Commissie voor Leefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed Vergadering van 22/03/2006
Vraag om uitleg van mevrouw Stern Demeulenaere tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de vereenvoudiging van de Vlarem-indelingslijst
De voorzitter: Mevrouw Demeulenaere heeft het woord.
Mevrouw Stern Demeulenaere: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega´s, het regeerakkoord bevat een aantal voorstellen om tot een vereenvoudiging van het milieuvergunningsstelsel te komen. Een van de maatregelen zou het vereenvoudigen van de Vlarem I-indelingslijst kunnen zijn. Een aantal bedrijven die op dit moment nog behoren tot klasse 2 en dus een milieuvergunning nodig hebben, zouden door de vereenvoudiging nog enkel onder de meldingsplicht vallen.
De tijd die nodig is voor het verkrijgen van een milieuvergunning blijkt een grote rol te spelen bij de beslissing van buitenlandse en binnenlandse investeerders om in onze regio actief te worden. Als blijkt dat ze voor relatief eenvoudige activiteiten bijna 20 weken moeten wachten op een milieuvergunning, kan dat een nadelige invloed hebben op de beslissing om te investeren.
Mijnheer de minister, in uw antwoord op een vraag om uitleg van de heer Daems van 23 juni 2005 stelde u dat het uw bedoeling is om de milieuwetgeving maximaal verder te vereenvoudigen. U dacht daarbij in de eerste plaats aan de herziening van de indelingscriteria voor bepaalde klasse 2- en klasse 3-bedrijven, waardoor meerdere huidige vergunningsplichtige klasse 2-bedrijven in de toekomst meldingsplichtige klasse 3-bedrijven zouden worden, zonder afbreuk te doen aan de milieudoelstellingen.
Mijnheer de minister, hoever staat het met deze vereenvoudiging? Wanneer zal een wijziging van de Vlarem I-indelingslijst aan de Vlaamse Regering worden voorgelegd? Zijn de criteria bekend die gehanteerd zullen worden om bepaalde bedrijvigheden te laten evolueren van klasse 2 naar klasse 3? Welke organisaties worden bij de totstandkoming van dit dossier betrokken?
Aangezien het afleveren van een klasse 2-vergunning tot de bevoegdheid van de gemeenten behoort, had ik graag vernomen hoe lang het in Vlaanderen gemiddeld duurt voor het afleveren van dergelijke milieuvergunning.
De voorzitter: De heer Daems heeft het woord.
De heer Rudi Daems: Mijnheer de minister, in juni vorig jaar heb ik hierover een vraag gesteld. Toen antwoordde u dat er twee mogelijkheden zijn om de vereenvoudiging verder uit te werken: ofwel wordt het milieuvergunningsdecreet gewijzigd en het aantal meldingsplichtige bedrijven uitgebreid, ofwel wordt gewerkt met het decreet integrale milieuvoorwaarden.
Mijnheer de minister, u zei toen dat er nogal wat juridische knelpunten waren. Ik ben benieuwd of die ondertussen van de baan zijn. Blijft u het denkspoor van de integrale milieuvoorwaarden volgen?
De voorzitter: Minister Peeters heeft het woord.
Minister Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, collega´s, met betrekking tot de aanpassing van het Vlarem zijn drie treinen in voorbereiding. Een eerste Vlarem-trein betreft een vervolledigde omzetting van de EG-regelgeving en de rechtzetting van een aantal errata.
Het ontwerpbesluit werd, met het oog op het inwinnen van het advies van de Raad van State, op 20 januari 2006 principieel goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Het advies van de Raad van State werd op 21 februari 2006 uitgebracht. Op dit moment wordt het ontwerpbesluit aangepast aan de opmerkingen van de Raad van State. Het zal zo snel mogelijk voor definitieve goedkeuring aan de Vlaamse Regering worden voorgelegd.
Een tweede voorgenomen Vlarem-aanpassing betreft de integratie van pakketten integrale voorwaarden. Over het voorontwerp van dit besluit werd al tweemaal overleg gepleegd met de betrokken sectoren, meer bepaald op 16 februari 2006 en op 16 maart 2006.
Rekening houdend met de resultaten van dit doelgroepenoverleg, wordt momenteel door de bevoegde administratie Aminal een aangepast voorontwerp van besluit uitgewerkt. Mijnheer de voorzitter, collega´s, ik ga ervan uit dat u er geen probleem mee hebt dat ik het voorontwerp van besluit eerst voor principiële goedkeuring voorleg aan de Vlaamse Regering, vooraleer er hier in detail op in te gaan.
Een derde trein betreft de actualisering van het Vlarem in het licht van de evolutie van de techniek alsook met het oog op een verdere vereenvoudiging door inzonderheid een herziening van indelingscriteria, waardoor inderdaad huidige klasse 2-inrichtingen in de toekomst als klasse 3 zullen worden ingedeeld. Deze drie treinen kunnen zo snel mogelijk starten, we zijn daar zeer intensief mee bezig. Ik had ook graag gehad dat ze al waren toegekomen zodat iedereen zou kunnen zien dat niet alleen de trein milieuvriendelijk is maar ook de lading ervan.
U vraagt naar de criteria die zullen worden gehanteerd om bepaalde bedrijvigheden van klasse 2 te laten overgaan naar klasse 3. Aan de basis van de huidige Vlarem-indelingslijst ligt de vroegere ARAB-indelingslijst. Deze ARAB-indelingslijst, van toepassing sedert 1946, is in de loop van de vorige eeuw veelvuldig aangepast in functie van de evolutie van kennis en technieken. Op basis van dezelfde benadering werd bij de totstandkoming van Vlarem in 1991 de oude ARAB-indelingslijst omgezet in een Vlarem-indelingslijst. Vooral nieuw daarbij was de introductie van een nieuwe klasse 3 waarvoor geen vergunningsplicht maar nog enkel een meldingsplicht gold. De creatie van deze meldingsplichtige klasse 3 was vooral het resultaat van de jarenlange opgedane ervaring dat voor een hele reeks van ingedeelde inrichtingen in de praktijk steeds de gevraagde ARAB-vergunning werd toegestaan met oplegging van steeds dezelfde exploitatievoorwaarden.
Na de drastische vereenvoudiging van de milieuvergunningenreglementering in 1991, is het wellicht mogelijk om een volgende verregaande substantiële vereenvoudiging door te voeren door herziening van sommige Vlarem-indelingscriteria. Het hoofduitgangspunt daarbij moet zeker blijven dat de vooropgestelde milieudoelstellingen niet worden afgezwakt. Voor de klasse 3-indeling blijft het principe onverminderd gelden dat het moet gaan om een exploitatie waarvan de hinder en risico´s in alle omstandigheden tot een aanvaardbaar niveau beperkt kunnen blijven mits de naleving van een reeks voorwaarden.
Naast de formele inspraakstappen, met name het inwinnen van de adviezen van de SERV en de MiNa-Raad, is het mijn bedoeling over bedoeld voorontwerpbesluit doelgroepenoverleg te plegen. Mocht u suggesties hebben voor organisaties die ik mogelijk zou hebben vergeten, ben ik graag bereid die ook uit te nodigen.
De duurtijd voor de afhandeling van een milieuvergunningsaanvraag klasse 2 is decretaal vastgelegd in artikel 9, paragraaf 3 van het milieuvergunningendecreet. Tenzij ik me vergis of tenzij u over andere informatie beschikt, doen de gemeenten zo goed als altijd uitspraak binnen de voorgeschreven termijn. Mij is geen probleem gesignaleerd. Mocht u echter andere informatie hebben, wil ik dat bekijken.
De voorzitter: Mevrouw Demeulenaere heeft het woord.
Mevrouw Stern Demeulenaere: Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord, al is het tamelijk vaag. Het geeft aan dat er werk van wordt gemaakt. Ik onthoud vooral dat de vereenvoudiging op komst is. Bij het doelgroepenoverleg is het evident dat bij de doelgroepen de actoren erbij zijn, zoals de zelfstandigenverenigingen en de kamers van koophandel. Deze mensen kunnen wellicht wat verlichting tot stand brengen.
Ik had graag vernomen of er onderzoek werd gepleegd naar de reële duurtijd. Bij de ene gemeente zal het vlugger gaan dan de vastgestelde termijn, bij een andere zal die wellicht eens worden overschreden. Is de in het decreet vastgestelde termijn reëel, of is die korter of langer geworden?
Minister Kris Peeters: Ik heb geen informatie dat daar een groot probleem mee zou zijn, maar ik zal het verder opvolgen. Mocht de termijn een probleem vormen, zal ik erop terugkomen en u die informatie bezorgen.
De heer Patrick Lachaert: Het is te verwachten dat er tussen 2007 en 2011 zeer veel milieuvergunningen moeten worden vernieuwd. Maar daar komen we in een van de volgende agendapunten op terug.
De heer Rudi Daems: Het is voor mij onduidelijk welke decretale basis u verder wenst te gebruiken. Wenst u ook de decretale basis van de integrale voorwaarden te benutten? U zegt dat u een ontwerpbesluit met voorwaardenpakketten aan het ontwerpen bent. Ik vind het geen enkel probleem dat u daarmee eerst naar de regering stapt en daarna pas naar de commissie. Het is wel interessant te weten of de juridische knelpunten van een half jaar geleden van de baan geruimd zijn en of u voortgaat met de integrale voorwaardenpakketten op basis van het decreet goedgekeurd tijdens de vorige regeerperiode of niet.
Minister Kris Peeters: Mijn antwoord zal misschien wat vaag zijn voor u, maar ik verwijs naar het advies van de SERV dat stelt dat er iets schort aan de decretale basis. Om dat op te lossen, moet er een decretaal initiatief komen.
De heer Rudi Daems: Hebt u daar ondertussen aan gewerkt?
Minister Kris Peeters: Ik weet heel goed wat ik graag goedgekeurd zou zien door de Vlaamse Regering. Ik doe er alles aan om dat te bereiken. Ik zal daarop terugkomen als de Vlaamse Regering het heeft goedgekeurd.
De voorzitter: Het incident is gesloten.