Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 24/04/2007
Vraag om uitleg van mevrouw Annick De Ridder tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de stand van zaken in het dossier van de Internationale Luchthaven Antwerpen
De voorzitter: Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw Annick De Ridder: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ook over dit dossier is hier al vaak van gedachten gewisseld. Onlangs hebben we in de pers kunnen lezen dat u over de besluiten van het MER zou beschikken. Toen is aangekondigd dat u na het paasreces met een oplossing voor dit voor onze regio zo belangrijke dossier zou komen. Het MER is opgesteld om de gevolgen na te gaan van de aanleg van de verplichte veiligheidszone, de aanleg van een bedrijventerrein en de toekomstige exploitatie van het groeiende luchtverkeer. Verder zou worden onderzocht welk alternatief het beste is: een intunneling, een ingleuving of een korte of lange bocht in de Krijgsbaan.
De diensten zouden alle mogelijke varianten voor de RESA bespreken met de betrokken steden, gemeenten, een aantal instanties en milieuverenigingen die aan de inspraakprocedure van juni 2006 hebben deelgenomen. Op basis van die raadplegingen zou het definitieve MER in maart klaar moeten zijn geweest. Ik verwijs nogmaals naar het Vlaams regeerakkoord waarin staat dat de regering bereid is om de noodzakelijke investeringsbeslissingen te nemen om de toekomst van de internationale luchthaven van Antwerpen veilig te stellen. Het is wel noodzakelijk dat dit snel gebeurt.
Ik moet niet verwijzen naar de voorlopige vergunning die aan Deurne is afgeleverd. In het kader van de ICAO-verplichtingen is bepaald dat de luchthaven open mag blijven als alle werken die noodzakelijk zijn voor de certificatie van de luchthaven uiterlijk op 23 februari 2009 zijn opgeleverd. Tot die werken behoort ook de omlegging of ondertunneling van de Krijgsbaan, zodat aan de RESA-normen wordt voldaan.
Wat is de stand van zaken van het dossier? U had aangekondigd dat u in de week na het paasreces met een voorstel naar de regering zou stappen. Wat is de inhoud van het MER? De resultaten zijn nog niet op de website beschikbaar, hoewel ze klaar zouden zijn. Wat is de beslissing van de Vlaamse Regering over de omlegging of ondertunneling van de Krijgsbaan, en de ontwikkeling van bedrijventerreinen aan de luchthaven van Antwerpen?
De voorzitter: De heer Penris heeft het woord.
De heer Jan Penris: Ik volg mevrouw De Ridder volledig: dat staat buiten kijf. Ook wij vragen hoe het staat met de stand van zaken van het dossier. Ik heb daarvoor twee redenen. Een: wat de verkeersafwikkeling op en rond de Krijgsbaan betreft, signaleren de gemeenten waarop de Krijgsbaan ligt dat er problemen zijn. Ze vragen dat er snel knopen worden doorgehakt.
Twee: nadat minister Stevaert de verschillende actoren had uitgedaagd om te bewijzen dat Antwerpen belang hecht aan de uitbreiding van de luchthaven, zijn samenwerkingsverbanden tot stand gekomen. De provincie, de Hoge raad voor de Diamant, het havenbedrijf, de Kamer van Koophandel en enkele privégroepen hebben laten weten dat ze bereid zijn om geld bijeen te brengen zodat de luchthaven, mits een aantal randvoorwaarden zijn vervuld, op een commercieel verantwoorde manier kan worden uitgebaat. Men kan die mensen niet ten eeuwigen dage aan het lijntje houden. Onderhoudt u contacten met die groepen, en welk signalen sturen ze uit? Zijn ze nog even enthousiast als enkele jaren geleden? Ondertussen zijn immers de bouw- en materiaalkosten opgelopen. Het financiële plaatje van destijds zal vandaag niet meer kloppen. Zijn ze bereid tot nieuwe engagementen?
Drie: een van de grote problemen voor de luchthaven is de klassering van dat lelijke hoopje stenen in het verlengde van de startbaan, van het Fort van Borsbeek. Die klassering was een beslissing van een van uw voorgangers, de heer Sauwens. We weten dat de declassering een juridische mogelijkheid is. Wordt die mogelijkheid overwogen, al was het maar om de afhandeling van het dossier te vergemakkelijken?
De voorzitter: Minister Peeters heeft het woord.
Minister Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, geachte collega's, er is voor Deurne, maar ook voor Oostende en Kortrijk-Wevelgem al veel werk gebeurd. Wat Deurne betreft, had ik vandaag graag kunnen aankondigen dat het plan-MER af is en conform is verklaard. Dat is evenwel nog niet het geval. De cel MER heeft bijkomende informatie opgevraagd, wat impliceert dat het plan-MER nog niet helemaal af is, en dat verklaart waarom u het nog niet op een website terugvindt.
Ik heb vroeger al gezegd dat in het plan-MER de drie mogelijkheden worden onderzocht: de volledige ondertunneling van de Krijgsbaan, met een kostprijs van meer dan 18 miljoen euro, de omvangrijke omleiding en, ten slotte, de beperktere omleiding met een kleinere tunnel. Ik kan daarover officieel pas iets zeggen als de studiebureaus het plan-MER volledig hebben afgewerkt. De cel MER heeft bij de bureaus nog informatie opgevraagd, zodat ik niet omstreeks Pasen de resultaten heb kunnen voorleggen, zoals ik eerst had gehoopt. Ik heb op die afwikkeling geen invloed, want de cel MER handelt volledig autonoom. Wellicht zal het plan-MER pas in mei conform worden verklaard. Dat is het eerste punt.
Ten tweede: voor Oostende werken we met een ander concept. Daar werken we met een luchthavenontwikkelingsmaatschappij of LOM en een luchthavenexploitatiemaatschappij of LEM. Ten gevolge van de beslissingen van de vorige regering is in Deurne één vennootschap actief. Alle middelen worden in dat bedrijf samengebracht. Dat heeft belangrijke gevolgen. Het eerste is wel dat we moeten nagaan welke impact onze oplossing op de PPS-constructie zal hebben als wij niet kiezen voor de tunnel, die oorspronkelijk is begroot op 18 miljoen euro. Want in dat geval zal de kostprijs gevoelig lager liggen. De vraag stelt zich dan of de markt niet opnieuw moet worden bevraagd om te vermijden dat achteraf iemand kan zeggen dat hij of zij de kans niet heeft gekregen om mee te doen. De tweede is dat we moeten onderzoeken of die constructie met één vennootschap niet moet worden omgezet in een andere structuur.
Ten derde: alle partners waarmee ik heb gesproken, zeggen me vandaag dat ze hun engagement gestand zullen doen. De lakmoesproef komt er natuurlijk als de beloofde bedragen zullen worden opgevraagd. Ik doe er alles aan om de regionale luchthavens nog in de loop van dit jaar op een volledig andere leest te schoeien. We bereiden een tender voor Oostende en Kortrijk voor, zodat de privésector de kans krijgt om mee te werken aan de exploitatie van de regionale luchthavens. Ik ga ervan uit dat de privésector daarin is geïnteresseerd. De recentste cijfers van de VLM zijn positief. Er waait een nieuwe wind door de luchthaven van Deurne. Na jarenlange politieke onzekerheid heeft iedereen het gevoel dat het ons menens is om de regionale luchthavens verder uit te bouwen. Als de privésector echter toch niet geïnteresseerd zou zijn, dan worden we met een nieuw feit geconfronteerd.
Eens het plan-MER conform is verklaard en definitief is, zullen we daarover een discussie voeren. U hebt zelf ook verwezen naar de verplichting om dat probleem op te lossen in 2009. Ik ga ervan uit dat we dat meenemen, maar dat we, net zoals bij de problematiek van de bomen, enig bijkomend respijt zouden krijgen wanneer duidelijk de beslissing is genomen.
Met die middelen zullen we dat uitvoeren. Tegen die tijd zal dat kunnen worden uitgevoerd. Het is niet uitgesloten de deadline van 2009 iets te verleggen, zoals we hebben kunnen bekomen bij de problematiek van de bomen. Ik wil daar niet op vooruitlopen. Ik kan moeilijk uitstel vragen tot 2010 wanneer ik zelf niet weet welke timing we zullen aanhouden en welke beslissing er wordt genomen. Ik hoop dat we dit jaar, en hopelijk nog voor het zomerreces, maar ik ben voorzichtig, daarover beslissingen kunnen nemen in de Vlaamse Regering.
De voorzitter: Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw Annick De Ridder: Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord. Het verontrust me wel dat er blijkbaar een vertraging is opgelopen bij de MER-cel. U bent zeer bescheiden: u zegt dat u geen impact kunt hebben op die MER-studie. U kunt inderdaad geen impact hebben op de inhoud ervan, maar u kunt wel aandringen op het feit dat het hoogdringend is en dat dat in de bovenste schuif moet liggen. Ik reken op uw welwillendheid om dat te doen.
Ik wil een tweede punt nogmaals onder uw aandacht brengen. U spreekt over de grote ingrijpende werken van 18 miljoen, namelijk de volledige ondertunneling. Ik ben het met u eens dat indien er een goedkopere mogelijkheid is, die onderzocht moet worden. Dat zit trouwens in het onderzoek dat momenteel aan de gang is. We zitten echter met de verstrenging van de ICAO-normen. Ik heb me laten vertellen dat de drie mogelijkheden goed zijn voor de huidige norm van 90 plus 60 aan weerszijden, maar dat indien de ICAO niet enkel in een verstrenging voorziet van de aanbeveling van 90 plus 60 naar 240 plus 60, maar daar een norm van zou maken, de halve omlegging en halve tunnel dan niet voldoen. Indien het een goedkope oplossing is, graag, maar niet voor twee of drie jaar. We zien dat internationaal overal na vijf jaar een aanbeveling tot norm wordt verstrengd. Het zou dus jammer zijn om nu voor een goedkope oplossing te kiezen die maar voor vijf jaar geldt en men na vijf jaar toch een uitgebreidere ingreep moet doen omdat men met de verplichte RESA zit van 240 plus 60 aan twee zijden. Met de beperkte omlegging zou men daar niet aan voldoen, en dat zou alsnog kunnen uitdraaien op een sluiting van de luchthaven van Deurne. Ik ga ervan uit dat u hier rekening mee houdt, maar ik geef die bekommernis toch nog graag mee.
Minister Kris Peeters: Mevrouw De Ridder, ik word elke dag bescheidener. (Opmerkingen van de heer Eloi Glorieux)
Trotzdem, mijnheer Glorieux. Als we voor een oplossing kiezen, moet het een oplossing zijn met toekomst. Ik bedoel dat het mogelijk gefaseerd kan worden uitgevoerd en dat we de aanbevelingen die mogelijk een verplichting worden, ook meenemen en daar rekening mee houden, waarbij de lifting van de landingsbaan enzovoort wordt meegenomen. U hebt gelijk: we zullen de beslissing in dat toekomstperspectief nemen.
Ik was vergeten te antwoorden op de vraag van de heer Penris wat de lichten betreft en mobiliteit in het algemeen. Ik heb begrepen dat de burgemeesters van Mortsel en Borsbeek problemen hebben met te veel rood licht op de Krijgsbaan. Een van de twee burgemeesters heeft me daarover gecontacteerd. Men heeft vastgesteld dat men te snel het rode verkeerslicht in werking stelt. We zullen het verder bekijken hoe we dat kunnen aanpakken. Men heeft me gezegd dat de veiligheid primeert. Ook als men bij oefenvluchten een landingsmanoeuvre uitvoert zonder echt te landen, zet men toch alle lichten op rood: dat heeft dus ook te maken met de veiligheid. We zullen dat bekijken. We zijn er mee bezig om ook dat probleem voor beide burgemeesters op te lossen. Dat wil niet zeggen dat het meer groen wordt, maar dat de mobiliteit en de doorstroming gemaximaliseerd worden.
De voorzitter: Het incident is gesloten.