Commissie voor Economie, Werk en Sociale Economie Vergadering van 03/05/2007
Vraag om uitleg van de heer Koen Van den Heuvel tot mevrouw Fientje Moerman, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, over de voorgestelde bijsturing van de ecologiepremie
De voorzitter: De heer Van den Heuvel heeft het woord.
De heer Koen Van den Heuvel: Mijn vraag om uitleg werd eind maart ingediend, een maand voor dit probleem in de pers kwam naar aanleiding van een aantal opmerkingen. De opmerkingen in mijn vraag zijn gelijklopend.
We kennen de problemen van de ecologiepremie, die het slachtoffer is van zijn eigen succes. De Vlaamse Regering moet natuurlijk de zaken budgettair op orde houden. Deze maatregel kent succes. Er is een enorme budgetverhoging van 50 miljoen euro naar 92 miljoen euro in 2007. Mijn vraag gaat veeleer over het principe en het doel van de ecologiepremie.
Om de zaken budgettair beheersbaar te houden, is de wedstrijdformule het minst slechte systeem, zoals sommigen van de democratie zeggen. Het is ook van toepassing op de groeipremie. Daarover was het bedrijfsleven niet zo tevreden. Als we werken met een gesloten enveloppe, zijn er niet veel alternatieven. Dat weten we ook uit wetenschappelijke onderzoeken.
Er is ook de beperking van de aanvaarde technologieën. Daar ligt de nadruk op innovatie. Sommigen vragen zich af of de ecologiepremie een vorm van innovatiesteun is, of een steun aan de ecologie-inspanning die niet enkel particulieren, maar ook bedrijven moeten leveren. Dat is de basisvraag die we moeten beantwoorden.
Ik heb enkele vragen over de callformule. Heel wat mensen hebben vragen over de voorspelbaarheid. De rechtszekerheid neemt toe, want de wachtlijsten nemen af, zeggen ze. Anderen zeggen dat het toch even duurt om het dossier in te dienen. Dan blijven ze in het ongewisse over het resultaat van de aanvraag en twijfelen over de investering.
Mevrouw de minister, wanneer is de eerste call gepland? Is die hervorming besproken in de SERV? Zo ja, waren er opmerkingen van de sociale partners? Op welke terreinen? Bent u bereid om dit systeem op te volgen en aan te passen indien nodig? Het budget is verhoogd van 50 naar 92 miljoen euro. Wat is het tijdsperspectief voor de volgende jaren? Blijft het budget op dat niveau of keert het terug naar het initiële niveau van het begin van de legislatuur?
De voorzitter: De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux: Mevrouw de minister, eergisteren heb ik een interpellatie ingediend over dit thema, maar door de vraag van de heer Van den Heuvel is het logisch dat ik me aansluit bij deze vraag om uitleg.
We zijn er ons allemaal van bewust dat Vlaanderen inzake de toepassing van hernieuwbare energiesystemen door bedrijven achterophinkt. Het is een ecologische noodzaak om hierin op korte termijn een ommekeer tot stand te brengen. Ook de bedrijven zelf hebben dit begrepen en zijn zich daarvan steeds meer bewust aan het worden. Ze deden in toenemende mate een beroep op de ecologiesteun die de Vlaamse overheid bood, zowel door hun productieproces aan te passen, als door een beroep te doen op hernieuwbare energiebronnen.
Die bewustwording zorgde voor meer aanvragen. Daarom hebt u, mevrouw de minister, de ecologiesteun dit jaar met 40 percent opgetrokken. Ik feliciteer u daarvoor van harte. Dat is een heel wijze beslissing. Veel minder positief is dat het toewijzingssysteem is veranderd, en dat u overschakelt naar een callsysteem.
De voorbije dagen heb ik daarover gepraat met mensen uit de kmo-sector. Een van hun reacties was dat het systeem slachtoffer werd van zijn eigen succes. Ze zeiden dat ze heel snel enkele projecten, die ze eerst over drie jaar wilden uitvoeren, hebben ingediend omdat ze wisten dat er binnenkort een callsysteem zou komen. Een deel van die verhoging is te wijten aan het feit dat de bedrijven worden afgeschrikt omdat ze niet meer aan de bak zouden komen. Zo'n vaart zal het dus niet lopen.
Het is heel eigenaardig om een maatregel die te succesvol is, zomaar te veranderen. Dat betekent dat ecologiesteun kan, zolang het maar niet succesvol is. Dan moeten we iets anders bedenken om dat af te remmen.
Door over te stappen op een dergelijk callsysteem moeten bedrijven voortaan een projectvoorstel indienen. Ze kunnen dan niets anders doen dan afwachten tot ze worden uitverkoren om eventueel aanspraak te maken op steun. UNIZO heeft zich hierover duidelijk uitgesproken en ziet een dergelijk loterijsysteem niet zitten. In tegenstelling tot u, mevrouw de minister, zegt UNIZO dat dit de rechtszekerheid bij de bedrijven totaal onderuit haalt. Het nieuwe systeem creëert onzekerheid bij de planning van de investeringskosten en bedrijven zullen automatisch hun milieu-investeringen terugschroeven. Vooral voor kmo's is de haalbaarheid van milieu-investeringen vaak afhankelijk van Vlaamse steun, zegt UNIZO. Dat wordt nu gehypothekeerd.
De Vlaamse Regering belijdt geregeld, althans met woorden, haar bezorgdheid over milieu en klimaat. Als baanbrekende maatregelen succesvol worden, dan worden de spelregels veranderd om toch maar niet te veel te veranderen. Het verwondert me ook dat de regeringen wel in miljoenen euro's voorzien om in het buitenland hete lucht aan te kopen, maar als het erop aankomt onze eigen bedrijven en kmo's hun rol te laten spelen en hun ecologiesteun te verlenen, dan worden de spelregels veranderd.
Een tweede element in het verhaal waar ik u een vraag over wil stellen, mevrouw de minister, is het feit dat de administratie Economie blijkbaar een enge interpretatie geeft aan bedrijven of projecten die überhaupt in aanmerking komen voor dit soort ecologiesteun. Zo zouden kmo's of projectontwikkeling, van wie het de corebusiness is om in hernieuwbare energie te investeren, niet meer in aanmerking komen en moeten die maar gaan aankloppen bij het departement Energie om steun te krijgen.
Ik geef een concreet voorbeeld. Ecopower heeft een zeer zinvol project opgezet, namelijk PV-privé, waarin ernaar wordt gestreefd om mensen thuis zonnepanelen op hun dak te laten installeren en waarbij de kosten door Ecopower worden gedragen. De mensen zouden dan minder aan hun energiefactuur betalen en op termijn zouden de zonnepanelen worden afbetaald. Vorig jaar heeft het bedrijf daar wel ecologiesteun voor gekregen, en het resultaat was dat er 800 installaties werden geplaatst. Dat zal niet meer kunnen als men terugvalt op een callsysteem. Men heeft er nog vertrouwen in dat door het callsysteem de projecten goed genoeg zullen bevonden worden, maar omdat het de corebusiness van Ecopower is om in energie te investeren, zegt de administratie Economie dat men niet voor steun in aanmerking komt en men maar moet aankloppen bij het departement Energie.
Mevrouw de minister, hoe verantwoordt u het in het licht van de immense ecologische uitdagingen dat de beslissing werd genomen om het systeem van ecologiesteun aan bedrijven om te vormen tot een callsysteem? Is het niet logischer om het bestaande systeem te behouden en consequent het jaarlijks voorziene bedrag op te trekken zodat het de vraag kan dekken? Aan welke criteria zullen de ingediende projecten worden getoetst om al dan niet in aanmerking te komen voor ecologiesteun? Hoe reageert u op de verklaringen van UNIZO dat het callsysteem de rechtsonzekerheid bij bedrijven en vooral bij kmo's vergroot? Waarom weigert de administratie Economie om projecten van bedrijven tot wier corebusiness die activiteit behoort, in aanmerking te laten komen voor ecologiesteun? Zijn daarover gesprekken opgestart met minister Peeters, zodat de ecologiesteun aan projecten van energiebedrijven en projectontwikkelaars voortaan eventueel door zijn departement zou kunnen worden verstrekt, of komen deze bedrijven voortaan gewoon in de kou te staan?
De voorzitter: De heer Martens heeft het woord.
De heer Bart Martens: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik heb er alle begrip voor dat men probeert de overheidsmiddelen voor ecologiesteun zo efficiënt mogelijk in te zetten. Je kunt een euro maar één keer uitgeven. Werken met een callsysteem staat de overheid toe om de meest kostenefficiënte projecten te subsidiëren en te belonen met als gevolg dat voor eenzelfde te investeren bedrag een beter milieuresultaat kan worden bereikt. Zeker als dat bedrag wordt opgetrokken, denk ik dat er resultaten kunnen worden afgeworpen.
Anderzijds is het ook zo dat om innoverende technologie te stimuleren, we een stabiel investeringsklimaat nodig hebben en dat kostenefficiëntie maar één element in het geheel is. Als we op het vlak van hernieuwbare energie enkel het criterium kostenefficiëntie zouden gebruiken, zouden we gewoon niet beginnen met zonnecellen te subsidiëren, want van alle vormen van hernieuwbare energie is dat de meest dure. Wil dat dan zeggen dat men zonne-energie niet moet subsidiëren? Ik denk het niet. We weten dat slechts in de take-off-fase die stroom zo duur is en dat bij elke verdubbeling van het geïnstalleerde vermogen de opwekkost met 20 percent daalt door schaaleffecten en door leereffecten. Door het creëren van een stabiel investeringsklimaat, waar eigen bedrijven op kunnen inspelen, zorgen we er ook voor dat die bedrijven hun plaats zullen innemen in die enorm groeiende markt, die in de toekomst zeker competitief zal zijn met de klassieke vormen van elektriciteitsopwekking.
Mevrouw de minister, het is dan ook te betreuren dat het stabiele investeringsklimaat dat we hadden gecreëerd in een combinatie van steunmaatregelen, nu gedeeltelijk wordt ondergraven. We hadden inderdaad de investeringssubsidie, namelijk de ecologiesteun. Daarnaast hadden we een bodemprijs afgesproken voor de groenestroomcertificaten die worden toegekend aan de fotovoltaïsche cellen, namelijk 450 euro per megawattuur, wat die investering rendabel maakte. Daarnaast is er de fiscale aftrek in het kader van de personenbelasting bij investeringen door particulieren. Nu wordt daar één element uit gewijzigd waardoor particulieren of kmo's met deze onzekerheid worden geconfronteerd. Ze weten niet of ze in de prijzen zullen vallen als ze hun project aandienen in de call die zal worden opgezet.
Misschien moeten we nagaan of de ecologiesteun in de toekomst via een callsysteem en daarnaast via vaste investeringssteun kan geschieden, zeker voor investeringen die gebeuren door particulieren, die niet echt veel zin of capaciteit hebben om een dossier te gaan invullen om mee te doen aan die wedstrijdformule. Voor die doelgroep zou het interessant kunnen zijn om een investeringssubsidie overeind te houden naast de vergoeding die ze krijgen voor de geproduceerde groene stroom. Niet iedereen heeft het geld liggen om een dergelijke investering door te voeren. We moeten vermijden dat als we de investeringen beperken tot een minimumwaarde voor de groenestroomcertificaten, alleen de gezinnen die kapitaalkrachtig genoeg zijn om een dergelijke investering door te voeren, in de toekomst zullen kunnen profiteren van stroom uit zonne-energie. De investeringssteun maakte dat andere gezinnen die niet zo koopkrachtig zijn en niet over de liquide middelen beschikken om dat geld onmiddellijk op tafel te leggen, ook konden participeren.
Mevrouw de minister, kunt u geen evaluatie maken van het systeem zoals u het nu heeft uitgedacht, met andere mogelijke steunmaatregelen op het vlak van groene stroom, dus zowel de groenestroomcertificaten en de minimumwaarde ervan als de fiscale aftrek die het federale niveau biedt? Kunt u desgevallend in overleg met uw federale collega nagaan in hoeverre het federale Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost, dat zo goed als renteloze leningen zal verstrekken voor energiebesparende investeringen, niet kan worden ingezet om goedkope leningen te verstrekken aan particulieren voor investeringen in groene stroom?
Ik denk dat die verschillende ondersteuningsinstrumenten goed ten opzichte van elkaar moeten worden afgewogen en dat na een evaluatie de knoop kan worden doorgehakt over een optimale mix van beleidsinstrumenten om enerzijds de groenestroomproductie verder te stimuleren, en om anderzijds gezinnen die minder koopkrachtig zijn, in staat te stellen om hun graantje mee te pikken van de groenestroomproductie in Vlaanderen.
De voorzitter: Minister Moerman heeft het woord.
Minister Fientje Moerman: Het is niet zo, althans niet wanneer een redelijk slaagpercentage bestaat, dat een callsysteem de rechtszekerheid vermindert. Integendeel, een callsysteem vergroot de rechtszekerheid. In het huidige systeem, namelijk een open-endedsysteem met een gesloten budget, krijgen de bedrijven, wanneer ze aan de criteria voldoen, een subsidie toegekend. Momenteel is er een grote overbevraging. Ik geloof dat het tekort momenteel 148 miljoen euro bedraagt en het budgettaire gat neemt toe met 15 miljoen euro per week. In zo'n systeem wordt de rechtszekerheid wel degelijk aangetast omdat bedrijven in de illusie leven dat ze een subsidie krijgen. Door een open-endedsysteem te combineren met een gesloten budget, wordt de termijn waarbinnen de subsidie wordt toegekend, steeds langer omdat de achterstand steeds groter wordt.
Als je met een call werkt, verandert er niets qua administratieve belasting voor bedrijven door het indienen van de aanvraag. Wel heb je veel sneller zekerheid of je al dan niet in aanmerking zult komen voor een tegemoetkoming van de overheid. Mijnheer Glorieux, een callsysteem is geen loterij, wel integendeel. De rechtszekerheid, althans wanneer men een hoog genoeg slaagpercentage heeft, wat bij het budget waarin we hebben voorzien het geval is, wordt groter en niet kleiner.
Er werd ook geponeerd dat de bedrijven as such zich bewust zijn van een en ander. Ik zou dat willen nuanceren. Er zijn bedrijven die zich heel bewust zijn van het belang van ecologische investeringen, deels omwille van altruïstische consideraties, maar ook omdat dat op termijn een rendabele zaak wordt. Ik was deze morgen in een bedrijf dat erin geslaagd is om nu de grootste private investering te doen in zonnepanelen waarbij elektriciteit wordt geproduceerd, niet alleen voor het bedrijf zelf maar ook om te verkopen aan de stroomleverancier. Het zal dus een groenestroomproductie hebben die ook anderen ten goede zal komen, en dat ook een stukje via de ecologiepremie.
De bedrijven nemen geen eenvormige positie in. Het bedrijf dat ik als voorbeeld gaf, doet dat wel en een aantal anderen ook. Er zijn echter ook bedrijven en bedrijfsorganisaties die bijvoorbeeld moord en brand schreeuwen wanneer de Vlaamse overheid bezig is met de uitwerking van een subsidiebesluit voor de ontwikkeling van bedrijventerreinen waarbij een voorwaarde voor subsidiëring zal zijn dat men de elektriciteit moet halen uit groene stroom. Diezelfde bedrijven schreeuwen ook moord en brand als er een callsysteem wordt ingevoerd voor ecologiesteun. Dat de overheid zegt dat als men wil dat er belastinggeld wordt gestoken in bedrijventerreinen, de bedrijven dan voor hun elektriciteit groene stroom moeten gebruiken, beantwoordt overigens aan de realiteit - zie het voorbeeld van het topbedrijventerrein in het Kortrijkse. In de houdingen her en der bestaat dus wel enige dubbelzinnigheid.
Ik kom tot de vragen van de heer Van den Heuvel. De eerste princiepsbeslissing van de nieuwe regeling is genomen op 1 september 2006 door de Vlaamse Regering. Daarna is er een proces van adviezen allerhande en aanmeldingen bij de Europese Commissie. Alle adviezen zijn binnen en de regeling zal van start gaan na een definitieve goedkeuring door de Vlaamse Regering en eenmaal de transactionele internetapplicatie, via welke de steunmaatregel toegankelijk wordt, zal zijn opgebouwd.
De ervaring heeft me geleerd om extreem voorzichtig te zijn met data. Ik heb de ontwikkeling van de internetapplicaties niet in handen. Er is een totaalcontract inzake ICT dat de Vlaamse overheid aan een privépartner heeft toegestaan. De BEA-ervaring indachtig, geef ik geen precieze datum. Een eerste call zou dit jaar nog moeten worden gelanceerd.
De SERV-partners zijn inderdaad over de mogelijke hervorming van het systeem geraadpleegd. De SERV bracht op 27 oktober 2006 een verdeeld advies uit over de nieuwe ecologiesteunregeling. Het advies van de werkgeversorganisaties was rond de volgende punten opgebouwd: de rechtsonzekerheid verbonden aan de wedstrijdformule en aan de opeenvolgende wijzigingen van de regelgeving, de berekening van de slaagkans, de keuze van de selectiecriteria, de voorziene budgetlijn, de samenstelling van de limitatieve technologieënlijst en hun voorkeur voor fiscale stimuli boven steunverlening. Zoals u weet, deel ik die voorkeur. Al die systemen zijn second best na fiscale incentives. Op dit moment zijn die mogelijkheden in Vlaanderen uitgeput, of ze bestaan nog niet.
De representatieve werknemersorganisaties vroegen in hun advies te waken over de consistentie van de nieuwe regeling met de bepalingen van het regeerakkoord, een doelmatige aanwending van de beschikbare middelen, de additionaliteit van de steun en de evaluatie van de maatregel om zijn impact te meten op het investeringsgedrag van de ondernemingen.
In het decreet Economische Ondersteuningsmaatregelen is het binnen mijn bevoegdheid niet mogelijk om stimuli te geven aan particulieren voor eigen ecologische investeringen. Ook de Europese regelgeving laat dat niet toe. Voor de particulieren zijn er andere stimuli. Mijnheer Martens, u hebt er ook naar verwezen. Er bestaat een fiscale stimulus, in het kader van de personenbelasting, voor een particulier die zonnepanelen plaatst of een andere ecologische investering doet in zijn of haar woning.
Het is toch de bedoeling om die fiscale stimuli ook na 10 juni 2007 te behouden en wie weet, zelfs uit te breiden. De voorgestelde maatregel zal niet ongewijzigd worden opgestart, maar werd, onder meer in functie van het SERV-advies, op een aantal punten aangepast. Een evaluatie van de nieuwe ecologiesteunregeling is gepland na twee jaar. Deze periode is nodig om een voldoende representatief bestand van beheersgegevens op te bouwen dat toelaat om betrouwbare conclusies te trekken.
Mijnheer Glorieux, ik vrees dat er nog wat verwarring is. De administratie Economie is totaal niet bevoegd voor deze maatregel. Die wordt opgevolgd en geïmplementeerd door het agentschap Economie, wat een aparte entiteit is van EWI, de vroegere administratie Economie.
Op voorbeelden in de commissie ga ik niet in. Mijnheer Glorieux, uw vraag en uw voorbeeld refereren aan de afschaffing van de zogenaamde investeringen bij derden. Dat heeft niets te maken met particulieren of bedrijven. Het gaat over investeringen die bij derden gebeuren. Het zijn constructies die niet zijn toegelaten door de Europese staatssteunregels en ook niet door het Vlaamse decreet Ondersteuningsbeleid, omdat ze niet alleen leiden tot subsidiëring van bedrijven, maar ook van particulieren en overheidsadministraties, wat blijkens deze regels niet kan.
Er is absoluut geen sprake van een einde aan de subsidiëring van zonnepanelen, zeker niet. De enige voorziene wijziging is de steun voorbehouden aan ondernemingen die de investeringen zelf activeren in hun eigen balans.
We hebben in de voorbije vier jaar zowel onder de oude als de nieuwe ecologiesteunregeling in totaal 416 miljoen euro steun verleend. Het budget is van 2006 naar 2007 met meer dan 40 percent verhoogd, wat toch considerabel is. Ik kan niet zeggen of die evolutie blijft duren. Dat is in functie van de begrotingsbesprekingen voor 2008. Het is wel de bedoeling om met de verhoging van dit jaar ook de rechtszekerheid van de bedrijven die al een aanvraag hebben ingediend, te verhogen omdat de achterstand groter werd. Naarmate we meer geld hebben, kunnen we de al ingediende dossiers sneller betalen. In het verleden lag het altijd rond de 50 miljoen euro per jaar.
De voorzitter: De heer Van den Heuvel heeft het woord.
De heer Koen Van den Heuvel: We hebben het standpunt van de minister in de pers al kunnen lezen. Mijn vraag blijft bestaan omdat de criteria in de wedstrijdformule bepalen dat vooral innovatieve investeringen in aanmerking komen.
Minister Fientje Moerman: Excuseer, daar heb ik niet op geantwoord. U vroeg of het een ecologiemaatregel is.
Het zijn niet de projecten die het meest kosten besparen, die worden gehonoreerd. Kostenbesparing is niet het criterium, technologie is dat wel. Hoe geavanceerder de technologie, hoe meer kans. Er is een limitatieve technologielijst die constant wordt aangepast. Wat vorig jaar aan de top van de technologie stond, staat niet noodzakelijk over twee jaar nog aan de top.
Is het een kennisintensiverende of een ecologiemaatregel? Er zitten elementen van beide in. Als technologie de driver is, dan rekent men die af op haar ecologische impact. Wat we beogen, is het belonen van de meest geavanceerde technologie, met de hoogste milieuperformantie of de hoogste energie-efficiëntie. Kostenbesparing is een zaak van het bedrijf en komt niet in aanmerking voor de overheid.
De voorzitter: De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux: Als subsidiëring aan derden niet kan, hoe komt het dan dat dit specifieke project het voorbije jaar wel ecologiesteun heeft gekregen, als gevolg waarvan er in Vlaanderen 800 zonnedaken werden geïnstalleerd? Dat wordt nu stopgezet omdat ze de boodschap hebben gekregen dat ze niet meer in aanmerking zullen komen.
Is hierover al overleg gepleegd met het kabinet van minister Peeters, zodat voor dat soort projecten een ondersteuning vanuit Energie kan komen?
Mij maakt het natuurlijk niet uit van welk budget die ecologiesteun komt, als hij er maar komt. Het is natuurlijk belangrijk dat eerst een eventuele overdracht van bevoegdheid zou worden geregeld vooraleer een bestaand systeem wordt stopgezet. Concreet betekent dat immers dat een aantal uiterst zinvolle projecten, die trouwens hebben bijgedragen tot de boom van installaties van zonnepanelen in Vlaanderen die we de laatste twee jaar gekend hebben, nu wordt stopgezet.
Minister Fientje Moerman: Wanneer u naar een concreet voorbeeld verwijst, aarzel ik om een concreet antwoord te geven staande de vergadering. Het zou kunnen dat in het verleden die vennootschap wel in eigen balans die investeringen heeft geactiveerd.
Wat het overleg met minister Peeters betreft: er zit in de ecologiesteun ook een gemeenschappelijk instrument van minister Peeters en mezelf, waar we trouwens zelf elk een stukje in bijdragen, namelijk de roetfilters. Wat betreft de energie-efficiëntie is er zeker overleg geweest. Minister Peeters heeft deze maatregel principieel mee goedgekeurd in de Vlaamse Regering. Als ik me niet vergis, zijn er drie interkabinettenwerkgroepen aan gewijd. Dat overleg heeft wel degelijk plaats gevonden.
De voorzitter: De heer Martens heeft het woord.
De heer Bart Martens: Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord. Mij is veel duidelijk geworden. Als ik het goed heb begrepen zal, mutatis mutandis, de investeringssteun voor particulieren niet wegvallen. Dat is een hele opluchting.
Minister Fientje Moerman: Wat de particulieren betreft, gaat het over federale en fiscale maatregelen.
De heer Bart Martens: Er is ook een investeringssubsidie die door het Vlaamse Gewest wordt toegekend.
Minister Fientje Moerman: Maar die zit niet als dusdanig in het Hermesfonds. Die wordt niet geaffecteerd door de hervorming van de ecologiesteunregeling.
De heer Bart Martens: Dat is voor mij een hele geruststelling. Anderzijds moet er een goede afstemming worden gezocht met de steun die gegeven wordt via de groenestroomcertificaten omdat die gemeenschappelijk is voor particulieren en kmo's. De waarde is berekend in functie van wat men noemt de onrendabele top, namelijk wat een bepaalde investering in een bepaald type van groenestroomvoorziening nog onrendabel maakt. Om die onrendabele top te overbruggen, wordt een minimale waarde van een groenestroomcertificaat berekend. Als de ecologiepremie wegvalt, heeft dat zijn invloed op de rendabiliteit van de investering en zou het wel eens kunnen dat we die minimumwaarde of bodemprijs van 450 euro per megawattuur voor zonne-energie en de andere minimale bodemprijzen voor andere vormen van hernieuwbare energie zullen moeten herberekenen omdat die onrendabele top wellicht anders zal liggen als die specifieke investering niet meer kan rekenen op ecologiesteun. Ook wat dat betreft denk ik dat het overleg met minister Peeters moet worden voortgezet en dat bij de in het vooruitzicht gestelde wijziging van het Elektriciteitsdecreet, waarbij die bodemtarieven worden herbekeken, rekening moet worden gehouden met de wijzigingen die zijn aangebracht in het systeem van ecologiesteun.
Minister Fientje Moerman: Wat betreft energie-efficiëntie en de beoordeling van de technologieën, wordt een deel van de informatie zelfs aangeleverd door de administratie van minister Peeters. Er is wel degelijk een heel nauwe samenwerking op dat vlak.
Ik hoop dat u het met mij eens bent dat we, wanneer we subsidie gebruiken als instrument - en dat is de lijn die ik de voorbije drie jaar steeds heb aangehouden - we proberen om dead weightste vermijden en we de additionaliteit beogen, waarvan ook sprake is in het advies van de werknemersorganisaties in de SERV. Bedrijven die ergens een plan in een schuif hebben liggen en zeggen dat ze het er rap in schuiven, want ze hebben het toch liggen: daarvoor zijn onze subsidies niet bedoeld.
Er zijn drie alternatieven. Ten eerste: we houden het huidige geslotenbudget- en open-endedsysteem. Dat betekent dat de rechtszekerheid voor de bedrijven totaal wegvalt omdat de achterstand altijd maar zal blijven aangroeien. Ofwel zullen de bedrijven moeten afzien van de investering, ofwel moeten ze die zelf betalen en zullen ze jaren later misschien een bedrag uitgekeerd krijgen. Ik denk niet dat dat een goede zaak is. Het tweede alternatief is dat we het huidige open-endedsysteem laten bestaan. Een overvraag vormt geen probleem: we trekken het budget op tot we aan de vraag kunnen beantwoorden. Dat betekent dat je geld nodig hebt van de burgers en van de bedrijven. En dan kun je politiek discussiëren in welke mate we de ene en de andere aanspreken. Als wij als overheid de bedrijven aanspreken, zullen we met de ene hand nemen wat we met de andere hand zullen teruggeven. Dat lijkt mij dus ook geen goed alternatief te zijn.
De derde weg is die die nu gekozen is. Goed bestuur betekent dat je probeert om het gat niet op een onredelijke wijze te laten groeien. We hebben destijds de adviescheques gehad met het 'op is op'-principe van de supermarkt, waarbij amper een minuut na het openleggen van de lijn de boel uitgeput was. Dat was ook weinig bevorderlijk.
We willen geen open-endedsysteem met een gesloten budget, want dan krijg je je geld veel te laat. We willen evenmin een open-endedsysteem met een open-endedbudget, want dan blijven we het budget verhogen en moeten we geld bijvragen. Het budget van de overheid is tenslotte belastinggeld van de burgers en van de bedrijven. Wij kiezen voor een gesloten systeem met een gesloten budget, omdat het niet mag ontaarden in een loterij. De bedrijven krijgen immers het gevoel dat het een loterij is, wanneer de slaagkans te klein wordt. De uitdaging was dan ook om het systeem zo te hervormen dat het duidelijk is, dat het geen bijkomende administratieve belasting creëert - en ik denk niet dat dat het geval is, want de indieningsmodaliteiten blijven dezelfde - en dat de slaagkans - lees: de verhouding budget tegenover ingediende aanvragen - op een aanvaardbaar percentage blijft.
Wij hebben op voorhand gekeken wat de slaagkans zou zijn bij het huidige budget en het voorgestelde systeem. Die slaagkans ligt iets hoger dan één op twee. Ik denk dat dat een aanvaardbare slaagkans is. Mochten de aanvragen nu plots alsnog de pan uit swingen, moeten we dat natuurlijk herbekijken. Maar op dit moment, uitgaande van wat we weten van de voorbije perioden, zou de slaagkans iets hoger moeten liggen dan één op twee.
De voorzitter: Het incident is gesloten.