Commissie voor Leefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed Vergadering van 02/02/2006
Vraag om uitleg van mevrouw Hilde Crevits tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over het gemeentelijk bomenbeleid in Vlaanderen
De voorzitter: Mevrouw Crevits heeft het woord.
Mevrouw Hilde Crevits: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega´s, ik verwijs graag naar de enquête die in mei 2005 werd uitgevoerd door de Vereniging voor Openbaar Groen over het bomenbeleid in Vlaanderen. Uit de resultaten ervan blijkt dat er een grote discrepantie bestaat tussen het aantal bomen die op het grondgebied van een gemeente staan en het aantal bomenbeheer- en bomenbeleidsplannen die de gemeenten opmaken.
Van de 198 gemeenten die de enquête hebben ingevuld, zijn er maar 17 gemeenten die beschikken over een bomenbeheerplan en 12 die beschikken over een bomenbeleidsplan. Ook blijkt dat beheer van de bomen op het territorium van de gemeente niet echt vanuit een doordachte beleids- en beheervisie wordt uitgevoerd. Dat blijkt ook uit wat gemeenten in theorie belangrijk vinden en hoe het bomenbeheer in de praktijk gebeurt. Particulieren reageren op dezelfde manier. Zo vindt men een hoge boomleeftijd heel belangrijk, maar wordt er slechts een heel beperkt beleid gevoerd inzake het beheren van de bomen.
De achterstand zou hoofdzakelijk te maken hebben met het contrast tussen de beleidstermijn van 5 jaar en de leeftijd van een boom. Ik stel me daar wel wat vragen bij, want het is nodig om inzake bomen en boomonderhoud langetermijnvisies uit te werken. Er wordt voorgesteld dat de overheid een consistente ondersteuning biedt bij de uitwerking van bomeninventarissen en bij bomenbeheer- en beleidsplannen.
Ik verwijs graag naar de inspanningen die werden geleverd voor de bermbeheersplannen. Heel veel gemeenten beschikken ondertussen over zo´n plan. Het blijkt dat de opstart ervan wel wat papierwerk vergt, maar dat de resultaten goed zijn en leiden tot een besparing omdat de beheersplannen ook gebruikt kunnen worden bij de opmaak van bestekken voor het onderhoud van de bermen.
Tot slot werd ook de noodzaak vermeld van een mentaliteitswijziging bij de burger, een proces dat wellicht kan worden ondersteund via informatie.
Mijnheer de minister, ik veronderstel dat u op de hoogte bent van de resultaten van de enquête? Zo ja, wat zult u met de resultaten doen?
Overweegt u het om vanuit de overheid bepaalde maatregelen te nemen om te komen tot een betere ondersteuning van de gemeenten?
Ik verwijs in het bijzonder naar de samenwerkingsovereenkomsten inzake het bomenbeleid. Het bomenbeheer werd er niet in opgenomen, al werden er wel stimuli uitgewerkt voor de aanplant van bomen en dus voor het verhogen van het aantal bomen. Heel wat gemeenten hebben ondersteuningsmaatregelen genomen voor de aanplant van kleine landschapselementen en dergelijke, maar voorzien niet in het onderhoud.
Bent u bereid om maatregelen te nemen om te komen tot een mentaliteitswijziging bij de burger zodat hij gestimuleerd wordt om mee te helpen met het beheren van het bomenbestand?
De voorzitter: De heer Loones heeft het woord.
De heer Jan Loones: Ik ben schepen van bomen in mijn gemeente. Als men door de vraagstelling de indruk zou krijgen dat gemeenten te weinig zorg besteden aan hun bomen, is die indruk volgens mij verkeerd. We hebben een beplantingsdienst die al jaren een bomenbeheersplan heeft, al is dat blijkbaar niet officieel want mijn gemeente staat niet op de geciteerde lijst van gemeenten. Het beleid reikt uiteraard veel verder dan een mandaat van een schepen. Ik wil er een lans voor breken om niet opnieuw bijkomende formaliteiten op te leggen, maar het over te laten aan de vrijheid van de gemeenten. Mijnheer de minister, als u een officiële ondersteuning geeft, dan zal uw beleid succes kennen, maar laat de gemeenten maar hun beleid voeren. Iedereen weet ondertussen hoe belangrijk bomen zijn.
De voorzitter: Minister Peeters heeft het woord.
Minister Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, geachte leden, de eerste vraag is eigenlijk al beantwoord door de vraagstelster. De resultaten zijn een eerste maal voorgesteld op de studiedag die de afdeling Bos en Groen op 27 juni 2005 in Gent heeft georganiseerd onder de titel?Groenbeheer, een verhaal met toekomst?´. De enquête had tot doel te onderzoeken in welke mate er in het concrete gemeentelijke beleid aandacht gaat naar het beheer van bomen.
De tweede vraag is belangrijker. De enquête heeft twee knelpunten in de verf gezet: ten eerste is er voor een samenhangend bomenbeheer in een gemeente nood aan een visie op langere termijn; ten tweede is er in principe nood aan de uitwerking van bomeninventarissen en bomenbeheers- en beleidsplannen.
Wat de langetermijnvisie betreft, wil ik verwijzen naar de documenten inzake?Harmonisch Park- en Groenbeheer´, een concept dat in 2001 werd ontwikkeld en voorgesteld door de afdeling Bos en Groen en dat nog altijd bruikbaar is.
De ontwikkeling van het inventarisatiesysteem is opgestart door Bos en Groen. Door die administratie wordt gewerkt aan het ontwikkelen van een vademecum omtrent praktisch bomenbeheer, waarbij ten behoeve van de terreinbeheerder een concrete, technische handleiding wordt aangeboden.
Verder is er op gemeentelijk vlak wellicht nood aan een visie op de langere termijn. Ik laat daarom nagaan of het aangewezen en kosteneffectief kan zijn een vademecum te laten ontwikkelen, waarin aan gemeenten een methode wordt aangeboden voor de opmaak van bomenbeheerplannen. Van een dergelijk vademecum moet wel een sterk kwaliteit- en efficiëntieverhogende werking uitgaan, wil het enige meerwaarde opleveren. Dergelijke handleiding moet in nauw overleg met de uiteindelijke doelgroep worden opgesteld, met name de steden en gemeenten.
Wat de technische ondersteuning betreft, zijn door Bos en Groen verdere stappen gezet. Op de website www.bosengroen.be wordt tevens de nodige ondersteuning gegeven, bijvoorbeeld over de bloedingsziekte bij de paardekastanje.
In de samenwerkingsovereenkomst milieu wordt wel degelijk nu reeds aandacht besteed aan bomenbeheer en bomenbeleid. Binnen de cluster natuurlijke entiteiten kan de opmaak van een bomenbeheerplan financieel worden ondersteund. Het gaat om groep 7 uit de niet-limitatieve lijst. De basissubsidie bedraagt 50 percent van de kosten verbonden aan de opmaak van een dergelijk plan. In 2005 werd de opmaak van een bomenbeheerplan ondersteund voor de steden Mechelen en Genk.
Uw derde vraag betreft de mentaliteitswijziging. In het verleden zijn er heel wat visiedocumenten en handleidingen gepubliceerd ten behoeve van de betrokken overheden. Ik vermeld bijvoorbeeld de publicatie?Merkwaardige bomen in Vlaanderen´. Zo zijn er een aantal zeer goede publicaties die de mentaliteitswijziging verder kunnen helpen realiseren.
De voorzitter: Mevrouw Crevits heeft het woord.
Mevrouw Hilde Crevits: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw omstandig antwoord. U hebt terecht verwezen naar de inventarisatie die nu gebeurt. Bos en Groen is ook bezig met een inventarisatie van de inheemse bomen en struiken op de territoria van de gemeenten. In mijn eigen gemeente wordt een omstandig rapport ter beschikking gesteld met alle waardevolle bomen die aanwezig zijn, ook bij particulieren. Dat rapport is vertrouwelijk en daarom kan er niets anders mee gedaan worden dan gelezen worden. Het rapport bevat niettemin zeer interessant kaartmateriaal. Binnen vijf jaar kan het dan wel gebruikt worden om te zien wat de eventuele achteruitgang is. De inheemse struiken kunnen bijvoorbeeld worden geliquideerd, want men heeft er geen kapvergunning voor nodig.
Het is goed dat er wordt ge?nventariseerd, maar er moet worden gewerkt aan beheer en er moeten signalen in die richting worden gegeven. Ik begrijp dat een inventarisatie bij particulieren vertrouwelijke informatie bevat, maar die informatie zou toch moeten kunnen worden gebruikt om tot een meerwaarde te komen inzake het behoud en goed beheer van bomen en struiken.
Minister Kris Peeters: Ik neem uw suggestie mee.
De voorzitter: Het incident is gesloten.