Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Vergadering van 30/01/2007
Vraag om uitleg van mevrouw Hilde Eeckhout tot mevrouw Inge Vervotte, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, over de inning van de boete voor de wanbetalers van de zorgpremie
De voorzitter: Mevrouw Eeckhout heeft het woord.
Mevrouw Hilde Eeckhout: Het feit dat er vorige week al een vraag over dit onderwerp gesteld is, is me ontgaan.
Mijn vraag is tweeledig en gaat enerzijds over de inning van de boetes en anderzijds over de reserve van het Zorgfonds. Bij de begrotingsbesprekingen was ik al bang dat het Zorgfonds voor Vlaanderen een fonds met zorgen zou kunnen worden.
In de begroting 2006 werd in het fonds een reserve van ongeveer 664 miljoen euro opgebouwd, onder meer door een eenmalige injectie van 150 miljoen euro. In 2007 zal de reserve het plafond van 700 miljoen euro niet halen, en slechts aangroeien tot 684 miljoen euro. In de begroting van 2007 wordt bijna geen reserve meer opgebouwd. Van de eenmalige extra inbreng van 17 miljoen euro, die u vanuit uw vrije beleidsruimte voor 2007 in het Zorgfonds stort, wordt 4 miljoen euro in hetzelfde jaar weer uitgegeven. Er wordt dus slechts een extra reserve van 13 miljoen euro gevormd. Wanneer we de financiering van het Zorgfonds voor 2007 even onder de loep nemen, blijk dat er vrij veel werkingskosten zijn, namelijk 15 miljoen euro. Dat stemt overeen met 7 percent van de uitbetalingen en 15 percent van de inningen, wat bijzonder hoog is. De uitbetalingen stijgen tot 219 miljoen euro, hoofdzakelijk door een toename van de gerechtigden, een grotere bekendheid van de thuiszorg, de zorgverzekering en de residentiële zorg en een stijging van de maandelijkse tegemoetkoming van 95 tot 105 euro.
In 2007 bedraagt de totale dotatie dus 126 miljoen euro, wat 128 miljoen euro minder is dan in 2006. Er vond in 2007 geen eenmalige dotatie van 150 miljoen euro plaats. De inningen bij de leden bedragen slechts 99 miljoen euro. Het ziet er naar uit dat na 2007 de recurrente uitgaven van het Zorgfonds groter zullen zijn dan de recurrente ontvangsten. Is de minister van plan haar beleid bij te sturen? Zijn er plannen om extra middelen aan het Zorgfonds te geven?
Op zich steun ik het feit dat er - in de vorm van forfaitaire uitkeringen - meer middelen terugvloeien naar de 168.000 zorgbehoevende Vlamingen voor hun zware niet-medische verzorgingskosten. Maar een fonds kan pas werken als de betalers en de genieters aan hun rechten en plichten voldoen. Voor het Vlaams Zorgfonds dient elke Vlaming ouder dan 25 jaar sinds 2001 een jaarlijkse premie van 25 euro te betalen. Ik denk dat de minister er moet op toezien dat de inning daadwerkelijk gebeurt. Er zouden nu al 100.000 wanbetalers zijn in Vlaanderen, goed voor een bedrag aan boetes tussen de 10 en de 25 miljoen euro. Sommige berichten spreken van 150.000 wanbetalers, wat het bedrag aan boetes nog verhoogt. Men wacht tot drie jaarpremies niet betaald zijn vooraleer de inningsprocedure wordt opgestart. Betaalde men tweemaal niet en daarna wel, dan krijgt men geen boete.
De hele resem aan regels zorgt ervoor dat het voor mensen die niet willen betalen, volstaat om die regeltjes uit te pluizen om te ontsnappen aan de 25 euro die ze jaarlijks moeten betalen. Als we dat laten gebeuren, wordt een verzekeringssysteem onmogelijk. Iedereen moet een bijdrage betalen als we op termijn een goed werkbaar verzekeringsysteem willen hebben.
Het getuigt niet echt van goed beleid om een regularisatieperiode in te bouwen tot eind april 2006 en om na het einde van deze lange regularisatieperiode nog eens negen maanden te wachten om de boete te innen. Het boetebedrag van 250 euro is volgens mij dan weer extreem hoog in vergelijking met de bijdrage van 25 euro.
Mevrouw de minister, bent u van plan om iets te doen om de premiebetaling effectief te maken? Wat verwacht u te ontvangen van de boetes? Er is een openstaand bedrag van 10 tot 25 miljoen euro, wat een bijzonder ruime marge is. In de begroting 2007 wordt echter slechts een bedrag van 1,625 miljoen euro ingeschreven als bedrag dat dit jaar zal worden ge?nd. Wat zult u doen wanneer wanbetalers de boete niet willen betalen? Wat zult u doen wanneer ze in beroep gaan bij de Raad van State of naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens stappen? Hoe denkt u het financieringsprobleem van het Zorgfonds aan te pakken na 2007?
De voorzitter: Mevrouw Roex heeft het woord.
Mevrouw Elke Roex: Mijnheer de voorzitter, ik merk op dat de VLD een jaar na datum het voorstel van onze voormalige voorzitter, de heer Stevaert, ondersteunt en de inning veel vlotter wil laten verlopen. Dat biedt nieuwe mogelijkheden. We zullen zeker verdere stappen ondernemen op dat vlak. Ik onthoud dat de VLD van mening is veranderd over de inning.
Ik wil een aantal bijkomende vragen stellen over de uitgaven. Mevrouw Eeckhout vermeldt cijfers over de stijging van de uitgaven. We moeten een nieuwe polemiek over Brussel en over de zogenaamde stijging van de uitgaven in Brussel voorkomen. Ik wil best geloven dat er een inhaalbeweging gebeurt op het vlak van thuiszorg, maar dat heeft te maken met de vereenvoudiging van het systeem. Laat ons ook duidelijk zeggen dat het niet over onterechte toekenningen gaat, maar over terechte. Het kan ook zijn dat mensen nu sneller een uitbetaling vragen omdat ze niet op basis van facturen moeten werken die ze pas achteraf konden indienen omdat die uiteraard pas na de hulp worden opgestuurd. Wat is het aandeel van Brussel? Wat zijn de redenen voor de stijging?
Door de vereenvoudiging van de regelgeving worden de mensen sneller betaald. Misschien zorgt dat ervoor dat alles samenkomt aan het begin van het jaar. Ik ben benieuwd naar de juiste redenen voor de stijging van de uitgaven en naar de manier waarop dat zal worden opgevolgd.
De voorzitter: De heer Strackx heeft het woord.
De heer Felix Strackx: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, het is altijd aangenaam als de meerderheid de oppositie bijtreedt, ook al moet die daar jaren op wachten. Mevrouw Eeckhout is er zich misschien niet van bewust, maar ze heeft net een mooie opsomming gegeven van de kritiek die Vlaams Belang sinds 2001 op de zorgverzekering heeft geuit. Bij de bespreking van de begroting hebben we daarover jaarlijks een betoog gehouden. Als mevrouw Eeckhout dat had opgezocht, dan zou ze hebben gemerkt dat we van in het begin heel veel kritiek hebben gehad op de hoge werkingskosten van de zorgverzekering, die 15 miljoen euro bedraagt. Een zesde van de premies wordt onmiddellijk door het systeem zelf opgeslokt. Er moet dan ook worden gezocht naar een manier om dit bedrag naar beneden te halen.
Als mevrouw Eeckhout de Handelingen had gelezen van de interpellatie die we in deze commissie hebben gehouden op 18 april 2006 en van eerdere vragen, dan zou ze hebben gemerkt dat Vlaams Belang van bij de invoering van de zorgverzekering heeft gezegd dat er slecht is gecommuniceerd naar de bevolking, dat er heel veel onbegrip is en dat mensen niet juist weten waarover het gaat. Velen hebben nog steeds niet door dat de zorgverzekering verplicht is en niet vrijblijvend. Dat hebben we hier al meermaals aangekaart.
Mevrouw Eeckhout had het verslag kunnen lezen van de begrotingsbesprekingen van eind 2005, waarbij de meerderheid plots een amendement op het programmadecreet indiende om een heel ander systeem in te voeren. De gevangenisstraffen werden toen vervangen door een boetesysteem. Dat amendement was volgens ons onvoldoende voldragen. De meerderheid wou het echter per se door het parlement jagen, ook de fractie van mevrouw Eeckhout. We hebben toen gezegd dat het niet klopt dat iemand pas wordt beboet als hij driemaal na elkaar niet betaalt. Als iemand twee jaar na elkaar niet betaalt maar het derde jaar wel, dan ontsnapt die persoon telkens aan de boete. Vlaams Belang heeft van meet af aan gezegd dat dat niet klopt.
Als mevrouw Eeckhout het verslag van de begrotingsbesprekingen 2007 had gelezen, dan zou ze hebben gemerkt dat we kritiek hebben geuit op het geraamde boetebedrag van 1,625 miljoen euro waar evenveel uitgaven tegenover staan. Hier wordt dus niet de minste winst gemaakt. We hebben gezegd dat de minister op dat vlak weinig ambitieus was. De kosten om de boete te innen, zijn in de begroting even hoog geschat als het bedrag dat men verwacht te innen.
Mevrouw de minister, wat zult u doen als de wanbetalers de boete niet willen betalen? We hebben u dat ook meteen gevraagd bij de bespreking van het amendement in 2005. U hebt toen geantwoord dat u de deurwaarder zou sturen om de boete te innen. Ik heb de indruk dat dit ook zo gebeurt, tot grote ergernis van een aantal wanbetalers. Ik begrijp mevrouw Eeckhout ook niet goed. Enerzijds pleit ze voor een strengere aanpak, voor een betere en snellere inning van de boetes. Anderzijds heeft ze het over een onredelijk hoog boetebedrag van 250 euro in vergelijking met een premie van 25 euro. Dat klopt natuurlijk niet. Het gaat niet over een boete van 250 euro ten opzichte van een premie van 25 euro, maar ten opzichte van driemaal 25 euro, dus 75 euro. Aan de ene kant wilt u strenger zijn, maar aan de andere kant vindt u het onredelijk.
Mevrouw Hilde Eeckhout: Ik denk dat u me niet goed hebt begrepen. Ik pleit voor een eenvoudiger systeem. Als iemand niet betaalt, dan is het beter om die persoon een aanmaning te sturen zoals een verzekeringsmaatschappij doet, desnoods verschillende keren na elkaar. Op die manier wordt veel korter op de bal gespeeld en wordt iemand sneller aangemoedigd om te betalen. Het heeft geen zin om drie jaar te wachten. Ik wil zeker niet terug naar gevangenisstraffen. Dat kan de bedoeling niet zijn: het gaat om een verzekering van 25 euro. Ik ga zeker niet in tegen de collega´s die de gevangenisstraf hebben afgeschaft.
De heer Felix Strackx: Dat laatste had ik ook niet uit uw pleidooi begrepen. Vlaams Belang heeft nooit voor gevangenisstraffen gepleit. Mijn fractie heeft het oorspronkelijke decreet niet opgesteld.
We kunnen ons voor een groot deel vinden in uw redenering. We treden u daarin bij. Ik heet u dan ook welkom bij de oppositie.
De voorzitter: De heer Dehaene heeft het woord.
De heer Tom Dehaene: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Eeckhout, ik dank u omdat u deze vraag stelt. Het biedt de gelegenheid om een round-up te maken van wat hier in het verleden is gezegd.
Ik deel uw mening dat we bezorgd moeten zijn over de kosten van het systeem. We moeten er echter geen karikatuur van maken. Een systeem als dit brengt altijd kosten met zich mee.
Inzake de boetes is er tijdens de begrotingsbespreking gezegd dat dit een voorzichtige raming was. We hanteren het voorzichtigheidsprincipe: de inkomsten en kosten worden op hetzelfde niveau gehouden.
De meerderheid van het parlement stond achter het systeem van de boetes. Er waren mensen die zelfs stelden dat de boetes nooit zouden worden ge?nd. Ik ben dan ook blij dat de boetes wel degelijk worden ge?nd. Zo niet zou het systeem niet houdbaar zijn voor hen die plichtsbewust bijdragen. Door de boetes is de zorgverzekering nog meer onder de aandacht gekomen. Daar ligt wellicht de reden van de toename van het aantal uitbetalingen. Uiteraard kan ik dat niet bewijzen.
Zoals in het decreet is opgenomen, zijn we steeds voorstander geweest van een inkomensgebonden bijdrage. Dat is zeker bespreekbaar.
Mevrouw de minister, zijn er al boetes ge?nd? Ik kan me inbeelden dat u hierop niet in detail kunt antwoorden.
De voorzitter: De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron: Dit is een pleidooi voor een ge?ntegreerde benadering die inkomensgerelateerd is. De kosten die worden gemaakt voor de inning van de boetes zijn ongetwijfeld hoog. Hebt u al gegevens over die inning? Verloopt die vlot of niet? Eerlijk gezegd, hoor ik daar van binnenuit wel eens iets over: het schijnt erg moeilijk te zijn.
Mevrouw Hilde Eeckhout: Ik denk dat mijn collega´s hier iets willen forceren dat helemaal niet in mijn vraag vervat zit. Het gaat over de inning van 25 euro. Ik maak de vergelijking met een verplichte verzekering. Een autoverzekering is ook verplicht en die wordt al evenmin ge?nd via onze belastingen. Dit is een goed systeem, maar iedereen moet begrijpen dat een verzekering slechts kan werken als iedereen bijdraagt. Daarom zeg ik: laten we die 25 euro iets vlotter innen, niets meer en niets minder.
De heer Bart Caron: Ik heb inderdaad uw mooie vraag willen aangrijpen om te belichten dat er hier sprake is van een andere visie. Hier is een keuze gemaakt. Het gaat hier over een niet-medische zorgverzekering. De sociale zekerheid heeft ook dat karakter. Het is een publieke en verplichte verzekering. Onze visie is dat we moeten kiezen voor een inkomensgerelateerde inning, zodat we de solidariteit in de samenleving vergroten. Ook zo kan men een vorm van zekerheid creëren voor mensen.
Mevrouw Hilde Eeckhout: Dat was helemaal niet het uitgangspunt van mijn vraag. U bent dit nu helemaal aan het misbruiken. U haalt het uit de context. Ik vraag dat die 25 euro op een snelle manier zou worden ge?nd. Ik vraag aan de minister hoe ze die inning efficiënt gaat organiseren, niets meer en niets minder.
De heer Bart Caron: Autoverzekeraars zullen ook wel problemen hebben met inning.
De voorzitter: Het is duidelijk dat iedereen dit in zijn eigen context plaatst.
Minister Vervotte heeft het woord.
Minister Inge Vervotte: Mijnheer de voorzitter, vermits er al zoveel foutieve informatie werd verspreid over de administratieve geldboete en ik vaststel dat er ter zake een ongenuanceerd beeld wordt opgehangen, wil ik eerst een aantal elementen verduidelijken alvorens in te gaan op de concrete vragen.
Mevrouw Eeckhout, u stelt dat het niet getuigt van een goed beleid te wachten tot er in januari 2007 meer dan 100.000 wanbetalers zijn in Vlaanderen, goed voor een bedrag aan boetes van 10 tot 25 miljoen euro, of zelfs meer, want sommige berichten gewagen van 150.000 wanbetalers. Ik ben van oordeel dat er wel degelijk sprake is van een goed beleid. Het Vlaams Parlement heeft op 24 juni 2005 de strafrechterlijke gevangenisstraf opgeheven en een administratieve sanctie in de vorm van een administratieve geldboete in het leven geroepen. Het gaat hier precies over een correcte inning. We hebben net samen vastgesteld dat een dergelijk systeem nodig is. We zagen immers de groep wanbetalers elk jaar aangroeien. Daarom zijn we in deze commissie tot de conclusie gekomen dat daar een consequent beleid tegenover moest staan. Op 24 juni heeft het parlement die beslissing genomen. De straf waarvan nu sprake is, kan daadwerkelijk worden uitgevoerd, en is dus effectief.
Het behoud van de gevangenisstraf als sanctie heeft tot nefaste gevolgen geleid met betrekking tot de inningsresultaten. Deze strafmaatregel staat immers helemaal niet in verhouding tot de omvang van de overtreding en kan in de praktijk niet veralgemeend tot uitvoering worden gebracht, Dat hebben we allemaal kunnen vaststellen. Ik denk dat we allemaal blij kunnen zijn dat dit eindelijk is rechtgezet. Tevens ben ik van oordeel dat het van een goed beleid getuigt dat het opleggen van een administratieve geldboete werd voorafgegaan door een regularisatieperiode. Het is immers inherent aan een opstartfase van een nieuw systeem dat er problemen kunnen rijzen, ten gevolge van onwetendheid, administratieve slordigheden, misverstanden enzovoort. De communicatie met de burger blijft een aandachtspunt. Dat willen we heel graag onderschrijven. Een responsabiliserend beleid vertrekt van een zo goed mogelijke communicatie.
Rekening houdend met de voorafgaande regularisatieperiode is het niet vreemd dat er in het jaar 2007 administratieve geldboetes worden opgelegd. De regularisatieperiode eindigde op 30 april 2006. De eerste brieven met betrekking tot de administratieve geldboete werden door het Vlaams Zorgfonds medio juli 2006 verstuurd en sindsdien volgen de brieven elkaar op. U stelt dat het niet getuigt van een goed beleid om op drie niet-betaalde jaarpremies te wachten, alvorens ook maar één niet betaalde premie te innen. Bovendien, zo stelt u, wordt er een kwijtschelding van straf ingebouwd voor wie tweemaal niet betaalt en nadien wel.
Met deze stellingname vergeet u dat voor elk jaar waarin de bijdrage niet correct werd betaald, de betrokkene reeds een schorsing of wachttijd oploopt van vier maanden, die ingaat op het ogenblik dat de betrokkene zorgbehoevend wordt. Er is dus een straf die automatisch wordt ingebouwd. Tevens vergeet u dat de zorgkassen bij de jaarlijkse inning van de ledenbijdrage ook de nog openstaande bijdragen voor de voorgaande jaren opvragen. De betrokkene krijgt daar een brief over. Het is bijgevolg niet correct om van een afwachtende houding te spreken.
U stelt dat het niet van een goed beleid getuigt om het systeem achter de kwijtschelding van een straf bekend te maken. Dat zet burgers alleen aan om de boete te ontlopen, zo stelt u. Opnieuw vergeet u hierbij dat de administratieve geldboete slechts een bijkomende straf inhoudt, die wordt opgelegd bij een herhaalde niet-correcte betaling. Dat is een bijkomende stok achter de deur waarin we hebben willen voorzien. U vergeet ook dat deze straf niet wegneemt dat de reeds genomen schorsingsmaatregel van kracht blijft. U wekt de indruk dat de administratieve geldboete bedoeld is om inkomsten te genereren of om streng bestraffend op te treden bij elke vorm van overtreding. Neen, het was voor ons net het belangrijkste een draagvlak te creëren opdat iedereen zou betalen. Deze straf moet het belang van de solidariteit onderstrepen en moet ook een aansporing zijn tot het vervullen van de bijdrageplicht in de toekomst. Voor ons was het immers niet alleen belangrijk ervoor te zorgen dat mensen die hadden nagelaten te betalen, dat toch zouden doen. We willen ook dat de betrokkenen vanaf nu wel correct gaan betalen, omdat ze weten dat ze anders mettertijd een grotere rekening zullen moeten betalen, die ze niet zullen kunnen ontlopen.
U vindt het ongepast dat er na de regularisatieperiode negen maanden wordt gewacht om de boete te innen. Zoals reeds gesteld, is het Vlaams Zorgfonds medio juli 2006 begonnen met het versturen van de brieven betreffende de administratieve geldboete. Een doelgroep van ongeveer 98.000 personen kan immers slechts via een gefaseerde methodiek worden bereikt. Bovendien stel ik vast dat de daadwerkelijke inning van de geldboetes op dit ogenblik wat vertraagd is, niet omwille van het uitblijven van inspanningen van het Vlaams Zorgfonds, maar wel omdat de Vlaamse Belastingsdienst, die onder de bevoegdheid van de minister van Begroting valt, slechts in januari 2007 door een besluit van de Vlaamse Regering werd gemachtigd om over te gaan tot de gedwongen invordering bij uitblijven van respons na het aangetekend schrijven van het Vlaams Zorgfonds.
De reële inkomsten uit de administratieve geldboete zullen hoger liggen dan de vooropgestelde 1,625 miljoen euro. Ter gelegenheid van de begrotingscontrole 2007 zal dan ook een bijsturing worden voorgesteld. Een juiste inschatting van de boetes die daadwerkelijk zullen worden ontvangen blijft natuurlijk moeilijk. De impact van bepaalde factoren - bijvoorbeeld gegronde bezwaarschriften, collectieve schuldenregeling of buitenlands sociaal verzekerden - is op dit ogenblik nog onvoldoende gekend. Daarom zijn we zo voorzichtig. Het is ook niet bekend in welke mate de inningsgraad zal toenemen van zodra aanmaningen via de Vlaamse Belastingsdienst worden verstuurd of er wordt overgegaan tot een gedwongen invordering.
De dossiers van wanbetalers die niet reageren op het aangetekend schrijven vanwege het Vlaams Zorgfonds, worden bezorgd aan de Vlaamse Belastingsdienst. Dit agentschap heeft, overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2007, de bevoegdheid om de geldboete en de achterstallige bijdragen gedwongen in te vorderen. De belastingsdienst stuurt de debiteur eerst nog een laatste aanmaning. Als er binnen de 8 dagen geen betaling volgt, vordert de gerechtsdeurwaarder het bedrag in bij dwangbevel.
De rechtsleer is eensgezind over de stellingname dat de bevoegdheid om administratieve straffen op te leggen, kan worden beschouwd als attribuut van de uitvoerende macht. Ze heeft het over een recht dat wordt beschouwd als een uitvloeisel van het ?privilège du préalable?. De administratieve geldboete in het kader van de Vlaamse Zorgverzekering is bovendien geconcipieerd als een administratieve maatregel en niet als een strafrechtelijke maatregel. Gezien de administratiefrechtelijke kwalificatie van de geldboete zijn de regels van het algemeen strafrecht hier niet zonder meer van toepassing.
De boete bedraagt ofwel 250 euro ofwel 100 euro. De achterstallige bijdrage bedraagt meestal 75 euro of 30 euro, omdat slechts bij drie wanbetalingen een boete wordt opgelegd. De verhouding tussen boete en bijdrage is dus beduidend minder scherp dan u suggereert en dan vandaag gangbaar is bij veel boetes. De argumentatie dat de Vlaamse zorgverzekering een administratieve boete oplegt en geen strafsanctie, zoals daarnet beargumenteerd, blijft dan ook op dit vlak aangehouden.
De administratieve boete moet ook worden gezien als een vergoeding voor de schade die de overheid heeft geleden nadat de bijdrageplicht drie maal niet correct werd nagekomen. De financiering van de zorgverzekering is immers gebaseerd op twee pijlers, namelijk de inkomsten uit ge?nde bijdragen en de overheidsmiddelen. Het niet correct betalen van de bijdrage brengt dit financieringssysteem in gevaar. Ook genereert het extra kosten om de boete alsnog te innen. Ook vanuit dit oogpunt kan de boete niet als zo disproportioneel worden beschouwd dat ze meteen een strafrechtelijke kwalificatie zou genereren. We denken dus dat we daar wel goed zitten.
De Vlaamse Zorgverzekering is gebaat bij een correcte inning van de ledenbijdragen en een correcte uitbetaling van de tenlastenemingen. De administratieve geldboete draagt ertoe bij dat het percentage ge?nde ledenbijdragen wordt gemaximaliseerd. Inzake de tenlastenemingen worden onder meer de gemachtigde indicatiestellers geresponsabiliseerd. Sinds 2007 werd bijvoorbeeld de steekproefbepaling voor de controles door het externe controleorgaan voort verfijnd. De werkingskosten van het Vlaams Zorgfonds zijn tijdelijk hoger, gezien de inzet van tijdelijk personeel voor de afhandeling van de administratieve geldboete, maar worden op termijn uiteraard bijgestuurd. De financiële meerjarenprognoses worden eveneens geactualiseerd en nauwgezet gevolgd. U verwees naar een bedrag van 17 miljoen euro dat werd gereduceerd tot 13 miljoen euro. Dat is een extra financiering waarvoor we hebben gezorgd, bovenop de geplande financiering. Dat staat los van de eerdere 150 miljoen euro en de bijkomende inkomsten van onder meer de demografische evolutie die we hebben voorzien in de meerjarenbegroting.
Uit de gegevens waarover we vandaag beschikken, blijkt dat er in Brussel geen toename is voor de mensen die in een rusthuis verblijven. In de thuiszorg zou er een stijging zijn van 7 percent per jaar. Op dat vlak is er dus niets merkwaardigs aan de hand.
De voorzitter: Mevrouw Eeckhout heeft het woord.
Mevrouw Hilde Eeckhout: Ik wil nog even opmerken dat ik zeker geen slecht gevoel heb tegenover de Brusselaars, die vrijwillig kunnen toetreden.
Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Op mijn laatste vraag hebt u echter erg kort geantwoord of bent u erg snel geweest. Uw antwoord is me ontgaan. U zegt dat die 17 miljoen euro bijkomend geld is. Ja, maar in 2007 is er sprake van een totale dotatie van 126 miljoen euro. De groei van de reserve is daardoor toch wel sterk verminderd tegenover het jaar ervoor. Toen was er inderdaad sprake van 150 miljoen euro extra. In 2007 groeit de reserve echter heel beperkt. Waarschijnlijk zal, de opbrengst van de beleggingen meegerekend, de kaap van 700 miljoen euro net niet worden gehaald. Hoe gaat u in de toekomst die uitgaven en inkomsten op elkaar afstemmen?
Minister Inge Vervotte: De overheid heeft inspanningen geleverd om de inning te maximaliseren Daar zullen we dus een stijging van de inkomsten zien. Inzake de tenlastenemingen worden de controles verder verfijnd, zodat ook daar de zaken correct gebeuren. Bovendien hebben we in de meerjarenbegroting de geleverde inspanningen, de demografische evoluties, de indexering en de bijkomende bedragen voor de reserve in rekening gebracht. Met behulp van al die verschillende parameters proberen we zo goed mogelijk de financiële toestand van de zorgkas en de zorgverzekering te volgen.
De voorzitter: Het incident is gesloten.