Subcommissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid Vergadering van 09/05/2006
Vraag om uitleg van mevrouw Tinne Rombouts tot de heer Yves Leterme, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, en tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de eenmalige perceelsregistratie
De voorzitter: Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Mevrouw Tinne Rombouts: Mijnheer de voorzitter, in het regeerakkoord staat dat voor land- en tuinbouw 'administratieve vereenvoudiging wordt nagestreefd door de diverse aangiften te herleiden tot één enkele aangifte voor alle overheden'. Een heel belangrijke stap voor deze unieke aangifte is de eenmalige perceelsregistratie.
Tot op vandaag moeten land- en tuinbouwers hun percelen registreren bij twee verschillende administraties. Bij de administratie Beheer en Kwaliteit Landbouwproductie (ABKL) onder de bevoegdheid van de minister van Landbouw worden de percelen geregistreerd in verband met de bedrijfstoeslag en de cross compliance. Bij de Vlaamse Landmaatschappij onder de bevoegdheid van de minister van Leefmilieu worden de percelen geregistreerd in het kader van het mestdecreet.
Om beide aangiften te herleiden tot één enkele aangifte werd enkele jaren geleden in vijftien Oost-Vlaamse fusiegemeenten een pilootproject opgestart om alle perceelsaangiften te integreren in één overzichtelijk formulier. In opvolging van het regeerakkoord en dit pilootproject wil ik u graag enkele vragen stellen, mijnheer de minister-president.
Werd het bestaande pilootproject inmiddels geëvalueerd en wat waren de belangrijkste conclusies?
Welke stappen worden ondernomen om te komen tot een eenmalige perceelsregistratie?
Welke timing hebben de ministers voor het invoeren van de eenmalige perceelsregistratie? Vanaf welk seizoen zullen de landbouwers effectief slechts één aangifte moeten doen?
Wie zal instaan voor de gegevensverzameling en komt er dan ook effectief één aanspreekpunt voor de landbouwers voor vragen en informatie?
De voorzitter: De heer Callens heeft het woord.
De heer Karlos Callens: Het lijkt me niet meer dan normaal dat we ons hier allemaal bij aansluiten. We zijn er ons allemaal van bewust dat het overbodige aangiften betreft. Dat moet zo snel mogelijk veranderen.
De voorzitter: Minister-president Leterme heeft het woord.
Minister-president Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Rombouts, mijnheer Callens, uw vragen laten mij toe een stand van zaken te geven en te wijzen op de vooruitgang ter zake. Ik zal uiteraard ook concrete antwoorden geven op uw vragen.
Het pilootproject dat in 2004 en 2005 liep in het zuiden van de provincie Oost-Vlaanderen en waarbij een 1800-tal landbouwers betrokken waren, werd uitgevoerd onder het voorzitterschap van de Kenniscel Wetsmatiging. Het project is op 28 september 2005 geëvalueerd. Daaruit bleken bepaalde problemen, maar iedereen is het erover eens dat de eenmalige perceelsregistratie moet kunnen, en noodzakelijk en haalbaar is als vereenvoudigingsproject.
De voornaamste knelpunten die bij de proefsgewijze toepassing van de eenmalige perceelsregistratie naar voren kwamen, zijn de volgende. Een, zowel het Agentschap voor Landbouw en Visserij (ALV) als de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) hebben een eigen systeem van identificatie van de landbouwers en landbouwbedrijven. Daardoor komt het voor dat één landbouwbedrijf verschillende identificatiegegevens heeft bij de twee administraties. Twee, er was een probleem tussen ALV en VLM. Er was tot vandaag geen structurele samenwerking. Drie, de beide aangiftesystemen zijn gebaseerd op verschillende regelgevingen en hanteren andere termen en definities. Het is dus van groot belang dat niet alleen de rechtstreeks betrokken regelgeving aangepast wordt, ook de aanverwante bepalingen in andere regelgevingen moeten onder de loep worden genomen. De Europese regelgeving zal als basis dienen voor de door te voeren aanpassingen. Deze laat wellicht enige homogenisering toe. Vier, tot nu toe ontbrak elke vorm van automatische uitwisseling van gegevens.
Ik heb altijd gezegd dat ik niet te snel wou gaan. U weet, mijnheer Callens, dat in de vorige legislatuur bijvoorbeeld allerlei systemen werden gelanceerd en dat werd één grote puinhoop. We moeten soortgelijke initiatieven vermijden. Daarom willen we de eventuele uitbreiding over heel Vlaanderen grondig voorbereiden.
Na de evaluatie werd beslist om in 2006 de eenmalige aangifte van de landbouwers in het pilootgebied voort te zetten. Intussen werd onder gezamenlijk initiatief van VLM en ALV bij de Coördinatiecel Vlaams E-Government een VIP-project (Vlaams Integratie Platform) ingediend: Uitwisseling Eenmalige Perceelsregistratie. Dat VIP-project heeft tot doel tegemoet te komen aan voornoemde knelpunten. Daartoe zal men ten eerste gezamenlijk een authentieke bron uitbouwen voor landbouwperceelsgegevens. Ten tweede zal men onderzoeken hoe de identificatie van ALV kan worden uitgebouwd op basis van bestaande authentieke bronnen zoals de Verrijkte Kruispuntbank voor Ondernemingen, de Verrijkte Kruispuntbank voor Personen of het Centraal Referentie Adressenbestand. Ten derde zal men gebruik maken van de mogelijkheden van e-government door gegevens uit te wisselen via het MAGDA-platform, dat staat voor MAximale GegevensDeling tussen Administraties, en door te voldoen aan de beveiligingseisen van ISO 17799.
Op 19 april 2006 werd onder voogdij van hun beide ministers door de gedelegeerd bestuurder van de VLM, en de waarnemend administrateur-generaal van het ALV een intentieverklaring 'Eenmalige perceelsregistratie' ondertekend. Daarmee engageren beide administraties zich om deze doelstellingen te realiseren en daartoe een projectstructuur op te zetten. Die structuur is minder dan een maand na de ondertekening reeds actief.
De implementatie van een unieke identificatie conform de afspraken tussen VLM en ALV wordt gepland voor het najaar van 2006. Het is de bedoeling om in heel Vlaanderen tot een eenmalige perceelsregistratie voor landbouwers te komen vanaf 2007. De eenmalige perceelsregistratie is evenwel slechts haalbaar als bovengenoemde knelpunten weggewerkt zijn. Er moet immers zekerheid zijn dat beide betrokken administraties op tijd en op een correcte wijze over de vereiste gegevens kunnen beschikken. Momenteel wordt hard gewerkt aan het uitschrijven van gemeenschappelijke definities voor het Mestdecreet en de besluiten op basis waarvan de toeslagrechten worden uitbetaald. Ook alle daaraan gekoppelde regelgeving zal moeten worden aangepast. Die aanpassingen zouden tijdig klaar moeten zijn, willen we begin 2007 daadwerkelijk van start kunnen gaan.
We mikken dus op het voorjaar van 2007. Ik zal echter slechts toestemming geven het systeem van eenmalige perceelsregistratie te veralgemenen voor heel Vlaanderen als het systeem perfect functioneert en ook legistiek en reglementair alle voorwaarden zijn vervuld. Dan gaat het over unieke definities en het aanpassen van het onderliggende regelgevende kader.
Met betrekking tot de vraag wie instaat voor het verzamelen van gegevens, heb ik vrij zwaar gewogen op het debat. Ik heb ervoor gekozen dat de hoofdverantwoordelijkheid voor die registratie opnieuw bij het ministerie van Landbouw zou komen te liggen. Dat lijkt me belangrijk, ook voor een goede relatie tussen de overheid en de landbouwers. Daartoe is ondertussen ook beslist, in samenspraak met minister Peeters. Het GBCS-systeem - het Geïntegreerd Beheers- en Controlesysteem - van het Agentschap voor Landbouw en Visserij, dat ook Europees een rol speelt wanneer het gaat over steunregelingen, wordt hét referentiebestand voor de identificatie van de landbouwers, de registratie van de referentiepercelen en de toeslagrechten. Dit systeem voldoet aan alle Europese verplichtingen. Het eerste aanspreekpunt van de overheid voor landbouwers die vragen hebben en informatie willen over de perceelsregistratie, zal dan ook het ALV zijn. Dat agentschap is de opvolger van de ABKL, in het kader van BBB. Voor precieze inhoudelijke vragen betreffende de mestwetgeving of over de beheerovereenkomsten, moeten mensen zich richten tot de VLM, maar de perceelsregistratie komt in handen van het ALV.
Samengevat: er is dus een pilootproject geweest. Dat werd geëvalueerd. Er werden vier knelpunten onderscheiden. Er werd een intentieovereenkomst getekend door verantwoordelijken van de VLM en het ALV. Er is binnen de bevoegde Vlaamse administratie een project ingediend om dit te implementeren op het vlak van e-government. Ondertussen wordt gekeken naar de definitie en wordt bekeken welke regelgeving moet worden aangepast. Dit zal de komende maanden wat tijd in beslag nemen, maar het moet haalbaar zijn in het voorjaar van 2007 toelating te kunnen geven voor een toepassing in heel Vlaanderen. Er kan nooit volledige zekerheid zijn, maar als we de quasi-volledige zekerheid hebben dat dit systeem op het terrein zal werken, zullen we die toelating geven. Het verantwoordelijke referentiebestuur zal het ALV zijn.
De voorzitter: Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Mevrouw Tinne Rombouts: Mijnheer de minister-president, ik dank u voor uw zeer duidelijke en gestructureerde antwoord. Het is goed dat er vaart wordt gezet achter het project van de eenmalige perceelsregistratie. Zeker het vooruitzicht dat er in 2007 zou kunnen worden begonnen, is zeer positief en zal ook als zeer positief worden onthaald door de landbouwers. Ik begrijp echter dat eerst de knelpunten moeten worden weggewerkt. Dat is ook goed: we mogen niet willen lopen alvorens we kunnen stappen. Dat het ALV het eerste aanspreekpunt wordt met betrekking tot de perceelsregistratie en ook die informatie inzamelt, lijkt me goed, gezien de geschiedenis en het belang van de aangifte. Het is belangrijk dat dit in hun handen blijft.
De voorzitter: De heer Callens heeft het woord.
De heer Karlos Callens: Mijnheer de minister-president, u zult niet alleen zwaar moeten doorwegen met betrekking tot de beslissing om dit onder te brengen bij Landbouw, maar ook op de beide administraties. Ik krijg immers de indruk dat de administratie het u niet gemakkelijk zal maken als het erover gaat iets af te geven. Als u dit zo wilt vereenvoudigen, dan zult u moeten doorwegen.
De heer Jos De Meyer: Mijnheer de minister-president, ik wil nog even een bezorgdheid beklemtonen. Ik heb dat destijds ook gedaan ten overstaan van uw voorganger. De administratie werkt systemen uit die toekomstgericht zijn. Dat is een goede zaak. U mag echter niet vergeten dat een deel van de land- en tuinbouwers momenteel de informatica niet meester is. Ik weet dat dit bij de jongere en middengeneraties geen enkel probleem vormt, maar er is ook nog een aanzienlijke groep zestigers. Zij mogen niet tussen de mazen van het net glippen. Als daar al rekening mee is gehouden, dan is dat des te beter. Ik weet echter dat daar enkele jaren geleden, bij het opzetten van het proefproject, onvoldoende rekening mee is gehouden.
Minister-president Yves Leterme: Mijnheer Callens, ik zal uw goede raad ter harte nemen. U weet ook hoe de zaken werken op het terrein. Tot op heden verlopen deze zaken echter vrij goed. Ik geef echter toe dat ook ik soms vrees dat dit op het terrein niet perfect, en zoals we het hebben bedoeld, zou worden uitgevoerd.
Wat de problemen betreft van mensen die nog niet vertrouwd zijn met informatica: als ik het goed begrijp is het nog steeds mogelijk een aangifte te doen op papier. Dat blijft voorlopig ook zo.
De voorzitter: Het incident is gesloten.