Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 02/10/2007
Vraag om uitleg van de heer Eloi Glorieux tot mevrouw Kathleen Van Brempt, Vlaams minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, over de commentaren van de voorzitter van het directiecomité van de NMBS op de beslissing van de Vlaamse Regering om een proefproject met mega-trucks in te voeren
De voorzitter: De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux: Mevrouw de minister, net voor het zomerreces werd snel een voorstel van resolutie goedgekeurd over de invoering van een proefproject met superlange en -zware vrachtwagens. Dat gebeurde bij spoedbehandeling in de plenaire vergadering. Niet zo lang daarna, op 7 augustus, stuurde de voorzitter van het directiecomité van de NMBS, de heer Haek, een brief naar verschillende partijen, waarin hij verwijst naar een brochure van de representatieve verenigingen van de spoorwegen in Europa. Daarin worden de nadelen van de invoering van lange en zware vrachtwagens opgesomd.
Hij stelt in zijn brief dat de invoering van megatrucks, die in de brochures trouwens monstertrucks worden genoemd, een grote financiële investering vergt vanwege de noodzakelijke aanpassingen aan de weginfrastructuur. Letterlijk zegt hij: "Inderdaad zullen wegen, bruggen, toegangswegen en parkingzones moeten worden aangepast, en nieuwe weginfrastructuren zullen moeten worden gebouwd. Nergens in het hele debat over de megatrucks wordt vermeld hoe die investeringen zullen worden gefinancierd."
Hij gaat verder: "We zullen ook een omgekeerde modal shift zien van het spoor naar de weg. Het gecombineerd vervoer, waar zoveel inspanningen overal in Europa, ook in België, werden gedaan om die efficiënte en milieuvriendelijke activiteit te ontwikkelen, zal worden bedreigd." Hij besluit zijn brief met de expliciete vraag van de NMBS-holding aan de federale en de regionale autoriteiten om zich te verzetten tegen maatregelen die dergelijke megatrucks in ons land zouden toelaten.
Mevrouw de minister, werd ondertussen overleg gepleegd tussen de Vlaamse Regering en de NMBS over de bezorgdheden van de heer Haek bij de invoering van megatrucks? Dit overleg had ik ook al gesuggereerd naar aanleiding van het debat net voor het reces. De heer Haek heeft nu onze bezorgdheid bijna letterlijk overgenomen. Wat is het antwoord van de Vlaamse Regering op de bekommernissen van de NMBS-topman? Kloppen zijn beweringen dat nergens rekening wordt gehouden met de kostprijs van de noodzakelijke infrastructuurwerken en de externe kosten van de invoering van megatrucks? Hoeveel bedragen de kosten als gevolg van de noodzakelijke infrastructuuraanpassingen bij de invoering van het aangekondigde proefproject? Ik veronderstel dat dit een tamelijk beperkt project zal zijn. Wat zouden die kosten bedragen bij een eventuele veralgemeende invoering van megatrucks in Vlaanderen? Hebt u daar zicht op?
De voorzitter: Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw Annick De Ridder: Ik wil me aansluiten bij de vraag van de heer Glorieux, maar ik spreek liever over ecocombi. Mijnheer Glorieux, waarschijnlijk hebt u het bewust over megatrucks of lange, zware vrachtwagens, maar het zijn ecocombi omdat ze nu eenmaal een relatief lagere uitstoot hebben dan de normale vrachtwagens en dus een positieve bijdrage leveren aan het leefmilieu. Dat debat hebben we al uitgebreid gevoerd.
Ik zou een vraag stellen naar aanleiding van de discussie die we voor het reces hebben gevoerd. Ik wil de resolutie nog eens in het juiste kader plaatsen. Het is niet zomaar een wilde resolutie die vraagt om een proefproject te organiseren in het Vlaamse land, zonder randvoorwaarden. We hebben heel nadrukkelijk gezegd - en onze bekommernissen waren daarover gelijklopend - dat de veiligheid heel belangrijk is. Het is niet onze bedoeling het te organiseren als blijkt dat op bepaalde delen enorm veel risico's zouden bestaan op dodehoekongevallen en dergelijke meer. Een studie in Nederland heeft aangetoond, na afloop van het proefproject daar, dat er maar één ongeval is gebeurd en dat was niet gerelateerd aan de dode hoek en had niets te maken had met de ecocombi op zich, maar had andere oorzaken.
Een tweede opmerking voor het juist plaatsen van de resolutie is het verhaal van de modal shift. Het zal u misschien verbazen maar ik begrijp de bekommernis van de voorzitter van het directiecomité van de NMBS, maar ze is eigenlijk naast de kwestie. De bekommernis van de heer Haek zou volledig relevant zijn als we van plan waren om een proefproject op poten te zetten dat parallel zou lopen aan een spoorlijn, maar dat zijn we niet van plan. De proefprojecten waar we voor pleiten - minister Crevits heeft daar in een antwoord al naar verwezen - mogen in geen enkel geval een modal shift tot stand brengen van het spoor naar de weg, want dat staat haaks op wat Vlaanderen in het verleden heeft gedaan. Het is heel belangrijk dat het afgelijnde project daar rekening mee houdt en niet parallel loopt aan een spoorlijn tussen twee grootsteden, waardoor men een modal shift in de verkeerde richting zou tot stand brengen.
Wat betreft het argument van de financiële investeringen, moet men volgens mij kijken naar welke wegeninfrastructuur daarvoor geschikt is. Men moet bijvoorbeeld geen ecocombi's langsheen rotondes laten rijden waardoor men in ondertunnelingen zou moeten voorzien. In Nederland is gebleken dat dat op bepaalde afgelijnde trajecten best kan op de huidige weginfrastructuur en dat er geen argument is om geen proefproject op te starten omdat we simpelweg niet van plan zijn om op rotondes en dergelijke ecocombi's te laten rijden.
Mevrouw de minister, er was tijdens de commissievergadering van 3 juli aangekondigd dat er eind september een standpunt van de Vlaamse Regering zou zijn. Het is nu begin oktober. Is er al een standpunt bepaald? Hebt u al overleg gehad met uw bevoegde collega? Of mogen we dat de komende weken verwachten?
Zijn de resultaten van de studie die is gevraagd aan het steunpunt Verkeersveiligheid er al? Ze werden voorzien voor eind september. Of vallen die de komende weken te verwachten en kunnen ze dan meegedeeld worden aan het parlement?
Is de knoop al doorgehakt of er een proefproject komt of niet, en waar zal dat dan plaats vinden?
De voorzitter: De heer Caluwé heeft het woord.
De heer Ludwig Caluwé: De reactie vanuit de NMBS vond ik nogal paniekerig. Uit de Nederlandse studie blijkt dat de introductie van ecocombi's weliswaar een nadelig effect zou hebben op de spoorwegen, maar een uitermate gering, namelijk 1,4 tot 2,7 percent. Of dat opweegt tegen de verbetering van de verkeersveiligheid en het milieu, is de vraag. Uit de studie van Arcadis blijkt over alle andere punten dat ecocombi's positief zijn. Ik spreek me er vandaag niet over uit of men ze nu absoluut moet gaan gebruiken, ik zeg alleen dat er ofwel iets mis is met de studie ofwel met de heftige reactie van de NMBS.
De voorzitter: Minister Van Brempt heeft het woord.
Minister Kathleen Van Brempt: Geachte leden, ik zou bijzonder kort kunnen zijn en zeggen: de Vlaamse Regering heeft in deze nog geen standpunt ingenomen. Ik zal enkele elementen toevoegen.
In de schoot van de Vlaamse Regering wordt een standpunt voorbereid. Op basis van dat standpunt moet verder overleg met de NMBS mogelijk zijn. Dat moeten we zeker niet uit de weg gaan. De bezorgdheden die de NMBS bij monde van de heer Haek aanhaalt, vooral met betrekking tot de aanpassing van onze weginfrastructuur en de modal shift, liggen mij ook bijzonder na aan het hart. Het zijn bezorgdheden die ook in de studie van het Vlaams Instituut voor de Logistiek, VIL, naar voren komen. Ook daar worden reserves geïdentificeerd om te komen tot een modal shift, reserves in termen van 'te onderzoeken', namelijk het gevaar voor andere weggebruikers en de onaangepastheid van het Vlaamse wegennet.
Ik heb altijd benadrukt dat we dat heel specifiek voor Vlaanderen onder de loep moeten nemen. Ik hoed me altijd voor vergelijkingen met Nederland over verkeersveiligheid of dit soort onderwerpen. De weginfrastructuur en de ruimtelijke ordening daar zijn dermate anders dat vergelijkingen moeilijk zijn.
Mevrouw De Ridder heeft terecht verwezen naar de resolutie van het Vlaams Parlement. Die spreekt heel duidelijk over de verbetering van de efficiëntie van het wegtransport op ecologisch en economisch vlak, zonder dat aan het marktaandeel van het spoor en de binnenvaart moet worden geraakt. Dit is heel belangrijk: we willen absoluut het marktaandeel van het spoor en de binnenvaart verhogen.
Het is ook duidelijk dat langere of zwaarder vrachtwagens, of monstervrachtwagens zoals sommigen stilletjes zeggen, enkel kunnen worden ingevoerd zonder negatieve impact op de verkeersveiligheid. U weet dat ik dat erg heb benadrukt. Om die reden is tijdens de voorafgaande discussie duidelijk afgesproken dat eerst een verkeersveiligheidsstudie zal worden uitgevoerd. Die studie is volop aan de gang en ik verwacht de resultaten eerstdaags, meer bepaald rond 5 oktober 2007.
Wat de uitspraken van de heer Haek over de kostprijs van de noodzakelijke infrastructuurwerken betreft, kan ik enkel antwoorden dat deze prijs uiteraard van het aantal lange vrachtwagens, van de geselecteerde trajecten en van het gewicht, de asbelasting en de positie van de assen van die vrachtwagens afhankelijk is. Indien wordt besloten deze vrachtwagens in te zetten, is de vraag waar ze worden ingezet. Een nauwkeurige selectie van de trajecten moet het mogelijk maken de kostprijs van de infrastructuurwerken te beperken of in te calculeren.
Voor alle duidelijkheid wil ik hier nog vermelden dat we het vandaag enkel over de mogelijke invoering van een pilootproject spreken. We hebben het helemaal niet over een veralgemeende invoering van dit type van vrachtvervoer.
De voorzitter: De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux: Ik dank de minister voor haar antwoord. We moeten rekening houden met de ruimtelijke ordening in Vlaanderen en met de structuur van ons wegennet. Indien we de noodzakelijke aanpassingen willen beperken en indien we de trajecten in functie van deze beperkte impact willen selecteren, zullen we eigenlijk, tenzij na grote investeringen, bitter weinig gebruik van deze trucks kunnen maken.
De minister wil een proefproject opzetten langs een traject dat niet tot concurrentie met de spoorwegen zou leiden. Ik vraag me af waar dit traject zich concreet zou kunnen bevinden. Daarnaast vraag ik me af welke waarde een dergelijk proefproject zou hebben en welke conclusies er uit kunnen worden getrokken. Indien het proefproject langs een traject zonder concurrentie met de spoorwegen wordt opgezet, lijkt het me onmogelijk nadien aan te tonen dat er geen negatief effect op het spoorverkeer is geweest. Indien na dit proefproject tot een veralgemeende invoering wordt overgegaan, zal er uiteraard wel concurrentie zijn. We beschikken, zeker tussen onze industriecentra, immers over een redelijk uitgebreid spoorwegennet. Het lijkt me moeilijk locaties te vinden waar geen concurrentie met de spoorwegen zou bestaan.
Als mevrouw De Ridder de letters 'eco' gebruikt, ga ik ervan uit dat ze hiermee naar het economische en niet naar het ecologische verwijst. Ze heeft meermaals naar een Nederlandse studie verwezen. Ik heb evenwel minstens vier andere studies gelezen waarin de vergelijking tussen de inzet van zogenaamde supertrucks en gewone vrachtwagens andere resultaten oplevert. De modal shift van het treinverkeer en de scheepvaart naar het wegverkeer zou, zelfs als de supertrucks optimaal worden geladen, elk positief effect op de CO2-uitstoot ongedaan maken.
De minister heeft verklaard dat de Vlaamse Regering pas na nader onderzoek een standpunt zal innemen en aan de top van de NMBS zal overmaken. Dat lijkt me het beste bewijs dat de resolutie vlak voor het zomerreces ietwat overhaast is goedgekeurd.
De voorzitter: Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw Annick De Ridder: Mijnheer Glorieux, uw woorden zijn voor uw eigen rekening. Ik ben er echter niet van overtuigd dat er weinig geschikte ruimte voor een proefproject is. De Vlaamse Regering zal hierover nog een standpunt moeten innemen. Ik meen dat er voldoende ruimte is.
Ik weet niet of u het niet begrijpt of het niet wilt begrijpen, maar het is nooit onze bedoeling geweest die trucks parallel met het spoorverkeer te laten rijden. De resolutie is allesbehalve overhaast opgesteld of goedgekeurd. Voor de indiening van het voorstel van resolutie in juli 2007 hebben we hier vier of vijf maanden over beraadslaagd. De resolutie stelt nadrukkelijk dat we een interventie met het spoorvervoer en een modal shift van het spoorvervoer naar het wegvervoer willen vermijden.
U moet niet proberen ons af te schilderen als economiefans die de letters 'eco' enkel als een verwijzing naar het economische hanteren. De inzet van deze trucks kan de economie, de ecologie en de omgang met de transportproblematiek ten goede komen. Ik geloof in een dergelijk proefproject. Ik kan u niet toestaan ons als eenzijdig af te schilderen. De resolutie is evenwichtig en houdt rekening met verkeersveiligheid, ecologische bekommernissen, de modal shift en dergelijke. Ik kijk met spanning uit naar de bevindingen van de studie en naar de beslissing van de Vlaamse Regering.
De voorzitter: Het incident is gesloten.