Subcommissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid Vergadering van 20/11/2007
Interpellatie van de heer Stefaan Sintobin tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, over het Europees vangstverbod op schol en kabeljauw en de reactie hierop van de minister-president
De voorzitter: De heer Sintobin heeft het woord.
De heer Stefaan Sintobin: Mijnheer de voorzitter, het feit dat de heer Callens tijdens de bespreking van de beleidsbrief al een aantal elementen van mijn interpellatie heeft behandeld, heeft twee voordelen: ik moet bepaalde zaken niet meer herhalen en de heer Callens zal zich niet meer aansluiten. Ook al had de heer Callens daarnet veel vragen over de visserijsector, hij is niet meer aanwezig. Maar ik zal hem de antwoorden van de minister overmaken.
Mijnheer de minister-president, normaal gezien dien ik jaarlijks in de maand december een interpellatie of een actuele vraag in over de Europese Visserijraad, waar de quota worden bepaald. Dit jaar moest ik een beetje vroeger in actie schieten, want onlangs werd bekend dat er een Europees vangstverbod is voor schol en kabeljauw. Dat vangstverbod is uiteraard opgelegd door Europa en geldt blijkbaar voor zowel professionele vissers als sportvissers. Het vangstverbod komt er omdat de quota blijkbaar zijn opgebruikt en de EU legt die jaarlijkse quota op om overbevissing tegen te gaan. Blijkbaar zit er ook een vangstverbod voor tong aan te komen.
Volgens de Europese Commissie is de uitputting van het quotum voor het einde van het jaar niet uitzonderlijk en is dat te wijten aan de organisatie van de vangst in Vlaanderen. Dat vangstverbod komt bovenop de andere problemen waarmee de sector te kampen heeft en brengt de visserij en meer specifiek de kustvisserij in grote moeilijkheden.
Mijnheer de minister-president, de kustvisserij betwist dat zij onder het vangstverbod valt, maar dat wordt door u tegengesproken. U hebt - en daar twijfel ik niet aan - begrip voor de noodkreet van de kustvissers, maar blijkbaar is er geen ontkomen aan. Als het totale quotum voor een bepaalde vissoort in een bepaald gebied is overschreden, geldt een vangstverbod voor de hele vloot.
U benadrukt verder dat de Europese Commissie nauwkeurig controleert en zware sancties zal opleggen als de quota niet worden nageleefd. U laat wel een opening, door te zeggen dat er voor dit jaar geen oplossing meer mogelijk is, maar dat u in overleg met de sector bereid bent om te zoeken naar oplossingen. We hebben dat nog gehoord.
In de beleidsnota pleit de Vlaamse overheid voor het behoud van een onafhankelijke visserij en de bevoegde minister zal het voortouw nemen bij de besprekingen over zeevisserij op Europees niveau. In december is er de Europese Visserijraad, waar onderhandeld wordt over onder andere de vangstquota voor 2008. Dat lijkt me het geschikte moment om onder andere de problematiek van de kustvisserij en de quota hiervoor op tafel te leggen en enkele initiatieven te nemen die kunnen leiden tot een wending in deze zaak.
Ik heb een aantal vragen over de problematiek van de Vlaamse visserijsector. Waarop baseert de sector zich om te stellen dat het vangstverbod niet overeenkomt met de Vlaamse regelgeving?
Wat is het statuut van het kustsegment van de visserij? Het was een van de initiatieven van uw voorganger om een kustsegment in te voeren, maar blijkbaar bestaat er toch verwarring over het statuut en het vangstverbod voor de kustvisserij.
Mijnheer de minister-president, u hebt ook aangekondigd dat u overleg zou plegen met de sector, om na te gaan wat de mogelijkheden zijn om oplossingen te zoeken voor de toekomst. Is er al overleg geweest? Wat is het resultaat hiervan?
U ziet blijkbaar mogelijkheden om inzake het vangstverbod voor de komende jaren een oplossing te zoeken. Welke ideeën bestaan daarover? Welke voorstellen zult u doen op de Europese Visserijraad?
Belangrijk bij de discussie over de problematiek zijn natuurlijk de komende besprekingen over quotabeperkingen. Komt er een vangstverbod voor tong? Waaraan mogen we ons verwachten? Als ik de geruchten mag geloven, is de situatie onheilspellend.
Mijnheer de minister-president, het is waarschijnlijk een overbodige vraag, maar staat u achter de intenties van de Vlaamse Regering om te blijven gaan voor het behoud van een onafhankelijke Vlaamse visserij? Een aantal Vlaamse maatregelen staan natuurlijk in de beleidsbrief en werden hier al talloze keren behandeld.
Ik stel alleen maar vast dat het ongenoegen in de sector toeneemt en dat de problemen alsmaar groter worden. Ik stel al enkele jaren vragen over die problematiek. Ik weet wel dat wij ook in dit dossier met handen en voeten gebonden zijn aan de richtlijnen van Europa, maar ik wil er toch voor pleiten om niet altijd valse hoop te scheppen voor de Vlaamse vissers.
De commissieleden staan allemaal achter een Vlaamse visserijsector. Er wordt van alles geprobeerd om die mensen te helpen, maar we moeten realistisch blijven en mogen die mensen geen rad voor de ogen draaien. Als de situatie niet verandert, zal de visserijsector acties aankondigen. Er is zelfs sprake van dat men op 1 januari de vloot zou stilleggen. Het zijn misschien maar dreigementen, maar ze wijzen er in elk geval op dat het ongenoegen heel groot is.
We zijn het aan onszelf verplicht om duidelijkheid te scheppen en de vissers concreet te zeggen wat onze mogelijkheden zijn en waar wij gebonden zijn aan Europa. Ik heb hier in het verleden al heel wat vragen over gesteld. Als ik de antwoorden erop nalees, stel ik vast dat er telkens weer valse hoop gecreëerd wordt.
De heer Jos De Meyer: Collega´s, ik ben geen deskundige in deze sector, maar als ik de vele discussies in deze commissie en de verslagen van de Europese Landbouwraden volg en de vele inspanningen bekijk die in Vlaanderen gebeuren, heb ik het gevoel dat al het mogelijke gedaan wordt om de sector te ondersteunen. Mijnheer Sintobin, u zegt zelf dat alle mogelijke steun geboden wordt en dat de hele commissie erachter staat.
Uw vraag om duidelijkheid kan ik alleen maar onderschrijven. U hebt het in de schriftelijke versie van uw vraag echter ook over?hard op tafel slaan´. Ik vraag mij af of dat nog helpt. Zou het niet kunnen, mijnheer de minister-president, dat we dat stadium al voorbij zijn? U hebt immers al heel wat tussenkomsten gedaan.
Is dit niet eerder het moment om ons meer te gaan concentreren op een goede communicatie, zowel door de minister als door ons allemaal?
De voorzitter: De heer Verstreken heeft het woord.
De heer Johan Verstreken: Ik had gisteren een vraag om uitleg opgesteld over dit thema, maar ik vernam vanochtend dat er al een interpellatie was. Ik wil mij dan ook graag aansluiten.
Het water staat heel wat reders inderdaad aan de lippen, maar we moeten dit probleem opentrekken en niet alleen naar de quota kijken. Ik betreur het vangstverbod op kabeljauw, maar als we logisch zijn kunnen we dat begrijpen. De hoge brandstofprijzen zijn volgens mij een nog groter probleem. Is daarover al overleg gepleegd met de Rederscentrale? Kunnen er maatregelen getroffen worden? Hoe wordt daarover gecommuniceerd? Welk standpunt zal er ingenomen worden op de Europese Visserijraad in december?
De voorzitter: Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters: Collega´s, ik houd ook van duidelijkheid. Ik houd er niet van valse beloften te lanceren, mocht dat al gebeurd zijn.
Ik ben al bij Europees Commissaris Joe Borg geweest, in voorbereiding op de Europese Visserijraad in december. Ik ga er verder van uit dat we niet alleen in december, maar ook daarvoor al heel wat overlegmomenten zullen hebben met de sector. Morgen is er al een overleg waarop we een en ander zullen bespreken.
We leggen in dit dossier de nodige daadkracht aan de dag. Ook mijn voorganger heeft in het verleden heel wat inspanningen gedaan om onze visserijsector te geven wat hem toekomt, wat geen eenvoudige zaak is.
De totaal toegestane vangsten (TAC) per visbestand worden door de Europese Visserijraad elk jaar opnieuw vastgesteld. Het EU-aandeel van de TAC´s wordt via vaste verdeelsleutels per visbestand onder de lidstaten verdeeld. Dat resulteert dan in de quota, die verder op lidstaatniveau worden beheerd. Iedere lidstaat moet die vangstquota strikt naleven. Bij een overschrijding worden de overschreden vangstvolumes verhoogd met een penalisatie van 20 percent gekort op de quota van die lidstaat voor het volgende visseizoen. De Europese Commissie kan de betrokken lidstaat ter verantwoording roepen. Dat kan zelfs leiden tot juridische stappen voor het Hof van Justitie, waar eventueel boetes uitgesproken kunnen worden.
De Europese wetgeving staat boven de nationale wetgeving. De nationale of regionale wetgeving kan hier geen uitzondering op vormen. Daarbij dient opgemerkt te worden dat het kabeljauwbestand sinds het millenniumjaar verzwakt is en er herstelmaatregelen gelden. De TAC en de quota lopen van jaar tot jaar terug. De wetenschappers van de Internationale Raad voor Onderzoek op Zee (IROZ) adviseren immers al een zestal jaren een zero-TAC. Voor 2007 stelde de Europese Commissie enkel een bijvangstregel voor waarbij de directe visserij werd verboden.
Het in stand houden van onze visserij, wat voor ons een fundamentele doelstelling is, kan alleen maar verwezenlijkt worden als er ook duurzaam gevist wordt en visbestanden zich voldoende kunnen herstellen.
Ik zal het straks nog hebben over de problematiek van de energie. Ik heb daar overigens ook met Europees Commissaris Joe Borg over gepraat. De uitdaging is om met nieuwe technieken op een duurzame wijze aan visserij te doen. De Europese commissaris heeft begrip voor de problematiek van de energie, en ook mijn collega-ministers willen daar samen aan werken.
Bij besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 werd een kustvisserijsegment in het leven geroepen. Het ministeriële besluit van 9 februari 2006 voorziet in nadere uitvoeringsbepalingen. Reders van vissersvaartuigen van maximaal 70 brutoton en 221 kilowatt, die visreizen maken van een Belgische haven naar een Belgische haven van maximaal 24 uur, kunnen nagenoeg vrij vissen, mits ze afzien van de mogelijkheid om het motorvermogen van hun vaartuig samen te voegen. De meeste soorten kunnen vrij bevist worden zolang het nationale quotum dit toelaat. Gezien het beperkte quotum is er voor kabeljauw, haring en makreel geen volledige vrijheid. De vangstmogelijkheden zijn evenwel dubbel zo groot als de vaartuigen uit het kleinsegment. Maar ook dat alleen tot het quotum uitgeput is. Het vangstverbod is derhalve in lijn met de Vlaamse regelgeving.
De bedoeling van het creëren van het kustsegment was net om kleine vaartuigen die gericht zijn op dagverse vis, een grotere flexibiliteit te geven dan de grotere vaartuigen. Een aantal reders hebben zelf - volledig vrijwillig - de keuze gemaakt om tot dit segment toe te treden. Vier vaartuigen hebben die keuze gemaakt, en terwijl de andere vaartuigen het hele jaar geconfronteerd werden met vangstbeperkingen, hebben deze vier vaartuigen al die tijd vrijer kunnen vissen.
Het huidige probleem is dat de Noordzee gesloten is voor kabeljauw, en dat er op korte afstand geen alternatieven beschikbaar zijn. De garnalenvangst valt immers ook tegen. De vier vaartuigen blijven gebonden aan hun engagement met betrekking tot visreizen van maximaal 24 uur en zij kunnen dus niet of nauwelijks naar andere visgronden. Dat is een probleem dat ik dit jaar niet kan oplossen. Ik ga morgen wel, in overleg, kijken hoe we dat gaan aanpakken.
De Quotacommissie van de Rederscentrale komt maandelijks bijeen om adviezen inzake het quotabeheer te formuleren. Daarbij is het zaak de visserij dermate te sturen dat een efficiënte visserij en een goede spreiding over het vangstseizoen wordt nagestreefd. De adviezen worden vervolgens geëvalueerd en al dan niet gewijzigd en in een ministerieel besluit verwerkt. Op die manier worden voor bepaalde periodes aan het klein- en het grootsegment geleidelijk vangstmogelijkheden toegekend. De bijsturing gebeurt op basis van de werkelijke vangsten. Ik zal die hele problematiek meenemen naar het onderhoud dat ik morgen heb.
Ik zal in de Europese Visserijraad in december pleiten voor duurzame oplossingen, zowel economisch, ecologisch als sociaal, en dat in het bijzonder voor de visbestanden die voor ons van primordiaal belang zijn. Daarbij is de prioriteit tong, dat 50 percent van de omzet vormt in de Vlaamse visserij.
De voorstellen van de Europese Commissie inzake TAC 2008 zijn nog niet bekend. We zullen daar op werkgroepniveau verder over onderhandelen. Het is nu al duidelijk dat de Europese Commissie wellicht opnieuw een forse TAC-reductie voor kabeljauw zal voorstellen. Aangezien de aanwezigheid van kabeljauw behoorlijk toeneemt, wat trouwens wetenschappelijk is bevestigd, daar IROZ voor het eerste geen nul TAC meer voorstelt maar 22.000 ton én de teruggooi van dode kabeljauw moet worden beperkt, heb ik op de recente Raad van Luxemburg gepleit voor een TAC-verhoging van 15 percent.
Normaliter slaagt België erin om het toegewezen kabeljauwquotum via quotaruil onder lidstaten te verdubbelen. Aangezien meerdere lidstaten met quotaproblemen worstelen en zelfs visserijen moeten sluiten, is het duidelijk dat het bijruilen van kabeljauw zeer moeilijk en bijna onmogelijk wordt. Het lijkt dan ook utopisch om een effectief quotum van meer dan 900 ton te verwachten. Het is nu al duidelijk dat 2008 opnieuw een moeilijk jaar wordt.
Mijnheer Sintobin, u zegt dat ik valse beloftes maak, maar ik kan niet duidelijker zijn: binnen dit kader zullen we alles doen om die sociale, economische en ecologische doelstellingen waar te maken, altijd zo veel mogelijk in overleg.
Ik wil er uiteraard alles aan doen om een onafhankelijke Vlaamse visserij te garanderen. Ook op tal van andere vlakken zullen we initiatieven nemen.
Mijnheer de voorzitter, wat de energiekost betreft, heb ik een vrij duidelijke tabel. Dat gaat steeds maar de hoogte in. Ik heb dat ook met Europees Commissaris Borg besproken, die daar zeer gevoelig voor is.
Ik heb ook begrepen dat Frankrijk, vanuit de energieproblematiek, initiatieven wil nemen. We zijn gelukkig niet de enigen en zullen inspanningen blijven leveren.
Mijnheer de voorzitter, ik betreur dat het vangstverbod er is gekomen en ook voor het kustvisserssegment geldt. Ik zal voor de volgende jaren kijken wat kan gebeuren. Ik probeer die problemen op te lossen, maar ik moet me houden, in ieders belang, aan de afspraken, zo niet wacht ons een boete die niet mals is.
De voorzitter: De heer Sintobin heeft het woord.
De heer Stefaan Sintobin: Mijnheer de minister, ik dank u voor het duidelijke antwoord, maar ik heb nog wel een paar opmerkingen.
U hebt, voor mij in ieder geval, duidelijk gemaakt wat de voorwaarden zijn voor dit kustsegment. Ook ik was ervan overtuigd dat het kustsegment vrij was van vangstbeperkingen, maar dat blijkt niet het geval te zijn.
Ik heb een aantal van mijn vroegere vragen nog eens bekeken. Ik heb hier een interpellatie tot de voormalige minister van Visserij van 4 oktober 2005. In het antwoord zei de toenmalige minister-president:?Er is het creëren van een specifiek kustsegment, naast het groot en het klein vlootsegment, zodat kleine vissersvaartuigen die niet meer rendabel kunnen worden gebruikt op volle zee, zich kunnen toeleggen op de vangst dicht bij de kust. Daar kunnen ze vrij van vangstbeperkingen vissen.?
Mijnheer de minister-president, u hebt nu natuurlijk een andere nuance gelegd. Als eenmaal het totale quotum overschreden is, geldt dat ook voor het kustsegment. Maar dat werd indertijd niet zo gecommuniceerd. Mijnheer de voorzitter, u hebt gelijk als u zegt dat we soms wat duidelijker moeten zijn in onze communicatie met de sector. Mijnheer de minister-president, u hebt gesteld dat het overschrijden van het totale quotum geldt voor de hele vloot, terwijl dat uit het antwoord op mijn interpellatie, voor mij althans, niet blijkt.
Een aantal van mijn vragen hebben natuurlijk betrekking op het overleg dat u of uw medewerkers morgen hebben met de sector. Hopelijk kunnen daar een paar zaken duidelijk worden gesteld.
Er is natuurlijk ook het overleg op Europees niveau. Ik veronderstel dat ik u, eenmaal de voorstellen gelanceerd zijn, opnieuw kan ondervragen.
Mijnheer de minister-president, u hebt zelf verwezen naar het energieverbruik en de stookolieprijzen. U hebt ook gezegd dat Frankrijk vragende partij is om daar een oplossing voor te zoeken.
U zegt steeds dat we niet alles moeten geloven wat in de krant staat, maar ik heb hier een artikeltje - ik weet niet uit welke krant het komt - waarin staat:?In Frankrijk krijgen de reders nu al 30 eurocent toelage per liter, na overleg met president Sarkozy.? Ik dacht dat dat volgens de Europese regels niet mogelijk was. Ik heb in het verleden ook al enkele keren die vraag gesteld, en toen kreeg ik telkens als antwoord dat het niet mag van Europa, dat we niet rechtstreeks kunnen ingrijpen in de brandstofprijzen en alleen structurele maatregelen kunnen nemen. Klopt dit bericht?
Ik herinner me dat ik in het verleden ook al een schriftelijke vraag heb gesteld, omdat Frankrijk de Europese regels met de voeten trad. De minister zei toen - maar ik weet niet meer wat juist het onderwerp van de vraag was - dat hij het op een volgend overleg ter sprake zou brengen.
Ik wil daarmee aangeven - en dat is het stokpaardje van mijn collega Wymeersch, ook voor andere domeinen - dat we altijd de beste van de klas willen zijn op Europees niveau.
Als ik keer op keer het antwoord krijg van de Vlaamse Regering dat we niet rechtstreeks kunnen ingrijpen in de stookolieprijzen, maar lees dat Frankrijk, na overleg met president Sarkozy, nu al 30 eurocent subsidie per liter geeft, rijst de vraag of dat waar is. Als dat waar is, waar staan wij dan nog?
De voorzitter: De heer Verstreken heeft het woord.
De heer Johan Verstreken: Mijnheer de minister-president, ik dank u voor de klare en duidelijke uitleg. Het is een geruststelling dat u de visserijsector blijft ondersteunen, maar er zijn nu eenmaal die Europese regels.
Er is nog ruimte voor de vissers om te gaan vissen, maar het probleem is dat ze verder moeten varen en dat zorgt natuurlijk voor serieuze kosten vanwege de hoge brandstofprijzen.
Ik hoor dezer dagen ook de reders vertellen dat in Frankrijk de regering tijdelijke maatregelen voorstelt, zoals tijdelijke vrijstelling van sociale bijdragen en tegemoetkomingen op haven- en veiligheidstaksen. Ik weet niet of dat helemaal klopt, want ik heb nog niet de tijd gehad om het te checken, maar misschien zijn er daar mogelijkheden om ondersteunend te werken. Het is een kleine sector, maar geen onbelangrijke.
Mijnheer de minister-president, bedankt ook, ondanks het feit dat we niet mogen peilen naar intenties, voor de toelichting over de manier waarop u het zult aankaarten op de Europese Visserijraad.
De voorzitter: Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters: U mag wel peilen naar intenties, maar de minister moet niet antwoorden. Uit respect voor de commissie heb ik toch wat meer duiding gegeven over het kader van de besprekingen in december.
Mijnheer Sintobin, ik heb begrepen dat Europees Commissaris Joe Borg Frankrijk zal terugfluiten in verband met de geplande subsidie van Sarkozy.
Ik wil, samen met jullie, hard vechten voor de Vlaamse visserijsector. Het is een belangrijke sector, maar we moeten ons toch maximaal afstemmen op het Europese niveau. Ik heb de indruk dat Europees Commissaris Joe Borg eigenlijk veel zorg heeft voor onze Vlaamse visserijsector en onze vragen en zorgen zeer ter harte neemt.
We moeten met een gezonde kijk op de zaak ook dat Europese debat aangaan. Nooit heiliger zijn dan de paus, lijkt me ook een gezond principe, dat me al ver gebracht heeft in een aantal dossiers.
Met redenen omklede moties
De voorzitter: Door de heer Sintobin en door de heer Verstreken werden tot besluit van deze interpellatie met redenen omklede moties aangekondigd. Ze moeten zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het incident is gesloten.