Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 10/10/2006
Vraag om uitleg van de heer John Vrancken tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de wegwerking van de zogenaamde zwarte punten in het kader van het Limburgplan
De voorzitter: De heer Vrancken heeft het woord.
De heer John Vrancken: Mijnheer de voorzitter, op maandag 15 maart 2004 besliste de toenmalige minister van Mobiliteit en Openbare Werken, in het kader van de aanpak van de gevaarlijke punten, om groen licht te geven voor de gecombineerde aanbesteding van 45 projecten. Het ging ook om acht projecten voor Limburg.
In het Limburgplan, de Limburgovereenkomst die de Vlaamse Regering met het provinciebestuur sloot, werd de verbintenis aangegaan om voor de verdere logistieke uitbouw van deze provincie industrieparken versneld te ontsluiten en onder andere de aanpassingswerken voor de belangrijke noord-zuidverbinding vanaf januari 2007 aan te vatten. Hiertoe dienen eerst de zwarte punten weggewerkt te worden, werd toen gezegd.
Eind vorig jaar werd aangekondigd dat het wegwerken van gevaarlijke punten stilaan op kruissnelheid begon te komen en dat vanaf dit jaar tot eind 2009 jaarlijks 100 miljoen euro is vastgelegd.
Als we de stand van zaken in januari 2006 bekijken, kunnen we niets anders dan ook hier vaststellen dat Limburg op kop loopt inzake het aantal projecten, maar toch achterop blijft bij het realiseren van deze projecten. Er werden slechts vier van de toegewezen 113 projecten uitgevoerd.
Zelfs als de doelstelling wordt gehaald om in 2006 voor Limburg 71 projecten af te werken, kunnen we ook hier enkel maar vaststellen dat een project, voor het wordt goedgekeurd, een hele weg moet afleggen. Er is een inventarisatie van de punten nodig, het ongevallenbeeld moet worden geanalyseerd en men moet er een adequaat oplossingsvoorstel voor bedenken. Al deze procedures vergen heel wat overleg en vooral veel tijd. Pas als het ontwerp de goedkeuring van alle betrokken partners wegdraagt, maakt men een aanbestedingsdossier op. Het probleem is vaak dat er onteigeningen nodig zijn vooraleer men tot aanbesteding kan overgaan.
Het jaarprogramma 2006 is het laatste van de reeks. Er zijn al 599 punten voor heel Vlaanderen in behandeling. Met de 201 nieuw voorgestelde punten wordt het totale programma afgewerkt. De resterende punten zijn geselecteerd, enkel op basis van de gewogen prioriteit voor ongevallengegevens van 1997 tot 2001. Met het huidige voorstel zouden alle punten met een gewogen prioriteit van 20 of hoger worden aangepakt.
Aangezien mobiliteit voor Limburg zeer belangrijk is en logistiek in onze economie een belangrijke plaats inneemt, zal de opvolging van deze projecten zeker gebeuren. In de toekomst kunnen misschien, als daar redenen voor zijn, ook de sociaaleconomische factoren worden ingevoegd.
Mijnheer de minister, hoever staat het met het wegwerken van zwarte punten in Vlaanderen? Kunt u hiervan een overzicht geven? Hoeveel onteigeningsdossiers werden al ingeleid en wat is de stand van zaken op dit ogenblik? Werd voor de diverse goedgekeurde projecten een minderhinderdossier opgesteld?
Wat is de stand van zaken voor de Limburgse noord-zuidverbinding, als we de uitspraken van gedeputeerde D'Oultremont in ogenschouw nemen dat hij de vooropgestelde data voor het wegwerken van de zwarte punten onmogelijk kan halen? Mijnheer de minister, kunt u hierover enige uitleg verschaffen, in het kader van de Limburgovereenkomst die de Vlaamse Regering mee ondertekende?
Op de noord-zuidverbinding werden in Houthalen de verkeerslichten heringericht, maar de veiligheid is er niet op vooruit gegaan. In 2005 waren er op drie maanden tijd 28 ongevallen met stoffelijke schade, terwijl er dat in 2006 al 30 zijn. In 2005 vielen er acht gewonden en voor 2006 zijn er dat al tien. In 2006 waren er ook al twee dodelijke ongevallen, terwijl er in 2005 geen waren. Dat is een voorbeeld van de herinrichting van de noord-zuidverbinding waar bedenkingen bij gemaakt kunnen worden.
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de minister, het is toch niet de bedoeling dat zwarte punten met Limburgse reconversiemiddelen aangepakt zullen worden?
Minister Kris Peeters: Mijnheer Peumans, maak u daarover geen zorgen. Voor de gevaarlijke punten is op jaarbasis 100 miljoen euro uitgetrokken tot 2009. We zullen de projecten uitvoeren en het geld daarvoor gebruiken.
Mijnheer Vrancken, ik heb een volledig overzicht gemaakt. Ik denk dat Limburg zich misschien iets te snel misdeeld voelt. Ik heb soms de indruk dat ik meer in Limburg ben dan in Antwerpen, maar daar moeten ook belangrijke dossiers worden besproken en doorgezet.
Ik heb een stand van zaken gemaakt in verband met de gevaarlijke punten. Er moeten drie fasen worden doorlopen voor het aanpakken van de gevaarlijke punten. Ten eerste is er de fase van het voorontwerp waarbij de probleemanalyse gebeurt en een principeoplossing wordt gekozen. Voor 612 projecten is dit voorontwerp afgewerkt. Ten tweede is er de ontwerpfase waarbij het project wordt overgedragen aan een studiebureau, dat het ontwerp verder uitwerkt. Bij 515 projecten is er reeds een overdracht naar het studiebureau gebeurd. Ten derde is er de uitvoeringsfase. Momenteel zijn er 103 projecten in uitvoering en zijn er 127 volledig afgewerkt. Ik zal u straks een tabel overmaken waarin dit alles is opgenomen.
Voor 131 projecten zijn onteigeningsdossiers opgestart voor een geraamd totaalbedrag van 17 miljoen euro. Voor 82 projecten werd een ministerieel besluit getroffen. Voor 32 projecten zijn de gronden volledig verworven.
In elk uitvoeringsdossier voor de gevaarlijke punten worden de minderhinderbepalingen toegepast, zoals trouwens voor alle werken van het agentschap Infrastructuur gebeurt. Er wordt ook over gewaakt dat de bevolking en de aangelanden middels informatievergaderingen en/of brochures of publicaties worden ingelicht over de op handen zijnde werken.
Ook in Limburg wordt er aandacht besteed aan de minderhindermaatregelen bij het uitvoeren van gevaarlijke punten. Zo worden voor elk project zo kort mogelijke uitvoeringstermijnen opgelegd aan de aannemer. Deze termijnen zijn bovendien altijd gesteld in kalenderdagen in plaats van werkdagen. Hierdoor kan aan de weggebruiker en de omwonenden heel exact worden meegedeeld wanneer de werken zullen eindigen. Indien in werkdagen wordt gewerkt, heeft men dit niet in de hand aangezien op sommige dagen niet wordt gewerkt als gevolg van slechte weer. Ook wordt in Limburg nachtwerk voorgeschreven op cruciale wegen. Waar mogelijk wordt tijdelijke wegenis aangelegd zodat het verkeer zo weinig mogelijk wordt gehinderd. Tot slot kiest men in Limburg ook voor materialen die een snelle uitvoering mogelijk maken. Er worden met andere woorden heel veel inspanningen gedaan om de minderhindermaatregelen toe te passen.
Er is geen verband tussen het dossier van de noord-zuidverbinding in Limburg en het wegwerken van de gevaarlijke punten. De aanpak van de gevaarlijke punten is in overleg gebeurd. Er is uitgevoerd wat in de commissie is besproken. In de schriftelijke versie van uw vraag hebt u naar de gedeputeerde verwezen. Wat u daarover zegt, is me niet bekend. Wat betreft de noord-zuidverbinding verloopt alles volgens schema. Een nieuwe coalitie in Houthalen-Helchteren zal het probleem misschien niet gemakkelijker maken, maar ik hoop wel dat het op schema blijft want het gaat om 250 miljoen euro. Mijn stelling is dat het maatschappelijk draagvlak aanwezig moet zijn. Als dat niet het geval is, dan is er een probleem.
De heer Jan Peumans: De raming is 250 miljoen euro maar het zal uiteindelijk 350 miljoen euro kosten.
Minister Kris Peeters: U hebt gelijk dat de raming 250 miljoen euro bedraagt. Het is voorbarig om over 350 miljoen euro te spreken.
De heer Jan Peumans: Ik baseer me daarvoor op de tunnel die in Maastricht zal worden aangelegd.
Minister Kris Peeters: Mijnheer Vrancken, de tabellen die ik u zal overmaken, tonen aan dat in Limburg de dynamiek aanwezig is en dat uw cijfers niet kloppen.
De heer John Vrancken: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.
De voorzitter: Het incident is gesloten.