Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 31/01/2006
Vraag om uitleg van de heer Jan Peumans tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over het overleg in het Overlegcomité over spoordossiers
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, mijn vraag gaat over de beslissing die het Overlegcomité heeft genomen in een spoordossier dat zeer belangrijk is voor de Vlaamse economie. Op 7 december 2005 heeft het Overlegcomité van de federale regering, de gemeenschaps- en de gewestregeringen namelijk een notificatie goedgekeurd die betrekking heeft op de uitvoering van de beslissingen inzake PPS-investeringen en de gewestelijke prefinanciering, in uitvoering van de beslissingen van het Overlegcomité van 11 oktober 2005.
Naar aloude Belgische traditie werden een aantal beslissingen genomen waarbij Vlaamse dossiers aan Brusselse en Waalse dossiers werden gekoppeld. Er is ook een optie genomen op financiering door middel van PPS, waarbij de vraag rijst of dit geen hypotheek legt op een snellere uitvoering van de Liefkenshoekspoortunnel.
De beslissing van het Overlegcomité is gebaseerd op een nota die werd voorgesteld door de staatssecretaris van Overheidsbedrijven de heer Tuybens, die ook niet weg te slaan is uit de kranten. Van een aantal zaken werd kennis genomen, andere werden goedgekeurd. Ik citeer:?Het Overlegcomité heeft zijn goedkeuring gehecht aan de voorgelegde nota en de bijgevoegde tabellen. Het comité heeft vastgesteld dat dankzij deze modaliteiten de gelijktijdigheid van uitvoering van de projecten verzekerd is.´ Dat laatste wil ik toch benadrukken. Ik citeer verder:?Een strike parallelle benadering werd bereikt voor het gedelokaliseerde deel van Brussel-Luxemburg en van Diabolo.´
Ik wil er terloops op wijzen dat de NMBS heel weinig ervaring heeft met PPS-constructies. Dat is jammer. De spoormaatschappij heeft nauwelijks mensen die zich daarmee bezighouden.
Ik citeer verder:?Er werd akte genomen van het feit dat Infrabel alle nodige maatregelen neemt om de vier geprefinancierde projecten en de PPS-projecten Diabolo en Liefkenshoektunnel volgens de afgesproken timing en budgetten te realiseren, uiteraard rekening houdend met de ESR-neutraliteit. Alle partijen zullen alles in het werk stellen om elk van deze projecten mogelijk te maken binnen de overeengekomen termijnen en financieringen.´ Mijnheer de minister, u kent uitdrukkingen als?alles in het werk stellen´ ongetwijfeld wel. Die duiken regelmatig op in de notificaties van de Overlegcomité. De vraag is natuurlijk wat er precies zal gebeuren.
Mijnheer de minister, welke harde garanties zijn er dat men én het tijdspad én het vooropgestelde budget zal volgen? Dat budget is erg belangrijk. Ook in het kader van het beroemde decreet betreffende de pre- en de cofinanciering werden bepaalde bedragen vooropgesteld. Naderhand bleek een en ander veel duurder uit te vallen.
Hoe geloofwaardig zijn de garanties die het Overlegcomité geeft? Eén van uw voorgangers, toenmalig minister Stevaert, garandeerde bij de bespreking van het decreet ter goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst én de planning dat men in 2001 aan de Liefkenshoekspoortunnel zou beginnen. De kostprijs zou 550 miljoen euro bedragen. Zelfs van een begin van de werken is tot nu toe geen sprake. U hebt uitgebreid geantwoord op een aantal schriftelijke vragen over deze aangelegenheid. Ik weet dus ongeveer wat momenteel de stand van zaken is. De kostprijs is inmiddels al wel opgelopen tot 684 miljoen euro.
Hoe kan uw eigen administratie garanderen dat de termijnen van het milieueffectenrapport en het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan zullen worden gehaald? Wat is de exacte timing? Ik weet dat het GRUP niet tot uw bevoegdheden behoort, maar het MER behoort daar wel toe. Er moet rekening worden gehouden met alle administratieve procedures, maar ook met inspraak en bezwaren die kunnen worden ingediend. Hoe kan uw administratie dit garanderen? In 2001 werd immers gezegd dat de werken van de Liefkenshoekspoortunnel eindelijk zouden beginnen. U kunt dat nalezen in de stukken van die tijd. In 2002 - u gaat het niet geloven - zou dan worden begonnen met de tweede spoortoegang tot Antwerpen. Dat staat allemaal zwart op wit en werd toen met de grootste stelligheid beloofd. Daarom was die pre- en cofinanciering nodig. Met die cofinanciering is er nog een juridisch probleem, maar de prefinanciering was perfect uitvoerbaar.
Welke gevolgen heeft de koppeling van zes dossiers voor de uitvoering van de Liefkenshoekspoortunnel? Iedereen zegt dat die?modal split´ moet worden bereikt. Die koppeling is, hoe men het ook bekijkt, echter nooit de intentie geweest van de decreetgever. Die heeft steeds gezegd dat de pre- en de cofinanciering er zouden komen om, onafhankelijk van wat de spoorwegen beslissen, bepaalde dossiers voor Vlaanderen en Wallonië te versnellen. Alle stukken hierover bevestigen dat. Voormalig minister Stevaert heeft dat trouwens ook met de grootste stelligheid verkondigd. Zoiets heeft hij echter wel over meer dingen gedaan, terwijl we nadien moesten vaststellen dat ze naar de prullenmand moesten worden verwezen. Ofwel is men zeker dat men iets haalt en dan kan men het zeggen, maar hier werd iets aangekondigd dat men naderhand vol schaamte moet herroepen.
Was er niet veeleer sprake van een echte eigen keuze voor sommige spoorprojecten, los van een koppeling aan Waalse of Brusselse dossiers? Zo wordt de parkeerplaats aan het station van Ottignies gekoppeld aan andere zaken. Ik vraag me af wat het grote economische belang is van die parkeerplaats. Misschien kunt u me dat uitleggen. Ik denk echter dat u niet moet worden overtuigd van het belang van de Liefkenshoekspoortunnel.
In welke mate wijkt deze notificatie af van de beslissing van de Vlaamse Regering van 12 november 2004 over de prefinanciering van spoorweginfrastructuur? Ik hoor minister Vande Lanotte nog heel duidelijk zeggen dat de Liefkenshoekspoortunnel en het vormingsstation Zeebrugge - dat natuurlijk niet ver van Oostende ligt - aan elkaar zouden worden gekoppeld, zodat er een synergie zou ontstaan en alles veel sneller zou verlopen. Niet zo lang daarna is er echter een totaal andere beslissing genomen.
In welke mate is de beslissing van het Overlegcomité van 7 december 2005 een afwijking van het bij decreet goedgekeurde samenwerkingsakkoord van 22 maart 2002? In haar advies vraagt de Inspectie van Financiën immers of er hier geen decretale aanpassing nodig is, daar men gaat deelnemen aan een PPS-constructie en niet meer aan prefinanciering doet met betrekking tot de Liefkenshoekspoortunnel.
Er werd destijds steeds zeer duidelijk gesteld dat zowel voor Zeebrugge als voor Antwerpen een gedeelte zou worden gefinancierd door middel van een beperkte tolheffing. In welke mate wordt dit nog gehandhaafd? Het is natuurlijk jammer dat destijds bij de aanleg van de Liefkenshoektunnel die spoortunnel niet werd aangelegd. Wel heeft men op het middenvak van de A12 in het nodige voorzien. Destijds was de heer De Croo, die jarenlang minister van Verkeerswezen is geweest, daar heel fel tegen gekant. Ik heb nooit begrepen waarom. U ziet dat mensen uiteindelijk tot andere inzichten kunnen komen, maar eigenlijk is het jammer dat toen een geweldig grote kans is gemist. Nu moeten er veel procedures worden doorlopen, die allemaal veel ingewikkelder zijn geworden.
De voorzitter: Minister Peeters heeft het woord.
Minister Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, geachte leden, mijnheer Peumans, met uw jarenlange ervaring en kennis terzake weet u natuurlijk ook dat de raming van een investeringsbudget en een tijdsschema van dergelijke projecten steeds een momentopname zijn, gebaseerd op een op dat ogenblik realistische schatting. Harde of spijkerharde garanties inzake budget of timing kunnen er niet worden gegeven. Dat zou onrealistisch zijn. Zeker wat de Liefkenshoekspoortunnel betreft, kampen we met een aanzienlijke tijdsdruk. Samen met de federale overheid, die terzake een niet onbelangrijke sturende rol heeft, wil ik alles doen om dit zo snel mogelijk te verwezenlijken.
Er moet een voortdurende bewaking van het uitvoeringstraject zijn. We moeten er elke dag voor zorgen dat de budgetten en het tijdsschema worden gehaald, maar die spijkerharde garanties kan ik u niet geven. Mocht ik ze geven, dan zouden ze niet volledig geloofwaardig zijn. Wel kan ik u verzekeren dat ik alles zal doen om dat te bewaken en te realiseren.
Het ingediende MER werd door een aantal instanties becommentarieerd en wordt momenteel nog herwerkt en aangevuld. Het nieuwe rapport zal ten vroegste eind februari 2006 voor definitieve beoordeling worden ingediend. Ten vroegste één maand later kan dan de conformverklaring volgen. Voor het GRUP bestaat weliswaar een voorontwerp, waarover nog geen consensus bestaat, maar de formele decretaal voorzien procedure voor de opmaak kan pas starten na de conformverklaring van het MER. Dat is de huidige situatie.
U moet de notificatie waarnaar u verwijst goed lezen. Ik was aanwezig op die vergadering. Ik kan bevestigen dat die gelijktijdigheid van de projecten enkel betrekking heeft op de aanvang ervan. Men wilde die zes projecten samen laten beginnen, maar natuurlijk heeft elk project zijn eigen specifieke kalender. Dat heb ik al eens onderstreept. De huidige planning voor de verwezenlijking van de Liefkenshoekspoortunnel is momenteel de best haalbare in functie van de nog te doorlopen procedures en wordt niet be?nvloed door de planning van de andere projecten. We moeten daar dus onze eigen weg afleggen. Hoe sneller het kan, hoe beter, maar er mogen natuurlijk geen procedurefouten worden gemaakt, want dat zou ons naderhand zuur kunnen opbreken bij de Raad van State. We moeten die MER dus met de nodige zorg uitvoeren, net als het daaropvolgende GRUP.
Wat de projecten van Liefkenshoekspoortunnel en het vormingsstation Zeebrugge betreft, is er ten gronde geen verschil tussen de beslissing van de Vlaamse Regering van 26 november 2004 en de besluiten van het Overlegcomité van 7 december 2005. In die laatste worden een aantal zaken technisch verder uitgewerkt. Naar geest en inhoud is er al evenmin een afwijking tussen de beslissingen van het Overlegcomité van 7 december 2005 en het decreet houdende het samenwerkingsakkoord van 22 maart 2002.
Inzake de financiële bijdrage van het Vlaamse Gewest zijn we de exacte formele en technische modaliteiten voort aan het bekijken, uitwerken en vastleggen.
Momenteel worden enkel hypothesen zonder gebruikersinkomsten gehanteerd om de financiële berekeningen en simulaties te maken. De Vlaamse Regering heeft op 26 november 2004 immers gesteld dat?de beslissing over een eventuele beperkte heffing ten laste van de gebruikers van de Liefkenshoekspoortunnel pas zal worden genomen op het ogenblik dat er duidelijkheid is over het resultaat van de openbare aanbesteding in het kader van de PPS-constructie.´ Ik weet dat er in vorige formuleringen werd gesproken over bedragen van 80 miljoen euro en meer. In een van de scenario´s was er op een bepaald ogenblik sprake van 2 euro per container. Voorlopig worden dus echter hypothesen zonder gebruikersinkomsten gehanteerd.
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de minister, als ik u goed begrijp is er geen verschil tussen deelnemen aan een PPS-constructie en eventueel prefinancieren. Heeft de Inspectie van Financiën het dan bij het verkeerde eind? U hebt op 12 november 2004 de beslissing genomen om het vormingsstation Zeebrugge en de Liefkenshoekspoortunnel te prefinancieren. Naderhand is er in het Overlegcomité besloten tot een PPS-constructie voor de Liefkenshoekspoortunnel. Dat is natuurlijk niet hetzelfde als prefinancieren. Dat lijkt me toch fundamenteel. Moet het decreet niet worden aangepast, aangezien de overheid deelneemt aan een PPS-constructie en niet meer aan prefinanciering zal doen voor de Liefkenshoekspoortunnel? U stelt dat er niets aan de hand is.
Minister Kris Peeters: Ik zeg dat er geen tegenstrijdigheid is.
De heer Jan Peumans: Er is dus geen decreetaanpassing nodig?
Minister Kris Peeters: Inderdaad.
De heer Jan Peumans: Dan vind ik dat heel vreemd, want de inspecteur van Financiën beweert het tegendeel.
Het gaat me niet om mijn grote gelijk, maar alleen over de vooruitgang in het dossier. Als blijkt dat die decreetaanpassing nodig is, dan moet er een hele procedure worden doorlopen. Ik pleit ervoor dat onze administratie dat voldoende grondig zou nakijken. Ik heb immers een ingebouwd wantrouwen terzake. In het verleden zijn er al voorbeelden geweest van dergelijke grote werken. Het gaat tenslotte over een investering van 24 miljard frank, wat een niet onaardig bedrag is. Waarschijnlijk zal dit nog wel duurder worden. Dat is klassiek, dat geeft u zelf toe.
Ik maak me echter zorgen. Dit komt er eigenlijk toch deels op neer dat alles aan alles wordt gekoppeld. Ik weet dat de notificatie heel rekbaar is. In het verleden zijn er klachten geweest over de wijze waarop die notificaties werden opgesteld. Men zou daar zorgvuldiger mee moeten omgaan. Het opstellen ervan gebeurt met de Franse slag. Toch staat heel duidelijk:?Het comité heeft vastgesteld dat dankzij deze modaliteiten de gelijktijdigheid van uitvoering van de projecten verzekerd is.´ Eigenlijk wordt Vlaanderen aan Wallonië gekoppeld, waarbij alles gelijktijdig zal zijn of niet zal zijn.
Mijnheer de minister, hoe u het ook voorstelt, u bent afhankelijk van de administratie van de NMBS. Ik weet niet hoe groot uw ervaring terzake is, maar er kunnen hero?sche verhalen worden verteld vertellen over de wijze waarop de NMBS omgaat met dit soort dossiers. Daar maak ik me zorgen over.
Minister Kris Peeters: Uw bezorgdheid deel ik volledig. Het zou erg zijn mochten er onderweg nog bijkomende elementen, zoals een decretale basis, moeten worden toegevoegd. Ik zal dus, zeker wat die decreetaanpassing betreft, de zaken nog eens bekijken. Samen met u wil ik harde garanties dat er onderweg geen bijkomende elementen moeten worden toegevoegd, die het project vertragen.
De voorzitter: Het incident is gesloten.