Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Vergadering van 10/10/2006
Vraag om uitleg van mevrouw Trees Merckx-Van Goey tot mevrouw Inge Vervotte, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, over het stijgend en excessief alcoholgebruik bij jongeren
De voorzitter: Mevrouw Merckx heeft het woord.
Mevrouw Trees Merckx-Van Goey: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, volgens een onderzoek van het Onderzoeks- en Informatiecentrum van de Verbruikersorganisaties, afgekort OIVO, beginnen jongeren steeds vroeger met het drinken van alcohol, een sociaal aanvaarde drug. Als we dit vergelijken met gelijkaardige onderzoeken uit het verleden, en we merken een stijgende trend, dan is het misschien goed om eens te bekijken wat het beleid daar het best aan kan doen.
Het is zeker niet de bedoeling om aan de alarmbel te trekken of de problemen op te blazen. Alcoholgebruik leidt niet onontkoombaar tot misbruik. Kleine groepen worden echter wel het slachtoffer van problematisch alcoholgebruik. Als ziekenhuizen met acute problemen ten gevolge van dat alcoholgebruik worden geconfronteerd, dan lijkt het me de moeite om het algemene beleid inzake alcoholgebruik eens aan een discussie te onderwerpen.
Een eerste vraag luidt: bestaat er een alcoholpreventieplan? En zo ja, bevat dat plan initiatieven voor jongeren, de ouders en de omgeving van deze jongeren? Is er sprake van een sensibilisering over de gevaren van alcohol? Komen er specifieke acties om het alcoholgebruik van minderjarigen te beperken? Dit is uiteraard geen typisch Vlaams fenomeen. In de Nederlandse ziekenhuizen organiseert men al aangepaste spreekuren voor minderjarigen met drankproblemen. In de federale Drugsnota staat dat vier spoedgevallendiensten een aangepaste crisisopvang voor middelengebruikers moeten organiseren. Heeft de minister een zicht op de omvang van het probleem in Vlaanderen? Zijn er cijfers over het alcoholmisbruik van minderjarigen voorhanden?
We hebben ons ertoe verbonden om in te gaan op de oproep van de Wereldgezondheidsorganisatie tot de lidstaten om effectieve maatregelen te nemen tegen de schadelijke gevolgen van alcohol. Wat doen we met deze oproep? Welke maatregelen worden voorgesteld? En dan is er de wet van 28 december 1983, aangepast via de wet van 17 mei 2004. Daarin is een verbod ingesteld om geestrijke dranken te verkopen of gratis te verstrekken aan minderjarigen. Uit een onderzoek blijkt echter dat 92 percent van de verkooppunten zonder enig voorbehoud aan de vraag van jongeren voldoet. De wet blijkt een slag in het water, vooral omdat er weinig of geen controle wordt uitgeoefend en er geen eenduidige interpretatie van de tekst bestaat. Vooral dat laatste is een probleem.
Een duidelijke wet die zowel de verkoop als het verbruik door min-16-jarigen verbiedt, kan een belangrijke pijler zijn van een preventiestrategie. We weten dat de bestaande wet slecht is. Er zijn aanpassingen nodig. Heeft de minister in het overleg met de federale bevoegde minister een wetswijziging en een strikte controle op de uitvoering aangekaart?
Limonades met alcohol - de zogeheten alcopops - vallen onder het verbod. Vooral meisjes grijpen naar alcopops. Hebben we daar invloed op? Ik weet dat sommige gemeenten terzake verbodsbepalingen uitvaardigen. Zijn er maatregelen nodig voor de verkoop en het verbruik ervan voor geheel Vlaanderen? Ten slotte wil ik nog weten hoe u staat tegenover de labeling van alcoholische dranken, naar analogie van wat er voor tabaksproducten bestaat. Ik heb daarover geen vaststaande mening, maar ik zou wel graag weten wat de minister daarover denkt.
De voorzitter: Minister Vervotte heeft het woord.
Minister Inge Vervotte: In de eerste plaats wil ik benadrukken dat ik uw bezorgdheden over het alcoholgebruik van jongeren deel. Er wordt soms veel aandacht besteed aan drugs, maar daarbij moeten we alert blijven opdat ook alcoholmisbruik niet aan de aandacht ontsnapt. U hebt het zelf gehad over de problemen terzake die in de spoedgevallendiensten opduiken. Andere gezondheidszorgdiensten worden ook met het probleem geconfronteerd. Ik ben daarom van mening dat we een breed alcoholbeleid moeten voeren dat is gericht op het verminderen van het alcoholmisbruik en de daarmee samenhangende problemen bij de hele bevolking.
In principe hebben alle commissieleden een uitnodiging voor de Gezondheidsconferentie ontvangen. Ik probeer een geïntegreerd beleid inzake potentieel verslavende
en te misbruiken middelen zoals alcohol, tabak en drugs te introduceren. We gaan op zoek naar de gemeenschappelijke risicofactoren voor de verschillende middelen, en daarop moet een effectieve preventie van middelenmisbruik worden gefocust.
Uiteraard zal er nog een middelengebonden beleid worden gevoerd. Beide aspecten zijn noodzakelijk omdat er een verschillende gezondheidsimpact en -schade is. Men moet niet alleen kijken naar bijvoorbeeld het verhogen van sociale vaardigheden of naar verhoogde risicofactoren. We vinden het noodzakelijk dat deze factoren in Vlaanderen worden versterkt. Dat is in het verleden te weinig aan bod gekomen. Daarnaast moet ook een beleid worden gevoerd dat middelenspecifiek is omwille van de verschillende gezondheidsschade, afhankelijk van het gebruikte middel.
Ik ben momenteel intensief bezig met de voorbereiding van een langetermijnbeleidsplan dat loopt van 2006 tot en met 2012 voor tabak, alcohol en drugs. U hebt een uitnodiging ontvangen voor de Gezondheidsconferentie die zal plaatsvinden op 23 en 30 november 2006. De beleidsmaatregelen die er worden voorgesteld, werden de voorbije maanden in werkgroepen grondig gedocumenteerd en beoordeeld op effectiviteit, kosteneffectiviteit en haalbaarheid. Op de conferentie zelf worden alle betrokken sectoren uitgenodigd om de implementeerbaarheid van de maatregelen te bekijken.
Daarnaast werk ik in de Cel Gezondheidsbeleid Drugs samen met de andere ministers van Volksgezondheid aan een Nationaal Alcohol Actieplan. Op dit moment wordt een analyse gemaakt van de bestaande maatregelen en deze worden afgetoetst aan de maatregelen die door de Wereldgezondheidsorganisatie worden aanbevolen. Het plan zal normaal gezien in 2007 worden afgewerkt.
U weet dat wij structureel werken met de VAD. Zoals u wellicht ook weet, heeft de Vlaamse Gemeenschap in 2006 het convenant met de Vereniging voor Alcohol- en Andere Drugproblemen vernieuwd voor een periode van 5 jaar. In 2004 werd de campagne 'Alcohol, bekijk het eens nuchter' gelanceerd, met aandacht voor de verschillende leeftijdsgroepen. De jeugd wordt via een website en specifiek campagnemateriaal gesensibiliseerd en geïnformeerd om kritisch om te gaan met alcohol. Ook hier ziet men dat preventie via het web meer en meer ingang vindt. Het wordt het aangewezen instrument om aan preventie te doen bij jongeren. Zo is er 'a cool world' of 'www.acoolworld.be', voor jongeren van 10 tot 15 jaar, en 'gratis drank' of 'www.gratisdrank.be', voor de leeftijdscategorie 16 tot en met 25 jaar.
De bedoeling van deze campagne bij de allerjongsten is de beginleeftijd zo lang mogelijk uit te stellen. Daar is onze preventie op gericht. Ook samenwerking met de hulpverlening is een thema dat aan bod komt op de Gezondheidsconferentie. De alcoholindustrie werd niet betrokken in de voorbereiding van de Gezondheidsconferentie omdat hier geoordeeld wordt over de effectiviteit van de verschillende interventiemogelijkheden en we een maximale objectiviteit beogen.
Ik verwijs daarbij naar de recente discussie over de rol van de Rodinstichting, die gesponsord wordt door het federale Tabaksfonds en tegelijk beheerd wordt door de industrie. Ik zal de industrie wel betrekken bij de implementatie. Wij wensen dat zij onze partner worden om de consument aan te zetten tot het verstandig omspringen met hun product. Ik denk hier bijvoorbeeld aan hun inbreng in de BOB-campagnes.
Zo zouden zij bijvoorbeeld kunnen wijzen op de risico's voor zwangere vrouwen, of werken aan het niet langer positioneren van alcoholische dranken als dorstlessers. Wij zijn vragende partij om met mate om te springen met het gebruik van alcoholische dranken.
Uit de gezondheidsenquête van 2004 blijkt dat bij jongeren voornamelijk overmatig alcoholgebruik veelvuldig voorkomt. 27 percent van de Vlaamse jongeren tussen 15 en 24 jaar dronk in de laatste maand overmatig alcohol. Voor de jongens in deze leeftijdsgroep was dit 42 percent. Daarnaast blijkt dat 6 percent van de Belgische jongeren al te kampen hebben met problematisch alcoholgebruik. 26.2 percent van de leerlingen van het secundair onderwijs drinkt wekelijks alcohol. Dat is een vrij hoog percentage.
Uit recente cijfers blijkt dat 74,8 percent van de leerlingen jonger dan 15 jaar al alcohol heeft gedronken. Een aanta effectieve maatregelen om schadelijke gevolgen van alcohol tegen te gaan vallen echter niet onder mijn bevoegdheid. U hebt er al naar verwezen.
Het gaat namelijk over maatregelen zoals reclamebeperking, beperking van de beschikbaarheid van alcohol en het verhogen van de taksen. Vergeleken met andere Europese lidstaten staat België op dat vlak nog in de kinderschoenen. Wat betreft het inperken van reclame, sloot mijn federale collega van Volksgezondheid wel een convenant af met de sector. Ik ben echter van mening dat dit convenant een zwak instrument is om de alcoholreclame in te perken. De controle verloopt immers a posteriori. Zo kan een bepaalde reclame al enkele weken zijn uitgezonden vooraleer er op gereageerd wordt. Het is een zwak instrument, maar er is al iets gebeurd.
Het is inderdaad wettelijk verboden om sterke drank te verkopen aan jongeren onder de 18 jaar. De uitvoering van deze wetgeving is tot op heden onvoldoende bekrachtigd. Via mijn vertegenwoordigers in de cel Gezondheidsbeleid Drugs werd deze problematiek al meermaals aangekaart. In het Nationaal Actieplan Alcohol grijpen we die opportuniteit aan om te vragen dat deze wetgeving beter wordt uitgevoerd.
Mevrouw Merckx, zoals ik al heb aangehaald, valt het inperken van de beschikbaarheid van alcoholische dranken niet onder mijn bevoegdheid. We bespreken die zaak wel binnen het nationaal actieplan. Wat uw vraag over de labeling betreft, is het onze mening dat de consument recht heeft op alle informatie om hem of haar in staat te stellen een doordachte keuze te maken. We zijn er dus voorstander van dat informatie over het extra gevaar van alcohol tijdens de zwangerschap een aandachtspunt is. Etikettering behoort echter ook tot de federale bevoegdheden. Ik breng die zaak onder de aandacht via het nationaal alcohol actieplan.
De voorzitter: Mevrouw Merckx heeft het woord.
Mevrouw Trees Merckx-Van Goey: Mevrouw de minister, u stelt voor te wachten op de voorstellen van de Gezondheidsconferentie. Ondertussen levert u wel een bijdrage in het nationaal actieplan. Daarnaast voert u ook nog campagnes. Als er campagnes moeten worden gevoerd, is het goed dat ze zich tot jongeren richten. De link met gezondheid en onderwijs biedt u mogelijkheden om die zaak met de minister van Onderwijs op te volgen.
Ik geef u rendez-vous na de Gezondheidsconferentie.
De voorzitter: Het incident is gesloten.