Commissie voor Leefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed Vergadering van 01/03/2007
Vraag om uitleg van de heer Eric Van Rompuy tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de recente gerechtelijke uitspraak over de inning van boetes bij overtreding van de Brusselse geluidsnormen
De voorzitter: De heer Van Rompuy heeft het woord.
De heer Eric Van Rompuy: Mijnheer de voorzitter, ik wil het nog maar eens over Zaventem hebben. Het is een oud dossier en ik hoop dat minister Peeters ook dit probleem kan oplossen tijdens deze zittingsperiode, maar ik zal hem er niet op afrekenen. Er is trouwens een band tussen dit dossier en het Park van Tervuren. Op zondagvoormiddag vliegen er immers een massa vliegtuigen over het park, dat op 4 kilometer van de startbaan ligt. Bijgevolg gaan er steeds minder mensen op zondag wandelen, maar over dit nevenaspect wil ik het nu echter niet hebben.
Mijnheer de minister op 8 februari 2007 konden de actiegroepen bij de rechtbank van eerste aanleg bekomen dat ze zich in de toekomst in de plaats kunnen stellen van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest om boetes te eisen bij een overtreding van de Brusselse geluidsnormen. De federale overheid moet binnen 3 maanden, uiterlijk tegen begin mei 2007, een oplossing vinden voor dit probleem, zo niet kunnen op klacht van burgers boetes van 5000 euro worden opgelegd bij elke overtreding die wordt gemeten door de Brusselse geluidsmeters.
Minister Landuyt zegt dat hij daartegen in beroep gaat bij de rechtbank in kort geding. De vraag is wat de houding van de Vlaamse Regering is in dat dossier. Inmiddels is er weer een nieuwe zaak bij gekomen. Landingsbaan 02 was niet in het preferentieel schema opgenomen. Toch stijgen daar nog altijd vliegtuigen op. Volgens minister Landuyt heeft dat te maken met de weersomstandigheden waarbij men geen andere baan dan deze kan gebruiken. De rechter heeft eergisteren geoordeeld dat die baan ten onrechte is gebruikt en heeft daarom 27.000 euro aan dwangsommen opgelegd aan de Belgische staat die ze moet betalen aan de mensen uit de oostrand. Minister Landuyt zegt dat hij dat niet zal doen want dat beslist wordt de baan alleen in uitzonderlijke omstandigheden te gebruiken. Als de wind te sterk is, wordt op de dwarspiste overgeschakeld. Eenmaal dat is gebeurd, is de overheid niet meer verantwoordelijk, dan is het een zaak van Belgocontrol.
Ik heb enkele weken geleden de minister ge?nterpelleerd over een andere geschiedenis, namelijk startbaan 20, die voor zaterdagnamiddag ook niet in het preferentieel schema is opgenomen. Men mag daar dan niet opstijgen. Wat doet minister Landuyt? Elke vrijdagnamiddag stuurt hij een NOTAM (notice to airman) waarin staat dat het, gelet op de omstandigheden, wel moet kunnen. Daartegen kan men bijna niet procederen voor een rechtbank, want de volgende vrijdag komt er opnieuw een NOTAM. Het is voor de rechtbank gekomen, maar administratief kan men daar zeer weinig aan doen. Ten gronde is dit identiek aan wat er met baan 02 is gebeurd: men had baan 02 uit het preferentieel schema genomen en heeft toch landingen toegestaan. Ik voorspel u dat voor baan 20 dit op eenzelfde manier zal worden ge?nterpreteerd eens men de zaak ten gronde gaat behandelen, omdat men zaterdagnamiddag tussen 15 en 23 uur alle vliegtuigen langs een baan laat opstijgen, terwijl dat door de rechtbank wordt beschouwd als een concentratie die niet kan.
Ik excuseer me bij de collega´s die niet vertrouwd zijn met het Zaventem-dossier en daar niet elke dag van wakker liggen. Het is een imbroglio. Het plan-Anciaux wordt meer en meer uitgekleed en elke dag is er nieuw element. Minister Landuyt verschuilt zich nu achter de gewesten. Hij zegt dat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en het Vlaamse Gewest maar een akkoord moeten bereiken, anders is het niet op te lossen. Enkele weken geleden werd er gezegd dat de Brusselaars bereid zijn om hun normen te laten vallen als Vlaanderen bereid is om de nacht te verlengen van 6 naar 7 uur. Dat betekent dat de dagvluchten die nu tussen 6 en 7 uur allemaal via 25R opstijgen, deels zullen opstijgen langs baan 20. Dat betekent dat het banengebruik tussen 6 en 7 uur niet hetzelfde blijft. Het betekent gewoon een verlenging van de nacht en massale opstijgingen richting het park van Tervuren. Dat is ook een zware belasting richting Leuven en is onaanvaardbaar voor Vlaanderen.
Er wordt gezegd dat de Vlaamse Regering daarmee zou hebben ingestemd. Volgens mijn informatie is dat niet zo, vandaar mijn vraag. Gelet op de ontwikkelingen van de laatste weken, namelijk de vliegwet, het Instituut voor de Controle van de Geluidshinder, de rechtspraak in verband met de geluidsnormen van Brussel en de nieuwe rechtspraak vorige week over de landingsbaan is de vraag wat de stand van zaken is. Mijnheer de minister, u hebt enkele weken geleden gezegd dat premier Verhofstadt dit dossier naar zich toe zou trekken. Ik heb toen gezegd dat het dossier dan zeker niet zal worden opgelost. Het is ook niet opgelost en het schijnt dat hij het dossier ook niet naar zich toe heeft getrokken. Nu zegt minister Landuyt dat de gewesten het moeten oplossen. Bestaan de kans dat er een compromis wordt gemaakt waarbij Brussel de geluidsnormen ?on hold´ zet in ruil voor bijkomende vluchten boven Vlaanderen?
De voorzitter: De heer Bex heeft het woord.
De heer Jos Bex: Mijnheer Van Rompuy, bij een verlenging van de nacht komen de vliegtuigen niet alleen bij u maar ook twee nachten en een weekend om de 14 dagen over Herent. Ik heb ook het gerucht gehoord dat in ruil voor de verlenging van de nacht met 1 uur en in ruil voor het blokkeren van de boetes, Brussel dit zou gedaan krijgen. Dat zou nog voor de federale verkiezingen moeten worden beslecht.
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de voorzitter, wij liggen er ook van wakker, in het kader van het Bierset-verhaal. Ik heb drie vragen.
Mijnheer de minister, wanneer overweegt men in Vlaanderen nu eindelijk om geluidsnormen tot stand te brengen? Sinds 1998 hebben alle inwoners in Zuid-Limburg last van nachtlawaai, wat vergelijkbaar is met de situatie van Zaventem. We zijn er al zes jaar in geslaagd om de verlenging van de startbaan tegen te houden, maar tot nu toe hebben we alleen maar juridische procedures moeten voeren en dan nog in het kader van een heel slecht overleg. Wanneer overweegt men om over te gaan tot geluidsnormen?
Overweegt de Vlaamse Regering, in het dossier Zaventem, om in het kader van lopende procedures voor de Raad van State derdenverzet aan te tekenen in het kader van het evenredigheidsbeginsel? Mijnheer de minister, ik ben geen jurist, maar u weet wat dat betekent.
Wij hebben weinig gronden om op te treden tegen een luchthaven die in een andere regio actief is. Men kan zeggen dat men bepaalde procedures niet heeft gevolgd, maar strikt genomen hebben we geen poot om op te staan.
De voorzitter: Elke Belg die een belang heeft in een zaak, kan vrijwillig tussenkomen in de procedure.
De heer Daems heeft het woord.
De heer Rudi Daems: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega´s, ik zou willen vragen om twee zaken van elkaar gescheiden te houden.
Ik denk dat de verlenging van de nacht van zes naar zeven uur een goede zaak is. Mijnheer Van Rompuy, u zegt dat dat een aantal consequenties heeft wat betreft het verplaatsen van vluchten die nu over Brussel vliegen en dan richting Leuven of Tervuren dienen te verhuizen. Als dat zo is, worden op die manier twee zaken op een hoop geveegd.
Mijnheer de minister, conform de Europese richtlijn ter zake en de gebruiken voor een aantal andere internationale luchthavens, is de verlenging van de nacht van zes naar zeven uur, vanuit het aspect slaapverstoring, zeer positief. Ik zou de Vlaamse Regering willen oproepen om daarvoor te vechten, maar wel de consequenties die de heer Van Rompuy daaraan verbindt en die ik niet ken, goed voor ogen te houden. Maar de twee zaken moeten wel duidelijk van elkaar worden gescheiden.
De voorzitter: Minister Peeters heeft het woord.
Minister Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, collega´s, ik heb vastgesteld dat op mijn antwoord op de vorige vraag van de heer Van Rompuy vrij snel een reactie kwam, over het feit of de premier al dan niet de zaak naar zich toe heeft getrokken.
Ik heb de notulen van het Overlegcomité meegebracht. Daarin staat: ?De eerste minister zal met de federale minister van Mobiliteit en het federale kernkabinet laten onderzoeken of een vergelijk tussen het standpunt van beide gewesten mogelijk is. Het zal vervolgens opnieuw tijdens het volgend Overlegcomité besproken worden.?
Het ging toen over artikel 44 van het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst, waarvoor Brussel een voorstel over de nacht deed. Mijnheer Daems, ik denk dat de informatie die ik zal geven, u misschien tot andere gedachten zal brengen.
Volgende week woensdag is er opnieuw een Overlegcomité. Wat ik toen heb geantwoord, is de realiteit. Ik was dan ook wat verrast dat minister Landuyt zegt dat het terug aan de regio´s is. Ik doe niet mee aan het iemand toeschuiven van de zwartepiet, want dat heeft voor niemand een toegevoegde waarde. Als men dingen zegt en men zich ergens toe engageert, moet men niet achteraf een ander verhaal vertellen of erop terugkomen, tenzij het werd besproken en men er niet uit geraakt. Wat ook mogelijk is, gezien de zeer delicate en moeilijke discussie.
Mijnheer Van Rompuy, op mijn vraag worden door het departement Leefmilieu, Natuur en Energie de verschillende juridische mogelijkheden onderzocht in welke mate het Vlaamse Gewest in deze rechtszaak tussen een Brusselse actiegroep en de federale overheid nog kan tussenkomen. Mijnheer Peumans, dat is vrijwillige tussenkomst.
In elk geval stel ik vast dat de belangen van het Vlaamse Gewest - en dan druk ik mij voorzichtig uit - ernstig worden geschaad. Het gentleman´s agreement dat tot nu toe bestond in verband met het niet innen van de boetes door het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, zolang de onderhandelingen over het samenwerkingsakkoord lopen, maakte dat tot nu toe de uitspraak in verband met de wettelijkheid van de Brusselse geluidsnormen niet dramatisch was voor de exploitatie van de luchthaven of voor het Vlaamse Gewest.
De situatie die nu echter door de rechtbank van eerste aanleg gecreëerd is, waarbij het innen van de boetes nu feitelijk door een milieuvereniging kan gebeuren in plaats van de Brusselse overheid, betekent wellicht dat nu meer dan tot nu toe al het geval was, de druk op de federale overheid verhoogd is om nog meer vliegtuigen uit het Brusselse luchtruim te houden door aanpassing van de vliegroutes boven Vlaanderen.
Ook de recente uitspraak van de beslagrechter, waarbij aan inwoners uit de oostrand van Brussel 725.000 euro aan dwangsommen toegekend worden voor de schijnbaar vastgestelde niet-uitvoering van een arrest van het Brussels hof van beroep in verband met het landen op de baan 02, zal leiden tot nog meer geluidsbelasting in de Vlaamse noordrand van Brussel.
Ik ga ervan uit dat er nog altijd een kans is dat we tot een samenwerkingsakkoord komen. Daartoe is echter een sereen klimaat nodig, waarbij alle deelnemers aan het gesprek uitgaan van de beoogde samenwerking en niet zozeer van juridische uitspraken of de toepassing van bestaande regelgeving die, wettelijk of niet, leidt tot een onevenredige belasting van de bevolking in één van de betrokken gewesten. De oprichting van een instituut voor de beheersing van de geluidshinder zou daartoe een eerste stap kunnen zijn.
Voorzitter, wat die hele discussie of we nu al dan niet moeten herfederaliseren betreft: de doelstelling moet zijn om alles te objectiveren en zo ver mogelijk van de politiek te houden. De politiek kan beslissen over de methodologie, over hoe we alles berekenen. Maar de nood aan objectiviteit is voor mij belangrijker dan een discussie over al dan niet herfederaliseren.
Voor de derde vraag, over de verlenging van de nacht van 6 naar 7 uur, heb ik wat cijfermateriaal verzameld. Artikel 44 van het ontwerp van samenwerkingsakkoord heeft hierop betrekking. Uit een analyse van de vluchtdata van het jaar 2006 blijkt dat er in totaal 31.087 vliegbewegingen plaatsvonden tijdens de periode van 23 tot 7 uur, waarvan 24.761 vliegbewegingen tijdens de nachtperiode van 23 tot 6 uur, en 6.326 vliegbewegingen tijdens het ochtenduur van 6 tot 7 uur. Een uitbreiding van de nachtperiode van 23 tot 6 uur naar 23 tot 7 uur betekent: een herziening van het quotum in verband met het totale aantal nachtelijke bewegingen, zoals momenteel vastgesteld in de bijzondere voorwaarden van de milieuvergunning; een herziening van de seizoensquota (zomer- en winterseizoen), vastgesteld in de bijzondere voorwaarden van de milieuvergunning; de verdere verlaging van het individuele quotum van 24 naar 12 in het ochtenduur tussen 6 en 7 uur. Op basis van de Central Data Base-vluchtgegevens van het jaar 2006 blijkt dat de 6.326 ochtendvluchten tussen 6 en 7 uur als volgt uitgesplitst kunnen worden: 5.354 vertrekken, waarvan 182 bewegingen met een QC hoger dan 12, en 972 aankomsten, waarvan 51 bewegingen met een QC hoger dan 12. In totaal kunnen dus op jaarbasis 233 bewegingen niet voldoen aan een aangescherpt individueel quotum. Deze vliegbewegingen werden in hoofdzaak uitgevoerd door Cargo Chartervluchten met ?wide body´-vliegtuigen van het type DC-l0 en in enkele gevallen van het type Boeing 747-400 of B747-200.
Belangrijker voor Vlaanderen is echter dat de nachtelijke routes het luchtruim van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest nagenoeg ongemoeid laten. Dit zou er automatisch toe leiden dat er zeer veel bijkomende vluchten over de Vlaamse Rand zouden gaan. Het weze duidelijk dat het verlengen van de nacht tot 7 uur ?s morgens zonder een evenwichtige en billijke verdeling van de hinder die dat met zich meebrengt, voor mij onbespreekbaar is.
De voorzitter: De heer Van Rompuy heeft het woord.
De heer Eric Van Rompuy: Ik dank de minister voor zijn zeer duidelijke antwoord. Uit de cijfers die u hebt gegeven, blijkt dat mevrouw Huytebroeck, Brussels minister bevoegd voor Leefmilieu, niet voor niets namens Ecolo zo sterk aandringt op de verlenging van de nacht. Het is evident dat de nachtvluchten zoveel mogelijk het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest vermijden en dat het verlengen van de nacht betekent dat de startende vliegtuigen tussen 6 en 7 uur bijna niet het Brusselse luchtruim zullen gebruiken, maar zo diep mogelijk langs Haren naar de noordrand zullen vliegen, ofwel via baan 20 richting Sterrebeek en Tervuren.
Ik dank de minister dat hij dat hier zo duidelijk heeft gezegd. Dit is niet alleen het standpunt van de Vlaamse Regering maar van heel Vlaanderen. Wat de discussie die minister Huytebroeck probeert te voeren over de Brusselse normen betreft: wij gaan akkoord om de Brusselse geluidsnormen gedeeltelijk te bevriezen, maar niet op voorwaarde dat Vlaanderen bereid is om tussen 6 en 7 uur zesduizend vluchten te aanvaarden. Zo werkt dat natuurlijk niet. Wij moeten niet in hun chantage trappen. Zij zeggen dat Vlaanderen, als het van die Brusselse normen af wil, het vliegtuiglawaai zoveel mogelijk op zich moet nemen. Die norm zal meer en meer worden gebruikt om te dreigen. Op termijn is de discussie open. Wij zullen vandaag niet beslissen of die normen federaal moeten worden opgesteld, of dat de normen voor Brussel en Vlaanderen dezelfde moeten zijn. Als de normen even scherp zijn als de Brusselse normen, houdt dit een gevaar in voor de ontwikkeling van Zaventem. Dat is een discussie die eigenlijk, zoals de minister zegt, moet worden geobjectiveerd, terwijl ze nu totaal gepolitiseerd is. Dat is het drama van de discussie over Zaventem. Ik ben daar zeer realistisch over. In de huidige federale zittingsperiode is dit, in de huidige politieke omstandigheden, net voor de verkiezingen, natuurlijk onoplosbaar.
Na de verkiezingen zal er duidelijkheid moeten komen over wie de normen mag stellen. Ter zake moet een herfederalisering niet uitgesloten worden. Het plan-Anciaux is op dit ogenblik zodanig uitgekleed dat het gewoon onuitvoerbaar geworden is. Elke dag valt er een element uit dat plan. Om een aantal problemen te vermijden handelt de federale minister van Mobiliteit onwettig. Hij probeert er elke week voor te zorgen dat hij iets kan doen wat hij eigenlijk niet mag doen volgens de uitspraak van de rechtbank. Dat is onhoudbaar. Men zal moeten terugkeren naar de situatie van v??r 1999, de situatie voor de ministers Durant, Anciaux en Landuyt.
Ik ben blij met het antwoord, mijnheer de minister.
De heer Jos Bex: Mijnheer de minister, u hebt het meermaals gehad over de toegenomen druk op de noordrand. Ik wil echter herhalen dat pogingen om de druk op de noordrand te doen afnemen, zorgen voor meer vliegverkeer over Leuven. Het probleem is voor de regio Leuven even erg als voor de noordrand.
De heer Rudi Daems: Mijnheer de minister, u hebt me door uw antwoord niet van gedachten doen veranderen, integendeel. U hebt bevestigd wat eigenlijk ook mijn bezorgdheid is. We moeten de twee zaken echter uit elkaar houden. Een verlenging van de nacht is vanuit het aspect slaapverstoring verdedigbaar en zal steeds meer verdedigbaar worden. Dit aspect moet echter losgekoppeld worden van het aspect van de vluchtroutes. Mijnheer de minister, u hebt zelf gezegd dat er moet worden gezorgd voor een billijke verdeling. Wat ons betreft, moet ook worden gezorgd voor een afbouw van de nachtvluchten.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de minister, ik heb u niets horen zeggen over de geluidsnormen voor het Vlaamse Gewest. U hebt het ook gehad over de vrijwillige tussenkomst in die rechtszaak. U bent dat nu verder aan het onderzoeken. Onderzoeken is een manier om de zaken op de lange baan te schuiven. Ik vraag me dan ook af wanneer dat onderzoek wordt afgerond en wanneer we daar uitsluitsel over krijgen. Tot slot is het spijtig dat het Waalse Gewest niet zou worden betrokken bij het instituut dat instaat voor de geluidsbeheersing. Ik blijf erop aandringen dat dit alsnog gebeurt, want ook zij zijn daarin betrokken partij.
Minister Kris Peeters: Mijnheer Peumans, ik denk dat het heel verstandig zou zijn om de geluidsproblematiek toe te vertrouwen aan een instituut dat met de nodige wetenschappelijke en academische onderbouwing een aantal heel duidelijke normen kan voorstellen die de politiek enkel hoeft te honoreren. Dat geldt niet alleen voor Brussel maar ook voor Vlaanderen. U merkt terecht op dat Wallonië daar niet bij betrokken wordt. Ik ben er echter van overtuigd dat wanneer het Vlaamse Gewest en het Brusselse Gewest dat instituut oprichten met die filosofie en die doelstellingen, een volgende stap de uitbreiding kan zijn naar het Waalse Gewest.
Wat die vrijwillige tussenkomst in die rechtszaak betreft, heb ik enkel de opdracht gegeven. Er moet wel nog worden nagegaan wat de juridische gevolgen zijn. Er moet nog wat overleg worden gepleegd met de advocaten zodat die vrijwillige tussenkomst geen lege doos blijft.
De voorzitter: Het incident is gesloten.