Commissie voor Leefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed Vergadering van 18/05/2006
Vraag om uitleg van mevrouw Marleen Van den Eyndetot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, en tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over mogelijke milieuverontreiniging door kunststofmatten en kunstgras
De voorzitter: Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, in Nederland wordt momenteel een grootschalig onderzoek gevoerd naar de schadelijkheid van kunstgras op voetbalvelden en van schokdempende tegels die als valmatten gebruikt worden op de speelpleinen. In bepaalde kunstgrassen en schokdempende tegels zouden autobanden worden verwerkt. Het risico zit vooral in de oliën die aan het rubber van autobanden toegevoegd worden om het zachter te maken. Die oliën bevatten vaak grote hoeveelheden kankerverwekkende PAK's. Wanneer stukjes van deze uit autobanden gefabriceerde tegels loskomen, bestaat het grote gevaar dat kinderen deze gevaarlijke stukjes in hun mond stoppen, met alle gevolgen van dien. Bovendien wordt gevreesd voor gezondheidsrisico's door vaak te spelen op terreinen met kunstgras. Naast deze gezondheidsrisico's bestaat het vermoeden dat de aanwezigheid van de betwiste tegels en kunstgrassen mogelijk ook het grondwater kan verontreinigen. Ook al verbiedt Europa vanaf 2010 het gebruik van PAK's in autobanden, het probleem van recyclage van autobanden in andere producten zal nog lange tijd bestaan en dient nauwgezet opgevolgd te worden.
Mijnheer de minister, ik heb een aantal vragen voorbereid. Ik heb mijn vraag om uitleg ook gericht tot minister Anciaux, omdat het ook zijn bevoegdheid betreft.
Minister Kris Peeters: Ik heb overleg gepleegd met minister Anciaux.
Mevrouw Marleen Van den Eynde: Ik dank u daarvoor.
Bent u op de hoogte van het grootschalige onderzoek in Nederland betreffende de problematiek van de gevaren van kunstgrassen en schokdempende tegels vervaardigd uit autobanden? Zullen naar aanleiding van dit onderzoek initiatieven genomen worden in België? Zal er onder meer contact opgenomen worden met de sector om de samenstelling van kunststofgrassen en schokdempende tegels na te gaan?
Bent u bereid om overleg te plegen met de federale regering betreffende productnormering in het kader van de gezondheid, maar ook over de mogelijke grondwaterverontreiniging? Zult u bij wijze van voorzorgsmaatregel een aantal steekproeven doen om de verontreiniging van grondwater na te gaan?
Hebt u enig zicht op de omvang van de problematiek in België indien de Nederlandse studie het vermoeden van de gezondheids- en milieurisico's bevestigt? Meent u dat maatregelen en de sensibilisatie van gemeentebesturen noodzakelijk zijn, vermits op nagenoeg alle gemeentelijke speelpleinen schokdempende tegels aanwezig zijn?
Zal ook de minister van Sport vooral bij voetbalploegen en andere sportverenigingen die hun sport beoefenen op grasvelden, aandringen op waakzaamheid en voorzichtigheid?
De voorzitter: Mevrouw Crevits heeft het woord.
Mevrouw Hilde Crevits: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, enige tijd geleden kwam er een nieuwe en verstrengde reglementering op de speelpleinen. Schokdempende tegels zijn voor veel gemeentebesturen de ideale manier om aan een groot gedeelte van die reglementering te voldoen. De industrie maakt op een heel felle - ik durf niet te zeggen agressieve - manier reclame voor die tegels. Ook de kunstgrasterreinen zijn echt in de mode. Het is van groot belang om deze zaak heel nauwkeurig te onderzoeken, maar zonder daarbij onmiddellijk paniek te zaaien. De voorbije jaren werden enorme investeringen in dergelijke materialen gedaan. Dat gebeurde in vertrouwen en van mogelijke gevaren werd geen melding gemaakt.
De heer Patrick Lachaert: Mijnheer de minister, een vijftiental jaren geleden ben ik gedurende 6 jaar schepen van Onderwijs geweest. Ik heb dat materiaal toen ook laten leggen op de schoolkoer ten gevolge van de agressieve reclame waarover mevrouw Crevits het had.
De voorzitter: De heer Vrancken heeft het woord.
De heer John Vrancken: Mijnheer de voorzitter, ik wil me graag aansluiten bij de vraag van mevrouw Van den Eynde omdat het probleem ook bestaat in culturele centra met polyvalente zalen en in sportzalen. Ook daar wordt hetzelfde korrelmateriaal gebruikt voor sportmatten of voor volledige vloeren.
De voorzitter: Minister Peeters heeft het woord.
Minister Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, dames en heren, er loopt momenteel in Nederland inderdaad een onderzoek naar de risico's voor milieu en gezondheid van stukjes rubber die in vele kunstgrasvelden en schokdempende tegels zitten. Deze kunnen rubbergranulaat bevatten afkomstig van autobanden. In autobanden waarin aromatische oliën zijn verwerkt, die het bandenoppervlak zachter maken, bevinden zich de zogenaamde PAK's of polycyclische aromatische koolwaterstoffen. Deze stoffen brengen mogelijke milieu- en gezondheidsrisico's met zich mee - maar dit is common knowledge.
In een rapport van het 'Scientific Committee on Toxicity, Ecotoxicity and the Environment', verspreid door de Europese Commissie, wordt gesteld dat autobanden momenteel 13,5 tot 112 milligram PAK's per kilogram bevatten, maar dat er nog maar weinig informatie is over de biobeschikbaarheid van deze PAK's. De biobeschikbaarheid staat voor de mate waarin de PAK's worden opgenomen door levende organismen.
Om mogelijke risico's voor milieu en gezondheid te beperken, voorziet een recente Europese richtlijn inzake PAK's in procesoliën voor rubberverwerking, in normen voor de concentratie aan PAK's in onder andere autobanden. Het betreft Richtlijn 2005/69, 27ste aanpassing aan Richtlijn 76/769. De richtlijn treedt in werking in 2010. Voor de toekomst werden de nodige maatregelen dus al genomen.
Ondertussen worden er inderdaad afvalbanden gerecycleerd tot granulaten die in vloerbedekkingen kunnen worden gebruikt, of los als bodembedekker. Kunstgras echter is gemaakt van polypropyleen en bevat initieel geen rubber. Tussen het kunstgras strooit men soms wel rubberbolletjes om kwetsuren bij valpartijen te voorkomen. De rubberbolletjes kunnen gemaakt zijn van granulaten, afkomstig van de verwerking van afvalbanden.
In Vlaanderen loopt al enige tijd een onderzoek naar PAK's op initiatief van mijn administratie. In dat kader werden een inventaris en een analyse gemaakt van de aard en de omvang van de blootstelling eraan. De meest geschikte indicatoren in het milieu én in de mens werden bepaald om de gezondheidsimpact van deze blootstelling in te schatten in de specifieke Vlaamse context. Ook werden de meest geschikte methoden bepaald om informatie te verkrijgen over reële concentraties en trends in blootstelling aan PAK's. Vlaanderen loopt hier wat vooruit, en gelukkig maar. Binnen enkele maanden zal er een rapport klaar zijn en zal ik weten of een aanpassing van lopende en/of geplande monitoringprogramma's aangewezen is om een zo correct mogelijke inschatting van de blootstelling, de evolutie in de blootstelling en de risico's voor de gezondheid van PAK's in Vlaanderen te verkrijgen. Het gericht verzamelen van blootstellings- en effectgevens is noodzakelijk om de impact van blootstelling aan PAK's op de mens te kunnen kwantificeren en reduceren.
Op initiatief van de OVAM is door de VITO reeds in 2004 een onderzoek uitgevoerd naar het gebruik van afvalstoffen als bodembedekker op sportterreinen. Het resultaat hiervan is onder meer een beslissingsboom met criteria waaraan een welomschreven afvalstof moet voldoen om in aanmerking te komen voor een gebruikstoelating als kunstbodem. Hierbij moet niet alleen het afvalmateriaal op zich aan bepaalde milieukwaliteiten voldoen, zoals aandacht voor PAK's, zware metalen enzovoort, maar wordt ook gekeken naar de accumulatie in de bodem van de eventueel uitlogende componenten. De in dat kader vooropgestelde drempelwaarden voor PAK's zijn opgenomen in bijlage 4.2.1 van Vlarea.
De OVAM heeft de onderzoeksresultaten met de beslissingsboom in 2005 verspreid aan de verkopers van bodembedekkers en heeft hen er in maart 2006 aan herinnerd dat zij het onderzoek voor hun kunstbodem moesten opstarten en ten laatste in oktober 2006 moeten aantonen dat hun product voldoet aan de criteria uit de VITO-studie en Vlarea. Ondertussen zijn reeds enkele intentieverklaringen binnen, waaronder één voor rubbergranulaten.
Uiteraard ben ik bereid om overleg te plegen met de federale regering. Er is een zeer nauwe samenwerking rond milieu en gezondheid op nationaal vlak. Deze startte enkele jaren geleden met de opmaak van een Nationaal Actieplan Milieu en Gezondheid, ofwel National Environmental Health Action Plan, afgekort NEHAP. Dit gezamenlijke plan van alle gewesten, gemeenschappen en de federale overheid bundelt alle acties op het gebied van milieu en gezondheid en bevat doelstellingen om samen op een constructieve en efficiënte manier een beleid uit te werken. In 2004 ondertekenden alle bevoegde ministers een samenwerkingsakkoord om structurele samenwerking op dat gebied mogelijk te maken. Dit vormt het kader voor het opzetten van geïntegreerde acties inzake milieu en gezondheid op terreinen waar de versnipperde bevoegdheden een optimale actie van één enkel bevoegdheidsniveau onmogelijk maken.
Zal de minister bij wijze van voorzorgsmaatregel een aantal steekproeven doen om de verontreiniging van grondwater na te gaan? Het onderzoeken van het Vlaamse grondwater naar de aanwezigheid en verspreiding van milieuvreemde stoffen die van diffuse verontreinigingsbronnen afkomstig zijn en tot significante kwaliteitswijzigingen zouden kunnen leiden, behoort tot de taken van het IVA VMM, afdeling Water.
Over grootschalige diffuse verontreinigingen van het grondwater, te wijten aan PAK's afkomstig van rubbergranulaat van gebruikte autobanden of andere bronnen in Vlaanderen, is tot op heden niets bekend en zijn er ook geen onmiddellijke aanwijzingen. Op het moment gebeurt er dan ook geen onderzoek naar de aanwezigheid van PAK's in het grondwater in het kader van lopende regionale analysecampagnes. Verontreinigingen met deze stoffen ontstaan immers meestal door puntbronnen, die in het kader van het bodemsaneringsdecreet door de OVAM worden onderzocht, onder controle gebracht en, indien nodig, gesaneerd. Op dit moment is er dus geen aanwijsbare problematiek, maar dit kan wijzigen, mochten zich bepaalde situaties voordoen.
Minister Anciaux, bevoegd voor Sport, heeft over de problematiek reeds contact opgenomen met de cel Milieu en Gezondheid van Aminal en zich geïnformeerd over de stand van zaken in het onderzoek dat hierover in Nederland wordt gevoerd. Zodra de resultaten bekend zijn, zal ook de minister van Sport hierover geïnformeerd worden. Op basis daarvan zal hij dan, voor zover nodig, de sportsector informeren en zo nodig sensibiliseren. Indien noodzakelijk zullen ook regulerende maatregelen op Vlaams niveau genomen worden in overleg met de federale overheid, zoals ik reeds heb toegelicht.
De problematiek wordt onderzocht en bestudeerd. We houden dat heel nauwlettend in de gaten. We hebben met de producenten duidelijke afspraken gemaakt. Wat geldt voor de sportverenigingen, geldt natuurlijk ook voor de gemeenten. Ik wil voorzichtig zijn en niet onnodig paniekvoetbal organiseren. Het probleem is niet onbelangrijk. Zodra we over meer resultaten beschikken, zullen zowel de minister van Sport als ikzelf bijkomende acties nemen.
De voorzitter: Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde: Mijnheer de minister, ik dank u voor het uitgebreide antwoord en de talrijke gegevens. Het is geen onbelangrijke problematiek. Onderzoek en waakzaamheid zijn noodzakelijk, zoals u hebt gezegd. Ik heb ook de indruk dat u zeer intensief werkt aan een beleid ten aanzien van de gevaren van PAK's. Laat ons maar de koploper zijn in Vlaanderen.
We kijken uit naar het rapport. Ik hoop dat dit in oktober meegedeeld zal worden. Het onderzoek en de verdere ondervraging van de producenten is ook zeer belangrijk. Ik weet niet hoe u het verder zult opvolgen indien producenten geen melding maken van bepaalde producten. Kan men dan bestraft worden? Dat is een zeer belangrijk gegeven want pas als we meer gegevens hebben, kunnen we heel intensief nagaan waar de problemen zich op het terrein kunnen voordoen. We zullen de problematiek in elk geval mee opvolgen.
De voorzitter: De heer Vrancken heeft het woord.
De heer John Vrancken: Mijnheer de minister, richt u de bevraging ook aan de buitenlandse producenten? Ik ken toevallig een Nederlandse producent van granulaten. Hoe kunt u het probleem in goede banen leiden als het gaat over buitenlandse leveranciers of producenten?
Minister Kris Peeters: Ik heb de lijst van de OVAM niet bij. Het bericht gaat naar verkopers van bodembedekkers. Iedereen die dat verkoopt in Vlaanderen, heeft een bericht van de OVAM gekregen. Ik zal dit eens nagaan, maar ik meen niet dat we ook verkopers in het buitenland hebben aangeschreven. Ik kan natuurlijk geen bericht wereldwijd verzenden.
De heer John Vrancken: Dat begrijp ik. Bij openbare aanbestedingen geeft het lastenboek een bepaalde omschrijving van de te gebruiken producten en er is ook de aanlevering van de nodige technische fiches en veiligheidsfiches waarop de producent vermeld staat. Die is zo heel gemakkelijk traceerbaar, ook een buitenlandse producent. Op de binnensportvelden worden die producten heel veel gebruikt en dat gaat altijd via openbare aanbestedingen, zodat de producent wel degelijk bekend is. Op deze markt zijn er bovendien maar weinig producenten actief.
De voorzitter: Het incident is gesloten.