Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 13/02/2007
Vraag om uitleg van de heer Eloi Glorieux tot mevrouw Kathleen Van Brempt, Vlaams minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, over de aanschaf van schonere voertuigen door de overheid
De voorzitter: De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, geachte leden, recent kondigde de regering aan dat de Vlaamse overheid zou overschakelen op milieuvriendelijker wagens. De overheid heeft immers een heleboel dienstwagens, van allerlei types. Op zich is het zeker positief dat hierbij werd gesteld dat de ecoscore in zijn geheel als criterium zou worden gehanteerd, en dus niet enkel de CO2-uitstoot. Die CO2-uitstoot is natuurlijk enorm belangrijk, zeker vandaag, maar de milieuvriendelijkheid van een wagen wordt natuurlijk niet alleen daardoor bepaald, maar ook door andere aspecten, zoals roetdeeltjes.
Als ik het goed heb begrepen, heeft de regering beslist dat in 2007 65 percent van de Vlaamse overheidsvoertuigen een ecoscore van 62 moet halen. Tegen 2010 zou 80 percent van het wagenpark van de Vlaamse overheid een ecoscore van 65 moeten halen. De meest milieuvriendelijke wagen die momenteel op de markt is, de Toyota Prius, haalt een ecoscore van 75. De gemiddelde ecoscore van nieuwe modellen die vandaag op de markt komen, bedraagt 58.
De beslissing van de regering gaat dus zeker in de goede richting. De criteria voor de aanschaf van nieuwe overheidswagens wordt iets strenger gemaakt. De nieuwe wagens zullen dus iets milieuvriendelijker worden dan de gemiddelde wagen die momenteel op de markt is. De regering verbindt zich er dus toe geen bijzonder vervuilende wagens meer te kopen, wat toch nog iets anders is dan kiezen voor echt milieuvriendelijke wagens.
Mevrouw de minister, hoe rijmt u deze beslissing met de voorbeeldfunctie van de Vlaamse overheid? Het is niet erg ambitieus om te stellen dat er ecoscores van 62 en 65 moeten worden gehaald, terwijl VITO stelt dat wagens echt als milieuvriendelijk kunnen worden beschouwd vanaf een ecoscore van 70. Is het, althans op zijn minst voor bepaalde gebruiksdoeleinden, niet aangewezen om enkel wagens aan te schaffen met een ecoscore groter of gelijk aan 70? Ik kan me voorstellen dat voor sommige gebruiksdoeleinden sommige types van wagens nodig zijn. Ik denk dan aan de jeeps van Bos en Groen. Voor dat soort wagens is het moeilijk om een type te vinden dat aan de hoge ecoscore voldoet. Voor de meeste andere doeleinden moet dat echter haalbaar zijn.
De wagens van het Vlaams Parlement zijn heel modern. Op het dashboard kun je het aantal kilometers zien dat de wagen die dag al heeft gereden, alsook de gemiddelde snelheid die dag. Ik heb dat vastgesteld toen ik me een paar maanden geleden regelmatig door een wagen van het Vlaams Parlement liet ophalen en thuisbrengen, als gevolg van mijn beenkwetsuur. Het viel me op dat die wagens een gemiddelde snelheid haalden van 25 tot 35 kilometer per uur. Ik vraag me dan ook af waarom de Vlaamse overheid wagens koopt die tot 240 kilometer per uur kunnen rijden, terwijl maximaal 120 kilometer per uur is toegelaten en doorgaans een gemiddelde snelheid van 25 kilometer per uur wordt gehaald.
Mevrouw de minister, is het niet aangewezen een beetje ambitieuzer te zijn bij de keuze van de wagens voor de Vlaamse overheid? Is het niet mogelijk om te opteren voor die modellen waarbij een ecoscore van 70 of meer mogelijk is?
De voorzitter: Minister Van Brempt heeft het woord.
Minister Kathleen Van Brempt: Mijnheer Glorieux, de maatregel waar u naar verwijst, is een onderdeel van het veel ruimere Actieplan milieuzorg voertuigen, waarover de Vlaamse Regering een beslissing nam op 26 januari.
Bij het uitschrijven van het bestek en de gunning van wagens moet rekening worden gehouden met de ecoscore. Wij nemen 95 percent van onze wagens af op raamcontracten. Deze raamcontracten worden beheerd door het beleidsdomein Bestuurszaken, waarvoor minister Bourgeois verantwoordelijk is.
Momenteel is de meest milieuvriendelijke wagen uit de raamcontracten de Toyota Prius. Deze bevat zowel een elektromotor als een kleine benzinemotor. De afdeling Personeel en Logistiek van Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) promoot de bestelling van de Toyota Prius dan ook actief. De recente beslissing van de regering zal ervoor zorgen dat ook binnen andere beleidsdomeinen de politiek in die gunstige zin zal wijzigen.
Het enige nadeel is de hoge kostprijs van de Toyota Prius. De prijs bedraagt tweemaal de prijs van een Opel Astra break en anderhalve keer de prijs van een Ford Mondeo of een Toyota Avensis. Aangezien de afdeling Personeel en Logistiek sinds 2006 wil afstappen van leasing en overgaan naar aankoop, is er weinig budgettaire ruimte om bij vervanging over te schakelen naar de Toyota Prius.
Behalve het promoten van de Prius, wordt steeds een kleinere klasse van wagen of een wagen met de kleinste motorisatie voorgesteld. Op die manier stijgt de ecoscore eveneens. De doelstelling dat 50 percent van het wagenpark een ecoscore van meer dan 62 moet hebben, belemmert niet dat binnen die 50 percent ook nu al wagens kunnen en zullen worden aangekocht met een hogere score. Ik heb het dan vooral over kleine wagens.
Voor 2007 streven we naar een ecoscore van meer dan 62, voor 2010 is dat meer dan 65. Dat is een ambitieuze doelstelling. In vergelijking met organisaties in de privésector presteert de Vlaamse overheid hier wel degelijk goed.
De Vlaamse Regering besliste tevens op 26 januari, op mijn voorstel, om na een jaar een evaluatie te houden. Daarbij moet onder meer worden nagegaan of de vooropgestelde normen met het oog op de evaluerende markt al strenger kunnen worden gemaakt. Uit die evaluatie moet blijken hoe we onze ambities kunnen aanscherpen.
Gisteren heb ik me er, bij de presentatie van de nieuwe investeringen in het openbaar vervoer, toe geëngageerd om alle bussen van De Lijn met een euro 3-motor waarbij het technisch mogelijk is - de overgrote meerderheid dus - te laten uitrusten met een roetfilter met NOx-reductie. Eerder kregen alle 750 euro 2-bussen een dergelijke retrofitting.
Bij de aankoop van nieuwe bussen wordt momenteel al gekozen voor euro 5-motoren. Waar mogelijk en/of zinvol wordt meteen geopteerd voor een roetfilter en/of denitrificatie. Op dat vlak loopt de Vlaamse overheid niet alleen vooruit, maar loopt ze zelfs ver vooruit op andere vervoersmaatschappijen in Europa.
De voorzitter: De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux: Mevrouw de minister, ik zal deze vraag ook aan minister Bourgeois stellen aangezien hij verantwoordelijk is voor de aankoop van de wagens.
Het is niet alleen belangrijk dat de Vlaamse overheid voor dit soort wagens kiest omwille van haar voorbeeldfunctie. Zij kan daarmee ook een marktdoorbraak van dit soort wagens helpen te forceren.
De hybride Toyota Prius is de top, maar het hoeft natuurlijk niet altijd die wagen te zijn. Er zijn nog heel wat andere wagens die ecoscore 70 halen.
Mevrouw de minister, u zegt dat alle bussen met euro 3-motoren zullen worden uitgerust met een roetfilter en een NOx-filter. Is daar een timing voor? Hebt u daar al budgetten voor uitgetrokken?
Minister Kathleen Van Brempt: Ik kan daar alleen over beslissen wat mijn eigen beleidsdomein betreft. Ik heb het dan vooral over De Lijn. Ik stel dan ook voor dat u die vraag voorlegt aan de bevoegde minister.
De voorzitter: Het incident is gesloten.