Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 10/10/2006
Vraag om uitleg van de heer Jan Peumans tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de IJzeren Rijn
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de voorzitter, de reden van deze vraag is te weten te komen wat de huidige stand van zaken in dat dossier is, want ik word hierover bestookt met mails. Er komen de meest tegenstrijdige berichten over. Mijnheer de minister, verschillende leden, waaronder mijn partijvoorzitter de heer De Wever, hebben hier al vragen over gesteld. Het is niet alleen een Antwerps verhaal, maar een Antwerps-Limburgs. In het voorjaar stond federaal staatssecretaris en toekomstig burgemeester Tuybens even in het oog van de storm toen hij de publieke confrontatie aanging met de Nederlandse minister Peijs, nu demissionair. Vanuit diplomatiek oogpunt was dat niet zo aardig ten opzichte van minister Peijs, maar blijkbaar zijn alle plooien nu gladgestreken.
Op 6 juli sloten minister Peijs en staatssecretaris Tuybens een akkoord omtrent de 'Opdrachtbeschrijving voor de Commissie van Onafhankelijke Deskundigen met betrekking tot de IJzeren Rijn'. Indertijd is er een uitspraak gedaan door de arbitragecommissie. Hiermee komt er misschien schot in de zaak. In de pers verschenen er dan ook al artikels, zoals 'IJzeren Rijn naar tekentafel' in De Tijd van 14 september laatstleden.
In een brief aan de voorzitter van de Nederlandse Tweede Kamer plaatst minister Peijs toch een aantal kanttekeningen, onder meer over het tijdelijk beperkt rijden over het bestaande historische tracé: 'Geheel in de lijn met de Nederlandse opstelling, zoals ik tijdens het overleg met de Tweede Kamer op 7 juni 2005 heb besproken met brede steun vanuit uw Kamer, heb ik aangegeven dat daarvan geen sprake kan zijn.".
Mijnheer de minister, bent u op de hoogte van het akkoord dat gesloten is? Is de Vlaamse Regering bij de totstandkoming ervan betrokken? Hoe staan u en de Vlaamse Regering tegenover het gesloten akkoord? Hoe staat u tegenover de bedenkingen door minister Peijs geformuleerd? Hoe verloopt de samenwerking tussen de Vlaamse en federale overheid, zowel wat betreft de technische werkgroep die alle projecten van zeer nabij volgt, als op politiek vlak?
De voorzitter: De heer Penris heeft het woord.
De heer Jan Penris: De Nederlanders doen niet alleen moeilijk in het dossier van de IJzeren Rijn, en we begrijpen hen, maar ook in het Scheldeverdiepingdossier worden steeds meer obstakels vanuit verschillende Nederlandse hoeken opgeworpen, niet het minst vanuit de bijzonder machtige administratie Rijkswaterstaat. De uitspraak van de bilaterale arbitragecommissie heeft Vlaanderen en België in het gelijk gesteld wat betreft de IJzeren Rijn. Zo'n arbitrage-uitspraak moet ook gerealiseerd worden.
In Nederland hebben we een diplomaat gehad die soms zeer bedenkelijke uitspraken deed over de Vlaamse en Belgische politiek, een man in wie ik geen al te groot vertrouwen meer heb. Er is hoop op beterschap want hij zal worden opgevolgd. Hoe volgen wij zijn opvolger op?
De heer Peumans stelt terechte vragen want zowel het dossier van de Scheldeverdieping als dat van de IJzeren Rijn zijn dossiers waar wij in rechte ons gelijk hebben. Internationaalrechtelijk staan wij het sterkst. In de feiten bekomen we ons gelijk echter niet. Ik vrees dat we met de verkiezingen in Nederland in het vooruitzicht, dat gelijk nog niet te snel zullen bekomen. Het is van het grootste belang dat de Vlaamse overheid de nodige diplomatieke druk kan blijven uitoefenen, minstens in beide dossiers. Mijnheer de minister, hoe probeert u dat concreet te doen?
De voorzitter: De heer Vrancken heeft het woord.
De heer John Vrancken: De Nederlandse minister-president Balkenende is op een VKW-bijeenkomst in Limburg in debat getreden met de minister-president en draaide rond de pot wat betreft de IJzeren Rijn. We hebben alle redenen om de nodige twijfels over de ernst van die besprekingen te uiten.
Er is nog een bijkomend aspect. Binnenkort wordt vanuit Maastricht een snelle verbinding naar Brussel gelegd, voor 70 percent gefinancierd door de NMBS op Nederlands grondgebied. Ik heb daar bedenkingen bij. We kunnen ons vragen stellen bij de haalbaarheid van dergelijke projecten. Waarom gaat de NMBS een verbinding op Nederlands grondgebied financieren? Dat ligt parallel met de problematiek die op de IJzeren Rijn weegt. Ook daar zegt Nederland zich niet geroepen te voelen om de financiering van de IJzeren Rijn op het grondgebied van Nederland op zich te nemen.
De voorzitter: Minister Peeters heeft het woord.
Minister Kris Peeters: Mijnheer Vrancken, wat u zegt over de financiering van de NMBS op Nederlands grondgebied, moet ik nakijken. Misschien kunt u deze vraag nog eens indienen als een nieuwe vraag want ik kan daar nu niet onmiddellijk op antwoorden.
Mijnheer Penris, u koppelt dit dossier aan dat van de verdieping van de Westerschelde. Met de Nederlandse minister van Landbouw Veerman heb ik recent nog een aantal contacten gehad. Ik heb me wat bezorgd uitgedrukt tegenover onze Nederlandse collega's. Ik blijf dat verder opvolgen. Ik heb aan den lijve ondervonden dat in de aanloop van verkiezingen iedereen hetzij wat voorzichtiger is, hetzij de zaken wat scherper formuleert. Ik ga ervan uit dat Nederland de verdragen honoreert en ik heb op dit moment geen enkele concrete aanwijzing dat het dat niet zou doen. Dat moet echter elke dag worden opgevolgd, zoals u terecht zegt.
Na 22 november e.k., wanneer in Nederland verkiezingen worden gehouden, hoop ik dat er wat meer uitgeklaard zal worden over de verdere aanpak van de nieuwe Nederlandse regering, wie die ook moge wezen. Daarnaast houd ik ook contact met de bestendige deputatie van de provincie Zeeland. De gedeputeerde die zich daar mee bezig hield, de heer Kramer, is schielijk overleden en is nu vervangen door een ambtenaar die het proces van zeer nabij heeft gevolgd en waarmee ik ook al contact heb gehad. Ik volg dat dossier van zeer nabij op, en u samen met mij.
De Vlaamse Regering werd niet rechtstreeks bij de totstandkoming van dit akkoord betrokken. Voor alle duidelijkheid: het gaat om een uitspraak van 24 mei 2006 van het scheidsrechtelijke tribunaal binnen het Permanent Hof van Arbitrage in Nederland. De Vlaamse Regering heeft over dit akkoord geen standpunt ingenomen omdat het de bevoegdheid van federaal staatssecretaris Tuybens betreft.
U vroeg naar mijn houding ten aanzien van de bedenkingen van minister Peijs. Ik betreur dat in de brief van 13 september 2006 van de Nederlandse minister aan de Tweede Kamer geen opening gelaten is voor een beperkt gebruik van het bestaande historisch tracé. Mijnheer Vrancken, ik was ook aanwezig op die VKW-bijeenkomst. Ik heb begrepen dat minister-president Balkenende heeft gezegd dat dat moeilijk ligt in Nederland, maar dat er overleg moet zijn en hij geen deuren dichtgooit. Dat is iets hoopvoller dan de brief van minister Peijs, die wel de deur heeft dichtgegooid en heeft gezegd dat er voor haar geen sprake is van de tijdelijke ingebruikstelling. Ik ga ervan uit dat men een punt blijft maken van het tijdelijke gebruik, dat niet onbelangrijk is en trouwens weinig effecten heeft op het milieu. Voor België en Vlaanderen is de tijdelijke ingebruikstelling belangrijk. Ik betreur de houding van mijn Nederlandse collega. Ik ga ervan uit dat door de houding van minister-president Balkenende, er verder werk moet worden gemaakt van de concretisering ervan. Dat zal niet eenvoudig zijn, want de houding van de betrokken minister is zeer duidelijk.
Met andere facetten heb ik minder problemen, zoals het actualiseren. Het dossier sleept al jaren aan. Een aantal zaken dateert van de periode 1997-2000 en enige actualisering lijkt mij zeer zinvol. Ook de actualisering van het technische ontwerp lijkt me zeer zinvol. Ik heb er minder problemen mee om de studies aan te passen en te vervolledigen, minstens om te voorkomen dat men daar achteraf op terugkomt en we helemaal terug naar af gaan. Daar kan ik me wel in vinden, maar niet in het volledig afwijzen van het tijdelijke gebruik.
De technische werkgroep heeft niet meer vergaderd sinds de uitspraak van het scheidsrechterlijke tribunaal binnen het Nederlandse Arbitragehof. Ik heb vrij recent aan staatssecretaris Tuybens per brief gevraagd om deze commissie opnieuw te activeren en ervoor te zorgen dat we zulke zaken daar kunnen bespreken. Ik hoop dat daar vrij snel een positief antwoord op komt.
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, komt er op een of andere manier een duidelijk standpunt van de Vlaamse Regering? Ik vraag dat omdat de minister-president onder meer op bezoek is geweest in Nordrhein-Westfalen. Daar werd een heel duidelijk standpunt ingenomen over het openen van de IJzeren Rijn. Hoe staat de Vlaamse Regering tegenover het hele verhaal? Het feit dat ze een beetje vaag blijft, helpt het dossier waarschijnlijk niet vooruit.
Er bestaat hier een decreet over co- en prefinanciering van infrastructuurwerken. Dat is op dit ogenblik geen succes, maar ik wil wel wijzen op het feit dat indertijd een van uw voorgangers, die nu gouverneur is van de provincie Limburg, stelde dat voor dossiers die Vlaanderen voor haar economie belangrijk acht het decreet op de co- en prefinanciering kan worden gebruikt. Daar zijn trouwens bedragen voor ingeschreven. Misschien kan dat een hefboom zijn om een aantal zaken te versnellen.
Mijnheer de minister, ik heb de indruk dat alle gemeenten die aan de IJzeren Rijn liggen in se tegen de IJzeren Rijn zijn. Het woord wordt vaak misbruikt, maar er is volgens mij geen maatschappelijk draagvlak om de IJzeren Rijn door de Vlaamse en Nederlandse gemeenten aan te leggen. Dat is mijn indruk, niet alleen voor de Vlaamse kant − denk maar aan Hamont, Neerpelt, Overpelt en Lommel −, maar ook voor de Nederlandse kant.
De vraag rijst of we geen strijd voeren voor iets dat er nooit zal komen. Ik weet het zelf ook niet goed, maar Nederland is bezig met de Betuwelijn en de NMBS gaat de laatste acht kilometer van de Montzenlijn elektrificeren, waardoor er een goede aansluiting ontstaat. De NMBS heeft trouwens als miljarden geïnvesteerd in de opwaardering, onder andere voor de brug van Hombourg. Dan vraag ik me af waar we mee bezig zijn.
Mijnheer de minister, u hebt blijkbaar goede relaties met minister Peijs, maar zij komt misschien niet meer terug. Ik denk toch dat de Vlaamse Regering er alle belang bij heeft om een heel duidelijk standpunt in te nemen.
Minister Kris Peeters: Mijnheer Peumans, met het akkoord dat staatssecretaris Tuybens heeft afgesloten, is er toch al vooruitgang. Dat is een eerste stap in de goede richting.
Momenteel loopt er een studie van de Duitse deelstaat Nordrhein-Westfalen, want er worden ook een aantal Duitse dorpen met de IJzeren Rijn geconfronteerd. De deelstaat staat positief tegenover het project, maar bekijkt het dossier verder.
Ik heb ook alle burgemeesters van de Vlaamse gemeenten die met de IJzeren Rijn worden geconfronteerd, ontvangen. Ik heb niet de indruk dat ze er tegen zijn. Zij zien het belang van de IJzeren Rijn in, niet alleen voor Antwerpen, maar ook voor Limburg, maar het gaat over de milderende maatregelen, wat natuurlijk een kwestie van middelen is. Ik kan volledig begrijpen dat men bezorgd is. Als de IJzeren Rijn opnieuw volledig in gebruik wordt genomen, rijst de vraag of de milderende maatregelen ervoor zorgen dat de lasten die de gemeenten moeten dragen ook draaglijk zijn. Daar is het element budget aan de orde. Ik zal me ervoor inspannen om milderende maatregelen te treffen, maar daar moeten budgetten voor vrijgemaakt worden.
Mijnheer Peumans, we zullen dit dossier vanuit de Vlaamse Regering verder opvolgen. Uit een aantal uitspraken van minister Peijs heb ik begrepen dat zij zich niet meer kandidaat stelt om minister te zijn, zeker niet voor de post Waterstaat, die, zoals in Vlaanderen, zeer zwaar is. We zullen zien wie de nieuwe minister wordt waarmee we deze zaak verder moeten bespreken.
De voorzitter: Het incident is gesloten.