Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Vergadering van 27/02/2007
Vraag om uitleg van de heer Jos Stassen tot mevrouw Inge Vervotte, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, over het uitsluiten van sommige niet-Belgen van het statuut van vrijwilliger
De voorzitter: De heer Stassen heeft het woord.
De heer Jos Stassen: Mevrouw de minister, u bent verantwoordelijk voor een aantal sectoren waarin ook vrijwilligers actief zijn. De vraag die ik wil stellen, zal ik ook donderdag stellen aan de minister van Cultuur. Ik weet dat vrijwilligerswerk een federale materie is, maar zoals zo vaak, heeft het federale kader repercussies op gemeenschapsmateries.
Sinds 1 januari 2007 is de nieuwe wet op het vrijwilligerswerk van kracht. Deze wet schept een duidelijk kader voor vrijwilligers maar ze blijkt sommige niet-Belgen uit te sluiten van vrijwilligerswerk. Alleen vreemdelingen die vrijgesteld zijn van een arbeidskaart, kunnen nog actief zijn als vrijwilliger. Ze moeten ofwel een onbeperkt verblijfsrecht hebben ofwel gehuwd zijn met een EU-onderdaan. Mensen die hier wettelijk verblijven, niet-Belgen met een arbeidskaart A, B of C en asielzoekers, mogen wettelijk gezien echter niet meer als vrijwilliger werken. Het fundament om dit onderscheid te maken blijft onverantwoord en onrechtvaardig, ook al voorziet de wet bij inbreuken niet in een sanctionering voor de vrijwilliger zelf, maar wel voor de organisatie die de vrijwilliger inschakelt.
Voor sommige vrijwilligersorganisaties heeft dit een zware impact op de werking. Dit heeft ook gevolgen voor het socioculturele verenigingsleven, voor het jeugdwerk en voor sportverenigingen. We moeten er elkaar niet van overtuigen hoe belangrijk het verenigingsleven en het vrijwilligerswerk is voor onze samenleving.
Deze onrechtvaardige situatie kan onmiddellijk worden rechtgezet bij KB. Mevrouw de minister, als u dit probleem kent, wat is dan uw standpunt over deze, waarschijnlijk onbedoelde, discriminatie? Welke stappen heeft de minister reeds gezet ten aanzien van de federale collega's? Welke maatregelen zal de minister op korte termijn nemen indien de federale minister de discriminatie niet tijdig kan of wil wegwerken?
De voorzitter: Mevrouw Jans heeft het woord.
Mevrouw Vera Jans: Ik sluit me aan bij de kern van de vraag van de heer Stassen. Verenigingen zoals het Internationaal Comité die het probleem hebben aangekaart want voor hen maakt het een wezenlijk verschil uit.
Mijn federale collega's gaan het probleem ook in hun parlement op de agenda plaatsen. Ik wil vragen wat Vlaanderen kan doen en wat in onze bevoegdheid ligt.
De voorzitter: Minister Vervotte heeft het woord.
Minister Inge Vervotte: Geachte collega's, het gaat om artikel 9 van de federale wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de vrijwilligers. Die bepaalt dat de koning bij een in de ministerraad overlegd besluit voorwaarden kan vastleggen. Zolang er in uitvoering van dit artikel geen KB genomen is, kunnen uitsluitend vreemdelingen die vrijgesteld zijn van een arbeidskaart, vrijwilligerswerk verrichten.
Het gaat over een zeer complexe problematiek waar verschillende rechtsgebieden, onder meer het arbeidsrecht en het vreemdelingenrecht, met elkaar verweven zijn. De problematiek behoort tot de bevoegdheid van de federale minister van Werk Vanvelthoven. Ik zal hem vragen wat zijn intenties zijn en hem verzoeken om zo snel mogelijk uitvoering te geven aan het KB. Ik zal ook overleggen met de ministers Keulen en Anciaux over de mogelijkheid van een gezamenlijk initiatief.
Ik ben het met u eens dat alle vormen van discriminatie moeten voorkomen worden. Als zou blijken dat de uitvoering van de wet een discriminerend effect heeft op het vrijwilligerswerk verricht door vreemdelingen, dan moet dit onderzocht en rechtgezet worden. Ik vraag dus meer verduidelijking en een snelle uitvoering van het KB.
De voorzitter: De heer Stassen heeft het woord.
De heer Jos Stassen: Ik dank u voor dit duidelijke antwoord. U zult het waarschijnlijk niet zo vaak horen van mij, maar ik ben zeer tevreden met dit antwoord. Ik hoop dat dit zo snel mogelijk wordt opgelost.
De voorzitter: Het incident is gesloten.