Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 27/11/2007
Interpellatie van de heer Dirk de Kort tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, over het werkbezoek van de Waalse minister-president Rudy Demotte en de plannen om het Albertkanaal om te bouwen tot de 'Alberthaven'
De voorzitter: De heer de Kort heeft het woord.
De heer Dirk de Kort: Mijnheer de minister-president, op 24 en 25 oktober verschenen er een aantal persberichten over de ronde van Vlaanderen van Waals minister-president Demotte. Minister-president Demotte is op dinsdag 23 oktober in Limburg op bezoek geweest. Hij heeft daar met de gouverneur en met de Limburgse en Antwerpse havenautoriteiten afgesproken dat het Albertkanaal zou worden uitgebouwd tot een 'Alberthaven'.
Op andere plaatsen klinkt het enigszins anders. Er zal overlegd worden en er komt een werkgroep met de provincies Antwerpen, Limburg en Luik en met het Vlaamse en Waalse Gewest inzake de economische uitbouw van het Albertkanaal.
Er worden ook al financiële bronnen genoemd. Er zou een beroep worden gedaan op geld uit het Waalse Marshallplan en op Limburgse reconversiegelden. Minister-president Demotte beloofde ook het dossier van de IJzeren Rijn te herbekijken als blijk van goodwill.
Het is duidelijk dat dergelijke belangrijke afspraken moeten sporen met het Vlaamse havenbeleid.
Mijnheer de minister-president, kunt u deze berichten en afspraken bevestigen? Hoe concreet zijn de plannen voor de Alberthaven? Bestaat daar een timing en een planning voor? Passen de ideeën in het toekomstbeeld dat de Vlaamse Regering voor de havens heeft uitgetekend? Zijn er al concrete financiële engagementen? Worden de afspraken vertaald naar ruimtelijke ordening?
- De heer Marc van den Abeelen treedt als voorzitter op.
De voorzitter: Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters: Mijn collega, minister-president Demotte heeft inderdaad een interessante ronde van Vlaanderen gehouden. Daarbij heeft hij een aantal positieve signalen gelanceerd. De voorstellen die hij heeft geformuleerd, moeten verder worden geconcretiseerd en door de Vlaamse Regering worden geëvalueerd. Het is dan ook voorbarig om te spreken over afspraken. Ik ben wel bereid om daar samen met de collega's overleg over te plegen.
U vraagt hoe concreet die plannen zijn. Ik heb hier een overzicht van wat er allemaal in de pijplijn zit.
Het Albertkanaal is na de verbredings- en moderniseringswerken een zeer belangrijke slagader voor de economie in de provincies Antwerpen, Limburg en Luik. Er worden steeds meer goederen getransporteerd via het Albertkanaal. Dat staat ook in het jaarverslag van de NV Scheepvaart. Ongeveer driekwart wordt geladen en gelost langs de oevers van dit kanaal.
Dankzij stimulerende maatregelen van de Vlaamse Regering voor de bouw van laad- en losinstallaties hebben sinds 2000 niet minder dan 120 bedrijven nieuwe overslagmogelijkheden gekregen, waarvan er 27 gelegen zijn langs het Albertkanaal.
Daarnaast zorgden de drie containerterminals te Schoten, Meerhout en Genk vorig jaar voor een trafiek van 322.000 TEU. Dat is een stijging van bijna 250 percent ten aanzien van vijf jaar geleden toen er 130.000 TEU werd vervoerd. Ook in de eerste jaarhelft van 2007 groeide het containervervoer met nog eens 10 percent.
Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) wijst op het grote belang van het Albertkanaal voor de verdere ruimtelijk-economische ontwikkeling van Vlaanderen. Het Albertkanaal en de E313 zorgen voor goede transportmogelijkheden over de weg en over het water. Er is nu al veel bedrijvigheid rond het Albertkanaal, maar er is nog voldoende ruimte voor de aanleg van nieuwe en goed gelegen bedrijventerreinen.
Al deze troeven maken dat de omgeving rond het Albertkanaal bij uitstek geschikt is voor het voorzien in nieuwe regionale bedrijventerreinen. Het RSV wijst op het belang om het Albertkanaal als een ruimtelijk samenhangend netwerk te beschouwen en om de inspanningen over de hele lengte van het Albertkanaal te coördineren op gewestelijk niveau. Zo kunnen de economische sterkten van het gebied elkaar aanvullen en kan de economische groei gestructureerd opgevangen worden.
Het Albertkanaal is een onontbeerlijke poort voor de haven van Antwerpen in zijn verbinding naar het hinterland en zijn doorvoer naar Luik, Nederland en Duitsland. Bovendien zijn in iedere Vlaamse provincies studies bezig, of reeds uitgevoerd voor wat Limburg betreft, die de logistieke hotspots trachten aan te duiden als concrete uitwerking van het door het Vlaams Instituut voor de Logistiek geformuleerde concept 'extended gateway'.
Wat concrete financiële engagementen betreft, is voor de komende drie jaar in ongeveer 60 miljoen euro voor investeringen in de uitbouw van het Albertkanaal en van de Kempense kanalen voorzien.
Wat de ruimtelijke ordening betreft, wordt de ruimtelijke visie met het oog op de noodwendigheden in de concretisering van het economisch netwerk Albertkanaal verder ingevuld. Hierbij wordt tevens rekening gehouden met de door het Albertkanaal geboden ecologische mogelijkheden.
Ik vind het zeer belangrijk dat de Waalse overheid het belang van het Albertkanaal onderstreept en daar de schouders onder wil zetten. We delen een visie, met name van het Albertkanaal een Alberthaven te maken. We willen hiervoor de nodige financiële middelen vrijmaken en de ruimtelijke ordening aanpassen. Het is bekend dat we hier al volop mee bezig zijn. Ik ga ervan uit dat de positieve engagementen van minister-president Demotte het mogelijk maken dit ook aan de andere kant van de taalgrens aan te pakken.
De voorzitter: De heer Van Aperen heeft het woord.
De heer Jul Van Aperen: Ik heb nog een korte vraag over de Antwerpse haven. Hoe ver staat het plan-MER met betrekking tot de afbakening van de Antwerpse haven op Linkeroever? Hoe ver staat het met die studie?
De voorzitter: Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters: De cel MER heeft zich geëngageerd om dit op 13 december 2007 te finaliseren. Beide betrokken gouverneurs zullen een vergadering beleggen. De vorige keer zijn nog een aantal opmerkingen geformuleerd. Hopelijk raakt alles tegen 13 december opgelost. De finalisering is in elk geval nog voor dit jaar gepland.
De voorzitter: De heer Penris heeft het woord.
De heer Jan Penris: Ik ben het eens met het voornemen van de minister-president om het potentieel van het gebied rond het Albertkanaal optimaal te benutten. Ik volg de visie die de heer de Kort en de minister-president daarnet hebben verwoord. Ik zou er enkel voor pleiten om de voorlopige werknaam, Alberthaven, door een constructiever alternatief te vervangen. Ik weet dat de ridder-koning destijds een zeer populair man was en dat hij het misschien verdiende een kanaal naar hem vernoemd te krijgen. De huidige vorst, Albert II, is niet zo populair. Toen is voorgesteld om een getijdendok naar hem te vernoemen, heeft de Antwerpse havengemeenschap dit alvast heel duidelijk gemaakt. Indien we van het kanaalgebied een verlengde haven maken, zouden we, in plaats van Alberthaven, een mooie Vlaamse naam moeten zoeken.
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de voorzitter, in het kader van het Waalse Marshallplan, dat onder meer de mobiliteit in Wallonië behandelt, heeft de voorganger van minister-president Demotte de bouw van een vierde sluis ter hoogte van Ternaaien aangekondigd. Die beslissing is ondertussen genomen. De bouw van de sluis zal ongeveer 90 miljoen euro kosten. De sluis zal het mogelijk maken sneller rechtstreeks van Wallonië in Rotterdam te raken. Het zal dan immers niet langer nodig zijn langs Antwerpen te passeren. Dit is een uitspraak van voormalig minister-president Di Rupo. We stellen vast dat minister-president Demotte gelukkig een andere politieke koers volgt. De nieuwe sluis is onder meer voor duwvaartkonvooien bedoeld en zal het mogelijk maken snel Rotterdam te bereiken. Die evolutie is aan Waalse zijde aan de gang. Indien iedereen van het nut van het Albertkanaal overtuigd is, vraag ik me af waarom in Ternaaien een nieuwe sluis in de richting van Nederland zal worden gebouwd. We moeten hier rekening mee houden.
We hebben minister Crevits daarnet naar de planmatige aanpak van het Albertkanaal gevraagd. Ik heb die vraag trouwens al eerder gesteld. De vraag is waar we met dit kanaal heen willen.
We mogen de mogelijke impact van de Waalse beslissing over de warmwalserijen in het Maasbekken op de cijfers niet onderschatten. Vlaanderen en Wallonië voeren een discussie over de Kyotonorm. Eerder was beslist de walserijen in Seraing te sluiten. Nu is het blijkbaar de bedoeling de walserijen in Seraing en Cheratte open te houden. Momenteel is er een belangrijke aanvoer over het Albertkanaal in de richting van de Maasvallei. Ik kan niet inschatten wat de impact van de Waalse beslissing op onze eigen waterwegen zal zijn. Indien de walserijen worden gesloten, zal geen ijzererts of bruinkool meer worden aangevoerd. Dit zal in een deuk in de cijfers resulteren.
Ik vraag me af welke strategie Wallonië wil volgen. Er zal een vierde sluis worden gebouwd. De Nederlandse regering en de Europese Commissie zullen zelfs een stuk van de bouwkosten betalen. Op een bepaald ogenblik zullen schippers tussen de havens van Antwerpen en Rotterdam kunnen kiezen.
Minister-president Kris Peeters: Wat de naam van de haven betreft, sta ik open voor elk creatief idee. Iedereen herinnert zich allicht welk standpunt ik in verband met het Deurganckdok heb ingenomen. Ik meen dat de heer Penris zich hier toen zelfs in kon vinden.
De heer Peumans heeft gelijk. Zoals ik daarnet al heb vermeld, ben ik verrast door de positieve geluiden die minister-president Demotte in Limburg over het Albertkanaal naar voren heeft gebracht. Ik ga ervan uit dat we deze kwestie verder kunnen bespreken. We moeten duidelijkheid scheppen over de manier waarop een en ander kan worden aangepakt. De nood aan verder overleg is evident.
Ik volg de analyse van de heer Peumans met betrekking tot de strategische ontwikkeling. We weten niet waarop de Waalse overheid zich zal focussen. Het Marshallplan omvat, net als Vlaanderen in Actie, een mobiliteitscomponent. We mogen niet te zeer in één zwaluw verheugen. Zodra ik minister-president Demotte in verband met andere dossiers ontmoet, zal ik trachten de nodige stappen te zetten en de zaken verder te concretiseren.
De verdeling van de emissierechten maakt deel van het nationaal allocatieplan uit. De inspanningen die op dit vlak moeten worden geleverd, maken deel uit van een ruimer debat.
Het is de bedoeling van het Albertkanaal een grote, langgerekte binnenhaven te maken. Het is tevens de bedoeling dat de bedrijven die zich langs de kades vestigen voldoende bedrijvigheid aan de dag leggen om deze economische zone in Vlaanderen de nodige dynamiek te geven. Er is hiertoe behoefte aan een aantal investeringen. Ik ga ervan uit dat de Waalse overheid tevens zal proberen een dynamiserend effect te sorteren. We moeten de verdere ontwikkelingen bekijken en bespreken.
De voorzitter: Het incident is gesloten.