispunt in Mortsel ter hoogte van de Antwerpsesteenweg en de Militaire Baan misschien ondertunneld moet worden. Dat is het ´saucissoneren´ van deze keuze. Men moet echter eerst komen tot een keuze wat men met de Krijgsbaan wil doen, maar die keuze wordt voorlopig niet gemaakt. Willen we, zoals de stad Antwerpen en Mortsel vragen, er een soort lokale parkweg van maken, met een verbindingsfunctie, of willen we die upgraden tot een primaire weg?
Dat laatste heeft als consequentie dat het niet alleen een kwestie is de Robianostraat en de Herentalsebaan te ondertunnelen, maar dan gaat het over een miniring, of zelfs bijna een tweede grote ring rond Antwerpen, die vertrekt vanaf de E313 in Wommelgem en gaat tot aan de opritten van de E19. Ik denk dat deze regering eerst die keuze moet maken. Als men de weg wil upgraden, moet men ook consequent zijn en ook de financiële gevolgen die daaraan verbonden zijn, ter harte nemen. De versie van maart van de MOBER zegt dat bijvoorbeeld - ik ben daar geen voorstander van - het ondertunnelen van de Antwerpsesteenweg ter hoogte van Mortsel, weliswaar een stevige tunnel in maxiversie, 230 miljoen euro kost. Deze regering moet dergelijke beslissingen niet voor zich uitschuiven en achteraf bekijken en nu al wel beslissen om de Robianostraat en de Herentalsebaan te ondertunnelen, met een kostprijs van een tiental miljoen euro of iets meer. In de grond wordt het mobiliteitsprobleem daarmee niet opgelost.
Mijnheer de minister-president, hoe staat het concreet met de pps-formule? Valt het engagement van de diamantsector effectief terug van 6 miljoen euro naar 250.000 euro? Hoe wordt dat gat gevuld? Wat wordt daarvoor in de plaats geboden? Wat is de garantie die blijkbaar vanuit het consortium wordt gevraagd zodat deze pps-constructie doorgang kan vinden? Kunt u garanderen dat er met deze nieuwe overeenkomst in de Vlaamse Regering niet meer geld van de belastingbetaler nodig is dan volgens de vroeger gemaakte afspraken? Stelt bijvoorbeeld de Vlaamse Regering in haar nieuwe beslissing extra bedrijventerrein ter beschikking? Ik had begrepen dat het destijds ging om 9 hectare bedrijventerrein, nu is er sprake van 11 tot 12 hectare.
Welke infrastructuuringrepen zijn opgenomen in die pps-constructie? Ik begrijp uit de regeringsdocumenten dat de aanleg van de ontsluiting, of dat nu een of twee rotondes moeten zijn, mee in de pps-formule wordt opgenomen. Hoe zit het dan met de echte problemen, namelijk Wommelgem en de Antwerpsesteenweg?
Komt er een bedrijventerrein of niet? In het laatste punt van de beslissing zegt de Vlaamse Regering dat de realisatie en de ingebruikneming van het bedrijventerrein maximaal de voortgang van de bovenvermelde aanpak, namelijk heel de mobiliteitsafwikkeling en dergelijke, moet volgen en er niet mag op vooruitlopen. Dat wil volgens mij zeggen dat er eerst klaarheid moet zijn over de wijze waarop de mobiliteitsproblemen worden opgelost, bijvoorbeeld in Wommelgen en aan de Antwerpsesteenweg, alvorens er een engagement kan worden genomen door de Vlaamse Regering over het meestappen in de pps-constructie, vooral dan een met bedrijventerrein.
Wat is uw standpunt over de R11, de Militaire Baan? Kiest u in een weliswaar gefaseerde aanpak voor een upgrading waarvoor in de stad Antwerpen geen bondgenoot wordt gevonden? Wie zal het engagement op zich nemen om in die 150 tot 200 miljoen euro te voorzien voor de ondertunneling van de Antwerpsesteenweg?
Ik maak een zijsprongetje naar een engagement dat minister Crevits heeft genomen, naar aanleiding van het debat over de E313 en de drie grote bottlenecks, namelijk de ring, de rotonde in Wommelgem en de aansluiting E313-E34. Ze heeft dertien deelstudies over die mobiliteitsproblematiek op haar bureau liggen en wil een overkoepelende studie laten maken, die alle deelstudies integreert en probeert de puzzel in elkaar te doen schuiven. Mijnheer de minister-president, zult u de conclusie van die overkoepelende studie afwachten vooraleer u knopen zult doorhakken?
Mijn volgende vraag betreft de milieuvergunning, een nieuw gegeven. Hoe interpreteert u de beslissing van de Raad van State? Betekent die dat er een stopzetting van de exploitatie moet komen? De aanhangers van de Lazarustheorie vinden dat de milieuvergunning van u als toenmalig milieuminister, is vernietigd en dat automatisch de vergunning van de deputatie herleeft. Er zijn andere meningen die zeggen dat dat niet kan en dat het vehikel dat dit parlement op 19 december 2006 heeft goedgekeurd, met name de schorsende werking van 150 dagen, het probleem van Deurne, en binnenkort zelfs van Zaventem, niet oplost en dat er de facto geen milieuvergunning meer is voor Deurne. Een tweede argument is dat de milieuvergunning van de deputatie simpelweg niet kan herleven omdat ook bij die vergunning geen MER was toegevoegd. Tot daar de twee juridische stellingen. Ik ben benieuwd naar de lijn die u zelf wenst aan te nemen.
Ten slotte is er het voetbalstadion. Dat zat oorspronkelijk niet in de MOBER en is er op vraag van leden van de Vlaamse Regering aan toegevoegd. Ik denk dat de conclusies wat dat betreft vrij duidelijk zijn: dat stadion kan er niet meer bij gezien de mobiliteitsgevolgen. Mijnheer de minister-president, is de locatie Deurne, gezien die MOBER en gezien de risico´s die eraan verbonden zijn in het kader van de ICAO-verdragen, nog steeds een optie voor de Vlaamse Regering?
De voorzitter: De heer Martens heeft het woord.
De heer Bart Martens: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, het dossier heeft op enkele weken tijd merkwaardige bochten gemaakt. Enkele weken geleden lekte het rapport van de Participatiemaatschappij Vlaanderen uit, waaruit zou blijken dat de diamantsector zijn interesse verloren had, dat de luchthaven binnen de contouren die door de Vlaamse Regering waren bepaald, nog moeilijk rendabel kon worden gemaakt, dat de ontsluitingsinfrastructuur geen ruimte liet voor bijkomende activiteiten en noem maar op. U hebt op een persconferentie zelfs uitgepakt met een plan B: als de pps-constructie onmogelijk zou blijken, zou men met een LOM/LEM-aanpak uitpakken, zoals we dat ook voor de luchthavens van Wevelgem en Oostende-Brugge doen, waarbij de infrastructurele uitbouw binnen de luchthavenontwikkelingsmaatschappij (LOM) zou plaatsvinden en de luchthavenexploitatiemaatschappij (LEM) de exploitatie voor haar rekening zou nemen.
Ik ben blij dat men opnieuw op het pps-spoor is terechtgekomen omdat ik vreesde dat het LOM/LEM-verhaal veel weg had van het socialiseren van de kosten en het privatiseren van de winsten. Als eerst de publieke overheden in het kader van een LOM-structuur alle infrastructuurwerken voor hun rekening zouden moeten nemen om de zaken rendabel te maken en die rendabele exploitatie dan over te laten aan een privaat LEM-gebeuren, zou dat wat al te gemakkelijk zijn geweest voor private investeerders.
Hoe komt het dat een week later die eerste, klaarblijkelijk ter ziele gegane pps-constructie, opnieuw levensvatbaar blijkt en de privépartners blijkbaar wel overtuigd zijn geraakt om hun engagement in de financiering van die constructie voor hun rekening te nemen? Ik ga er nog altijd van uit, mijnheer de minister-president, dat de initiële randvoorwaarden die de Vlaamse Regering had gesteld aan die pps-constructie, gerespecteerd blijven. Ik had er echter graag enige verduidelijking bij.
De eerste randvoorwaarde is het feit dat de private partners minstens de helft van de financiële middelen op tafel moesten leggen. Ik had graag van u een volledig kostenplaatje gekregen van welke partijen welke inbreng zouden doen in die PPS-constructie. De tweede randvoorwaarde heeft te maken met de mobiliteit. In het rapport van de PMV staat:?In de huidige situatie is er geen restcapaciteit voor eender welke ontwikkeling.? Ik heb ook begrepen uit de mobiliteitsstudie dat er ook in een business as usual-scenario, waarbij we niet in bedrijventerreinen en extra economische activiteiten op die locaties zouden voorzien, de Krijgsbaan alleen voller komt te zitten en dat de congestieproblemen die er vandaag al in belangrijke mate zijn, alleen nog maar zouden toenemen.
Ik heb ook begrepen dat een deel van de beslissing van vorige week neerkomt op bijkomende infrastructuurwerken voor de ondertunneling van de Herentalsebaan en de Robianostraat en, in langer perspectief, de aanpassing van de rotonde en het kruispunt van de Krijgsbaan en de N1. Zal een en ander voldoende bijkomende ontsluitingscapaciteit bieden voor de bedrijvenontwikkeling waarin wordt voorzien? Ook heb ik begrepen dat de bedrijventerreinen wat gedownsized zijn van oorspronkelijk 15 tot 16 hectare naar 11 tot 12 hectare, of 30 percent minder in vergelijking met het initiële PPS-plan. Er worden ook beperkingen opgelegd aan het soort activiteiten, namelijk geen logistieke activiteiten, grootschalige detailhandel enzovoort. Zal in voldoende bijkomende ontsluitingscapaciteit worden voorzien om die bijkomende 11 of 12 hectare bedrijventerrein te kunnen ontsluiten?
Mijnheer de minister-president, ook ik ken mijn klassiekers en ik heb de indruk dat dit meer weg heeft van het verhaal van koning Midas dan van dat van Daedalus en Icarus. Vroeger bleef de overheid almaar meer exploitatieverliezen dekken. Met de beslissing van vorige week lijkt de Vlaamse Regering, door het dossier te beroeren, het in goud te veranderen en er een rendabele constructie van te maken.
Ik vraag me alleen af hoe zeker we kunnen zijn van het engagement van de private partners. Een paar weken geleden hadden ze nog bedenkingen. Een aantal van die partners, zoals de Hoge Raad voor Diamant, die twee jaar geleden nog verklaarden dat de luchthaven van wezenlijk belang is voor de diamantsector in Antwerpen en in Vlaanderen, geven nu schoorvoetend toe dat er al anderhalf jaar geen diamantjes meer worden aangevlogen via Deurne. Hoe zeker zijn we dat de private partners al dat geld zullen volstorten? Hoe zeker zijn we dat VLM van haar nieuwe aandeelhouders, KLM en Air France, de zegen zal krijgen om de nodige miljoenen op tafel te leggen?
En wat als dat niet gebeurt? Wat als uit de ´best and final offer´ moet blijken dat ze onder de lat gaan, dat ze de beloofde inbreng niet kunnen volstorten, dat er geen contract kan worden afgesloten? Hoe zullen de verschillende beslissingen die de Vlaamse Regering nog moet nemen in dit dossier, op elkaar worden afgestemd? Wordt er gewacht op een ´best and final offer´? Wordt gewacht op een contract dat kan worden afgesloten tussen de publieke overheden en de private overheden, vooraleer de Vlaamse Regering een bouwvergunning toekent en een definitieve beslissing neemt over het GRUP voor de omleidingsweg? Wat is de precieze timing van alle stappen die nu nog moeten worden gezet? Hoe hangen die stappen van elkaar af?
Ik heb ook nog een paar vragen over de milieuvergunning, ook al denk ik dat ze al gesteld zijn. Een van de vragen die ik had opgeschreven is: doet het arrest van de Raad van State de initiële vergunning van de bestendige deputatie herleven of niet? Zo ja, liet die vergunning van de bestendige deputatie dan meer of minder hinder toe? Hebt u als toenmalig bevoegd minister de beslissing van de bestendige deputatie nog aangescherpt of niet? We kunnen het toch niet aan de omwonenden van de luchthaven verkopen dat ze ten gevolge van een - om het beleefd uit te drukken - administratieve fout van u als toenmalig bevoegde minister of van de vergunningsaanvrager, want de vergunningsaanvraag was niet vergezeld van een milieueffectenrapport, in een situatie terechtkomen die meer overlast met zich meebrengt. Ik had daarom willen weten in welke mate uw beslissing in beroep, die door de Raad van State geschorst is, verschilt van de initiële vergunning van de bestendige deputatie.
Ik heb ook begrepen dat er een verslag is van de auditeur van de Raad van State over de milieuvergunning voor de luchthaven van Oostende. Klaarblijkelijk zou, naast het ontbreken van een MER, de auditeur ook problemen maken van de definitie van de nacht. In Oostende houdt de nacht op om 6 uur ´s morgens, terwijl de auditeur van de Raad van State stelt dat overeenkomstig de Europese richtlijnen, de nacht moet worden gedefinieerd als de periode tussen 23 uur en 7 uur. De nacht loopt met andere woorden een uur langer dan de periode waar onze overheden nogal eens van uitgaan. Welke gevolgen kan dit verslag van de auditeur, indien het zou worden gevolgd door de raad, wat te verwachten valt, hebben voor de luchthaven van Zaventem?
Ik heb nog een laatste punt. In de discussie over pre- en cofinanciering van de spoorinfrastructuur van daarnet, hebben we het ook gehad over de Diaboloverbinding. Als alles goed verloopt, brengt die Diaboloverbinding de Antwerpenaar vanuit het Centraal Station straks in 20 minuten naar Zaventem. We zouden het Antwerps zakenleven een veel grotere dienst bewijzen dan met het redden van de luchthaven van Deurne, door te voorzien in een soort incheckbalie in het Centraal Station, want dan zou er een veel bredere waaier van zakenverbindingen opengaan voor de Antwerpse zakenwereld. Hoe ver staat het in de onderhandelingen met de NMBS of de federale overheid over het creëren van zo´n incheckbalie met een automatische bagagetransfer naar Zaventem? Welk perspectief kunt u het Antwerps zakenleven, maar ook de toeristen bieden op dit vlak?
De voorzitter: Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw Annick De Ridder: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, collega´s, ik sluit me graag aan bij de vraagstellers. Ik had zelf ook een vraag, maar ik was te laat en daardoor zie ik me nu verplicht om me aan te sluiten. Zoals u wellicht wel weet, ben ik veeleer als een soort fan van de luchthaven van Deurne te beschouwen.
Mijnheer Penris, voor alle duidelijkheid: ook minister Van Mechelen is er een voorstander van. U was daar nogal onzeker over.
Mijnheer de minister-president, ik ben het volledig met de heer Penris eens dat we waakzaam moeten zijn over de goede verdere afwikkeling van deze zaak, maar ik ben het er niet mee eens dat er niets zou zijn gebeurd sinds 2004. Ik ben daarom enorm verheugd over de nieuwe verankering van de luchthaven als volwaardige zakenluchthaven. Dit stond al in het regeerakkoord, maar werd nu nogmaals bevestigd in de regeringsbeslissingen van de laatste weken. Even was er wat dissidentie vanuit sp.a-hoek, en die wordt vandaag deels bevestigd, maar na de beslissing meen ik toch te mogen concluderen dat alle regeringspartners er zich volledig achter scharen.
Ik ben ook heel tevreden met de bevestiging van de pps-constructie. In die pps-constructie zijn partners zoals de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Antwerpen, Diamant en het Havenbedrijf volledig en volwaardig aanwezig.
Het dossier-Deurne is erdoor, en ook belangrijk is dat in één ruk de Vlaamse Regering ook het engagement op zich heeft genomen om de hele verkeersellende van de R11 op te kuisen. Vergist u zich niet, die verkeersellende zou er ook zijn zonder de luchthaven. Ik zou het ook eens van de andere kant willen bekijken. We kunnen ook zeggen dat de luchthaven van Deurne eindelijk als hefboom dient of kan worden beschouwd om de problematiek van de R11 te beslechten. Het gaat om de ondertunneling van de Robianostraat, het kruispunt Herentalsebaan, maar ook om het kruispunt met de N1, het kruispunt van Morstel, want als ik me niet vergis krijgt minister Crevits tot juni 2009 tijd om er een grondige oplossing voor te vinden.
De maatregel werd genomen om de doorstroom van de R11 mogelijk te verbeteren. En, mijnheer Daems, de stad wil er geen parkweg van maken, maar een weg die de doorstroming van het verkeer kan slikken! De bijkomende bedrijventerreinen en kantoren zullen immers 3000 werknemers genereren. Uiteraard spreekt het vanzelf dat de R11 dan een vlotte doortocht mogelijk zal moeten maken.
Het nieuwe bedrijventerrein of de kantoren zijn trouwens geen overbodige luxe. We bevinden ons momenteel aan de ondergrens van wat in het Structuurplan Vlaanderen wordt voorzien. Het is helemaal niet zo dat de Vlaamse Regering een ´folietje´ wil. We hebben ze nodig, we bevinden ons aan de ondergrens en de kantoorruimte moet er komen.
Naast de maatregel om de doorstroming van de R11 te verbeteren, is er ook van alles op til op het vlak van mobiliteit. Ik ben het niet eens met sommige verklaringen dat niet wordt gedacht aan de mobiliteit of dat er geen visie op mobiliteit zou zijn. Het aantal buslijnen zal worden opgetrokken en er zal openbaar vervoer worden ingelegd.
Mijnheer Peumans, er zal ook worden onderhandeld met de NMBS over een treinhalte. Er wordt dus wel degelijk nagedacht over mobiliteit.
Mijnheer Martens, ik wil het nog even hebben over uw bewering over een incheckbalie. Het wordt dringend tijd om te stoppen met dit te bekijken als een of-ofverhaal. Dit is voor onze fractie heel nadrukkelijk een en-enverhaal. Wij maken er ook geen problemen van dat in het kader van het openbaar vervoer bus en tram en trein naast elkaar worden ontwikkeld. Net zoals het geval is voor het openbaar vervoer, vinden wij dat een internationale luchthaven en een zakenluchthaven perfect complementair kunnen zijn.
Heel deze discussie is feitelijk achterhaald. Het is goed dat we de discussie voeren en dat we onze bemerkingen meedelen aan de minister-president, maar de discussie werd gevoerd. Dat werd ook al bevestigd in de beslissingen van de Vlaamse Regering. Sindsdien heb ik maar van één nieuw element gehoord: de milieuvergunning. Dat is de ´key question´ die er dit weekend is bijgekomen.
Mijnheer de minister-president, ik begrijp dat in een eerste communicatie werd gezegd dat de vernietiging van de milieuvergunning zou worden bekeken en dat de argumentatie van het arrest zou worden gelezen. Is dat inmiddels gebeurd? Werd dit onderzocht? Wat zal de houding van de Vlaamse Regering zijn? Wat zijn, en dit interesseert me in het bijzonder, de verdediging, de houding en de argumentatie geweest van het Vlaamse Gewest in de gevoerde procedure voor de rechtbank?
De voorzitter: De heer Caluwé heeft het woord.
De heer Ludwig Caluwé: Collega´s, toen ik daarnet de heer Penris hoorde zeggen dat er de voorbije periode over de luchthaven van Deurne niets zou zijn beslist, dacht ik: die man is opgestegen uit zijn doolhof, maar hij is blijven stijgen en bevindt zich ondertussen op een andere planeet.
Blijkbaar heeft hij niet vernomen dat er een extra ministerraad is geweest en dat er terdege beslissingen werden genomen. De regering heeft beslist om de halve bocht aan te leggen in de vorm van een halve tunnel. Daardoor kan de aanleg van de veiligheidszone gebeuren voor de helft van de prijs waarin aanvankelijk werd voorzien voor de intunneling. Hierdoor kunnen middelen worden uitgespaard en wordt het makkelijker om mobiliteitseisen op te leggen aan het bedrijventerrein. Ook die mobiliteitseisen werden geformuleerd, zodat er waarborgen zijn om de al bestaande en bijzonder moeilijk op te lossen mobiliteitsproblematiek in het zuiden van Antwerpen niet al te zeer te verzwaren. Er worden bijkomende modaliteiten ingebouwd door de intunneling aan de Robianostraat en aan de Herentalsebaan.
Mijnheer de minister-president, de mobiliteitsproblematiek in de zuidrand van Antwerpen is hier al uitvoerig aan bod gekomen. Het is een bijzonder groot probleem, maar iedereen zal het met me eens zijn dat het grootste knelpunt het kruispunt van de R11 en de N1 is. Daarom dus mijn vraag: hoe moet ik de beslissing van de regering op dit vlak interpreteren?
De voorzitter: Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Daems, ik heb er geen probleem mee om te erkennen dat de Krijgsbaan momenteel met grote congestieproblemen kampt. U weet ook wat het standpunt van onze fractie is. In het verleden is al meermaals gebleken dat de problematiek deels - en ik ben hierin eerlijk: deels - wordt veroorzaakt door het beleid van de stad Mortsel. Als men een belangrijke doorstromingsbaan, een gewestbaan, de N1, zodanig versmalt dat er geen doorstroming meer mogelijk is, dan legt men heel de regio lam. Het is dan al te gemakkelijk om nu van aan de zijkant te staan roepen dat de Krijgsbaan moet worden aangepast en dat de luchthaven geen uitbreiding mag kennen wegens de mobiliteitsproblemen. Ik vraag me af of u de mobiliteitsproblemen gebruikt om de luchthaven tegen te houden of dat u misschien toch voorstander van een uitbreiding van de luchthaven zou zijn indien er geen mobiliteitsproblemen meer zouden zijn. Ik geloof veeleer in het eerste.
Mijnheer de minister-president, het is belangrijk voor de regio en voor de Antwerpse economie dat de luchthaven van Deurne alle kansen krijgt. We moeten dat durven erkennen. Ik heb in deze commissie al meermaals aangedrongen op een beter mobiliteitsbeleid in onze regio. Ik heb al talrijke vragen gesteld over de studie over onze regio, maar ik heb het gevoel dat we ter plaatse blijven trappelen. Ik zou u willen vragen om er eens bij uw collega-ministers op aan te dringen om wel degelijk werk te maken van die studie, om rekening te houden met de vragen en de noden van de burgemeesters van de Zuidoostrand van Antwerpen en om de problematiek nu eindelijk eens aan te pakken. Het blijft nu enkel bij meer openbaar vervoer. Ik denk echter dat er andere structurele maatregelen nodig zijn om de problematiek in onze regio op te lossen.
Er moet ook geld voorhanden zijn. Nu blijkt opeens dat er wel geld voorhanden is om een aantal kruispunten aan te passen. Ik denk echter dat er meer geld nodig is om de problemen in deze regio op te lossen.
De voorzitter: Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters: Ik zal antwoorden op de vragen en interpellaties die aan mij gericht zijn. De vragen die aan de vakministers zijn gesteld, zullen op een later moment beantwoord worden. Daarin zal dieper op de materie worden ingegaan. Ik moei me niet met de domeinen van mijn collega´s. Mevrouw Van den Eynde, u hebt het bijvoorbeeld over de mobiliteitstudie en de uitvoering daarvan. Minister Van Brempt heeft daar echter het eerste woord over.
Het ontwerp van decreet over LEM/LOM zal hier binnenkort ter bespreking en goedkeuring worden voorgelegd. Dan kan daar uitgebreid over gediscussieerd worden. De heer Martens zegt dat de lasten gesocialiseerd worden en de winsten geprivatiseerd. Nochtans is in Oostende de heer Vande Lanotte, om geen namen te noemen, een groot voorstander van de LEM/LOM structuur.
Het is belangrijk dat we een duidelijk onderscheid maken tussen de opdrachten van de overheid zoals de veiligheidsaspecten en -kosten en de opdrachten van een privépartner zoals het exploiteren van een luchthaven. Dat is heel wat genuanceerder dan de uitspraak die zonet is gedaan.
Antwerpen zit niet in de LEM/LOM-constructie. In het regeerakkoord is verwezen naar de beslissing van de vorige regering. Op basis daarvan heeft de huidige regering beslist de pps voort te zetten. Zoals afgesproken zal ook voor Antwerpen een oplossing worden gezocht. Dat staat in het regeerakkoord.
De drie regionale luchthavens moeten zich op dezelfde manier ontwikkelen. Ook al heeft Antwerpen een oplossing sui generis, toch moeten we in dat dossier belangrijke stappen vooruit zetten.
Mijnheer Penris, in mijn vorige functie heb ik heel wat inspanningen gedaan om de problematiek van Borsbeek op te lossen. Ook daar beweerden sommigen, ook in deze commissie, dat ik er nooit in zou slagen een akkoord te sluiten met de burgemeesters. Ik ben daarin geslaagd. De eerste opdracht is immers het openhouden van de luchthaven en het garanderen van de veiligheid. In het kader van de veiligheidsvoorschriften moeten we in 2009 aantonen dat er serieuze stappen vooruit worden gezet in dit dossier. Er zit dus enige druk op dit dossier.
De ingediende interpellaties hebben de regering ertoe gebracht een speciale ministerraad te organiseren om dit probleem aan te pakken. Ik kan hier dan ook met een geruster gemoed antwoorden en verwijzen naar de beslissing van de voltallige Vlaamse Regering op basis van de pps, de mobiliteitstudie en de ontwikkeling van de bedrijventerreinen.
Mevrouw De Ridder heeft gelijk dat, als we de zaken positief bekijken, de luchthaven ook zorgt voor heel wat bijkomende beslissingen over mobiliteit. Mevrouw Van den Eynde heeft erop gewezen dat er nu al mobiliteitsproblemen zijn. Sommigen willen dat misschien niet zien. Doordat we het luchthavendossier in een hogere versnelling hebben gebracht, hebben we ook bijkomende maatregelen getroffen die de mobiliteit op een duurzame manier zullen oplossen.
Mijnheer Daems, het verbaast me over welke documenten u allemaal beschikt. Het is echter de opdracht van de oppositie die te verzamelen. Het is leuk om daaruit te citeren, zeker voor u. Als dossiers worden voorbereid en studies worden opgemaakt, dan worden die besproken en kennen zij hun verder verloop. Ik noem dat het voortschrijdend inzicht, mijnheer Peumans.
Mijnheer Daems, u verwijst naar rapporten die zelfs nog niet op de raad van bestuur van PMV zijn geweest. Het is altijd interessant na te gaan wie er belang bij heeft dat dit uitlekt. Dat bemoeilijkt de situatie. Mijnheer Penris, u hebt gelijk wanneer u verwijst naar de klassiekers. Wat de luchthaven van Deurne betreft, moet men getuigen van de nodige taaiheid, volharding en karakter om dat dossier tot een goed einde te brengen. Heel de Vlaamse Regering wil dit dossier doen landen. Geen enkele collega uit de Vlaamse Regering is voorstander van een sluiting van de luchthaven. We moeten de hindernissen wegwerken en daarbij de kalmte bewaren. Dit dossier heeft al heel wat watertjes doorzwommen.
Wat PMV betreft, heeft minister Van Mechelen al heel wat werk geleverd. Minister Van Brempt heeft zich beziggehouden met de mobiliteit, en minister Crevits heeft zich gebogen over de infrastructuur. Die verschillende afspraken moeten als een puzzel in elkaar passen.
De pps, een problematiek waar minister Van Mechelen heel intensief mee bezig is geweest, moet gefinaliseerd worden. Daar zijn afspraken over gemaakt. Wat die pps betreft, brengt het consortium 13 miljoen euro in, gespreid over een periode van drie jaar. De Vlaamse Regering brengt via PMV 4 miljoen euro in, gespreid over drie jaar. Het Havenbedrijf brengt 125.000 euro in, de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Antwerpen 125.000 euro en de Hoge Raad voor Diamant 250.000 euro. Dat is eenmalig, mijnheer Daems. In totaal gaat het dus over 17,5 miljoen euro. Het consortium is goed voor 74,3 miljoen euro, PMV voor 22,8 miljoen euro en de rest volgt.
Daarnaast geeft PMV een achtergestelde lening voor 9 miljoen euro, gespreid over drie jaar. Dat gebeurt volgens de regels van de kunst. Wat die 50/50 betreft, worden de afspraken uit het regeerakkoord nagekomen.
Daartoe engageren de partners zich. Als de pps wordt gefinaliseerd, dan is de zaak volledig af. Het is belangrijk dat de pps overeind blijft binnen de afspraken die zijn gemaakt. Er is dus geen plan B nodig.
ATV heeft me gevraagd wat ik zou doen als bijvoorbeeld de Hoge Raad voor Diamant niet meer zou meespelen. Ik heb daarop geantwoord dat de pps dan moet worden herbekeken. Dat is nu het geval. Als die pps niet overeind blijft, dan moeten we een LEM/LOM-structuur ontwikkelen zoals in Oostende en Kortrijk. Wat we doen voor Oostende en Kortrijk is het minste dat we ook voor Deurne kunnen doen. Ik wil echter het regeerakkoord naleven.
Ik ga ervan uit dat iedereen de beslissing van de Vlaamse Regering kent. In eerste instantie zal hier het ontwerp van decreet over LEM/LOM worden besproken. Ik heb ook geantwoord op de vraag over de samenstelling van het kapitaal van de pps en het respect voor de onderlinge verhoudingen. In de beslissing van de ministerraad van vorige woensdag wordt de minister die bevoegd is voor het economische overheidinstrumentarium ermee belast, met het oog op een definitieve beslissing, PMV op te dragen het pps-dossier volledig uit te werken binnen de geschetste contouren. Binnen de Vlaamse Regering wordt dan de definitieve beslissing genomen.
Verder is ook beslist de zeer interessante oplossing van de ondertunneling van de Krijgsbaan met een kleine omleiding en een halfopen tunnel, GRUP ´R11-omleiding luchthaven Antwerpen´, doorgang te laten vinden. Er moet nog een bouwvergunning worden afgeleverd. Ook dat heeft zijn verloop, maar ook daar is de beslissing genomen om daarmee door te gaan.
Mijnheer Daems, minister Van Brempt heeft er terecht heel nadrukkelijk op gewezen dat we geen luchthaven voort zullen dynamiseren en een bedrijventerrein ontwikkelen als iedereen daar zal stilstaan, zoals u denkt. U denkt misschien dat enige naïviteit ons eigen is, hoewel ik een goede opleiding heb gekregen. Zo idioot zijn we echter niet. In ons eigen belang moet er natuurlijk een oplossing komen wat die mobiliteit betreft. Als iedereen daar vastzit en die bussen er niet kunnen rijden, dan zou alleen al de privé-investeerder zich afvragen waarom hij daar een bedrijventerrein zou ontwikkelen: hij kan er immers niet geraken, en als hij er wel geraakt, kan hij er niet meer weg. De zorg die u hebt, heb ik dus ook, net als de privé-investeerders. Zij investeren immers hun eigen geld omdat ze ervan overtuigd zijn dat dit rendabel is en dat er oplossingen zullen komen qua mobiliteit.
Minister Van Brempt heeft daar een mobiliteitseffectenstudie laten uitvoeren. Er was enige druk om die zo snel mogelijk te voltooien. We hebben hier een aantal beslissingen genomen. Nu kunt u de wijsheid van deskundigen altijd in vraag stellen. Er zijn altijd grotere en wijzere deskundigen. Nu vindt u de studie weer niet volledig, of kijkt u er anders tegen aan.
De heer Rudi Daems: De politieke gevolgen die u eraan geeft. Dat is het probleem.
Minister-president Kris Peeters: De politieke gevolgen zijn dat we dat mobiliteitseffectenrapport in bijna al zijn facetten uitvoeren. Ik kom daar straks nog op terug.
Ik kan alle beslissingen nog eens overlopen die zijn genomen op basis van dat rapport. Minister Van Brempt - maar ook minister Crevits - heeft dat zeer zorgvuldig goedgekeurd. Moet ik dat overlopen, mijnheer Daems? U hebt dat.
Ik zal het toch even overlopen. Het gaat hier over een beslissing van een regering. Het is dus niet zo dat even wordt gekeken van welke kant de wind komt. Met betrekking tot de aanpak van de mobiliteitsknelpunten heeft de regering beslist dat het voorkeursscenario van het kruispunt van de R11 met Gasthuishoeven in overleg met het Agentschap Wegen en Verkeer en in de verdere onderhandelingen met de pps-partner moet worden bepaald. Dat kan pas volledig worden voltooid als die onderhandelingen met de pps-partner zijn afgerond. Dan komt het terug op de agenda van de regering.
De regering heeft verder beslist de Vlaamse minister bevoegd voor Openbare Werken te gelasten de uitvoeringsstudie van de concepten uit het mobiliteitseffectenrapport voor de luchthaven van Antwerpen voor de gevaarlijke punten van de R11 met respectievelijk de de Robianostraat en de Herentalsebaan vanaf de jaren 2009-2010 te gunnen, in het kader van het project van het wegwerken van gevaarlijke punten. Dat is verschrikkelijk snel. De minister wordt tevens opgedragen de lopende aanbestedings- en vergunningsprocedure voor de gevaarlijke punten van de R11 met de twee voornoemde straten stop te zetten. De timing is dus heel duidelijk. Vanaf 2009-2010 wordt er gegund. Daar we die mobiliteitsproblematiek zeer ter harte nemen, zullen we dat in dat kader bekijken.
Dan is er het verkeersplein in Wommelgem. Mijnheer Daems, u mag het ook voorlezen.
De heer Rudi Daems: Dat zijn publieke documenten.
Minister-president Kris Peeters: Ik heb daar geen enkel probleem mee. Ik ben altijd een tegenstander van asymmetrische informatieposities, hoewel het me soms verbaast dat u bepaalde documenten hebt. (Gelach)
Met betrekking tot het verkeersplein in Wommelgem gelast de regering de Vlaamse minister bevoegd voor Openbare Werken een voorstel van aanpassing, inclusief kostenraming, op te maken, in navolging van de conclusies van de MER-procedures in het kader van het Economisch Netwerk Albertkanaal (ENA), zodat die conclusies kunnen worden verwerkt in het ontwerp en er kan worden bepaald op welke manier de werken aansluitend kunnen worden aangepakt. Het heeft natuurlijk geen enkele zin om de twee punten die ik daarnet heb vernoemd aan te pakken, als we niet ook het punt van Wommelgem aanpakken. Die formulering kan niet duidelijker.
U had het dan over het volgende punt. Wat het kruispunt van de N1 en de R11 betreft, wordt de minister van Openbare Werken gelast voor juni 2009 te onderzoeken of er andere dan de tot nu toe gekende aanpassingsmogelijkheden zijn dan de korte en de lange bypass zoals bekeken in het kader van het streefbeeld voor de R11, die enig soelaas zouden bieden voor de afwikkeling van de geraamde bijkomende 25 percent van de verkeersstroom die het bedrijventerrein zal genereren. Alles volgt dus op elkaar. Mijnheer Daems, wij willen datgene voorkomen waarvoor u vreest. Het is op andere plaatsen al eens gebeurd dat het ene volledig af was, terwijl men met het andere nog nergens stond. Het is heel belangrijk dat we dat maximaal in elkaar laten schuiven. Samen met u wil ik er alles aan doen om ervoor te zorgen dat, als dat bedrijventerrein er is, er ook een ontsluiting is en dat mobiliteitsprobleem maximaal wordt opgevangen. Mochten we daar immers niet in slagen, dan zou dat een zware hypotheek leggen.
Verder heeft de regering me verzocht te onderhandelen met de federale NMBS-voogdijminister over het verwezenlijken van stopplaatsen ter hoogte van de bedrijfssite. Ook dat is heel belangrijk. Als er voldoende reizigers zijn, zal ik heel gemakkelijk kunnen aantonen dat dit station nodig is. Sommige aanwezigen hadden het over een ´stationnetje´. De NMBS gaat natuurlijk niet zorgen voor een stationnetje als er geen reizigers zijn. Mijnheer Daems, u moet er ook rekening mee houden dat dat bedrijventerrein, als dat allemaal lukt, 3000 à 3500 bijkomende arbeidsplaatsen zal creëren. Rekening houdend met de situatie in de Antwerpse regio, ga ik ervan uit dat dit ook een zorg van u is. Ik ga ervan uit dat ook u daar eens ernstig over wilt nadenken, als dat kan worden verwezenlijkt, en dat u wilt bekijken hoe we dat mobiliteitsprobleem kunnen aanpakken.
Ik zal niet alles overlopen. Er zijn tien punten. Ik wil de beslissing van de ministerraad graag overmaken. Er zijn ook een aantal bepalingen rechtstreeks uit het mobiliteitseffectenrapport overgenomen. Mijnheer Daems, u hebt daarnaar verwezen. Dan gaat het over die 110.000 vierkante meter.
Die mobiliteit is heel belangrijk. We hebben ter zake belangrijke beslissingen genomen. De eventuele zorg dat dit in elkaar moet vloeien, kan ik volledig delen. We moeten er nu alles aan doen om ervoor te zorgen dat de vooruitgang in dit dossier niet alleen een vooruitgang is met betrekking tot pps en bedrijventerreinen, maar dat ook qua mobiliteit gelijke tred wordt gehouden. Ik ben ervan overtuigd dat, als we dat alles doen en dit goed in elkaar schuiven, we een duurzame mobiliteit kunnen garanderen.
Dan is er de kwestie van het voetbalstadion. Elke vraag verdient een antwoord. We bevinden ons in een proces waarbij in eerste instantie minister Van Mechelen, maar ook de ministers Van Brempt en Crevits en ikzelf betrokken zijn. Samen met de stad zijn we bezig met een proces dat moet uitmonden in de selectie van één locatie. Dat proces is volop bezig. Ik vind dat dat vrij goed loopt. We gaan dat nu ook doen voor een ander proces dat wat minder goed liep, namelijk dat van het voetbalstadion in Brugge. Dat lijkt me de goede manier. Ik ga hier geen uitspraken doen buiten dat kader, omdat dat dan weer andere vormen van commotie zou teweegbrengen.
De werkwijze die we samen met de stad Antwerpen volgen, is de juiste, om te voorkomen dat er in de media wordt gediscussieerd over wat het nu precies gaat worden. Ik hoop dat we zowel in Antwerpen als in Brugge, maar ook op andere plaatsen, een consensus kunnen bewerkstelligen die kan worden gesteund door de stadsbesturen. U hebt geciteerd wat de mobiliteitseffectenstudie zegt over de veiligheidsvoorschriften en dergelijke. Ik zal daar geen verdere commentaar op leveren.
Wat de milieuvergunning betreft, is het zo dat het ministerieel besluit van 30 december 2004 door de Raad van State is vernietigd. Ik wil hier echter onderstrepen dat er ook een arrest is van 5 juli 2005, waarin de vordering tot schorsing in dit dossier is verworpen, wegens het niet voldoen aan de voorwaarde van het moeilijk te herstellen ernstig nadeel. Er was dus een vernietiging en een schorsing gevraagd. Het schorsingsberoep is verworpen. Wel heeft het arrest van 8 mei 2008 het ministerieel besluit van 30 december 2004 vernietigd. Die vernietiging was procedureel van aard.
De vraag is nu wat de gevolgen zijn van die vernietiging. Het is heel belangrijk dat dit arrest nog niet is betekend aan onze raadsman. Vanaf het ogenblik dat het arrest is betekend, beschikt de bevoegde minister, minister Crevits, opnieuw over een termijn van vijf maanden om een nieuwe beslissing te nemen. Mijn stelling is dat, bij annulatie van het in beroep genomen besluit, we opnieuw terechtkomen in een situatie waarbij het administratief beroep pas is ingesteld. Dat betekent dat we terugvallen op het besluit van de bestendige deputatie van 17 juni 2004. Als er een discussie is tussen juristen, moeten we altijd goed opletten. Ik kan dat zeggen, omdat ik zelf lang geleden die opleiding heb genoten. Dat is echter het standpunt dat de administratie inneemt. Ik ga ervan uit dat dit het juiste standpunt is.
Mijnheer Martens, uw vraag betrof de verhouding tussen het ministerieel besluit van de toenmalige minister van Openbare Werken en het besluit van de bestendige deputatie van 17 juni 2004. Daartegen werden heel wat beroepen ingesteld. De vorige minister heeft daar grondig over beraadslaagd. Er zijn een aantal aanpassingen doorgevoerd, met name over de training- en touringvluchten op zaterdag en zondag. In het ministerieel besluit zijn de voorwaarden gewijzigd. De luchthaven moet nu ook een milieuco?rdinator van het tweede niveau in dienst hebben. Wat het cumulatief mach, het aantal potentieel ernstig gehinderden en het aantal inwoners binnen de LDN-geluidscontouren van 55 dBa betreft, zijn bepaalde wijzigingen aangebracht. Door de vernietiging van dat besluit door de Raad van State vallen we nu terug op het oorspronkelijke besluit van de bestendige deputatie.
Mijnheer Daems, de hele discussie over het al dan niet uitvoeren van een MER is al aan bod gekomen toen ik nog een andere functie als minister had. Uw collega, Europees parlementslid Bart Staes, heeft een schriftelijke vraag gesteld aan eurocommissaris Dimas. Ik ben hem daar ook dankbaar voor. Commissaris Dimas heeft toen geantwoord:?It is the Commission´s opinion that the operation of ports and airports cannot be considered as projects within the meaning of article 1 of the directive??. U moet dat antwoord er eens op naslaan. Het is goed alle argumenten eens op een rijtje te zetten.
De rechtbank en de Raad van State hebben beslist in alle wijsheid. Het is nu aan minister Crevits om te zorgen voor de verdere toepassing.
Mijnheer Daems, iedereen tracht natuurlijk zijn gelijk te krijgen. Dat is geen enkel probleem in een rechtsstaat. Ik heb daarnet al gezegd dat we nu teruggrijpen naar het besluit van de bestendige deputatie. Na de betekening van het vonnis zal minister Crevits rustig de tijd nemen om alle argumenten op een rijtje te zetten en een nieuw besluit te nemen. Op dat moment zal ze ook de nodige informatie en antwoorden geven op alle mogelijke vragen.
Het besluit van de vorige minister is met zorg opgemaakt. We hebben daarover zelfs gediscussieerd. De vraag tot schorsing is niet in aanmerking genomen. Minister Crevits zal daarover de nodige argumentatie ontwikkelen.
Mijnheer Martens, ik dacht daarnet dat u het over Oostende had. Het bleek echter over Zaventem te gaan. Er zijn nog een aantal vragen die aan de bevoegde minister moeten worden gesteld. Ik kan daarover geen uitspraken doen.
Wat de incheckbalie aan het Centraal Station betreft, verwijs ik naar het bestuursakkoord van de stad Antwerpen. (Opmerkingen van de heer Bart Martens)
Ik heb dat akkoord niet onderhandeld. Het is de stad Antwerpen die graag een incheckbalie zou willen. Misschien is de informatie waarover ik beschik niet volledig, maar tot nu toe zijn er geen inspanningen in die zin gedaan. De stad Antwerpen zou graag hebben dat er een incheckbalie komt in het Centraal Station. Ik ga ervan uit dat ze dat ook doet voor de eigen luchthaven. U kunt daarover vragen stellen in de gemeenteraad. (Opmerkingen van de heer Bart Martens)
Ik had niet begrepen dat ik moest instaan voor de uitvoering daarvan. (Gelach)
De stad Antwerpen had dat ook niet gevraagd. Als vanavond daarover een ander antwoord wordt gegeven, dan zult u me dat zeker zeggen.
Mijnheer Daems, u had een vraag over de E313. Ik stel voor dat u minister Crevits of minister Van Brempt daarover ondervraagt.
Mevrouw De Ridder, u was zeer tevreden, waarvoor mijn grote dank. (Gelach)
De vragen over de vernietiging van de milieuvergunning heb ik voldoende beantwoord.
Mevrouw Van den Eynde, u verwijst naar de mobiliteitsstudie in de regio. Ik ga ervan uit dat u die vraag nog eens aan de bevoegde minister stelt.
Mijnheer de voorzitter, ik ga ervan uit dat alle vragen beantwoord zijn. De commissieleden kennende zullen ze het niet met me eens zijn. Op vragen die ik over het hoofd heb gezien of die ik onvoldoende zou hebben beantwoord - quod non -, wil ik graag antwoorden.
De voorzitter: De heer Penris heeft het woord.
De heer Jan Penris: Mijnheer de minister-president, wat mij betreft, zijn alle vragen beantwoord. Uit uw antwoord onthoud ik dat u met heel uw regering, en dus ook met de partij van de heer Martens, blijft vasthouden aan een rendabele luchthaven voor Deurne. U blijft geloven in een pps-constructie. U zegt dat de pps-constructie zoals ze op dit moment is geconcipieerd, leefbaar is. U brengt rechtstreeks 17,5 miljoen euro bij elkaar. Op dat vlak zijn er in elk geval een aantal engagementen. Via een achtergestelde lening brengt u nog eens 9 miljoen extra in. We nemen aan dat dit voldoende is om datgene te realiseren wat gerealiseerd moet worden.
U blijft bij uw standpunt dat de Krijgsbaan mag worden omgevormd tot een min of meer ingetunnelde versie. Ook dat is niet onbelangrijk. U blijft erbij dat er naast de luchthaven een bedrijventerrein zal worden gerealiseerd, waar we 3000 à 3500 mensen tewerk kunnen stellen. U suggereert ook dat het voetbalstadion op deze site geen optie is. U schuift wel de hete aardappel door naar de stad Antwerpen. Ik heb daar begrip voor. Ook andere collega´s geven aan dat een stadion op die plaats geen optie is.
Over de milieuvergunning zegt u heel duidelijk dat we ons nu moeten blijven beroepen op wat de bestendige deputatie op 17 juni 2004 heeft vastgelegd. U geeft ook aan dat wat de toekomst betreft, we minister Crevits voldoende tijd moeten gunnen om maatregelen ten gronde te nemen.
Ik wil ook nog even reageren op uitspraken van een aantal collega´s. De heer Daems had vragen over de financiering. Daarop is een afdoend antwoord gekomen. Hij had bedenkingen bij het mobiliteitsvraagstuk om en rond de nieuwe luchthaven. Ook daarop is voldoende geantwoord.
Mevrouw Van den Eynde heeft er terecht op gewezen dat de heer Daems en zijn partij in dezen boter op hun hoofd hebben, zeker als we zien hoe de stad Mortsel een aantal opties heeft genomen die de hele mobiliteit in de regio hebben gehypothekeerd.
De heer Martens, wiens partij uitdrukkelijk voorstander is van het openhouden en uitbreiden van de luchthaven van Deurne, heeft toch een aantal kanttekeningen geplaatst bij het mogelijk socialiseren van een aantal kosten. Ik zou graag weten of de heer Martens ook een voorstander is van het socialiseren van bijvoorbeeld de Diabolokosten. Wellicht zal hij vandaag niet op die vraag antwoorden.
Mevrouw De Ridder stelt namens haar partij, maar ik neem aan ook namens de Antwerpse meerderheid, dat Antwerpen geen voorstander is van het hervormen van de Krijgsbaan tot een soort parkweg. Ik kan daarmee leven.
Ten slotte was er nog de tussenkomst van de heer Caluwé. Ik had eerlijk gezegd gehoopt dat de heer de Kort namens de CD&V zou tussenkomen. Hij heeft dat dossier destijds immers mee voorbereid achter de schermen en heeft daar veel goeds voor gedaan.
De heer Caluwé was nogal kort van stof. Hij vroeg zich af of ik op de planeet Mars zat. Ik zit inderdaad op de planeet Mars en ik hoop dat u daar ook allemaal zit. Er is deze week namelijk een heel interessant ruimtetuig geland op de noordpool van Mars, de Phoenix. Dat ruimtetuig is daar maar kunnen landen omdat er mensen zijn die in de lucht- en ruimtevaart blijven geloven. Ik geloof ook dat onze toekomst voor een stuk op die planeten zal moeten worden gerealiseerd. Wij zullen dat maar kunnen, omdat wij de kans hebben gehad om te investeren in luchtvaart en ruimtevaart.
Destijds waren wij in Vlaanderen mee pioniers. Mijn grootvader nam mij destijds mee naar de luchthaven van Deurne en vertelde over de pioniers baron de Caters, Olieslagers, Stampe, Vertongen, enzovoort. Hij had dat allemaal zien gebeuren en vertelde dat ik later andere dingen zou zien gebeuren. Ik hoop dat ik aan mijn kleinkinderen kan zeggen dat we niet alleen op Mars zijn geland, maar dat we ook verder zijn geraakt. Ik hoop dat wij de generaties die na ons komen, dezelfde kansen geven die de generaties voor ons hebben gehad en die wij nu zouden moeten hebben.
Collega´s, ik ben een beetje emotioneel wanneer ik over de luchthaven van Deurne spreek. Ik heb een zeker vooroordeel. Ik hoop dat velen dat met mij blijven hebben.
De voorzitter: De heer Daems heeft het woord.
De heer Rudi Daems: Mijnheer de minister-president, ik dank u voor uw vurige en soms overtuigende repliek, maar hij heeft mij toch niet helemaal overtuigd. Ik vind het ook merkwaardig hoe het inzicht rond een visie op pps vanuit de Participatiemaatschappij Vlaanderen op twee weken tijd kan voortschrijden. Het is heel merkwaardig hoe snel dat inzicht is geëvolueerd, maar ik wil het debat daarover nu niet opnieuw voeren.
Ik wil nog even terugkomen op het grote pijnpunt, namelijk de mobiliteitsproblematiek. Er zijn vandaag problemen, en het mobiliteitseffectenrapport zegt dat je zaken als de de Robianostraat met een tunnel moet aanpakken om alleen al de autonome groei op te vangen. U hebt vakkundig geciteerd uit de regeringsbeslissing, maar de twee punten die eigenlijk het fundamentele antwoord moeten vormen, worden naar juni 2009 of zelfs later verschoven.
Het is een illusie te denken dat het probleem opgelost wordt met een investering van een paar miljoen euro in de Krijgsbaan, met de omleiding en de ondertunneling ter hoogte van Borsbeek. Daar ben ik ben van overtuigd. Wanneer minister Crevits dan met een voorstel moet komen dat de mobiliteitsstromen die van de andere kant komen mee moet afleiden op de autostrades, zullen de echte problemen pas komen.
Mijn kernvraag blijft dan ook dezelfde: wat is het engagement dat deze Vlaamse Regering ten aanzien van het consortium is aangegaan om een verhoogde financiële verantwoordelijkheid op te nemen? Dat engagement is volgens mij dat bedrijventerrein. Maar aan de andere kant zegt u dat u het bedrijventerrein niet gaat realiseren als de problemen niet opgelost zijn.
In het laatste puntje, dat u niet geciteerd hebt, zegt u dat de beslissing rond het bedrijventerrein niet mag vooruitlopen op de oplossing van de mobiliteitsproblemen. Ik concludeer daaruit dat dit geen zaak meer is voor de huidige regering, net zomin als de beslissing over het bedrijventerrein. Dat moet tenminste de conclusie zijn als u consequent bent ten aanzien van wat u daarnet hebt gezegd.
Daaraan verbonden is de fundamentele visie op wat we met de Krijgsbaan willen aanvangen. Eén mogelijkheid is dat u kiest voor een autosnelweg. In dat geval moet u consequent zijn en alles ondertunnelen vanaf de Herentalsebaan tot aan de E19. Dat is niet onze keuze, maar het is een mogelijkheid.
Mevrouw De Ridder, de stad Antwerpen is wat dat betreft een andere mening toegedaan. U moet het rapport van de MOBER er maar eens op nalezen. De stad Antwerpen zegt daar zwart op wit dat ze de R11 als parklaan gecategoriseerd wil zien. Men vraagt dus een downgrading van een primaire weg naar een verbindingsweg. Mortsel is overigens diezelfde mening toegedaan, maar in dezen moet vooral de stad kleur bekennen, net als de Vlaamse Regering.
Mijnheer de minister-president, het is belangrijk dat er jobs komen, laat dat duidelijk zijn. Maar in ons compleet, soms onoordeelkundig, volgebouwde Vlaanderen vormt een bedrijventerrein op die locatie een bijkomende ruimtelijke miskleun van formaat. We moeten jobs creëren, maar laat ons die creëren op goede plaatsen. En die site is geen goede locatie, als daar bijkomende mobiliteit aan vasthangt.
Wat de pps betreft, bevestigt u wat ik heb gezegd. Er is een substantieel verlaagd engagement van de diamantsector, en trouwens ook van de provincie en de haven. Welke garantie staat daar tegenover om de private sector - andere private partners, dus - te overtuigen?
Inzake de milieuvergunning verwijst u naar de schorsingsprocedure. Dat is juist, maar 90 à 95 percent van de dossiers die ingeleid worden voor schorsing en vernietiging, halen de schorsing niet. De drempel bij de Raad van State om een schorsing vast te krijgen, ligt zeer hoog. In die zin is dat geen ongewoon gebeuren.
Als uw standpunt ook dat van de regering is, dat finaal ook juridisch onderbouwd zal worden, vraag ik me af wat voor zin het nog heeft om als gemeentebestuur, burger of actiecomité naar de Raad van State te trekken. Als dit de juridische interpretatie is die u eraan geeft, betekent dat dat wanneer een burger of een gemeentebestuur zijn gelijk haalt bij de Raad van State, men automatisch terugvalt op de vorige beslissing, in uw geval meestal van die van de deputatie. Waarom zouden burgers en gemeentebesturen dan zoveel geld investeren in procedures bij de Raad van State?
Mijnheer de minister-president, ondanks een aantal positieve geluiden bij enkele andere collega´s, denk ik dat de wolken rond de pps-constructie nog helemaal niet weg zijn. Het overleven van die constructie hangt volgens mij vast aan het bedrijventerrein, waarover ik toch wat meer duidelijkheid wens. Alles wordt doorgeschoven naar de volgende legislatuur. Daarom wil ik oproepen om eens toekomstgericht na te denken over de locatie van de luchthaven. Ook onze sp.a-collega´s en de burgemeester van Antwerpen hebben daar overigens al een aantal middellange- of langetermijnideeën rond geponeerd. Onze standpunten kent u ook.
Laten we positief en toekomstgericht nadenken om het debat over de luchthaven en alles eromheen te kunnen voeren. Laten we nadenken over een visie die rekening houdt met economie én ecologie, en die ervoor zorgt dat er niet zoveel geld naartoe stroomt.
De voorzitter: De heer Martens heeft het woord.
De heer Bart Martens: Mijnheer de minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Over een aantal zaken ben ik gerustgesteld, onder meer wat betreft de fiftyfiftyregeling voor de inbreng van de private partners. U zegt verder dat we de puzzel ineen moeten laten vallen. Het gaat immers om verschillende beslissingen die op elkaar moeten inhaken. Wat als dat puzzeltje uiteindelijk niet wordt gelegd door de privésector? Daarop heb ik u geen antwoord horen geven. Twee weken geleden heette het in dat uitgelekte rapport van PMV nog dat heel die pps-constructie niet rendabel kon worden gemaakt. Er was sprake van het afhaken van een aantal private partners. Nu blijkt het allemaal wel rendabel, binnen de randvoorwaarden die de regering altijd heeft aangehouden. Maar welke garanties hebt u dat de privésector effectief zijn engagement nakomt, en wat zal er gebeuren als hij de beloofde miljoenen euro niet op tafel legt? Hoe haken de volgende stappen van de besluitvorming op elkaar in?
Wordt er, vooraleer de Vlaamse Regering een definitieve beslissing neemt over het GRUP van de omleidingsweg, al voordien een contract geëist om die PPS-constructie boven de doopvont te houden of niet? Het zal ons maar overkomen, mochten we nu beslissen om die omleidingsweg ruimtelijk in te tekenen en bouwvergunningen af te leveren, dat finaal zou blijken dat die constructie toch nog in elkaar zou stuiken. Voor alle duidelijkheid, collega´s: dat is niet wat ik wens, maar ik vind wel dat we met dat scenario rekening moeten houden. Vandaar mijn vraag - want op dat deel van mijn vraag heb ik geen antwoord gekregen: hoe zitten die vervolgstappen in elkaar? Hoe zien die eruit? Wanneer zal welke beslissing genomen worden? Welke beslissing zal van welke stappen afhangen?
De voorzitter: Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters: Wat de stad Antwerpen betreft: er is v??r de ministerraad van vorige woensdag een overleg geweest met de burgemeester en met een aantal schepenen. We hebben daar tekst en uitleg gegeven. Als u, mijnheer Daems, enig verschil terugvindt tussen de Vlaamse Regering en de stad Antwerpen, kan ik u zeggen dat de burgemeester en de betrokken schepenen ons hebben gezegd dat zij volledig op onze lijn zitten en daar volledig achter staan. De ministers Crevits, Van Brempt en Van Mechelen en ikzelf hebben deelgenomen aan dat voorafgaand overleg. Voor de stad Antwerpen waren daar de burgemeester en de heren Van Peel en Van Campenhout.
Mijnheer Martens, ik hoop dat het duidelijk is dat minister Van Mechelen die PPS zal afronden. Dan komt het terug naar de Vlaamse Regering. Wij hebben dus een aantal nieuwe momenten waar de Vlaamse Regering met kennis van zaken kan zeggen wat de vooruitgang is.
Mijnheer de voorzitter, de heer Penris is begonnen met zijn klassiekers, ik zal om af te sluiten dat ook proberen te doen. Friedrich Hegel zegt in?Phänomenologie des Geistes?:?Das Wahre ist das Ganze?. Dat betekent dat we er alles moeten aan doen opdat de vooruitgang op de verschillende poten die zijn opgezet - mobiliteit, luchthaven en bedrijventerreinen - zou samenlopen. Mijnheer Daems,?Phänomenologie des Geistes? is een dik boek: zeker als u het in het Duits leest, bent u er een tijdje mee bezig. Maar het zal u zeker verhelderen en u zult mij mogelijk ook kunnen confronteren met andere uitspraken. Ik ga ervan uit dat we de nodige zorg besteden aan de voortgang van de verschillende elementen in dit dossier - mobiliteit is zeker een essentieel element.
Met redenen omklede moties
De voorzitter: Door de heer Penris en door de heer Daems werden tot besluit van deze interpellatie met redenen omklede moties aangekondigd. Ze moeten zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het incident is gesloten.