Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 17/10/2007
Vraag om uitleg van mevrouw Mieke Vogels tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de maatregelen tegen geluidoverlast
De voorzitter: Mevrouw Vogels heeft het woord.
Mevrouw Mieke Vogels: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega´s, ik weet niet of u het zelf merkt, maar ik krijg de voorbije twee jaar veel meer klachten van mensen die zich ergeren aan de geluidoverlast van autosnelwegen.
Metingen wijzen trouwens uit dat de geluidoverlast toeneemt. Dat heeft ten dele te maken met het toenemend aantal vrachtwagens, die meer lawaai maken dan personenwagens, en met het toenemend aantal vrachtwagens die ook ´s nachts over de snelwegen denderen. Steeds meer mensen storen zich daaraan, worden er zenuwachtig van en geraken gestresseerd.
Geluidoverlast is een ernstige zaak, en dat blijkt onder meer uit het feit dat Europa in Richtlijn 49, die op 25 juni 2002 is goedgekeurd, het heeft over de grote noodzaak om maatregelen te treffen om het omgevingslawaai tegen te gaan. Volgens die Richtlijn moest België uiterlijk tegen 30 juni 2007 een aantal strategische geluidbelastingskaarten opstellen. Dat is een goede zaak, want lokale actiegroepen proberen elk voor zich geluidsmetingen uit te voeren. Die metingen gebeuren niet altijd objectief en systematisch. Het is daarom goed dat Vlaanderen de geluidoverlast in kaart brengt, want dat creëert een objectieve basis om goede maatregelen te treffen.
Om geluidoverlast te voorkomen, moeten we vandaag nog teruggrijpen naar module 5 van het mobiliteitsconvenant. Daarin wordt voorzien in een kostenverdeling tussen wegen en verkeer. In mijn verzoek had ik nog geschreven dat het om een fifty-fiftyfinanciering gaat. Uit verdere opzoekingen heb ik geleerd dat het ingewikkelder is dan dat. Als er te veel decibels worden geproduceerd, neemt Vlaanderen de kosten van de geluidschermen op zich. Dat gebeurt slechts zelden, want de geluidoverlastnorm is erg hoog. Dus meestal, wanneer de geluidsnorm wordt overschreden, is er een gedeelde kostenverdeling, op basis van module 5, tussen de lokale overheid en de Vlaamse overheid. In de praktijk werkt dat niet. De mensen worden van het kastje naar de muur gestuurd. Als er kostenverdelingen worden gemaakt, haakt de gemeente of stad vaak af, en is het terug naar af.
Hoeveel akkoorden zijn er gesloten met de lokale besturen op basis van module 5 van het mobiliteitsconvenant? Hoeveel zijn er de jongste jaren uitgevoerd? Ik had deze vraag niet uitdrukkelijk gesteld, dus mocht u er nu niet op kunnen antwoorden, dan zal ik ze schriftelijk stellen. (Opmerkingen van minister Hilde Crevits)
Ik neem het u helemaal niet kwalijk dat u dat niet uit het blote hoofd kent.
Mevrouw de minister, hoe staat het met die strategische geluidsbelastingskaarten? Die moesten klaar zijn tegen 30 juni 2007. Zijn ze klaar? In de Europese richtlijn werd ook bepaald dat die kaarten ter beschikking moeten worden gesteld van het publiek en dat er infosessies ter zake moeten worden georganiseerd. Ik denk dat daar heel veel interesse voor zal zijn. Wanneer zal de Vlaamse Regering deze infosessies organiseren en de gemeenten en lokale besturen op de hoogte brengen van die geluidsbelastingskaarten? In welke actieplannen voorziet de Vlaamse Regering om de toenemende geluidsoverlast als gevolg van het toenemende vrachtverkeer te bestrijden? Dat is heel erg belangrijk. Ik verwijs nogmaals naar het waanzinnige plan van de Vlaamse Regering, in het kader van het vroegere?Vlaanderen in Actie´, nu?Actie in Vlaanderen´, van de logistieke poort. Als de uitbreiding waarin dat plan voorziet, er komt, zullen er negenmaal meer vrachtwagens over onze wegen donderen. Dan is het zeker belangrijk ervoor te zorgen dat de levenskwaliteit van de Vlamingen er niet op achteruit gaat.
Hebben wij meer of minder geluidsschermen dan de ons omringende landen? Ik vrees dat het er minder zijn. Is de regering bereid om, in het kader van de Europese richtlijn en de uitvoering ervan, die module 5 van het mobiliteitsconvenant te herzien, zodat de Vlaamse Regering meer verantwoordelijkheid neemt, zeker als het gaat over gewestwegen? De autosnelwegen zijn immers allemaal gewestwegen.
De voorzitter: Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, die Europese richtlijn betreffende het omgevingslawaai is een goede maatregel, waardoor de lidstaten meer verantwoordelijkheid gaan opnemen inzake geluidsoverlast. Dan gaat het over overlast veroorzaakt door wegverkeer, maar ook door spoorwegen en vliegverkeer. Mevrouw de minister, ik kijk dus ook uit naar uw antwoord over de stand van zaken met betrekking tot de geluidsbelastingskaarten. De richtlijn legt ons ook data op waartegen we een aantal maatregelen moeten nemen die erin worden opgelegd.
Ik wil me echter beperken tot het andere deel van de vraag van mevrouw Vogels. Module 5 van het mobiliteitsconvenant regelt inderdaad de financiering van de geluidsschermen door de lokale overheid en de gewesten. We hebben in deze commissie al twee vergaderingen gewijd aan een gedachtewisseling over het mobiliteitsconvenant. Vrijwel alle leden merkten toen op dat zeker een drietal modules voor herziening vatbaar zijn, daar het eigenlijk gaat over modules waarvoor de Vlaamse overheid verantwoordelijk is, en niet de lokale. Er zijn ook al talrijke schriftelijke vragen over gesteld. Ook bij de VVSG en de gemeentebesturen leeft de mening dat die module 5 niet haalbaar is. Het Vlaamse Gewest zal pas voor 100 percent financieren als de waarde van 85 decibel wordt bereikt. Dat is al een heel hoge waarde. In het andere geval moet de lokale overheid dit financieren. Dit heeft echter inderdaad een grote kostprijs, die de lokale overheid niet kan dragen. Daarom is het absurd die module 5 in leven te houden. Daarmee wordt het probleem niet aangepakt.
De heer Peumans en andere commissieleden hebben toen een voorstel van resolutie ingediend dat unaniem is goedgekeurd. Dat laatste wil ik benadrukken. Ik was ook heel positief over dat voorstel. De verlichting of het onderhoud van de gewestwegen zijn geen taken van de lokale overheid. Het Vlaamse Gewest moet zelf de verantwoordelijkheid opnemen voor de taken waarvoor het bevoegd is, en die niet afschuiven op de lokale overheid. Daarom vond ik die resolutie zeer goed.
Als we dan echter vragen aan minister Van Brempt welk verder gevolg wordt gegeven aan die resolutie, dan blijkt ze niet van plan te zijn om module 5 en de andere modules aan te passen. Ik vind dit eigenlijk niet kunnen. Ik wil dan ook aankondigen dat ik zelf een decretaal initiatief heb genomen om die module 5 van het mobiliteitsconvenant af te schaffen. Ik ben dat gedoe over die geluidsschermen beu. Iedereen kan wel voorbeelden uit zijn onmiddellijke omgeving aanhalen van geluidsschermen waarvoor al in 2002 goedkeuring was verleend, maar die er nog niet staan. Er zijn voorbeelden van het openbaar groen langs de gewestwegen dat een natuurlijke buffer vormt en dat werd weggenomen. De mensen in kwestie kampen met geluidsoverlast.
De Vlaamse overheid belooft opnieuw openbaar groen te zullen aanplanten, maar u weet dat dit tijd vergt: er zijn ettelijke jaren nodig voor het geluid zo wordt tegengehouden. Die mensen kampen dag en nacht met geluidsoverlast. Dergelijke dingen kunnen niet meer. Daarom heb ik dat decretaal initiatief genomen. Ik hoop dat de leden hiermee zullen instemmen en dat er eindelijk werk zal worden gemaakt van een degelijk beleid tegen geluidsoverlast.
De voorzitter: De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux: Mijnheer de voorzitter, dit is een zeer acuut probleem. Ik word de jongste tijd gecontacteerd door heel wat mensen die ermee kampen. De jongste maanden ging het over de A12 in Meise en de E411 in Hoeilaart.
De gemeentebesturen zeggen dat de bijdrage die ze moeten betalen enorm hoog is. Zij kunnen die inspanning niet leveren. De regio wordt bovendien al geteisterd door het luchtvaartverkeer. Als de ambitie bestaat om daar ook nog eens het START-plan uit te werken, waarbij de logistieke sector prioritair verder wordt uitgebouwd, dreigt de leefbaarheid daar zeer sterk in het gedrang te komen. We moeten dan toch eens nadenken hoe we het beleid rond het plaatsen van geluidsschermen kunnen hertekenen en optimaliseren.
In het kader van de voorbeeldfunctie van de Vlaamse overheid moeten we zeker ook eens nadenken over de combinatie van geluidsschermen en fotovolta?sche zonnepanelen, ook al is dat een optie die de prijzen wellicht nog zal opdrijven. In het buitenland wordt die mogelijkheid vaak gebruikt. Ook in Vlaanderen ligt daar mijns inziens een groot potentieel om op die manier gebruik te maken van hernieuwbare energie.
De heer Jan Peumans: Mijnheer Glorieux, die geluidsschermen zouden natuurlijk ook met ecoproducten gemaakt kunnen worden in plaats van met beton, maar dit terzijde.
De bedoeling van de bedenkers van de mobiliteitsconvenanten en de modules was destijds om op die manier een multiplicatoreffect te verkrijgen. Men redeneerde dat de Vlaamse overheid niet voldoende geld had, en dus werden de gemeenten uitgenodigd om mee een inspanning te leveren. Het effect daarvan is helaas zo goed als onbestaande.
Ik veronderstel dat wij naar aanleiding van de beleidsbrief voor 2008 een antwoord zullen krijgen over de implementatie en concrete uitvoering van de unaniem goedgekeurde aanbevelingen van de resolutie. Alle resoluties worden immers naar aanleiding van die beleidsbrief keurig beantwoord door de minister en haar administratie.
De module 5 ten slotte is geen decretaal initiatief, maar een ministerieel besluit. De mobiliteitsconvenanten stonden in een decreet, maar de modules heeft men uitgebreid tot 21 of 22 stuks. Maar het staat u natuurlijk vrij om decretale initiatieven te nemen.
De voorzitter: Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits: Mevrouw Vogels, de geluidsbelastingskaarten voor Vlaanderen zijn nog steeds in opmaak. De aanmaak van de kaarten heeft vertraging opgelopen doordat er eerst een voorstudie is uitgevoerd. In die studie, uitgevoerd tussen 22 februari 2005 en eind 2006, is een prototype opgemaakt van een berekeningsmodule voor wegverkeer en de aanmaak van strategische geluidsbelastingskaarten. Het spreekt vanzelf dat men niet zomaar aan een dergelijk project kan beginnen, daarom zijn eerst die prototypes uitgewerkt.
In de voorstudie, die intussen is afgerond, zijn verschillende berekeningsmethodes met elkaar vergeleken, in het bijzonder de Nederlandse standaardrekenmethode en de Franse berekeningsmethode. De berekende geluidsdrukniveaus werden vergeleken met de gemeten waarden, de invoerdata zijn uitvoerig geanalyseerd en er is een nauwkeurigheidsanalyse uitgevoerd waarbij de invloed van diverse parameters, variabelen en invoerdata werd bekeken. Uit de voorstudie is gebleken dat de Nederlandse standaardrekenmethode voor Vlaanderen de beste methodiek is om de geluidsbelastingskaarten op te stellen.
De voorstudie moest uitgevoerd worden omdat er in Vlaanderen tot nog toe gewerkt werd op basis van concrete geluidsmetingen en er dus geen traditie bestond om geluidskaarten op grote schaal te berekenen. In Nederland is dat al veel langer ingeburgerd, vandaar dat we nu van hun expertise gebruik kunnen maken.
De geluidsbelastingskaarten zullen tegen medio volgend jaar beschikbaar zijn. Dat is nog vrij lang, maar ik speel liever open kaart. We hebben de het traject bekeken naar aanleiding van de beleidsbrief, en we moeten er inderdaad voor zorgen dat die kaarten er zijn, want ze vormen de basis van alles. Ze zullen ook het uitgangspunt zijn van de discussies die nog gevoerd zullen worden. Ik zal uiteraard nog geen aankondiging doen over publieke infosessies. We moeten er eerst voor zorgen dat de kaarten beschikbaar zijn.
In welke actieplannen voorziet de Vlaamse Regering om de stijgende geluidsoverlast als gevolg van het toenemende vrachtverkeer te bestrijden? De geluidskaarten zullen een globaal overzicht geven van de geluidsoverlast in Vlaanderen, waaruit dan op basis van de nog vast te leggen limietwaarden de belangrijkste zones - ik zal ze hier ook maar zwarte punten noemen - worden geselecteerd en een geluidsplanning op lange termijn zal worden opgemaakt. Op basis van die geluidsplanning zal dan de geluidsoverlast voor de locaties verder in detail worden onderzocht. De punctuele geluidsmetingen die uitgevoerd worden, komen zo in een groter traject terecht.
Ik wil opmerken dat de zogezegde vertraging begrijpelijk is, als je ziet vanwaar we komen. Er bestond voorheen helemaal geen systematiek. De voorstudie en het voorproject lijken dus heel opportuun te zijn geweest.
Er zijn heel wat maatregelen die genomen kunnen worden. Dat zal ook later nog het voorwerp van debat uitmaken. Er zijn het geluidarme wegdek, de geluidschermen, de akoestische gevelisolaties en de maatregelen die op het vlak van de ruimtelijke ordening kunnen worden genomen. Op Europees vlak is er sprake van een strengere regelgeving voor het gebruik van stille banden.
In totaal staan er in Vlaanderen 74,781 kilometer geluidschermen en 37,973 kilometer gronddammen, wat een totaal geeft van bijna 113 kilometer. In Vlaanderen zijn er 819,5 kilometer autosnelwegen en 173 kilometer ringwegen met het statuut van autosnelweg, wat een totaal oplevert van 992,5 kilometer autosnelwegen. Op een totaal van 1985 kilometer autosnelweg aan beide zijden staan er bijna 113 kilometer geluidsschermen. Dat geeft een percentage van 5,7 percent geluidschermen. Er zijn me geen gegevens bekend over de percentages geluidschermen in Duitsland en Nederland.
Over de module 5 van het mobiliteitsconvenant en de resolutie, herhaal ik de principes. U weet hoe de verdeling gebeurt tussen de gemeenten en de Vlaamse overheid. Er is in een korting voorzien op de tussenkomst van de gemeenten voor het geval er een ziekenhuis in de buurt ligt of de weg is aangelegd na de vestiging van de woningen.
Het principe van deze module 5 is overigens niet onlogisch, want gewest en lokale overheden dragen vaak een gezamenlijke verantwoordelijkheid bij geluidhinder. In veel gevallen dateren de woningen van na de aanleg van de autosnelweg. In deze gevallen is het nemen van deze geluidmaatregelen dus een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van gewest en gemeente. Dat resulteert in de tussenkomst van de gemeenten bij het nemen van geluidwerende maatregelen. U kent de werkwijze ongetwijfeld goed.
De aanpassing van deze werkwijze is momenteel niet aan de orde. Alles mag voor mij worden gewijzigd, maar ik focus in de eerste plaats op de beschikbaarheid van de geluidskaarten zodat we aan een fatsoenlijk referentiekader kunnen werken tegen medio 2008. Dan kunnen we, zeker in knelpuntzones, gerust naar een herziening evolueren. Ook daarvoor zullen heel wat extra middelen nodig zijn, en deze link moeten we zeker voor ogen houden. Ik zal de bezem hanteren om de snelheid wat aan te zwengelen zodat de timing zeker gehandhaafd blijft.
De voorzitter: Mevrouw Vogels heeft het woord.
Mevrouw Mieke Vogels: Ik dank de minister voor haar eerlijke antwoord. Heel wat mensen wachten al jaren op initiatieven. Ze hoopten dat de geluidkaarten nu klaar zouden zijn en er eindelijk een objectieve grond voorhanden was. Alles wordt nu weer een dik half jaar later gepland, alvorens wordt nagedacht over mogelijke maatregelen.
De geluidkaarten zijn niet echt nodig om sommige gekende zwarte punten aan te duiden. Bijvoorbeeld mijn eigen woonomgeving, Deurne, bestaat misschien al wel 800 jaar, lang voor er autosnelwegen waren. De E19 werd door de gemeente getrokken, er is het knooppunt aan het Sportpaleis. Er komt binnenkort een sluiting van de Ring waardoor er nog maar eens een autosnelweg in de richting van Deurne bijkomt. Er zijn echt geen geluidkaarten nodig om te stellen dat er autosnelwegen midden door eeuwenoude woonwijken lopen. De overheid zou gerust nu al maatregelen kunnen nemen.
In de BAM-werken zouden de geluidschermen moeten worden ge?ntegreerd. Ik vrees dat met het afstoten van sommige kosten de geluidschermen ook mee verdwijnen. Ik deel u hier de bezorgdheid mee van de mensen die moeten vernemen dat binnen een negental maanden de geluidkaarten klaar zijn en dat er dan dit en dat zal gebeuren. Dat wordt een excuus voor de gemeenten om niets te ondernemen. Ze verschuilen zich achter het feit dat eerst de geluidkaarten af moeten zijn. Het is een ernstig probleem.
De voorzitter: Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde: Ik betreur dat u stelt dat de geluidkaarten de knelpunten zullen aantonen. Ik heb een schriftelijke vraag gesteld over het aantal plaatsen waar geluidmetingen zijn uitgevoerd. Het zijn plaatsen waar vele klachten werden geformuleerd. Daaruit is duidelijk gebleken welke knelpunten er zijn.
Het is jammer dat het debat over het mobiliteitsconvenant module 5 nu eventueel wordt verschoven naar het moment waarop de geluidbelastingkaarten klaar zijn. Er zijn al zoveel discussies over gehouden. Zelfs een collega van uw partij is voorstander van de afschaffing van module 5. We moeten er nu werk van maken.
De heer Jan Peumans: In mijn vorig leven is een brochure over het plaatsen van geluidschermen langs autosnelwegen uitgegeven, die nog terug moet te vinden zijn in de kelders van het departement. Bovendien zijn er al metingen gebeurd.
Het is ietwat goedkoop vanwege uw administratie om nu te stellen dat we de Europese norm moeten afwachten. Dat is een beetje de tendens: de overheid verstopt zich achter Europese richtlijnen. In Vlaanderen kan men perfect een top tien van geluidsoverlast geven. Het gaat niet alleen om onze autosnelwegen; ik zou graag weten hoe het met de gewestwegen zit, dat is ook enkele duizenden kilometers. Daar komen ook problemen voor.
Door onze steden lopen ringwegen. In Hasselt bijvoorbeeld stapt men af van de woonwijken. Men bouwt er zelfs appartementen in het midden van de stad, terwijl men vlakbij de ringwegen zit. De meest essentiële vraag is of er genoeg geld is voor de nodige investeringen. De kaarten zijn één ding, geld is een ander.
Minister Hilde Crevits: Ik begrijp uw zorgen zeer goed, mevrouw Vogels. Ik heb niet gezegd dat er niet meer over geluidsschermen zal worden nagedacht tot de geluidskaarten er zijn. Ik heb niet gezegd dat er intussen niet meer ge?nvesteerd zal worden. Ik vind uiteraard dat die kaarten er moeten komen. Medio volgend jaar zijn ze klaar. Ik heb daar de eventuele afschaffing van module 5 aan gekoppeld.
We zijn op de hoogte van een groot aantal zwarte punten. Er zijn al heel wat metingen en voorstellen gedaan. Er zijn echter nog geen kaarten omdat die metingen niet systematisch werden bijgehouden. We moeten een achterstand inlopen. De bestaande gegevens zullen we uiteraard wel gebruiken bij de ingrepen op het terrein. We kunnen niet alles ineens realiseren. Daarvoor is de vraag te groot.
Mevrouw Vogels heeft me cijfers gevraagd over de autosnelwegen. Die heb ik meegebracht. Op de gewestwegen zullen er uiteraard ook zwarte punten zitten, maar daar kan ik nu niets over zeggen.
De voorzitter: Mevrouw Vogels heeft het woord.
Mevrouw Mieke Vogels: Ik wil erop aandringen om niet te wachten op de geluidskaarten om werk te maken van een beleid en om module 5 in vraag te stellen. Anders geraakt dit allemaal op de lange baan.
De heer Jan Peumans: De Nederlanders hebben wel een visie over geluidsoverlast. Zij hebben overal geluidsschermen geplaatst. Dat is een kwestie van keuze.
Het incident is gesloten.